Neil Young bracht een week of twee geleden met zijn huidige band Promise Of The Real een nieuwe plaat uit. Paradox is een filmsoundtrack met af en toe aardige momenten, maar ik heb heel wat veel betere platen van Neil Young gehoord.
Op Record Store Day dook Neil Young wederom op en dit keer met Roxy: Tonight's The Night Live. Ik heb heel wat live-platen van Neil Young in de kast staan, maar er zijn er niet veel zo goed of bijzonder als Roxy: Tonight's The Night Live.
De plaat werd eind september 1973 opgenomen in de openingsweek van de Roxy club in Los Angeles, die later zou uitgroeien tot een roemrucht concertpodium.
De concerten in de Roxy volgden op de opnames van Tonight’s The Night; de Neil Young klassieker die overigens pas in 1975 zou verschijnen omdat de platenmaatschappij er geen brood in zag. Neil Young had in de jaren voor de opnames te maken gekregen met de dood van Crazy Horse gitarist Danny Whitten en een roadie van de band en voelde zich verantwoordelijk voor de dood van beide vrienden (die allebei aan een overdosis overleden).
Hij formeerde daarom een nieuwe band, The Santa Monica Flyers, bestaande uit Ben Keith (pedal steel en slide gitaar), Nils Lofgren (piano, gitaar) en de Crazy Horse ritmesectie bestaande uit Billy Talbot (bas) en Ralph Molina (drums). De band kwam net uit de opname sessies van de latere Neil Young klassieker en besloot om de nieuwe plaat integraal te spelen in de nieuwe club aan de Sunset Boulevard.
Het is goed te horen dat Neil Young wat beneveld op het podium staat. Niet eens vanwege de vele verwijzingen naar Miami Beach, waar hij duizenden kilometers van was verwijderd maar die refereerden aan het wat kitscherige podium, maar vooral vanwege de wat onvaste zang; overigens ook het handelsmerk van de Canadese muzikant. De band speelt lekker los, maar het klinkt allemaal fantastisch. Met name Nils Lofgren en Ben Keith spelen fantastisch, maar Neil Young kan er zelf natuurlijk ook wat van. Overigens rammelt het ook aan alle kanten, maar dat heeft dit keer alleen maar zijn charme.
Roxy: Tonight's The Night Live is een prachtig document dat je mee terug neemt naar de beste jaren van Neil Young en naar vervlogen tijden. Tonight’s The Night is een van mijn favoriete Neil Young platen en deze bijzondere live-registratie voegt absoluut een dimensie toe aan de songs die bijna twee jaar na de optredens in de Roxy op de plaat zouden verschijnen.
Natuurlijk is de zang af en toe beroerd, maar het hoort wat mij betreft bij Neil Young en het voorziet de songs op deze live-registratie van een bijzondere intensiteit, net als de vele verhalen die een zeer spraakzame Neil Young vertelt tussen de songs. Helaas ontbreken de eindeloze gitaarsolo's, maar daarvoor heb ik nog wat andere Neil Young live-platen in de kast staan.
Ik heb heel wat live-platen van Neil Young in de kast staan, maar ik weet zeker dat ik Roxy: Tonight's The Night Live nog vaak ga beluisteren, al is het maar omdat het een van de weinige Neil Young live-platen is die ik op vinyl heb. Erwin Zijleman
30 april 2018
29 april 2018
Cicada Rhythm - Everywhere I Go
Cicada Rhythm is een duo uit Athens, Georgia, dat bestaat uit bassiste Andrea DeMarcus en gitarist David Kirslis.
De twee liepen elkaar een aantal jaren geleden tegen het lijf en zagen potentieel in de combinatie van hun totaal verschillende muzikale achtergronden. David Kirsliff maakte Amerikaanse rootsmuziek en vooral blues in zijn vrije tijd, terwijl Andrea DeMarcus een klassieke muzikale opleiding genoot.
De twee, die inmiddels ook geliefden zijn, debuteerden een jaar of drie geleden, maar maken nu pas echt indruk met het onlangs verschenen Everywhere I Go.
De tweede plaat van Cicada Rhythm is een bijzondere plaat met een geluid dat ik nog niet eerder heb gehoord. Het Amerikaanse duo kiest soms voor muziek vol invloeden uit de traditionele Amerikaanse rootsmuziek, maar kan ook zo maar opschuiven richting eigenzinnige rockmuziek met een bijzondere rootstwist.
