Kacey Musgraves maakte tussen 2002 en 2007 al een drietal weinig opzienbarende platen, maar liet op het in 2013 verschenen Same Trailer Different Park voor het eerst horen wat ze in haar mars had.
De singer-songwriter uit Mineola, Texas, werd op dat moment nog gezien als een exponent van de wat brave Nashville countrypop en bovendien getipt als een van de potentiële opvolgers van Taylor Swift, die de country op dat moment verruilde voor pure pop.
Ik pikte Same Trailer Different Park bij toeval op en hoorde hoe de plaat zich langzaam maar zeker ontwikkelde van een ‘guilty pleasure’ tot een persoonlijke favoriet.
Toen in de zomer van 2015 Pageant Material verscheen waren mijn verwachtingen dan ook hooggespannen en Kacey Musgraves maakte deze verwachtingen meer dan waar. Kacey Musgraves werd nog steeds in het hokje van de Nashville countrypop geduwd, maar liet op Pageant Material op indrukwekkende wijze horen dat hokjes te verenigen zijn.
Op Pageant Material liet de singer-songwriter uit Texas horen dat country uit de jaren 70 prima samen gaat met Nashville countrypop uit het huidige millennium en maakte ze muziek die het goed deed op de populaire country radiostations uit Nashville, maar die ook in de smaak viel bij liefhebbers van alternatievere of juist puurdere Americana en bij liefhebbers van een meer pop georiënteerd geluid.
Door het succes van Pageant Material hebben we lang moeten wachten op een nieuwe plaat van Kacey Musgraves, al leverde ze aan het eind van 2016 nog wel een prima kerstplaat af. Het lange wachten wordt nu echter beloond met Golden Hour, dat de lijn van Same Trailer Different Park en Pageant Material doortrekt en het bijzondere geluid van Kacey Musgraves verder perfectioneert.
Golden Hour is een behoorlijk ingetogen plaat die meer lijkt geworteld in de traditionele country waarmee Kacey Musgraves opgroeide in Mineola, Texas, maar aan de andere kant verwerkt de Amerikaanse singer-songwriter ook nog steeds nadrukkelijk invloeden uit de pop in haar muziek.
Het is muziek waarmee Kacey Musgraves zich nog wat nadrukkelijker onderscheidt van haar concurrenten en het is muziek die ik met geen mogelijkheid kan weerstaan. Direct bij de eerste noten van Golden Hour werd ik gelukkig en toen Kacey Musgraves begon te zingen was ik verkocht.
De mooie en bijzondere stem van de Amerikaanse singer-songwriter staat op Golden Hour nog wat centraler dan op haar vorige platen en wordt omgeven door een prachtige en voornamelijk ingetogen instrumentatie. Het zorgt er voor dat de muziek van Kacey Musgraves zich nog wat meer opdringt en nog wat meer betovert.
De Texaanse singer-songwriter vertelt nog altijd prachtige verhalen en staat ondertussen ook nog eens een brug tussen de countrymuziek uit het heden en die uit een ver verleden. Hier blijft het niet bij want Golden Hour laat ook liefde voor de Amerikaanse pop uit de jaren 70 horen en flirt ook nog een enkele keer met de dansvloer.
Ik hield al intens van de muziek van Kacey Musgraves, maar Golden Hour zet nog eens een flinke stap. De lat lag hoog voor Kacey Musgraves, maar ze gaat er met speels gemak overheen. Bijzonder indrukwekkend en wat klinkt het lekker. Erwin Zijleman
31 maart 2018
30 maart 2018
Mary Chapin Carpenter - Sometimes Just The Sky
Mary Chapin Carpenter debuteerde iets meer dan 30 jaar geleden en heeft inmiddels een ruim dozijn platen op haar naam staan.
De singer-songwriter uit Princeton, New Jersey, stond met deze platen altijd wat in de schaduw van soortgenoten als Emmylou Harris en later ook Lucinda Williams, waardoor het in 2001 verschenen Time* Sex* Love* pas mijn eerste kennismaking met het werk van Mary Chapin Carpenter was.
Sindsdien ben ik intens van de platen van de Amerikaanse singer-songwriter gaan houden. Het zijn platen van een bijna griezelig constant en bijzonder hoog niveau en het lijkt er op dat Mary Chapin Carpenter alleen maar beter wordt naarmate de jaren vorderen.
In 2016 haalde ze met het prachtige, door Dave Cobb geproduceerde, The Things That We Are Made Of volkomen terecht mijn jaarlijstje en ook het deze week verschenen Sometimes Just The Sky is weer een prachtige plaat.
Het is een plaat die hier en daar als tussendoortje zal worden bestempeld, want ter ere van haar 30 jarig jubileum komt Mary Chapin Carpenter op Sometimes Just The Sky vooral met nieuwe versies van oude songs op de proppen.
Nieuwe versies uitbrengen van oude songs is over het algemeen een heel slecht idee en heeft draken van platen opgeleverd, maar de nieuwe plaat van Mary Chapin Carpenter is zoals gezegd prachtig.
De Amerikaanse singer-songwriter heeft natuurlijk het voordeel dat lang niet alle muziekliefhebbers die twee jaar geleden het prachtige The Things That We Are Made Of hebben opgepikt thuis zullen zijn in haar rijke oeuvre, waardoor de songs op Sometimes Just The Sky voor velen aan zullen voelen als nieuwe songs. Ik kom zelf wel wat oude bekenden tegen, maar ik vind de nieuwe versies vrijwel zonder uitzondering mooier dan de originelen.
Dat is deels de verdienste van de gelouterde producer Ethan Johns (bekend van onder andere Ryan Adams, Laura Marling en Ray LaMontagne), die Mary Chapin Carpenter naar de Real World Studios van Peter Gabriel in het Engelse Bath haalde en ook een aantal van zijn favoriete muzikanten uitnodigde.
Het zorgt er voor dat Sometimes Just The Sky in productioneel en muzikaal opzicht prachtig klinkt en is voorzien van een warm en sfeervol geluid. Op het eerste gehoor vallen vooral de subtiele bijdragen van gitaren en strijkers op, maar zeker bij beluistering met de koptelefoon maakt ook de ritmesectie diepe indruk.
De meeste indruk maakt Mary Chapin Carpenter echter zelf. Haar stem is mooier en warmer dan in haar beginjaren en is bovendien voorzien van meer emotie en doorleving, wat de songs op Sometimes Just The Sky naar grote hoogten tilt. Direct bij eerste beluistering was ik diep onder de indruk van de nieuwe plaat van de Amerikaanse singer-songwriter, maar inmiddels is de plaat me al bijna net zo dierbaar als de terecht bejubelde voorganger.
Mary Chapin Carpenter heeft een groot deel van haar carrière wat in de schaduw van anderen gestaan, maar laat ook met Sometimes Just The Sky weer horen dat ze behoort tot de grootsten in het genre. Prachtplaat. Erwin Zijleman
De singer-songwriter uit Princeton, New Jersey, stond met deze platen altijd wat in de schaduw van soortgenoten als Emmylou Harris en later ook Lucinda Williams, waardoor het in 2001 verschenen Time* Sex* Love* pas mijn eerste kennismaking met het werk van Mary Chapin Carpenter was.
Sindsdien ben ik intens van de platen van de Amerikaanse singer-songwriter gaan houden. Het zijn platen van een bijna griezelig constant en bijzonder hoog niveau en het lijkt er op dat Mary Chapin Carpenter alleen maar beter wordt naarmate de jaren vorderen.
In 2016 haalde ze met het prachtige, door Dave Cobb geproduceerde, The Things That We Are Made Of volkomen terecht mijn jaarlijstje en ook het deze week verschenen Sometimes Just The Sky is weer een prachtige plaat.
Het is een plaat die hier en daar als tussendoortje zal worden bestempeld, want ter ere van haar 30 jarig jubileum komt Mary Chapin Carpenter op Sometimes Just The Sky vooral met nieuwe versies van oude songs op de proppen.
Nieuwe versies uitbrengen van oude songs is over het algemeen een heel slecht idee en heeft draken van platen opgeleverd, maar de nieuwe plaat van Mary Chapin Carpenter is zoals gezegd prachtig.
De Amerikaanse singer-songwriter heeft natuurlijk het voordeel dat lang niet alle muziekliefhebbers die twee jaar geleden het prachtige The Things That We Are Made Of hebben opgepikt thuis zullen zijn in haar rijke oeuvre, waardoor de songs op Sometimes Just The Sky voor velen aan zullen voelen als nieuwe songs. Ik kom zelf wel wat oude bekenden tegen, maar ik vind de nieuwe versies vrijwel zonder uitzondering mooier dan de originelen.
Dat is deels de verdienste van de gelouterde producer Ethan Johns (bekend van onder andere Ryan Adams, Laura Marling en Ray LaMontagne), die Mary Chapin Carpenter naar de Real World Studios van Peter Gabriel in het Engelse Bath haalde en ook een aantal van zijn favoriete muzikanten uitnodigde.
Het zorgt er voor dat Sometimes Just The Sky in productioneel en muzikaal opzicht prachtig klinkt en is voorzien van een warm en sfeervol geluid. Op het eerste gehoor vallen vooral de subtiele bijdragen van gitaren en strijkers op, maar zeker bij beluistering met de koptelefoon maakt ook de ritmesectie diepe indruk.
De meeste indruk maakt Mary Chapin Carpenter echter zelf. Haar stem is mooier en warmer dan in haar beginjaren en is bovendien voorzien van meer emotie en doorleving, wat de songs op Sometimes Just The Sky naar grote hoogten tilt. Direct bij eerste beluistering was ik diep onder de indruk van de nieuwe plaat van de Amerikaanse singer-songwriter, maar inmiddels is de plaat me al bijna net zo dierbaar als de terecht bejubelde voorganger.
Mary Chapin Carpenter heeft een groot deel van haar carrière wat in de schaduw van anderen gestaan, maar laat ook met Sometimes Just The Sky weer horen dat ze behoort tot de grootsten in het genre. Prachtplaat. Erwin Zijleman
29 maart 2018
Gitta de Ridder - For Everything A Season
Gitta de Ridder werd geboren in Nederland, maar woont en werkt inmiddels al een tijd in Londen, net als haar collega singer-songwriter Geri van Essen die onlangs een bijzonder veelbelovende debuut-EP (A New Hiding Place) uitbracht.
Gitta de Ridder is al wat verder dan haar landgenote en collega en brengt met For Everything A Season haar tweede album uit.
Ik noem de naam van Geri van Essen natuurlijk niet voor niets, want ik ben nog steeds diep onder de indruk van de mooie folky songs van de Brits-Nederlandse singer-songwriter. De songs van Gitta de Ridder zijn al net zo mooi en kunnen de concurrentie met alle door de Britse muziektijdschriften bejubelde jonge Britse folkies moeiteloos aan.
Op For Everything A Season maakt Gitta de Ridder indruk met intieme folky songs die opvallen door hun schoonheid, maar die ook net wat meer buiten de lijntjes kleuren dan de songs van de meeste Britse singer-songwriters met een voorliefde voor folk.
