11 augustus 2019

De 19 van de eerste helft van (20)19: Lou Doillon


De eerste helft van 2019 zit er op en dus is het tijd om terug te kijken, al is het maar omdat het aantal nieuwe releases deze weken zeer bescheiden is. De komende weken kijk ik terug op de 19 albums die mij de afgelopen 7 maanden het meest opvielen. Niet noodzakelijkerwijs de beste albums van 2019 (die balans wordt aan het eind van het jaar opgemaakt), maar wel albums die wat mij betreft nog eens aandacht verdienen en die ik persoonlijk het meest heb beluisterd de laatste maanden. In alfabetische volgorde, want ook de rangorde komt pas later dit jaar. Ik kijk niet alleen maar terug, dus let op de nieuwe albums die af en toe ook voorbij komen. Erwin Zijleman



Als veertiende is Lou Doillon aan de beurt. Lang niet zo bekend als haar halfzus Charlotte Gainsbourg, maar minstens net zo goed. Donkere klanken en buitengewoon intrigerende songs van de dochter van Jane Birkin.

Lou Doillon maakte twee geweldige maar in Nederland nauwelijks opgepikte platen en overtuigt nu met plaat nummer drie

Lou Doillon heeft een beroemde moeder en een beroemde halfzus, maar kiest in muzikaal opzicht haar eigen weg. Dat leverde de afgelopen jaren al twee geweldige platen op en ook Soliloquy is er weer een. Het is een plaat die zich niet in een hokje laat duwen en er steeds andere genres en geluiden bij sleept. Het past allemaal fraai bij de bijzondere stem van Lou Doillon, die een voorkeur heeft voor donkere tinten en klanken, maar ook muziek maakt waar je als muziekliefhebber heel erg blij van wordt. Het is ook nog eens muziek die af en toe doet denken aan die van Fiona Apple, wat de plaat voor mij nog een stuk aantrekkelijker maakt.


Lou Doillon is de dochter van Jane Birkin en hierdoor de halfzus van Charlotte Gainsbourg. De afgelopen jaren maakte ze een tweetal platen die zeker niet onder deden voor het werk van haar veel beroemdere halfzus en het zijn platen die het vooral in Frankrijk erg goed deden. 

Dat is op zich best bijzonder, want hoewel Lou Doillon al haar hele leven in Frankrijk woont, waagt zich op haar platen niet aan het Frans, maar zingt ze in het Engels. Op Places uit 2012 en Lay Low uit 2015 maakte Lou Doillon indruk met haar donkere stem en met songs vol invloeden. Het leverde twee miskende meesterwerken op. 


De in Parijs woonachtige muzikante verrijkte haar popsongs op haar eerste twee platen met invloeden die varieerden van folk, folk-noir en blues tot 70s new wave, soul en pop. Het waren popsongs die afwisselend deden denken aan de muziek van Joni Mitchell, Cat Power, Rachael Yamagata en Fiona Apple en dat is vergelijkingsmateriaal waar je mee thuis kunt komen. 


Alle genres en al het vergelijkingsmateriaal zijn gebleven op de derde plaat van Lou Doillon. Ook op Soliloquy is de verleiding van de donkere stem van Lou Doillon weer maximaal. Zeker wanneer ze haar donkere stem combineert met donkere pianoklanken ligt de vergelijking met Fiona Apple voor de hand, maar de muziek van de Française is een stuk minder zwaar en donker en schiet bovendien alle kanten op. 


Soliloquy neigt misschien net wat meer naar pop dan zijn voorgangers, maar het is zeker geen 13 in een dozijn pop. In een deel van de songs domineren organische klanken, maar Lou Doillon pakt dit keer ook flink uit met elektronica. Ze flirt gelukkig niet met electropop, maar kiest voor donkere, dreigende en soms zelfs wat unheimische klanken, die me op een of andere manier aan Bowie uit de late jaren 70 doen denken. Het contrasteert fraai met de al even donkere zang van Lou Doillon, die nog wat beter zingt dan op haar eerste twee platen en gelukkig ook op soms wat onconventionele wijze is  blijven zingen. 


Ondanks de donkere tinten op Soliloquy heeft de Franse zangeres zeker geen ontoegankelijke plaat gemaakt. De songs, die ook dit keer veelvuldig herinneren aan de new wave uit de jaren 70, liggen stuk voor stuk lekker in het gehoor en zijn in een aantal gevallen zelfs aanstekelijk te noemen. Lou Doillon is hiernaast gelukkig nog altijd niet vies van bezwerende folksongs, die je onmiddellijk mee terug nemen naar de hoogtijdagen van de Laurel Canyon folk en de Amerikaanse psychedelische folk uit de late jaren 60, wat flink wat contrast aanbrengt op de plaat. 


Het levert, net als op de vorige twee platen van Lou Doillon, songs op die meerdere kanten op springen, die zowel verwarmen als voorzichtig tegen de haren in strijken en die zowel eigentijds als tijdloos klinken. Het zijn songs die niet iedereen zullen betoveren, maar mij houdt Lou Doillon ook dit keer in een wurggreep met haar bijzondere songs en haar fascinerende stem. 


Op Soliloquy werkt Lou Doillon met verschillende producers, onder wie Cat Power (!), Taylor Kirk (Timbre Timbre), Benjamin Leabeau (The Shoes) en Dan Levy (The Dø). Het resulteert in een veelzijdig en veelkleurig geluid, maar Soliloquy is wat mij betreft ook een consistent klinkende plaat, die steeds weer imponeert met een eigen geluid en een stem die het eigen gezicht van Soliloquy nog wat meer accentueert. Lou Doillon is helaas niet heel bekend buiten de Franse landsgrenzen, maar wat is ze ook op deze nieuwe plaat weer goed. Erwin Zijleman