Everywhere I Go werd mede geproduceerd door Oliver Wood van The Wood Brothers en Kenneth Pattengale van de Milk Carton Kids, die de twee uitersten waartussen Cicada Rhythm zich beweegt buitengewoon knap aan elkaar hebben gesmeed. Het levert een spannend geluid op waarin gruizige gitaren soms samengaan met een jankende pedal steel of een swingend orgeltje, maar Cicada Rhythm ook zomaar op kan schuiven richting de klassieke muziek.
Om het eigen geluid nog wat unieker te maken bestrijken David Kirsliff en Andrea DeMarcus ook binnen de Amerikaanse rootsmuziek een breed palet. Everywhere I Go bevat invloeden uit de country en Southern swing, maar flirt ook opzichtig met invloeden uit de jazz, folk en blues.
Het wordt allemaal nog wat specialer door de geweldige zang op de plaat. Zowel David Kirsliff als Andrea DeMarcus beschikken over een bijzonder stemgeluid en het zijn stemmen die elkaar mooi versterken en die vaak uit de tenen komen, wat de plaat een bijzondere energie geeft. Met name de stem van Andrea DeMarcus strijkt af en toe wat tegen de haren in, maar is na enige gewenning goed voor kippenvel.
Everywhere I Go bevat een aantal songs die voorzichtig opschuiven richting rock, maar Amerikaanse rootsmuziek staat centraal op de tweede plaat van Cicada Rhythm. Het is Amerikaanse rootsmuziek die met veel passie en gevoel op de band is geslingerd en die op imponerende wijze uit de speakers komt.
Het is momenteel dringen in dit genre, maar Cicada Rhythm slaagt er in om niet alleen indruk te maken met geweldige songs, maar weet ook nog eens te verrassen met een bijzonder eigen geluid. Everywhere I Go is mijn eerste kennismaking met de muziek van Cicada Rhythm, maar ik ben vanaf nu fan van dit bijzondere tweetal uit Athens, Georgia. Erwin Zijleman
Everywhere I Go van Cicada Rhythm is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://cicadarhythm.bandcamp.com/album/everywhere-i-go.
De twee liepen elkaar een aantal jaren geleden tegen het lijf en zagen potentieel in de combinatie van hun totaal verschillende muzikale achtergronden. David Kirsliff maakte Amerikaanse rootsmuziek en vooral blues in zijn vrije tijd, terwijl Andrea DeMarcus een klassieke muzikale opleiding genoot.
De twee, die inmiddels ook geliefden zijn, debuteerden een jaar of drie geleden, maar maken nu pas echt indruk met het onlangs verschenen Everywhere I Go.
De tweede plaat van Cicada Rhythm is een bijzondere plaat met een geluid dat ik nog niet eerder heb gehoord. Het Amerikaanse duo kiest soms voor muziek vol invloeden uit de traditionele Amerikaanse rootsmuziek, maar kan ook zo maar opschuiven richting eigenzinnige rockmuziek met een bijzondere rootstwist.
Everywhere I Go werd mede geproduceerd door Oliver Wood van The Wood Brothers en Kenneth Pattengale van de Milk Carton Kids, die de twee uitersten waartussen Cicada Rhythm zich beweegt buitengewoon knap aan elkaar hebben gesmeed. Het levert een spannend geluid op waarin gruizige gitaren soms samengaan met een jankende pedal steel of een swingend orgeltje, maar Cicada Rhythm ook zomaar op kan schuiven richting de klassieke muziek.
Om het eigen geluid nog wat unieker te maken bestrijken David Kirsliff en Andrea DeMarcus ook binnen de Amerikaanse rootsmuziek een breed palet. Everywhere I Go bevat invloeden uit de country en Southern swing, maar flirt ook opzichtig met invloeden uit de jazz, folk en blues.
Het wordt allemaal nog wat specialer door de geweldige zang op de plaat. Zowel David Kirsliff als Andrea DeMarcus beschikken over een bijzonder stemgeluid en het zijn stemmen die elkaar mooi versterken en die vaak uit de tenen komen, wat de plaat een bijzondere energie geeft. Met name de stem van Andrea DeMarcus strijkt af en toe wat tegen de haren in, maar is na enige gewenning goed voor kippenvel.