Dat buiten de lijntjes kleuren doet Gitta de Ridder op verrassend subtiele en zeer veelzijdige wijze. De meeste songs op haar tweede plaat hebben een akoestische basis en vertrouwen voor een belangrijk deel op de mooie en warme stem van de Londense singer-songwriter met Nederlandse wortels, die op het eerste gehoor in de voetsporen treedt van een aantal Britse folkies uit vervlogen tijden.
Gitta de Ridder klinkt echter niet als de gemiddelde folkie ,van het moment door net wat avontuurlijker te zingen, meer emotie in haar stem te leggen en in de instrumentatie hier en daar voorzichtig te flirten met jazzy accenten en andere uitstapjes buiten de gebaande paden. Ook voor een eenvoudige folksong met een akoestische gitaar en heldere vocalen draait Gitta de Ridder overigens haar hand niet om, al klinken ook deze net wat anders dan we gewend zijn.
For Everything A Season doet me met enige regelmaat denken aan de platen van Suzanne Vega en heeft ook wel wat van het droomdebuut van Fairground Attraction, maar Gitta de Ridder kan ook opschuiven richting meer traditionele folk of richting songs die misschien net wat beter in het hokje Americana passen.
Bij eerste beluistering was ik vooral onder de indruk van de mooie stem van de Brits-Nederlandse singer-songwriter en van de intieme sfeer die ze op haar nieuwe plaat creëert, maar nu ik wat vaker naar For Everything A Season heb geluisterd vind ik het vooral een plaat die overloopt van avontuur.
De aangename luisterliedjes van Gitta de Ridder blijken volgestopt met bijzondere accenten, waardoor de plaat veel interessanter is dan de meeste andere platen in het momenteel zo overvolle genre. De songs van Gitta de Ridder geven al deze geheimen niet onmiddellijk prijs, waardoor ik nog steeds nieuwe dingen hoor en steeds meer onder de indruk raak van de plaat.
For Everything A Season van Gitta de Ridder moet momenteel concurreren met stapels andere platen, maar verdient absoluut een kans. Zo mooi en bijzonder als op de tweede plaat van de Nederlandse singer-songwriter hoor ik folky songs op het moment immers maar zelden en het is bovendien een plaat die ook van een kille of regenachtige dag een echte lentedag maakt, wat altijd goed nieuws is. Erwin Zijleman
Het prachtig verpakte For Everything A Season van Gitta de Ridder is onder andere verkrijgbaar via haar website: https://www.gittaderidder.com/foreverythingaseason.
Gitta de Ridder is al wat verder dan haar landgenote en collega en brengt met For Everything A Season haar tweede album uit.
Ik noem de naam van Geri van Essen natuurlijk niet voor niets, want ik ben nog steeds diep onder de indruk van de mooie folky songs van de Brits-Nederlandse singer-songwriter. De songs van Gitta de Ridder zijn al net zo mooi en kunnen de concurrentie met alle door de Britse muziektijdschriften bejubelde jonge Britse folkies moeiteloos aan.
Op For Everything A Season maakt Gitta de Ridder indruk met intieme folky songs die opvallen door hun schoonheid, maar die ook net wat meer buiten de lijntjes kleuren dan de songs van de meeste Britse singer-songwriters met een voorliefde voor folk.
Dat buiten de lijntjes kleuren doet Gitta de Ridder op verrassend subtiele en zeer veelzijdige wijze. De meeste songs op haar tweede plaat hebben een akoestische basis en vertrouwen voor een belangrijk deel op de mooie en warme stem van de Londense singer-songwriter met Nederlandse wortels, die op het eerste gehoor in de voetsporen treedt van een aantal Britse folkies uit vervlogen tijden.
Gitta de Ridder klinkt echter niet als de gemiddelde folkie ,van het moment door net wat avontuurlijker te zingen, meer emotie in haar stem te leggen en in de instrumentatie hier en daar voorzichtig te flirten met jazzy accenten en andere uitstapjes buiten de gebaande paden. Ook voor een eenvoudige folksong met een akoestische gitaar en heldere vocalen draait Gitta de Ridder overigens haar hand niet om, al klinken ook deze net wat anders dan we gewend zijn.
For Everything A Season doet me met enige regelmaat denken aan de platen van Suzanne Vega en heeft ook wel wat van het droomdebuut van Fairground Attraction, maar Gitta de Ridder kan ook opschuiven richting meer traditionele folk of richting songs die misschien net wat beter in het hokje Americana passen.
Bij eerste beluistering was ik vooral onder de indruk van de mooie stem van de Brits-Nederlandse singer-songwriter en van de intieme sfeer die ze op haar nieuwe plaat creëert, maar nu ik wat vaker naar For Everything A Season heb geluisterd vind ik het vooral een plaat die overloopt van avontuur.
De aangename luisterliedjes van Gitta de Ridder blijken volgestopt met bijzondere accenten, waardoor de plaat veel interessanter is dan de meeste andere platen in het momenteel zo overvolle genre. De songs van Gitta de Ridder geven al deze geheimen niet onmiddellijk prijs, waardoor ik nog steeds nieuwe dingen hoor en steeds meer onder de indruk raak van de plaat.
For Everything A Season van Gitta de Ridder moet momenteel concurreren met stapels andere platen, maar verdient absoluut een kans. Zo mooi en bijzonder als op de tweede plaat van de Nederlandse singer-songwriter hoor ik folky songs op het moment immers maar zelden en het is bovendien een plaat die ook van een kille of regenachtige dag een echte lentedag maakt, wat altijd goed nieuws is. Erwin Zijleman
Het prachtig verpakte For Everything A Season van Gitta de Ridder is onder andere verkrijgbaar via haar website: https://www.gittaderidder.com/foreverythingaseason.
28 maart 2018
Erika Wennerstrom - Sweet Unknown
Erika Wennerstrom is geen Scandinavische ijsprinses, maar de frontvrouw van de Amerikaanse band Heartless Bastards.
De helaas relatief onbekende band uit Dayton, Ohio, leverde inmiddels vijf uitstekende platen af, waarop bij vlagen stevige rock werd verrijkt met zeer uiteenlopende invloeden, variërend van 60s psychedelica tot 70s countryrock.
Het is een lijn die in de openingstrack van Sweet Unknown wordt doorgetrokken, al rockt Sweet Unknown uiteindelijk een stuk minder dan de platen van de band van Erika Wennerstrom.
Ook op haar solodebuut heeft de Amerikaanse muzikante uit Austin, Texas, een voorkeur voor nogal zwaar aangezette en vol klinkende songs, al klinkt Sweet Unknown wel net wat lichtvoetiger dan de muziek van de band die ze inmiddels 15 jaar aanvoert. Het solodebuut van Erika Wennerstrom is een persoonlijke plaat, die in tekstueel opzicht dieper graaft dan die van Heartless Bastards, maar de songs op Sweet Unknown zijn verrassend toegankelijk en passen af en toe ook in het hokje pop.
Het zijn in de meeste gevallen groots klinkende songs, die worden gedragen door stuwende baslijnen, fascinerende gitaarwolken en sfeervol klinkende synths. Erika Wennerstrom kiest hierbij soms voor redelijk rechttoe rechtaan songs, maar haar muziek kan ook prachtig ontsporen in bezwerende passages met een flinke dosis psychedelica of juist het oor lieflijk strelen met honingzoete melodieën en betoverend mooie klanken.
Ondanks het grootse en meeslepende geluid op de plaat wordt de meeste aandacht nog altijd opgeëist door het indrukwekkende stemgeluid van Erika Wennerstrom. Het is een stemgeluid dat lijkt gemaakt voor de grootse pop- en rocksongs op Sweet Unknown en dat het gevecht met de breed uitwaaiende gitaarlijnen of door synths gecreëerde klankentapijten makkelijk aan kan, maar ook wanneer Erika Wennerstrom kiest voor een wat meer ingetogen en roots georiënteerd geluid, maakt ze indruk met haar zang, die dan voorzichtig opschuift richting k.d. lang.
Sweet Unknown is een plaat vol prima songs en het is een plaat die vrij makkelijk overtuigt, maar toen ik Sweet Unknown een paar keer had gehoord kabbelde het allemaal ook wel erg voort. Net toen ik dacht het allemaal wel gehoord te hebben, werd ik echter toch weer steeds meer geraakt door de mooie popliedjes van Erika Wennerstrom en werd Sweet Unknown me net zo dierbaar als een aantal platen van Heartless Bastards.
De eerste soloplaat van de frontvrouw van deze onderschatte band voegt zeker iets toe aan het oeuvre van de band en biedt een misschien nog wel mooiere en toegankelijkere eerste kennismaking met de bijzondere talenten van Erika Wennerstrom. Erwin Zijleman
Sweet Unknown van Erika Wennerstrom is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://erikawennerstrom.bandcamp.com.
De helaas relatief onbekende band uit Dayton, Ohio, leverde inmiddels vijf uitstekende platen af, waarop bij vlagen stevige rock werd verrijkt met zeer uiteenlopende invloeden, variërend van 60s psychedelica tot 70s countryrock.
Het is een lijn die in de openingstrack van Sweet Unknown wordt doorgetrokken, al rockt Sweet Unknown uiteindelijk een stuk minder dan de platen van de band van Erika Wennerstrom.
Ook op haar solodebuut heeft de Amerikaanse muzikante uit Austin, Texas, een voorkeur voor nogal zwaar aangezette en vol klinkende songs, al klinkt Sweet Unknown wel net wat lichtvoetiger dan de muziek van de band die ze inmiddels 15 jaar aanvoert. Het solodebuut van Erika Wennerstrom is een persoonlijke plaat, die in tekstueel opzicht dieper graaft dan die van Heartless Bastards, maar de songs op Sweet Unknown zijn verrassend toegankelijk en passen af en toe ook in het hokje pop.
Het zijn in de meeste gevallen groots klinkende songs, die worden gedragen door stuwende baslijnen, fascinerende gitaarwolken en sfeervol klinkende synths. Erika Wennerstrom kiest hierbij soms voor redelijk rechttoe rechtaan songs, maar haar muziek kan ook prachtig ontsporen in bezwerende passages met een flinke dosis psychedelica of juist het oor lieflijk strelen met honingzoete melodieën en betoverend mooie klanken.
Ondanks het grootse en meeslepende geluid op de plaat wordt de meeste aandacht nog altijd opgeëist door het indrukwekkende stemgeluid van Erika Wennerstrom. Het is een stemgeluid dat lijkt gemaakt voor de grootse pop- en rocksongs op Sweet Unknown en dat het gevecht met de breed uitwaaiende gitaarlijnen of door synths gecreëerde klankentapijten makkelijk aan kan, maar ook wanneer Erika Wennerstrom kiest voor een wat meer ingetogen en roots georiënteerd geluid, maakt ze indruk met haar zang, die dan voorzichtig opschuift richting k.d. lang.
Sweet Unknown is een plaat vol prima songs en het is een plaat die vrij makkelijk overtuigt, maar toen ik Sweet Unknown een paar keer had gehoord kabbelde het allemaal ook wel erg voort. Net toen ik dacht het allemaal wel gehoord te hebben, werd ik echter toch weer steeds meer geraakt door de mooie popliedjes van Erika Wennerstrom en werd Sweet Unknown me net zo dierbaar als een aantal platen van Heartless Bastards.
