08 januari 2012

Abigail Washburn - City Of Refuge

Net zoals je niet eindeloos mensen gelukkig nieuwjaar kunt blijven wensen, moet je ook de jaarlijstjes over het afgelopen jaar een keer loslaten. Driekoningen is misschien een goede grens, al ga ik daar dit jaar twee dagen overheen. Het slotakkoord wanneer het gaat om jaarlijstjes is uiteraard van de hand van Metacritic; een website die (jaar)lijstjes op bijna wetenschappelijke wijze benadert. Uit de jaarlijst over 2011 (http://www.metacritic.com/feature/best-albums-of-2011) kun je misschien opmaken dat 2011 een vrij mager muziekjaar was, maar je kunt er ook iets leuks uitpikken. Ik vond dat leuks helemaal onderaan in de lijst, waar ik Abigail Washburn tegen kwam. Ik ontdekte de Amerikaanse een jaar of zes geleden toen haar uitstekende debuut  Song Of The Traveling Daughter verscheen; een sobere plaat met invloeden uit de folk, bluegrass en Chinese muziek en een onbetwiste hoofdrol voor de banjo van Abigail Washburn. Omdat één banjoplaat in de kast wel genoeg is, ben ik Abigail Washburn sindsdien uit het oog verloren en heb ik haar tweede en derde plaat gemist. De derde heb ik dankzij Metacritic alsnog ontdekt en daar ben ik de Amerikaanse lijstjes site dankbaar om. Op City Of Refuge bewijst Abigail Washburn immers dat ze veel meer kan dan zeer verdienstelijk banjo spelen. City Of Refuge is vergeleken met haar debuut een buitengewoon veelzijdige plaat waarop de songs het hebben gewonnen van de banjo. Voor City Of Refuge heeft Abigail Washburn een beroep gedaan op de productionele vaardigheden van Tucker Martine (Sufjan Stevens, The Decemberists, Laura Veirs) en dat is een verstandige keuze geweest. Tucker Martine heeft de muziek van Abigail Washburn voorzien van een mooi helder geluid, waarin de stem van de Amerikaanse naar de voorgrond is gehaald en de banjo genoegen moet nemen met een plekje op de tweede rij. Abigail Washburn blijkt te beschikken over een prachtige stem, die het goed doet in wat meer ingetogen folksongs. Het zijn folksongs met een vleugje jazz en country die keer op keer prachtig zijn georkestreerd en naast banjo ook prominente bijdragen van piano, gitaar, strijkers en Chinese instrumenten bevatten. Met name het Chinese tintje geeft de stemmige folk van Abigail Washburn een geheel eigen karakter en het is een karakter dat mij zeer aanspreekt. Song Of The Traveling Daughter was uiteindelijk toch een plaat voor de echte liefhebber, maar City Of Refuge is een plaat die in veel bredere kring gewaardeerd zal worden. De derde van Abigail Washburn is min of meer verplichte kost voor een ieder die de stokoude folk uit de Appalachen koestert of een zwak heeft voor Gillian Welch, maar ook liefhebbers van folk die zich vernieuwt zijn vanwege de spaarzaam opduikende Chinese invloeden bij Abigail Washburn aan het juiste adres. Het feit dat de plaat opduikt in de jaarlijst van Metacritic betekent dat de Amerikaanse critici, die deze lijst voor een belangrijk deel bepalen, de laatste plaat van de singer-songwriter uit Illinois op de juiste waarde hebben weten te schatten, maar in Europa hebben we volgens mij zitten slapen. De comebackplaat van Gillian Welch heeft de lat in het genre vorig jaar aardig hoog gelegd, maar Abigail Washburn komt heel dicht in de buurt. Heel erg dicht en misschien gaat ze er zelfs wel overheen. Erwin Zijleman