Everywhere I Go bevat een aantal songs die voorzichtig opschuiven richting rock, maar Amerikaanse rootsmuziek staat centraal op de tweede plaat van Cicada Rhythm. Het is Amerikaanse rootsmuziek die met veel passie en gevoel op de band is geslingerd en die op imponerende wijze uit de speakers komt.
Het is momenteel dringen in dit genre, maar Cicada Rhythm slaagt er in om niet alleen indruk te maken met geweldige songs, maar weet ook nog eens te verrassen met een bijzonder eigen geluid. Everywhere I Go is mijn eerste kennismaking met de muziek van Cicada Rhythm, maar ik ben vanaf nu fan van dit bijzondere tweetal uit Athens, Georgia. Erwin Zijleman
Everywhere I Go van Cicada Rhythm is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://cicadarhythm.bandcamp.com/album/everywhere-i-go.
28 april 2018
Young Gun Silver Fox - AM Waves
Young Gun Silver Fox is de samenwerking tussen de Britse muzikant Andy Platts (mogelijk bekend als voorman van de Britse band Mamas Gun) en de Amerikaanse muzikant en producer Shawn Lee (met name bekend als producer van onder andere Jeff Buckley en Lana Del Rey of als de maker van muziek bij games en films).
Als Young Gun Silver Fox keren ze in een tijdmachine terug naar de jaren 70 en maken ze daar soulvolle softrock, die direct associaties zal oproepen met de muziek van onder andere Chicago, The Doobie Brothers, Kenny Loggins & Jim Messina en America.
Het zijn de namen die bij mij als eerste opkwamen bij beluistering van AM Waves, maar inmiddels hoor ik minstens net zoveel van de Bee Gees, The Eagles, Boz Scaggs, Steely Dan en zeker ook Hall & Oates.
Het is muziek waar ik in het verleden niet zo gek op was, waardoor het genre ondervertegenwoordigd is in mijn platenkast, maar met name de laatste jaren kan ik de zwoele en zonnige klanken uit de softrock wel waarderen, zeker als ik even niets hoef of moet.
Het gemis in de platenkast wordt volledig opgevangen door het album van Young Gun Silver Fox (dat hetzelfde kunstje overigens al eerder liet horen op haar debuut West End Coast), dat klinkt als een verzamelaar van de beste songs van alle bovengenoemde bands, duo’s en muzikanten.
Muziekliefhebbers met een allergie voor zoete en gepolijste klanken moeten hier niet eens aan beginnen, want de muziek die Andy Platts en Shawn Lee als Young Gun Silver Fox maken is suikerzoet en zo glad als een net gevangen aal. Het is aan de andere kant muziek die de zon laat schijnen en die je in een keer meevoert naar het California uit de jaren 70.
In muzikaal opzicht zit het allemaal geweldig in elkaar, waarbij de klanken die de temperatuur minstens een paar graden doen stijgen worden gecombineerd met flink wat muzikale hoogstandjes en een flinke dosis galm.
Hierop mogen de heren hun vocale kunstje doen en ook op dit vlak leveren Andy Platts en Shawn Lee een topprestatie. De zang doet af en toe denken aan die van Don Henley, maar herinnert ook nadrukkelijk aan Steely Dan en kan ook nog eens met falsetstemmen richting The Doobie Brothers of de Bee Gees schieten.
AM Waves had probleemloos in de jaren 70 gemaakt kunnen zijn, wat betekent dat de Brit en de Amerikaan een knap staaltje retro hebben afgeleverd. Hiermee doe je Young Gun Silver Fox ook flink tekort, want wanneer AM Waves in de jaren 70 was verschenen had de plaat absoluut met de besten meegekund. Young Gun Silver Fox komt immers met een geweldige serie songs op de proppen en het zijn songs waaraan ik na een keer horen verslaafd was.
Grote kans dat ik uiteindelijk toch de oeuvres van alle hierboven genoemde artiesten ga uitpluizen, maar voorlopig heb ik genoeg aan het geweldige AM Waves van Young Gun Silver Fox. Erwin Zijleman
Als Young Gun Silver Fox keren ze in een tijdmachine terug naar de jaren 70 en maken ze daar soulvolle softrock, die direct associaties zal oproepen met de muziek van onder andere Chicago, The Doobie Brothers, Kenny Loggins & Jim Messina en America.