De eerste soloplaat van de frontvrouw van deze onderschatte band voegt zeker iets toe aan het oeuvre van de band en biedt een misschien nog wel mooiere en toegankelijkere eerste kennismaking met de bijzondere talenten van Erika Wennerstrom. Erwin Zijleman
Sweet Unknown van Erika Wennerstrom is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://erikawennerstrom.bandcamp.com.
27 maart 2018
Rick Parfitt - Over And Out
Rick Parfitt trad in 1967 toe tot Status Quo, dat met name in de jaren 70 hit na hit scoorde. De band gebruikte hiervoor steeds ongeveer hetzelfde recept, waardoor de band de weinig vleiende bijnaam “Steeds weer zo” kreeg.
Het is een recept waarin de rechttoe rechtaan gitaarriffs van Rick Parfitt een belangrijke rol speelden. Rick Parfitt bepaalde met zijn blonde manen en stoere voorkomen bovendien voor een belangrijk deel het imago van de band, die in de tweede helft van de jaren 80 wel door de hits heen was, maar tot 2015 met grote regelmaat op het podium stond en nieuwe platen bleef uitbrengen.
In de gloriejaren van Status Quo was Rick Parfitt het toonbeeld van gezondheid, maar drank en drugs eisten hun tol. Rick Parfitt kreeg een aantal hartaanvallen en overleed in december 2016 op slechts 68-jarige leeftijd aan een infectie.
De Britse muzikant werkte op dat moment al een tijdje aan een soloalbum, iets dat hij halverwege de jaren 80 ook al eens geprobeerd had, maar dat album werd nooit uitgebracht. Over And Out verschijnt ruim een jaar na de dood van Rick Parfitt gelukkig wel. Het is mede de verdienste van zijn zoon Rick Jr., die de plaat afmaakte en hierbij de hulp inriep van onder andere Queen gitarist Brian May, Muse bassist Chris Wolstenholme en Status Quo bassist Alan Lancaster.
Ik was zeker geen groot fan van Status Quo en verwachte dan ook helemaal niets van de soloplaat van Rick Parfitt, maar Over And Out heeft iets. De plaat bevat een aantal songs die zo van Status Quo hadden kunnen zijn en voortborduren op het recept dat de Britse band gedurende de jaren 70 zo succesvol gebruikte, maar er is ook ruimte voor een aantal wat sentimenteel aandoende ballads, waarin de kwetsbaarheid van Rick Parfitt goed te horen is en hij bovendien tegen het werk van Jeff Lynne of tegen de plaat die Queen afmaakte na de dood van Freddy Mercury aan schuurt.
Het levert een verrassend sterke plaat op. Iedereen die vernieuwing verwacht moet niet eens beginnen aan deze plaat. Rick Parfitt doet op Over And Out vooral waar hij decennia lang goed in was en strooit met aanstekelijke rocksongs en zijn zo herkenbare riffs en vocalen.
Het klinkt een stuk gepolijster dan de rocksongs die mijn voorkeur hebben, maar op een of andere manier past het bij de songs van Rick Parfitt en op een of andere manier bevalt het me wel. Luister naar Over And Out en je bent terug in de hoogtijdagen van de band waarop volop werd neergekeken, maar waarvan je de hits stiekem ook wel lekker vond.
Natuurlijk heeft Over And Out niet de bijna mythische lading van de laatste platen van David Bowie en Leonard Cohen, die net als Rick Parfitt voelden dat het einde in zicht was, maar het is wel een goede plaat en hiermee een afscheid in stijl. Ik had het op voorhand niet verwacht, maar blijf de eerste en laatste soloplaat van Rick Parfitt in de cd speler stoppen en Over And Out wordt er zeker niet slechter op. Integendeel. Erwin Zijleman
Het is een recept waarin de rechttoe rechtaan gitaarriffs van Rick Parfitt een belangrijke rol speelden. Rick Parfitt bepaalde met zijn blonde manen en stoere voorkomen bovendien voor een belangrijk deel het imago van de band, die in de tweede helft van de jaren 80 wel door de hits heen was, maar tot 2015 met grote regelmaat op het podium stond en nieuwe platen bleef uitbrengen.
In de gloriejaren van Status Quo was Rick Parfitt het toonbeeld van gezondheid, maar drank en drugs eisten hun tol. Rick Parfitt kreeg een aantal hartaanvallen en overleed in december 2016 op slechts 68-jarige leeftijd aan een infectie.
De Britse muzikant werkte op dat moment al een tijdje aan een soloalbum, iets dat hij halverwege de jaren 80 ook al eens geprobeerd had, maar dat album werd nooit uitgebracht. Over And Out verschijnt ruim een jaar na de dood van Rick Parfitt gelukkig wel. Het is mede de verdienste van zijn zoon Rick Jr., die de plaat afmaakte en hierbij de hulp inriep van onder andere Queen gitarist Brian May, Muse bassist Chris Wolstenholme en Status Quo bassist Alan Lancaster.
Ik was zeker geen groot fan van Status Quo en verwachte dan ook helemaal niets van de soloplaat van Rick Parfitt, maar Over And Out heeft iets. De plaat bevat een aantal songs die zo van Status Quo hadden kunnen zijn en voortborduren op het recept dat de Britse band gedurende de jaren 70 zo succesvol gebruikte, maar er is ook ruimte voor een aantal wat sentimenteel aandoende ballads, waarin de kwetsbaarheid van Rick Parfitt goed te horen is en hij bovendien tegen het werk van Jeff Lynne of tegen de plaat die Queen afmaakte na de dood van Freddy Mercury aan schuurt.
Het levert een verrassend sterke plaat op. Iedereen die vernieuwing verwacht moet niet eens beginnen aan deze plaat. Rick Parfitt doet op Over And Out vooral waar hij decennia lang goed in was en strooit met aanstekelijke rocksongs en zijn zo herkenbare riffs en vocalen.
Het klinkt een stuk gepolijster dan de rocksongs die mijn voorkeur hebben, maar op een of andere manier past het bij de songs van Rick Parfitt en op een of andere manier bevalt het me wel. Luister naar Over And Out en je bent terug in de hoogtijdagen van de band waarop volop werd neergekeken, maar waarvan je de hits stiekem ook wel lekker vond.
Natuurlijk heeft Over And Out niet de bijna mythische lading van de laatste platen van David Bowie en Leonard Cohen, die net als Rick Parfitt voelden dat het einde in zicht was, maar het is wel een goede plaat en hiermee een afscheid in stijl. Ik had het op voorhand niet verwacht, maar blijf de eerste en laatste soloplaat van Rick Parfitt in de cd speler stoppen en Over And Out wordt er zeker niet slechter op. Integendeel. Erwin Zijleman
26 maart 2018
Lissie - Castles
Castles is al weer de vierde plaat van de Amerikaanse singer-songwriter Lissie (Maurus) en tot dusver ben ik, ondanks het feit dat haar vorige platen zich nauwelijks met elkaar laten vergelijken, zeer gecharmeerd van het werk van de muzikante die opgroeide in Rock Island, Illinois.
Lissie debuteerde al weer acht jaar geleden met het sterke Catching A Tiger, waarop ze een balans probeerde te vinden tussen in artistiek opzicht verantwoorde Amerikaanse rootsmuziek en in commercieel opzicht succesvolle popmuziek.
Het is een lijn die werd doorgetrokken op het van een opvallend blinkende productie voorziene Back To Forever uit 2013 dat wel flink opschoof richting pop, waarna Lissie op het twee jaar geleden verschenen en vaak wat donker klinkende My Wild West wel erg dicht tegen Lana Del Rey aan kroop en de invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek vrijwel volledig waren verdwenen.
Het zijn invloeden die niet of nauwelijks terugkeren op het deze week verschenen Castles, dat hierdoor waarschijnlijk niet in de smaak zal vallen bij liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek en zeker niet bij de puristen binnen deze groep. Voor liefhebbers van in muzikaal en vocaal opzicht interessante popmuziek valt er op de vierde plaat van Lissie echter flink wat te genieten.
Ik was direct bij de release van haar debuut al onder de indruk van de stem van de singer-songwriter die haar geluk niet kon vinden in Los Angeles en verhuisde naar Iowa en het is een stem die alleen maar mooier en krachtiger is geworden.
Op haar vorige twee platen koos Lissie voor een vol en blinkend geluid, maar Castles is voorzien van duidelijk minder uitbundige klanken. De plaat bevat een aantal redelijk intieme songs met een hoofdrol voor de piano en ook wanneer wordt gekozen voor een wat voller geluid, blijft Lissie ver verwijderd van de overgeproduceerde muziek van de popprinsessen van het moment.
Castles bevat een aantal songs waarmee Lissie zich desondanks kan meten met deze popprinsessen, maar heeft zich ook absoluut laten beïnvloeden door de platen van Fleetwood Mac. Wanneer deze invloeden opduiken valt op dat de stem van Lissie hier en daar dicht tegen die van Stevie Nicks aan schuurt, maar ook de vergelijking met Lana Del Rey is dit keer niet helemaal onzinnig.
Net als zijn voorgangers zal ook Castles waarschijnlijk niet de hemel in worden geprezen door de critici, maar ik geniet ook dit keer erg van de even aangename als interessante popliedjes van Lissie en natuurlijk van haar geweldige stem. Het predicaat ‘bovengemiddeld goede popplaat’ is wat mij betreft op zijn plaats. Erwin Zijleman
Lissie debuteerde al weer acht jaar geleden met het sterke Catching A Tiger, waarop ze een balans probeerde te vinden tussen in artistiek opzicht verantwoorde Amerikaanse rootsmuziek en in commercieel opzicht succesvolle popmuziek.
Het is een lijn die werd doorgetrokken op het van een opvallend blinkende productie voorziene Back To Forever uit 2013 dat wel flink opschoof richting pop, waarna Lissie op het twee jaar geleden verschenen en vaak wat donker klinkende My Wild West wel erg dicht tegen Lana Del Rey aan kroop en de invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek vrijwel volledig waren verdwenen.
Het zijn invloeden die niet of nauwelijks terugkeren op het deze week verschenen Castles, dat hierdoor waarschijnlijk niet in de smaak zal vallen bij liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek en zeker niet bij de puristen binnen deze groep. Voor liefhebbers van in muzikaal en vocaal opzicht interessante popmuziek valt er op de vierde plaat van Lissie echter flink wat te genieten.
Ik was direct bij de release van haar debuut al onder de indruk van de stem van de singer-songwriter die haar geluk niet kon vinden in Los Angeles en verhuisde naar Iowa en het is een stem die alleen maar mooier en krachtiger is geworden.
Op haar vorige twee platen koos Lissie voor een vol en blinkend geluid, maar Castles is voorzien van duidelijk minder uitbundige klanken. De plaat bevat een aantal redelijk intieme songs met een hoofdrol voor de piano en ook wanneer wordt gekozen voor een wat voller geluid, blijft Lissie ver verwijderd van de overgeproduceerde muziek van de popprinsessen van het moment.
Castles bevat een aantal songs waarmee Lissie zich desondanks kan meten met deze popprinsessen, maar heeft zich ook absoluut laten beïnvloeden door de platen van Fleetwood Mac. Wanneer deze invloeden opduiken valt op dat de stem van Lissie hier en daar dicht tegen die van Stevie Nicks aan schuurt, maar ook de vergelijking met Lana Del Rey is dit keer niet helemaal onzinnig.