Het zijn de namen die bij mij als eerste opkwamen bij beluistering van AM Waves, maar inmiddels hoor ik minstens net zoveel van de Bee Gees, The Eagles, Boz Scaggs, Steely Dan en zeker ook Hall & Oates.
Het is muziek waar ik in het verleden niet zo gek op was, waardoor het genre ondervertegenwoordigd is in mijn platenkast, maar met name de laatste jaren kan ik de zwoele en zonnige klanken uit de softrock wel waarderen, zeker als ik even niets hoef of moet.
Het gemis in de platenkast wordt volledig opgevangen door het album van Young Gun Silver Fox (dat hetzelfde kunstje overigens al eerder liet horen op haar debuut West End Coast), dat klinkt als een verzamelaar van de beste songs van alle bovengenoemde bands, duo’s en muzikanten.
Muziekliefhebbers met een allergie voor zoete en gepolijste klanken moeten hier niet eens aan beginnen, want de muziek die Andy Platts en Shawn Lee als Young Gun Silver Fox maken is suikerzoet en zo glad als een net gevangen aal. Het is aan de andere kant muziek die de zon laat schijnen en die je in een keer meevoert naar het California uit de jaren 70.
In muzikaal opzicht zit het allemaal geweldig in elkaar, waarbij de klanken die de temperatuur minstens een paar graden doen stijgen worden gecombineerd met flink wat muzikale hoogstandjes en een flinke dosis galm.
Hierop mogen de heren hun vocale kunstje doen en ook op dit vlak leveren Andy Platts en Shawn Lee een topprestatie. De zang doet af en toe denken aan die van Don Henley, maar herinnert ook nadrukkelijk aan Steely Dan en kan ook nog eens met falsetstemmen richting The Doobie Brothers of de Bee Gees schieten.
AM Waves had probleemloos in de jaren 70 gemaakt kunnen zijn, wat betekent dat de Brit en de Amerikaan een knap staaltje retro hebben afgeleverd. Hiermee doe je Young Gun Silver Fox ook flink tekort, want wanneer AM Waves in de jaren 70 was verschenen had de plaat absoluut met de besten meegekund. Young Gun Silver Fox komt immers met een geweldige serie songs op de proppen en het zijn songs waaraan ik na een keer horen verslaafd was.
Grote kans dat ik uiteindelijk toch de oeuvres van alle hierboven genoemde artiesten ga uitpluizen, maar voorlopig heb ik genoeg aan het geweldige AM Waves van Young Gun Silver Fox. Erwin Zijleman
27 april 2018
Gin Wigmore - Ivory
Twee keer was ik al behoorlijk onder de indruk van een album van de uit Nieuw Zeeland afkomstige zangeres Gin Wigmore.
Op haar in 2009 verschenen debuut Holy Smoke greep ze me flink bij de strot met een meedogenloze mix van alt-country, soul en rock ’n roll (Ryan Adams was fan en speelde mee op de plaat), terwijl ze op het in 2012 verschenen Gravel & Wine in de voetsporen trad van Amy Winehouse, maar de invloeden van de veel te jong overleden souldiva wel het diepe zuiden van de Verenigde Staten in sleepte.
Het in 2015 verschenen Blood To The Bone heb ik vreemd genoeg gemist, al trekt de muziek van Gin Wigmore in Nederland tot dusver helaas niet al teveel aandacht. Hierdoor had ik ook het onlangs verschenen Ivory bijna gemist, maar gelukkig kreeg ik de plaat nog net op tijd in handen.
Op haar vierde plaat doet Gin Wigmore wat ze op haar eerste twee platen deed, maar sluit ze ook nog eens aan bij haar eigenzinnige landgenote Lorde. Ivory kan hierdoor uitpakken met dampende soul of met Amerikaanse roots doorspekte songs, maar is ook zeker niet vies van eigentijdse pop. Daar moet je van houden, maar ik hou er wel van.
Ivory is voorzien van een vol en bij vlagen zelfs overvol en moddervet geluid en kan zowel stevig rocken als flirten met pop voor de dansvloer, waarbij ook alles er tussenin niet wordt vergeten en bovendien flinke sprongen terug in de tijd worden gemaakt (tot de Phil Spector girl pop aan toe).
Ook in vocaal opzicht kan het alle kanten op. Gin Wigmore heeft nog steeds een heerlijke soulstem, maar haar stem kan ook kraken als die van Macy Gray, uithalen als die van een vervaarlijke rockchick of toch weer aansluiten bij die van de popprinsessen van het moment.