Net als zijn voorgangers zal ook Castles waarschijnlijk niet de hemel in worden geprezen door de critici, maar ik geniet ook dit keer erg van de even aangename als interessante popliedjes van Lissie en natuurlijk van haar geweldige stem. Het predicaat ‘bovengemiddeld goede popplaat’ is wat mij betreft op zijn plaats. Erwin Zijleman
25 maart 2018
Guided By Voices - Space Gun
Bijna een jaar geleden recenseerde ik op deze BLOG August By Cake van Guided By Voices. Het was naar verluidt de honderdste plaat waarop voorman Robert Pollard te horen was, maar trouwe fans hebben er inmiddels meer geteld.
Robert Pollard maakte een aantal soloplaten en vormde meerdere bands, maar Guided By Voices is wat mij betreft zijn meest interessante project. De band heeft inmiddels meer dan 30 platen op haar naam staan en moet uiteraard worden gerekend tot de pioniers van de lo-fi.
Het zijn platen die lang niet allemaal even geslaagd zijn en vaak nogal fragmentarisch, maar de band rond Robert Pollard heeft ook een aantal bescheiden klassiekers op haar naam staan en is de laatste jaren absoluut in goede doen.
Na het verrassend sterke August By Cake verscheen vorig jaar ook nog het niet veel mindere How Do You Spell Heaven en inmiddels is ook Space Gun verschenen. Robert Pollard werkt op deze plaat wederom samen met de muzikanten die hij voor August By Cake rekruteerde, want buiten Robert Pollard zelf is er binnen Guided By Voices niet veel sprake van continuïteit de afgelopen decennia.
De band uit Dayton, Ohio, propte in de pioniersjaren van de lo-fi moeiteloos 25 songs of flarden van songs op een plaat, maar de laatste jaren levert Robert Pollard toch vooral songs met een kop en een staart af. Space Gun bevat 15 songs en duurt 39 minuten, maar er zitten flinke verschillen tussen de speelduur van de songs. Ook dit keer levert Guided By Voices een handvol songs af die de twee minuten niet halen, maar er is ook een handvol songs die langer dan drie minuten duurt. Zo fragmentarisch als vroeger klinkt het echter geen moment, al ben ik wel een aantal tracks tegen gekomen die wat mij betreft best van een extra couplet hadden kunnen worden voorzien.
Uiteindelijk gaat het echter niet om de speelduur van de songs, maar om de kwaliteit van deze songs en die is op Space Gun dik in orde. De plaat bevat flink wat rocksongs die aangenaam mogen rammelen, maar die ook direct iets memorabels hebben. Je kunt over Robert Pollard zeggen wat je wilt, maar songs schrijven kan de Amerikaanse muzikant.
Het zijn songs die zich laten beïnvloeden door een aantal decennia Britse en Amerikaanse gitaarmuziek, maar de songs van Guided By Voices hebben ook altijd iets eigenzinnigs en stekeligs.
Ook Space Gun strooit driftig met heerlijk gitaarwerk, met geweldige melodieën en met aanstekelijke refreinen. Vernieuwend is het al lang niet meer, maar wat word ik vrolijk van de onweerstaanbare maar ook heerlijk eigenwijze gitaarsongs van de zoveelste gedaante van Guided By Voices.
Robert Pollard heeft aangekondigd dat hij het dit jaar wat rustiger aan doet, maar volgend jaar verwacht ik toch weer minstens één plaat met de uit duizenden herkenbare songs van Guided By Voices. Grote kans dat het weer een hele goede is. Erwin Zijleman
Robert Pollard maakte een aantal soloplaten en vormde meerdere bands, maar Guided By Voices is wat mij betreft zijn meest interessante project. De band heeft inmiddels meer dan 30 platen op haar naam staan en moet uiteraard worden gerekend tot de pioniers van de lo-fi.
Het zijn platen die lang niet allemaal even geslaagd zijn en vaak nogal fragmentarisch, maar de band rond Robert Pollard heeft ook een aantal bescheiden klassiekers op haar naam staan en is de laatste jaren absoluut in goede doen.
Na het verrassend sterke August By Cake verscheen vorig jaar ook nog het niet veel mindere How Do You Spell Heaven en inmiddels is ook Space Gun verschenen. Robert Pollard werkt op deze plaat wederom samen met de muzikanten die hij voor August By Cake rekruteerde, want buiten Robert Pollard zelf is er binnen Guided By Voices niet veel sprake van continuïteit de afgelopen decennia.
De band uit Dayton, Ohio, propte in de pioniersjaren van de lo-fi moeiteloos 25 songs of flarden van songs op een plaat, maar de laatste jaren levert Robert Pollard toch vooral songs met een kop en een staart af. Space Gun bevat 15 songs en duurt 39 minuten, maar er zitten flinke verschillen tussen de speelduur van de songs. Ook dit keer levert Guided By Voices een handvol songs af die de twee minuten niet halen, maar er is ook een handvol songs die langer dan drie minuten duurt. Zo fragmentarisch als vroeger klinkt het echter geen moment, al ben ik wel een aantal tracks tegen gekomen die wat mij betreft best van een extra couplet hadden kunnen worden voorzien.
Uiteindelijk gaat het echter niet om de speelduur van de songs, maar om de kwaliteit van deze songs en die is op Space Gun dik in orde. De plaat bevat flink wat rocksongs die aangenaam mogen rammelen, maar die ook direct iets memorabels hebben. Je kunt over Robert Pollard zeggen wat je wilt, maar songs schrijven kan de Amerikaanse muzikant.
Het zijn songs die zich laten beïnvloeden door een aantal decennia Britse en Amerikaanse gitaarmuziek, maar de songs van Guided By Voices hebben ook altijd iets eigenzinnigs en stekeligs.
Ook Space Gun strooit driftig met heerlijk gitaarwerk, met geweldige melodieën en met aanstekelijke refreinen. Vernieuwend is het al lang niet meer, maar wat word ik vrolijk van de onweerstaanbare maar ook heerlijk eigenwijze gitaarsongs van de zoveelste gedaante van Guided By Voices.
Robert Pollard heeft aangekondigd dat hij het dit jaar wat rustiger aan doet, maar volgend jaar verwacht ik toch weer minstens één plaat met de uit duizenden herkenbare songs van Guided By Voices. Grote kans dat het weer een hele goede is. Erwin Zijleman
24 maart 2018
Courtney Marie Andrews - May Your Kindness Remain
Courtney Marie Andrews had al een aantal platen op haar naam staan, toen ze vorig jaar dan eindelijk doorbrak met Honest Life.
De uit Phoenix, Arizona, afkomstige, maar via vele omzwervingen (die haar zelfs in België brachten) in Seattle, Washington, terecht gekomen Amerikaanse singer-songwriter, liet op Honest Life een country geluid horen, dat zo leek weggelopen uit de jaren 70, iets wat overigens ook gold voor de hoes waarin de plaat was verpakt.
Omdat Honest Life al een tijd uit was toen de plaat in Nederland eindelijk werd opgepikt, is er nu al een opvolger verschenen. May Your Kindness Remain werd ‘on the road’ geschreven en is net als Honest Life een plaat die overloopt van melancholie.
Courtney Marie Andrews vertelt in haar songs vooral over de donkere kanten van het leven, waarbij eenzaamheid een centraal thema is, maar ze vertelt in haar nieuwe songs ook mooie verhalen over haar vaderland dat met name op het platteland flink in verval is geraakt.
Ook de nieuwe plaat van de Amerikaanse singer-songwriter is in een hoes gestoken die herinnert aan de jaren 70 en hetzelfde geldt voor de muziek. De singer-songwriter uit Seattle blijft ook dit keer dicht bij de countrymuziek uit dit decennium en komt in muzikaal opzicht ergens tussen Emmylou Harris en Linda Ronstadt uit, waarbij ik dit keer meer invloeden van de laatste dan van de eerste hoor.
Toch is May Your Kindness Remain een andere plaat van Honest Life. Invloeden uit de soul en met name de gospel hebben een belangrijkere rol gekregen dan op de vorige plaat en het geluid op de plaat is, zeker wanneer de gitaren de vrijheid krijgen, net wat steviger dan dat op de vorige plaat van Courtney Marie Andrews.
Het is een geluid dat prachtig is vastgelegd door de gelouterde producer Mark Howard, die met zijn werk voor onder andere Bob Dylan, Tom Waits, Lucinda Williams, Emmylou Harris en Neil Young een bijzonder indrukwekkend cv heeft.
Met name de gitaren op Mat Your Kindness Remain klinken geweldig en voorzien de plaat van een donkere sfeer, maar de hoofdrol wordt ook dit keer opgeëist door de stem van Courtney Marie Andrews. De Amerikaanse singer-songwriter laat de songs ook dit keer uit haar tenen komen, wat niet iedereen zal waarderen, maar ik vind haar uithalen met snik ook dit keer meer dan prachtig. Het doet me nog steeds denken aan de zang van Maria McKee, maar ook de al eerder genoemde groten uit de jaren 70 komen dichtbij.
Honest Life zorgde vorig jaar voor de terechte doorbraak van Courtney Marie Andrews, maar haar nieuwe plaat vind ik nog een stuk mooier en indrukwekkender. Kippenvelplaat als je het mij vraagt. Erwin Zijleman
May Your Kindness Remain van Courtney Marie Andrews is ook beschikbaar via haar bandcamp pagina: https://courtneymarieandrews.bandcamp.com.
De uit Phoenix, Arizona, afkomstige, maar via vele omzwervingen (die haar zelfs in België brachten) in Seattle, Washington, terecht gekomen Amerikaanse singer-songwriter, liet op Honest Life een country geluid horen, dat zo leek weggelopen uit de jaren 70, iets wat overigens ook gold voor de hoes waarin de plaat was verpakt.
Omdat Honest Life al een tijd uit was toen de plaat in Nederland eindelijk werd opgepikt, is er nu al een opvolger verschenen. May Your Kindness Remain werd ‘on the road’ geschreven en is net als Honest Life een plaat die overloopt van melancholie.
Courtney Marie Andrews vertelt in haar songs vooral over de donkere kanten van het leven, waarbij eenzaamheid een centraal thema is, maar ze vertelt in haar nieuwe songs ook mooie verhalen over haar vaderland dat met name op het platteland flink in verval is geraakt.
Ook de nieuwe plaat van de Amerikaanse singer-songwriter is in een hoes gestoken die herinnert aan de jaren 70 en hetzelfde geldt voor de muziek. De singer-songwriter uit Seattle blijft ook dit keer dicht bij de countrymuziek uit dit decennium en komt in muzikaal opzicht ergens tussen Emmylou Harris en Linda Ronstadt uit, waarbij ik dit keer meer invloeden van de laatste dan van de eerste hoor.
Toch is May Your Kindness Remain een andere plaat van Honest Life. Invloeden uit de soul en met name de gospel hebben een belangrijkere rol gekregen dan op de vorige plaat en het geluid op de plaat is, zeker wanneer de gitaren de vrijheid krijgen, net wat steviger dan dat op de vorige plaat van Courtney Marie Andrews.
Het is een geluid dat prachtig is vastgelegd door de gelouterde producer Mark Howard, die met zijn werk voor onder andere Bob Dylan, Tom Waits, Lucinda Williams, Emmylou Harris en Neil Young een bijzonder indrukwekkend cv heeft.