Vergeleken met deze popprinsessen heeft de Nieuw Zeelandse zangeres een opvallend veelzijdig geluid en komt ze bovendien op de proppen met songs met meer inhoud en meer avontuur. Bij eerste beluistering vond ik Ivory nog wel wat een allegaartje en vond ik bovendien lang niet alle songs even goed. Alle songs op de plaat beschikken echter over de nodige groeipotentie en de veelzijdigheid van Ivory is uiteindelijk een van de sterkste punten van de plaat.
Uiteindelijk trokken de kwaliteit van de songs en natuurlijk de heerlijk gruizige stem van Gin Wigmore me ook dit keer over de streep. Het gruis zorgt er voor dat Ivory is voorzien van meer gevoel en doorleving dan gebruikelijk in het genre, terwijl de songs steeds meer bijzonders laten horen en ook steeds meer overtuigen.
Het zou genoeg moeten zijn om Gin Wigmore de vloer aan te laten vegen met vrijwel al haar concurrenten, maar daarvoor is de muziek van de Nieuw Zeelandse zangeres misschien net wat te eigenwijs. Ik was echter al fan en blijf dat. Nu de plaat die ik drie jaar geleden heb gemist nog even beluisteren. Erwin Zijleman
Op haar in 2009 verschenen debuut Holy Smoke greep ze me flink bij de strot met een meedogenloze mix van alt-country, soul en rock ’n roll (Ryan Adams was fan en speelde mee op de plaat), terwijl ze op het in 2012 verschenen Gravel & Wine in de voetsporen trad van Amy Winehouse, maar de invloeden van de veel te jong overleden souldiva wel het diepe zuiden van de Verenigde Staten in sleepte.
Het in 2015 verschenen Blood To The Bone heb ik vreemd genoeg gemist, al trekt de muziek van Gin Wigmore in Nederland tot dusver helaas niet al teveel aandacht. Hierdoor had ik ook het onlangs verschenen Ivory bijna gemist, maar gelukkig kreeg ik de plaat nog net op tijd in handen.
Op haar vierde plaat doet Gin Wigmore wat ze op haar eerste twee platen deed, maar sluit ze ook nog eens aan bij haar eigenzinnige landgenote Lorde. Ivory kan hierdoor uitpakken met dampende soul of met Amerikaanse roots doorspekte songs, maar is ook zeker niet vies van eigentijdse pop. Daar moet je van houden, maar ik hou er wel van.
Ivory is voorzien van een vol en bij vlagen zelfs overvol en moddervet geluid en kan zowel stevig rocken als flirten met pop voor de dansvloer, waarbij ook alles er tussenin niet wordt vergeten en bovendien flinke sprongen terug in de tijd worden gemaakt (tot de Phil Spector girl pop aan toe).
Ook in vocaal opzicht kan het alle kanten op. Gin Wigmore heeft nog steeds een heerlijke soulstem, maar haar stem kan ook kraken als die van Macy Gray, uithalen als die van een vervaarlijke rockchick of toch weer aansluiten bij die van de popprinsessen van het moment.
Vergeleken met deze popprinsessen heeft de Nieuw Zeelandse zangeres een opvallend veelzijdig geluid en komt ze bovendien op de proppen met songs met meer inhoud en meer avontuur. Bij eerste beluistering vond ik Ivory nog wel wat een allegaartje en vond ik bovendien lang niet alle songs even goed. Alle songs op de plaat beschikken echter over de nodige groeipotentie en de veelzijdigheid van Ivory is uiteindelijk een van de sterkste punten van de plaat.
Uiteindelijk trokken de kwaliteit van de songs en natuurlijk de heerlijk gruizige stem van Gin Wigmore me ook dit keer over de streep. Het gruis zorgt er voor dat Ivory is voorzien van meer gevoel en doorleving dan gebruikelijk in het genre, terwijl de songs steeds meer bijzonders laten horen en ook steeds meer overtuigen.
Het zou genoeg moeten zijn om Gin Wigmore de vloer aan te laten vegen met vrijwel al haar concurrenten, maar daarvoor is de muziek van de Nieuw Zeelandse zangeres misschien net wat te eigenwijs. Ik was echter al fan en blijf dat. Nu de plaat die ik drie jaar geleden heb gemist nog even beluisteren. Erwin Zijleman
26 april 2018
Gruppo Sportivo - Great
Helemaal precies weet ik het niet meer, maar ik denk dat het in 1978 was. Ik was 14 jaar oud en woonde in een slaapstad waar echt helemaal niets gebeurde. Twee concerten brachten daar verandering in.