Met name de gitaren op Mat Your Kindness Remain klinken geweldig en voorzien de plaat van een donkere sfeer, maar de hoofdrol wordt ook dit keer opgeëist door de stem van Courtney Marie Andrews. De Amerikaanse singer-songwriter laat de songs ook dit keer uit haar tenen komen, wat niet iedereen zal waarderen, maar ik vind haar uithalen met snik ook dit keer meer dan prachtig. Het doet me nog steeds denken aan de zang van Maria McKee, maar ook de al eerder genoemde groten uit de jaren 70 komen dichtbij.
Honest Life zorgde vorig jaar voor de terechte doorbraak van Courtney Marie Andrews, maar haar nieuwe plaat vind ik nog een stuk mooier en indrukwekkender. Kippenvelplaat als je het mij vraagt. Erwin Zijleman
May Your Kindness Remain van Courtney Marie Andrews is ook beschikbaar via haar bandcamp pagina: https://courtneymarieandrews.bandcamp.com.
23 maart 2018
The Green Pajamas - Phantom Lake: Northern Gothic 3
Een lezer van deze BLOG adviseerde me een aantal dagen geleden om eens naar de nieuwe plaat van The Green Pajamas te luisteren.
De naam van de band had ik echt al een hele tijd niet meer gehoord, maar was wel direct goed voor mooie herinneringen.
The Green Pajamas is een band uit Seattle, Washington, die al in de eerste helft van de jaren 80 haar debuut afleverde. Ik ontdekte de band zelf aan het eind van de jaren 80 en was direct gecharmeerd van de muziek van The Green Pajamas.
Het is muziek die we nu waarschijnlijk zouden voorzien van het label 'neo-psychedelica', maar dat label was aan het eind van de jaren 80 nog niet erg in zwang.
Ik ben The Green Pajamas blijven volgen tot het in 2002 verschenen Northern Gothic, waarop de band niet alleen de (neo-)psychedelica omarmde, maar ook flirtte met de indie-rock van dat moment. Na Northern Gothic verloor ik de band uit Seattle uit het oog, maar nu is er dan Phantom Lake: Northern Gothic 3.
De titel suggereert een link met de laatste plaat die ik van de band hoorde en suggereert bovendien dat er ook nog een tweede deel moet zijn. Dat tweede deel verscheen in 2007 en luistert naar de titel Box of Secrets: Northern Gothic Season Two. Het is één van een handvol prima platen van The Green Pajamas die ik over het hoofd heb gezien de afgelopen 15 jaar, maar met Phantom Lake: Northern Gothic 3 ben ik gelukkig weer helemaal bij de les.
Met Phantom Lake completeert The Green Pajamas een trilogie en op dit deel staat de plek waar bandlid Laura Weller opgroeide centraal, waarna Jeff Kelly zijn jeugdherinneringen aan een meer waar hij zijn vakanties doorbracht toevoegde.
De muziek van The Green Pajamas was altijd al te veelzijdig om goed in het hokje neo-psychedelica te passen, maar Phantom Lake: Northern Gothic 3 past hier eigenlijk niet meer in. De nieuwe plaat van The Green Pajamas is een even veelzijdige als tijdloze rockplaat, die je mee terugneemt naar de jaren 60 en 70, maar die ook eigentijds genoeg klinkt om de concurrentie met de jonge en hippe bands binnen de neo-psychedelica aan te kunnen en die bovendien hier en daar dicht tegen de muziek van de door mij bewonderde The Walkabouts aan schuurt.
Ook op de nieuwe plaat koestert The Green Pajamas de archieven van de psychedelica, maar Phantom Lake: Northern Gothic 3 sluit ook aan bij de 70s hardrock en symfonische rock en verwerkt ook absoluut invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek en kan uitpakken met heerlijk bluesy gitaarwerk of met bezwerende folky tracks.
Nog meer dan in het verleden maakt The Green Pajamas muziek vol dynamiek. In een aantal tracks mogen de gitaren flink uitpakken, maar de band is ook niet bang voor een stemmige song waarin de gitaren zwijgen en een paar strijkers domineren. Phantom Lake: Northern Gothic 3 duurt bijna een uur, maar verveelt door de dynamiek en variatie geen seconde.
The Green Pajamas bestaat inmiddels 35 jaar en heeft stapels platen op haar naam staan. Het zorgt ervoor dat de band op haar nieuwe plaat klinkt als een goed onderhouden oldtimer; oerdegelijk maar ook voorzien van een scherp randje dat tegenwoordig niet meer lijkt toegestaan.
Ik was de band helaas volkomen uit het oog verloren, maar dankzij Phantom Lake: Northern Gothic 3 en een oplettende lezer van deze BLOG, ben ik weer net zo gecharmeerd van The Green Pajamas als twee decennia geleden. Erwin Zijleman
Phantom Lake: Northern Gothic 3 van The Green Pajamas is verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band, waarop je ook flink wat parels uit het verleden vindt: https://greenmonkeyrecords.bandcamp.com/album/phantom-lake-northern-gothic-3.
De naam van de band had ik echt al een hele tijd niet meer gehoord, maar was wel direct goed voor mooie herinneringen.
The Green Pajamas is een band uit Seattle, Washington, die al in de eerste helft van de jaren 80 haar debuut afleverde. Ik ontdekte de band zelf aan het eind van de jaren 80 en was direct gecharmeerd van de muziek van The Green Pajamas.
Het is muziek die we nu waarschijnlijk zouden voorzien van het label 'neo-psychedelica', maar dat label was aan het eind van de jaren 80 nog niet erg in zwang.
Ik ben The Green Pajamas blijven volgen tot het in 2002 verschenen Northern Gothic, waarop de band niet alleen de (neo-)psychedelica omarmde, maar ook flirtte met de indie-rock van dat moment. Na Northern Gothic verloor ik de band uit Seattle uit het oog, maar nu is er dan Phantom Lake: Northern Gothic 3.
De titel suggereert een link met de laatste plaat die ik van de band hoorde en suggereert bovendien dat er ook nog een tweede deel moet zijn. Dat tweede deel verscheen in 2007 en luistert naar de titel Box of Secrets: Northern Gothic Season Two. Het is één van een handvol prima platen van The Green Pajamas die ik over het hoofd heb gezien de afgelopen 15 jaar, maar met Phantom Lake: Northern Gothic 3 ben ik gelukkig weer helemaal bij de les.
Met Phantom Lake completeert The Green Pajamas een trilogie en op dit deel staat de plek waar bandlid Laura Weller opgroeide centraal, waarna Jeff Kelly zijn jeugdherinneringen aan een meer waar hij zijn vakanties doorbracht toevoegde.
De muziek van The Green Pajamas was altijd al te veelzijdig om goed in het hokje neo-psychedelica te passen, maar Phantom Lake: Northern Gothic 3 past hier eigenlijk niet meer in. De nieuwe plaat van The Green Pajamas is een even veelzijdige als tijdloze rockplaat, die je mee terugneemt naar de jaren 60 en 70, maar die ook eigentijds genoeg klinkt om de concurrentie met de jonge en hippe bands binnen de neo-psychedelica aan te kunnen en die bovendien hier en daar dicht tegen de muziek van de door mij bewonderde The Walkabouts aan schuurt.
Ook op de nieuwe plaat koestert The Green Pajamas de archieven van de psychedelica, maar Phantom Lake: Northern Gothic 3 sluit ook aan bij de 70s hardrock en symfonische rock en verwerkt ook absoluut invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek en kan uitpakken met heerlijk bluesy gitaarwerk of met bezwerende folky tracks.
Nog meer dan in het verleden maakt The Green Pajamas muziek vol dynamiek. In een aantal tracks mogen de gitaren flink uitpakken, maar de band is ook niet bang voor een stemmige song waarin de gitaren zwijgen en een paar strijkers domineren. Phantom Lake: Northern Gothic 3 duurt bijna een uur, maar verveelt door de dynamiek en variatie geen seconde.
The Green Pajamas bestaat inmiddels 35 jaar en heeft stapels platen op haar naam staan. Het zorgt ervoor dat de band op haar nieuwe plaat klinkt als een goed onderhouden oldtimer; oerdegelijk maar ook voorzien van een scherp randje dat tegenwoordig niet meer lijkt toegestaan.
Ik was de band helaas volkomen uit het oog verloren, maar dankzij Phantom Lake: Northern Gothic 3 en een oplettende lezer van deze BLOG, ben ik weer net zo gecharmeerd van The Green Pajamas als twee decennia geleden. Erwin Zijleman
Phantom Lake: Northern Gothic 3 van The Green Pajamas is verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band, waarop je ook flink wat parels uit het verleden vindt: https://greenmonkeyrecords.bandcamp.com/album/phantom-lake-northern-gothic-3.
22 maart 2018
Meshell Ndegeocello - Ventriloquism
Meshell Ndegeocello is zeker niet wereldberoemd, maar de muzikante die ooit in Duitsland onder de naam Michelle Lynn Johnson werd geboren als kind van een Amerikaanse militair (en saxofonist), heeft inmiddels wel een respectabele stapel platen op haar naam staan.
Deze platen heeft ze gemaakt onder de naam Meshell Ndegeocello, waarvan de achternaam in het Swahili staat voor “free as a bird”.
Ik moet toegeven dat ik de laatste twee decennia maar heel weinig heb geluisterd naar de platen van de Amerikaanse muzikante. Bitter uit 1999 vind ik nog altijd een prachtige plaat, terwijl ik Cookie: The Anthropological Mixtape vooral als (voormalig) antropoloog interessant vond. Hierna heb ik een hooguit een enkele plaat van Meshell Ndegeocello vluchtig beluisterd.
Ook het onlangs verschenen Ventriloquism wilde ik in eerste instantie niet uitvoerig beluisteren. Meshell Ndegeocello covert op haar nieuwe plaat immers songs die ze in de jaren 80 en 90 als tiener koesterde en het betreft songs die voor een groot deel in het hokje R&B passen en dat zijn niet de songs die ik in de jaren 80 en 90 koesterde.
Ik was echter wel benieuwd wat Meshell Ndegeocello kan met een song van Prince en nadat ik haar versie van Sometimes It Snows In April had beluisterd, was ik zo onder de indruk dat ik ook de rest van het album wilde beluisteren, waarna Ventriloquism me zeker niet heeft teleurgesteld.
Meshell Ndegeocello’s versie van een van de mooiste en meest indringende songs van Prince is het onbetwiste hoogtepunt op Ventriloquism, maar ook haar versies van songs van 80s en 90s helden Lisa Lisa & Cult Jam, Tina Turner, Janet Jackson, TLC en Sade mogen er zijn.
Het helpt hierbij dat Meshell Ndegeocello haar favoriete songs van destijds op geheel eigen wijze heeft geïnterpreteerd. In de uptempo songs op de plaat wordt gekozen voor een avontuurlijk instrumentarium dat de fantasie flink meer prikkelt dan de originelen in het verleden deden. Meshell Ndegeocello experimenteert hierin zowel met complexe en stuwende ritmes als met lome en bezwerende klanken, maar kan ook een singer-songwriter twist geven aan R&B hits van weleer (luister maar eens naar de prachtige versie van Waterfalls van TLC) of de song omtoveren naar een psychedelisch en bezwerend hoogstandje.
Het zijn vaak wat broeierige klanken die passen bij de wat zwoel aandoende songs op de plaat, maar het steekt allemaal zo knap in elkaar dat de songs op Ventriloquism niet alleen aangenaam maar ook spannend klinken.
Hetzelfde geldt voor de vocalen op de plaat. Meshell Ndegeocello beschikt over een warm en soulvol stemgeluid, dat vooral zwoel en fluisterzacht heerlijk voortkabbelt, maar dat je ook diep kan raken, bijvoorbeeld wanneer de Amerikaanse muzikante zich waagt aan Sometimes It Snows In April van Prince, waarin ze verrassend makkelijk overeind blijft en diepe indruk maakt.
Die indruk maakt Meshell Ndegeocello op vrijwel de hele plaat, want ze slaagt er in om een aantal niemendalletjes uit het verleden om te toveren in songs die iets met je doen en die bovendien nog heel lang door blijven groeien.
Ventriloquism is een met veel liefde en aandacht gemaakte plaat, die steeds weer nieuwe dingen laat horen en die steeds net wat beter en interessanter wordt. Ik denk niet dat ik de afgelopen 15 jaar naar een plaat van Meshell Ndegeocello heb geluisterd, maar Ventriloquism laat horen dat dit waarschijnlijk niet terecht is geweest. Ventriloquism ademt immers klasse van de eerste tot de laatste noot, wat extra bijzonder is wanneer je het grootste deel van de originelen die ten grondslag liggen aan de plaat nog eens beluistert. Erwin Zijleman
Deze platen heeft ze gemaakt onder de naam Meshell Ndegeocello, waarvan de achternaam in het Swahili staat voor “free as a bird”.
Ik moet toegeven dat ik de laatste twee decennia maar heel weinig heb geluisterd naar de platen van de Amerikaanse muzikante. Bitter uit 1999 vind ik nog altijd een prachtige plaat, terwijl ik Cookie: The Anthropological Mixtape vooral als (voormalig) antropoloog interessant vond. Hierna heb ik een hooguit een enkele plaat van Meshell Ndegeocello vluchtig beluisterd.
Ook het onlangs verschenen Ventriloquism wilde ik in eerste instantie niet uitvoerig beluisteren. Meshell Ndegeocello covert op haar nieuwe plaat immers songs die ze in de jaren 80 en 90 als tiener koesterde en het betreft songs die voor een groot deel in het hokje R&B passen en dat zijn niet de songs die ik in de jaren 80 en 90 koesterde.
Ik was echter wel benieuwd wat Meshell Ndegeocello kan met een song van Prince en nadat ik haar versie van Sometimes It Snows In April had beluisterd, was ik zo onder de indruk dat ik ook de rest van het album wilde beluisteren, waarna Ventriloquism me zeker niet heeft teleurgesteld.
Meshell Ndegeocello’s versie van een van de mooiste en meest indringende songs van Prince is het onbetwiste hoogtepunt op Ventriloquism, maar ook haar versies van songs van 80s en 90s helden Lisa Lisa & Cult Jam, Tina Turner, Janet Jackson, TLC en Sade mogen er zijn.
Het helpt hierbij dat Meshell Ndegeocello haar favoriete songs van destijds op geheel eigen wijze heeft geïnterpreteerd. In de uptempo songs op de plaat wordt gekozen voor een avontuurlijk instrumentarium dat de fantasie flink meer prikkelt dan de originelen in het verleden deden. Meshell Ndegeocello experimenteert hierin zowel met complexe en stuwende ritmes als met lome en bezwerende klanken, maar kan ook een singer-songwriter twist geven aan R&B hits van weleer (luister maar eens naar de prachtige versie van Waterfalls van TLC) of de song omtoveren naar een psychedelisch en bezwerend hoogstandje.
Het zijn vaak wat broeierige klanken die passen bij de wat zwoel aandoende songs op de plaat, maar het steekt allemaal zo knap in elkaar dat de songs op Ventriloquism niet alleen aangenaam maar ook spannend klinken.
Hetzelfde geldt voor de vocalen op de plaat. Meshell Ndegeocello beschikt over een warm en soulvol stemgeluid, dat vooral zwoel en fluisterzacht heerlijk voortkabbelt, maar dat je ook diep kan raken, bijvoorbeeld wanneer de Amerikaanse muzikante zich waagt aan Sometimes It Snows In April van Prince, waarin ze verrassend makkelijk overeind blijft en diepe indruk maakt.
Die indruk maakt Meshell Ndegeocello op vrijwel de hele plaat, want ze slaagt er in om een aantal niemendalletjes uit het verleden om te toveren in songs die iets met je doen en die bovendien nog heel lang door blijven groeien.
Ventriloquism is een met veel liefde en aandacht gemaakte plaat, die steeds weer nieuwe dingen laat horen en die steeds net wat beter en interessanter wordt. Ik denk niet dat ik de afgelopen 15 jaar naar een plaat van Meshell Ndegeocello heb geluisterd, maar Ventriloquism laat horen dat dit waarschijnlijk niet terecht is geweest. Ventriloquism ademt immers klasse van de eerste tot de laatste noot, wat extra bijzonder is wanneer je het grootste deel van de originelen die ten grondslag liggen aan de plaat nog eens beluistert. Erwin Zijleman
21 maart 2018
The Decemberists - I'll Be Your Girl
De uit Portland, Oregon, afkomstige band The Decemberists bestaat dit jaar al weer 18 jaar.
Dat is nog niets vergeleken met enkele rockdinosaurussen die al vele decennia bestaan, maar het betekent wel dat de band inmiddels een flink oeuvre heeft opgebouwd.
Het is een oeuvre waarvan ik met name The Crane Wife uit 2006 en The Hazards of Love uit 2009 koester, maar ook de andere platen van de Amerikaanse band mogen er zijn.
Het leuke van The Decemberists is dat ze altijd wel een verrassing in petto hebben en dat is ook dit keer het geval.
I’ll Be Your Girl opent met akoestische gitaren en een folky deuntje waarmee de band wel vaker voor de dag is gekomen, maar na anderhalve minuut duiken uit het niets flink wat synths op in het geluid van de band uit Portland en spelen ook op de rest van de plaat een belangrijke rol spelen.
I’ll Be Your Girl werd geproduceerd door John Congleton, die ik zelf vooral ken van de fascinerende platen van St. Vincent. De ervaren producer drukt zijn stempel op de nieuwe plaat van The Decemberists en heeft niet alleen flink wat synths aan het geluid van de band toegevoegd, maar heeft de plaat ook een zetje gegeven richting new wave en postpunk uit de jaren 70 en 80.
I’ll Be Your Girl klinkt hierdoor anders dan de vorige plaat van de band, die ook weer anders klonk dan zijn voorganger, en het is een geluid waar ik wel even aan moest wennen. Zeker wanneer de synths aanzwellen klinkt het nieuwe geluid van The Decemberists wel erg lichtvoetig en poppy. Op hetzelfde moment heeft de band haar zo bijzondere eigen geluid behouden en klinkt ook I’ll Be Your Girl weer snel als een echte The Decemberists plaat.
Het is een plaat waarop groots aangezette synths voor de afwisseling eens niet koel en afstandelijk klinken, maar goed passen in het warme geluid waarop The Decemberists al 18 jaar het patent heeft.
Zeker in de wat kortere songs op de plaat klinkt de band wat toegankelijker dan in het verleden. Het levert een aantal bijzonder aanstekelijke popsongs op, maar gelukkig mag de muziek van The Decemberists ook nog af en toe ontsporen.
Het grappige is dat ik de combinatie van akoestische en folky muziek en elektronica op het eerste gehoor wat kunstmatig vond klinken, maar uiteindelijk draaien de akoestische gitaren en de veelkleurige synths prachtig om elkaar heen en voorziet de combinatie van de tegenpolen de muziek van de band van meer avontuur en diepgang. In muzikaal opzicht raakt I’ll Be Your Girl af en toe aan Depeche Mode of New Order, maar desondanks zijn de songs van The Decemberists nog altijd warm en folky.
Ik heb de platen van de band uit Portland altijd wat vaker moeten horen voordat ze me dierbaar waren en dat is dit keer niet anders. Bij eerste beluistering was het even wennen, bij de volgende beluistering vooral verbazen, maar inmiddels koester ik de mooie songs van de band en bewonder ik de nieuwe weg die dit keer is ingeslagen.
Een band die zo lang mee draait als The Decemberists heeft het steeds moeilijker om de critici te overtuigen, waardoor I’ll Be Your Girl hier en daar genadeloos wordt gekraakt, maar hoe vaker ik de plaat hoor, hoe meer ik er van overtuigd raak dat The Decemberists hun beste plaat in jaren hebben gemaakt. Erwin Zijleman
Dat is nog niets vergeleken met enkele rockdinosaurussen die al vele decennia bestaan, maar het betekent wel dat de band inmiddels een flink oeuvre heeft opgebouwd.
Het is een oeuvre waarvan ik met name The Crane Wife uit 2006 en The Hazards of Love uit 2009 koester, maar ook de andere platen van de Amerikaanse band mogen er zijn.
Het leuke van The Decemberists is dat ze altijd wel een verrassing in petto hebben en dat is ook dit keer het geval.
I’ll Be Your Girl opent met akoestische gitaren en een folky deuntje waarmee de band wel vaker voor de dag is gekomen, maar na anderhalve minuut duiken uit het niets flink wat synths op in het geluid van de band uit Portland en spelen ook op de rest van de plaat een belangrijke rol spelen.
I’ll Be Your Girl werd geproduceerd door John Congleton, die ik zelf vooral ken van de fascinerende platen van St. Vincent. De ervaren producer drukt zijn stempel op de nieuwe plaat van The Decemberists en heeft niet alleen flink wat synths aan het geluid van de band toegevoegd, maar heeft de plaat ook een zetje gegeven richting new wave en postpunk uit de jaren 70 en 80.
I’ll Be Your Girl klinkt hierdoor anders dan de vorige plaat van de band, die ook weer anders klonk dan zijn voorganger, en het is een geluid waar ik wel even aan moest wennen. Zeker wanneer de synths aanzwellen klinkt het nieuwe geluid van The Decemberists wel erg lichtvoetig en poppy. Op hetzelfde moment heeft de band haar zo bijzondere eigen geluid behouden en klinkt ook I’ll Be Your Girl weer snel als een echte The Decemberists plaat.
Het is een plaat waarop groots aangezette synths voor de afwisseling eens niet koel en afstandelijk klinken, maar goed passen in het warme geluid waarop The Decemberists al 18 jaar het patent heeft.
Zeker in de wat kortere songs op de plaat klinkt de band wat toegankelijker dan in het verleden. Het levert een aantal bijzonder aanstekelijke popsongs op, maar gelukkig mag de muziek van The Decemberists ook nog af en toe ontsporen.
Het grappige is dat ik de combinatie van akoestische en folky muziek en elektronica op het eerste gehoor wat kunstmatig vond klinken, maar uiteindelijk draaien de akoestische gitaren en de veelkleurige synths prachtig om elkaar heen en voorziet de combinatie van de tegenpolen de muziek van de band van meer avontuur en diepgang. In muzikaal opzicht raakt I’ll Be Your Girl af en toe aan Depeche Mode of New Order, maar desondanks zijn de songs van The Decemberists nog altijd warm en folky.
Ik heb de platen van de band uit Portland altijd wat vaker moeten horen voordat ze me dierbaar waren en dat is dit keer niet anders. Bij eerste beluistering was het even wennen, bij de volgende beluistering vooral verbazen, maar inmiddels koester ik de mooie songs van de band en bewonder ik de nieuwe weg die dit keer is ingeslagen.
Een band die zo lang mee draait als The Decemberists heeft het steeds moeilijker om de critici te overtuigen, waardoor I’ll Be Your Girl hier en daar genadeloos wordt gekraakt, maar hoe vaker ik de plaat hoor, hoe meer ik er van overtuigd raak dat The Decemberists hun beste plaat in jaren hebben gemaakt. Erwin Zijleman
20 maart 2018
Yo La Tengo - There's A Riot Going On
Yo La Tengo werd in 1984 geformeerd in Hoboken, New Jersey, en gaat inmiddels dus al weer bijna 35 jaar mee.
In die 35 jaar maakte de Amerikaanse band een flinke stapel platen, waaronder een aantal platen die het predicaat ‘klassieker’ zo langzamerhand wel verdienen.
Als ik zelf mijn klassiekers mag kiezen uit het rijke oeuvre van de band ga ik voor Painful uit 1993, I Can Hear The Heart Beating As One uit 1997 of voor And Then Nothing Turned Itself Inside-Out uit 2000, maar ook vrijwel alle andere platen van Yo La Tengo zijn zeer de moeite waard.
De band uit New Jersey kondigde haar nieuwe plaat There's A Riot Going On enkele maanden geleden aan en de titel wekte uiteraard de nodige verwachtingen. Zou de band die bekend staat om haar ingetogen en dromerige muziek opeens fel uithalen? Voorman Ira Kaplan deed het wel even vermoeden, maar op het vorige week verschenen There's A Riot Going On is er niet veel van te horen.
Ook de vijftiende plaat van Yo La Tengo is een plaat die uitnodigt tot luieren en navelstaren. Het tempo ligt niet al te hoog, de gitaarlijnen zijn zoals altijd wonderschoon, de spaarzaam ingezette vocalen zijn dromerig en de sitar-achtige klanken op de plaat geven de muziek van Yo La Tengo iets psychedelisch.
Als er iets niet rustgevend is aan de nieuwe plaat van de Amerikaanse band zijn het de avontuurlijk spelende drummer of het heel af en toe opduikende gruizige gitaarwerk, maar uiteindelijk moeten ook die geloven aan de rustgevende deken die Yo La Tengo over haar muziek heeft gelegd.
Het is muziek die ik bij heel veel bands uiteindelijk als wat saai zou typeren, maar Yo La Tengo maakt geen saaie platen. Alleen het gitaarwerk is al om je vingers bij af te likken, maar ook voor de rest klopt alles en zoals altijd kleurt Yo La Tengo weer prachtig en uiterst subtiel buiten de eigen lijntjes.
There's A Riot Going On haalt nogal wat invloeden uit de jaren 60, maar waar de titel de suggestie wekt dat Yo La Tengo de ook in de jaren 60 populaire barricades opzoekt, is de band uiteindelijk toch weer gezwicht voor vloeistofdia’s en LSD en maakt het muziek waarbij het lekker tot rust komen is.
Yo La Tengo blijft echter Yo La Tengo en ook There's A Riot Going On is daarom niet alleen een plaat die rustig voortkabbelt, maar ook een plaat die de fantasie genadeloos prikkelt. Zeker bij beluistering met de koptelefoon hoor je hoe veel er gebeurt op de nieuwe plaat van Yo La Tengo en hoe knap het allemaal in elkaar is gesleuteld.
De songs die nog wat snel kunnen vervliegen wanneer ze uit de speakers komen, groeien bij beluistering met de koptelefoon snel uit tot songs zoals alleen Yo La Tengo ze kan maken. Het zijn misschien onrustige tijden die vragen om actie, maar je moet zo af en toe ook kunnen ontspannen, onrustige tijden of niet. Voor die ontspanning ben je bij Yo La Tengo nog steeds aan het juiste adres en wat mij betreft is de band uit New Jersey nog altijd een klasse apart in het genre. Erwin Zijleman
In die 35 jaar maakte de Amerikaanse band een flinke stapel platen, waaronder een aantal platen die het predicaat ‘klassieker’ zo langzamerhand wel verdienen.
Als ik zelf mijn klassiekers mag kiezen uit het rijke oeuvre van de band ga ik voor Painful uit 1993, I Can Hear The Heart Beating As One uit 1997 of voor And Then Nothing Turned Itself Inside-Out uit 2000, maar ook vrijwel alle andere platen van Yo La Tengo zijn zeer de moeite waard.
De band uit New Jersey kondigde haar nieuwe plaat There's A Riot Going On enkele maanden geleden aan en de titel wekte uiteraard de nodige verwachtingen. Zou de band die bekend staat om haar ingetogen en dromerige muziek opeens fel uithalen? Voorman Ira Kaplan deed het wel even vermoeden, maar op het vorige week verschenen There's A Riot Going On is er niet veel van te horen.
Ook de vijftiende plaat van Yo La Tengo is een plaat die uitnodigt tot luieren en navelstaren. Het tempo ligt niet al te hoog, de gitaarlijnen zijn zoals altijd wonderschoon, de spaarzaam ingezette vocalen zijn dromerig en de sitar-achtige klanken op de plaat geven de muziek van Yo La Tengo iets psychedelisch.
Als er iets niet rustgevend is aan de nieuwe plaat van de Amerikaanse band zijn het de avontuurlijk spelende drummer of het heel af en toe opduikende gruizige gitaarwerk, maar uiteindelijk moeten ook die geloven aan de rustgevende deken die Yo La Tengo over haar muziek heeft gelegd.
Het is muziek die ik bij heel veel bands uiteindelijk als wat saai zou typeren, maar Yo La Tengo maakt geen saaie platen. Alleen het gitaarwerk is al om je vingers bij af te likken, maar ook voor de rest klopt alles en zoals altijd kleurt Yo La Tengo weer prachtig en uiterst subtiel buiten de eigen lijntjes.
There's A Riot Going On haalt nogal wat invloeden uit de jaren 60, maar waar de titel de suggestie wekt dat Yo La Tengo de ook in de jaren 60 populaire barricades opzoekt, is de band uiteindelijk toch weer gezwicht voor vloeistofdia’s en LSD en maakt het muziek waarbij het lekker tot rust komen is.
Yo La Tengo blijft echter Yo La Tengo en ook There's A Riot Going On is daarom niet alleen een plaat die rustig voortkabbelt, maar ook een plaat die de fantasie genadeloos prikkelt. Zeker bij beluistering met de koptelefoon hoor je hoe veel er gebeurt op de nieuwe plaat van Yo La Tengo en hoe knap het allemaal in elkaar is gesleuteld.
De songs die nog wat snel kunnen vervliegen wanneer ze uit de speakers komen, groeien bij beluistering met de koptelefoon snel uit tot songs zoals alleen Yo La Tengo ze kan maken. Het zijn misschien onrustige tijden die vragen om actie, maar je moet zo af en toe ook kunnen ontspannen, onrustige tijden of niet. Voor die ontspanning ben je bij Yo La Tengo nog steeds aan het juiste adres en wat mij betreft is de band uit New Jersey nog altijd een klasse apart in het genre. Erwin Zijleman
19 maart 2018
Nakhane - You Will Not Die
Op de website MusicMeter, waarop muziekliefhebbers hun al dan niet gezouten mening over een album kunnen geven, las ik een paar dagen geleden bijzonder enthousiaste verhalen over You Will Not Die van de uit Zuid-Afrika afkomstige Nakhane.
Direct bij eerste beluistering begreep ik de positieve of zelfs opgewonden verhalen over de plaat van deze Nakhane, die zich in het verleden kort bediende van de achternaam Touré (als eerbetoon aan de Afrikaanse muzikant Ali Farka Touré) en sinds deze eerste beluistering ben ik alleen maar meer onder de indruk geraakt van de muziek van de Zuid-Afrikaanse muzikant.
You Will Not Die opent met prachtige, rijk georkestreerde en bijna filmische klanken, die direct beelden van weidse Afrikaanse vlakten op het netvlies toveren. Het zijn klanken die worden gecombineerd met de mooie en zeer krachtige stem van Nakhane, die op het eerste gehoor wel wat doet denken aan die van Benjamin Clementine.
Waar ik de muziek van Benjamin Clementine en zijn stem vaak net wat te pretentieus vind, had Nakhane me met de groots klinkende openingstrack, waaraan ook nog avontuurlijke elektronica en fraaie pianoklanken zijn toegevoegd, direct te pakken. De stemmige openingstrack legt de lat direct bijzonder hoog voor de rest van het album, maar Nakhane kan hier mee overweg, door op imponerende wijze zijn veelzijdigheid te tonen.
De van stuwende elektronica en springerige ritmes voorziene tweede track schiet meteen een heel andere kant op en doet me in eerste instantie wel wat denken aan de platen waarop David Bowie flirtte met moderne dansmuziek. Op buitengewoon subtiele wijze voegt Nakhane echter ook invloeden uit de Afrikaanse muziek toe aan het al zo rijke en veelzijdige geluid, bijvoorbeeld door de zo karakteristieke gitaarlijnen uit de Afrikaanse muziek of Afrikaans aandoende koortjes toe te voegen.
Wanneer de ritmesectie kiest voor een wat zwaarder aangezet geluid en de gitaren opeens hoekiger klinken, zijn associaties met de beste platen van Peter Gabriel niet te onderdrukken en zo verrast You Will Not Die steeds weer met verrassende wendingen en briljante vondsten.
De stem van Nakhane maakt hierbij diepe indruk. Het bijzondere van deze stem is dat Nakhane het pretentieuze van Benjamin Clementine en het ongrijpbare van Antony weet te combineren met de allure van Bowie en de soul van bijvoorbeeld Terence Trent d’Arby.
Nakhane kan hierdoor uit de voeten in mysterieus en atmosferisch klinkende pianosongs, maar blijft ook overeind wanneer een hele batterij elektronica om hem heen losbarst. De Zuid-Afrikaanse muzikant beschikt over een stem die kwetsbaar maar ook strijdbaar kan klinken, wat deels zal zijn veroorzaakt door het verleden van Nakhane als homoseksueel in een sterk homofobe omgeving.
Het is zeker niet alleen de stem van Nakhane die van You Will Not Die zo’n bijzondere plaat maakt. Ook het zeer rijke en veelzijdige instrumentarium, dat zowel bloedmooi als avontuurlijk klinkt, en de werkelijk prachtige productie van Ben Cristophers, die zelf ook een aantal prachtige soloplaten maakte (met het uit 1999 stammende My Beautiful Demon als hoogtepunt), dragen nadrukkelijk bij aan het fascinerende eindresultaat.
Hetzelfde geldt voor de veelheid aan invloeden op de plaat, want niets is Nakhane te gek, waardoor You Will Not Die kris kras door een aantal decennia popmuziek schiet en bijna achteloos schakelt tussen 80s synthpop, Afrikaanse muziek en pastoraal klinkende pianosongs, om slechts drie van de vele uitersten te noemen.
Ik vond You Will Not Die direct een prachtplaat, maar inmiddels ken ik magische krachten toe aan een plaat die maar blijft verrassen met hemeltergend mooie passages en een impact om bang van te worden. Ik lees nog verrassend weinig over de nieuwe plaat van Nakhane, maar man wat is dit goed! Erwin Zijleman
Direct bij eerste beluistering begreep ik de positieve of zelfs opgewonden verhalen over de plaat van deze Nakhane, die zich in het verleden kort bediende van de achternaam Touré (als eerbetoon aan de Afrikaanse muzikant Ali Farka Touré) en sinds deze eerste beluistering ben ik alleen maar meer onder de indruk geraakt van de muziek van de Zuid-Afrikaanse muzikant.
You Will Not Die opent met prachtige, rijk georkestreerde en bijna filmische klanken, die direct beelden van weidse Afrikaanse vlakten op het netvlies toveren. Het zijn klanken die worden gecombineerd met de mooie en zeer krachtige stem van Nakhane, die op het eerste gehoor wel wat doet denken aan die van Benjamin Clementine.
Waar ik de muziek van Benjamin Clementine en zijn stem vaak net wat te pretentieus vind, had Nakhane me met de groots klinkende openingstrack, waaraan ook nog avontuurlijke elektronica en fraaie pianoklanken zijn toegevoegd, direct te pakken. De stemmige openingstrack legt de lat direct bijzonder hoog voor de rest van het album, maar Nakhane kan hier mee overweg, door op imponerende wijze zijn veelzijdigheid te tonen.
De van stuwende elektronica en springerige ritmes voorziene tweede track schiet meteen een heel andere kant op en doet me in eerste instantie wel wat denken aan de platen waarop David Bowie flirtte met moderne dansmuziek. Op buitengewoon subtiele wijze voegt Nakhane echter ook invloeden uit de Afrikaanse muziek toe aan het al zo rijke en veelzijdige geluid, bijvoorbeeld door de zo karakteristieke gitaarlijnen uit de Afrikaanse muziek of Afrikaans aandoende koortjes toe te voegen.
Wanneer de ritmesectie kiest voor een wat zwaarder aangezet geluid en de gitaren opeens hoekiger klinken, zijn associaties met de beste platen van Peter Gabriel niet te onderdrukken en zo verrast You Will Not Die steeds weer met verrassende wendingen en briljante vondsten.
De stem van Nakhane maakt hierbij diepe indruk. Het bijzondere van deze stem is dat Nakhane het pretentieuze van Benjamin Clementine en het ongrijpbare van Antony weet te combineren met de allure van Bowie en de soul van bijvoorbeeld Terence Trent d’Arby.
Nakhane kan hierdoor uit de voeten in mysterieus en atmosferisch klinkende pianosongs, maar blijft ook overeind wanneer een hele batterij elektronica om hem heen losbarst. De Zuid-Afrikaanse muzikant beschikt over een stem die kwetsbaar maar ook strijdbaar kan klinken, wat deels zal zijn veroorzaakt door het verleden van Nakhane als homoseksueel in een sterk homofobe omgeving.
Het is zeker niet alleen de stem van Nakhane die van You Will Not Die zo’n bijzondere plaat maakt. Ook het zeer rijke en veelzijdige instrumentarium, dat zowel bloedmooi als avontuurlijk klinkt, en de werkelijk prachtige productie van Ben Cristophers, die zelf ook een aantal prachtige soloplaten maakte (met het uit 1999 stammende My Beautiful Demon als hoogtepunt), dragen nadrukkelijk bij aan het fascinerende eindresultaat.
Hetzelfde geldt voor de veelheid aan invloeden op de plaat, want niets is Nakhane te gek, waardoor You Will Not Die kris kras door een aantal decennia popmuziek schiet en bijna achteloos schakelt tussen 80s synthpop, Afrikaanse muziek en pastoraal klinkende pianosongs, om slechts drie van de vele uitersten te noemen.
Ik vond You Will Not Die direct een prachtplaat, maar inmiddels ken ik magische krachten toe aan een plaat die maar blijft verrassen met hemeltergend mooie passages en een impact om bang van te worden. Ik lees nog verrassend weinig over de nieuwe plaat van Nakhane, maar man wat is dit goed! Erwin Zijleman
18 maart 2018
Caroline Says - No Fool Like An Old Fool
Caroline Says is het alter ego van de oorspronkelijk uit Alabama afkomstige, maar tegenwoordig vanuit Austin, Texas, opererende Amerikaanse singer-songwriter Caroline Sallee.
Het is een alter ego dat natuurlijk is ontleend aan de gelijknamige song van Lou Reed, afkomstig van zijn meesterwerk Berlin, waar de song in twee beklemmende versies op staat.
Caroline Says debuteerde een paar jaar geleden met het in eerste instantie alleen op cassette uitgebrachte 50,000,000 Elvis Fans Can't Be Wrong, waarvoor ze de titel weer leende van de beroemde Elvis Presley verzamelaar uit 1959.
De titel van haar tweede plaat ontleende de Amerikaanse muzikante aan het Engelse gezegde “There’s No Fool Like An Old Fool”, maar hiermee hebben we het belangrijkste leenwerk van Caroline Sallee wel gehad. Met No Fool Like An Old Fool heeft de Amerikaanse muzikante immers een eigenzinnige maar ook wonderschone plaat gemaakt.
Op haar tweede plaat kiest Caroline Says voor lekker dromerige songs, die met enige fantasie in het hokje ‘atmosferische folk’ passen. In de meest ingetogen songs op de plaat klinkt Caroline Says nog net zo aards als op haar debuut (dat op mij overigens geen onuitwisbare indruk wist te maken), maar de meeste tracks op No Fool Like An Old Fool zijn heerlijk zweverig.
De muziek van Caroline Says valt in eerste instantie op door haar aangenaam lome en dromerige stem, maar de hoofdrol op de plaat wordt al snel opgeëist door de bijzondere instrumentatie. Het is een instrumentatie waarin prachtige gitaarlijnen een belangrijke rol spelen. Het zijn gitaarlijnen die me meer dan eens doen denken aan de betere platen van de Amerikaanse band Yo La Tengo (dat deze week toevallig ook een nieuwe plaat heeft uitgebracht), maar de gitaarlijnen op de tweede plaat van Caroline Says zijn ook absoluut beïnvloed door het gitaarwerk uit de shoegaze en de dreampop, wat het dromerige karakter van de muziek van Caroline Says nog wat verder versterkt.
No Fool Like An Old Fool is niet alleen heerlijk dromerig, maar zoals gezegd ook zweverig. Caroline Says laat zich op haar tweede plaat beïnvloeden door 60s psychedelica en 60s psych-folk, maar voorziet haar muziek ook van een vervreemdend effect door bijzondere geluiden en donkere elektronica toe te voegen.
Ook hiermee zijn we er nog niet, want de tweede plaat van Caroline Says, die ze overigens net als haar debuut opnam in de kelder van haar huis (destijds het ouderlijk huis in Alabama, nu haar eigen huis in Austin), verrast ook met Beach Boys achtige koortjes en aan een bijna beklemmende dosis melancholie, die herinnert aan het werk van Elliott Smith.
No Fool Like An Old Fool is hierdoor een plaat waarbij het lekker wegdromen is, maar het is ook een plaat die volop intrigeert en verbaast. Ook in tekstueel opzicht weet Caroline Sallee overigens te boeien en zet ze de American Dream uit het verleden naast de desolate toestand waarin haar vaderland onder Trump (verwijst de titel naar hem?) verkeert. Het levert een in alle opzichten interessante plaat op, die een flink stuk beter is dan het debuut van Caroline Says en haar schaart onder de betere eigenzinnige vrouwelijke singer-songwriters van het moment. Erwin Zijleman
No Fool Like And Old Fool van Caroline Says is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://carolinesays.bandcamp.com/album/no-fool-like-an-old-fool.
Het is een alter ego dat natuurlijk is ontleend aan de gelijknamige song van Lou Reed, afkomstig van zijn meesterwerk Berlin, waar de song in twee beklemmende versies op staat.
Caroline Says debuteerde een paar jaar geleden met het in eerste instantie alleen op cassette uitgebrachte 50,000,000 Elvis Fans Can't Be Wrong, waarvoor ze de titel weer leende van de beroemde Elvis Presley verzamelaar uit 1959.
De titel van haar tweede plaat ontleende de Amerikaanse muzikante aan het Engelse gezegde “There’s No Fool Like An Old Fool”, maar hiermee hebben we het belangrijkste leenwerk van Caroline Sallee wel gehad. Met No Fool Like An Old Fool heeft de Amerikaanse muzikante immers een eigenzinnige maar ook wonderschone plaat gemaakt.
Op haar tweede plaat kiest Caroline Says voor lekker dromerige songs, die met enige fantasie in het hokje ‘atmosferische folk’ passen. In de meest ingetogen songs op de plaat klinkt Caroline Says nog net zo aards als op haar debuut (dat op mij overigens geen onuitwisbare indruk wist te maken), maar de meeste tracks op No Fool Like An Old Fool zijn heerlijk zweverig.
De muziek van Caroline Says valt in eerste instantie op door haar aangenaam lome en dromerige stem, maar de hoofdrol op de plaat wordt al snel opgeëist door de bijzondere instrumentatie. Het is een instrumentatie waarin prachtige gitaarlijnen een belangrijke rol spelen. Het zijn gitaarlijnen die me meer dan eens doen denken aan de betere platen van de Amerikaanse band Yo La Tengo (dat deze week toevallig ook een nieuwe plaat heeft uitgebracht), maar de gitaarlijnen op de tweede plaat van Caroline Says zijn ook absoluut beïnvloed door het gitaarwerk uit de shoegaze en de dreampop, wat het dromerige karakter van de muziek van Caroline Says nog wat verder versterkt.
No Fool Like An Old Fool is niet alleen heerlijk dromerig, maar zoals gezegd ook zweverig. Caroline Says laat zich op haar tweede plaat beïnvloeden door 60s psychedelica en 60s psych-folk, maar voorziet haar muziek ook van een vervreemdend effect door bijzondere geluiden en donkere elektronica toe te voegen.
Ook hiermee zijn we er nog niet, want de tweede plaat van Caroline Says, die ze overigens net als haar debuut opnam in de kelder van haar huis (destijds het ouderlijk huis in Alabama, nu haar eigen huis in Austin), verrast ook met Beach Boys achtige koortjes en aan een bijna beklemmende dosis melancholie, die herinnert aan het werk van Elliott Smith.
No Fool Like An Old Fool is hierdoor een plaat waarbij het lekker wegdromen is, maar het is ook een plaat die volop intrigeert en verbaast. Ook in tekstueel opzicht weet Caroline Sallee overigens te boeien en zet ze de American Dream uit het verleden naast de desolate toestand waarin haar vaderland onder Trump (verwijst de titel naar hem?) verkeert. Het levert een in alle opzichten interessante plaat op, die een flink stuk beter is dan het debuut van Caroline Says en haar schaart onder de betere eigenzinnige vrouwelijke singer-songwriters van het moment. Erwin Zijleman
No Fool Like And Old Fool van Caroline Says is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://carolinesays.bandcamp.com/album/no-fool-like-an-old-fool.