Eerst zag ik Herman Brood & His Wild Romance in de zaal bij het lokale zwembad en niet veel later Gruppo Sportivo in het wijkcentrum dat ik tot op dat moment alleen kende van het schooltoneel en evenementen voor bejaarden.
Het waren de eerste twee concerten die ik bezocht en ze zijn me altijd bijgebleven.
Back To ’78 van Gruppo Sportivo was in het betreffende jaar een van mijn favoriete platen en hier werd al snel het debuut 10 Mistakes uit 1977 aan toegevoegd. Er zouden nog wat platen volgen, waaronder het wat mij betreft briljante Buddy Odor Is A Gas! uit 1979, maar ergens halverwege de jaren 80 raakte Gruppo Sportivo in ieder geval bij mij wat uit beeld.
Omdat de platenspeler de afgelopen twee decennia vooral op zolder stond en de albums van Gruppo Sportivo de afgelopen jaren niet op Spotify te vinden waren, moest ik het lange tijd doen met een verzamel cd die ik een paar jaar geleden op de kop tikte, of met de prima soloplaat die voorman Hans Vandenburg een paar jaar geleden uitbracht, maar nu is er dan een nieuwe plaat van de band die kleur gaf aan mijn eerste puberjaar.
Toen ik Great via Spotify uit de speakers wilde laten komen, zag ik tot mijn verrassing dat nu ook flink wat andere albums van de band in een opgepoetste uitvoering op de streaming dienst te vinden zijn (alleen Buddy Odor Is A Gas! ontbreekt helaas), wat de komende tijd ongetwijfeld veel luisterplezier en jeugdherinneringen op gaat leveren. Goed, de meeste aandacht gaat natuurlijk uit naar Great en wat is het een geweldige plaat geworden.
Zeker met de uptempo songs slingert Gruppo Sportivo me onmiddellijk terug naar de jaren van 10 Mistakes en Back To ’78. Gruppo Sportivo is nog altijd zeer bedreven in het maken van frisse popliedjes die lak hebben aan conventies en continu heen en weer springen tussen de hokjes waarin de muziekcriticus een plaat wil duwen of persen als het moet.
Great springt door genres en door de tijd en voegt de van de band bekende dosis humor toe. Het is knap dat Great nog net zo tijdloos, stekelig en energiek klinkt als de platen die in de eerste jaren van de punk werden gemaakt, waarbij de heerlijke gitaarriffs, het aangenaam zeurende orgeltje, de bijzondere inzet van blazers en natuurlijk de wisselwerking tussen de zang van Hans Vandenburg en de backing vocals van de twee zangeressen (overigens niet dezelfde zangeressen als in de jaren 70) een belangrijke rol spelen.
Op Great neemt Gruppo Sportivo overigens ook met enige regelmaat gas terug en voegt het nog wat invloeden toe aan het uit duizenden herkenbare en wat mij betreft unieke geluid van de band.
Natuurlijk speelt jeugdsentiment een rol, maar Gruppo Sportivo maakt op haar nieuwe plaat ook indruk met popliedjes die goed zijn voor een glimlach en zonnestralen, maar die ook lekker eigenzinnig zijn. Great is al met al een zeer geslaagde comeback van Gruppo Sportivo en heeft een vlag die de lading uitstekend dekt. Erwin Zijleman
Eerst zag ik Herman Brood & His Wild Romance in de zaal bij het lokale zwembad en niet veel later Gruppo Sportivo in het wijkcentrum dat ik tot op dat moment alleen kende van het schooltoneel en evenementen voor bejaarden.
Het waren de eerste twee concerten die ik bezocht en ze zijn me altijd bijgebleven.
Back To ’78 van Gruppo Sportivo was in het betreffende jaar een van mijn favoriete platen en hier werd al snel het debuut 10 Mistakes uit 1977 aan toegevoegd. Er zouden nog wat platen volgen, waaronder het wat mij betreft briljante Buddy Odor Is A Gas! uit 1979, maar ergens halverwege de jaren 80 raakte Gruppo Sportivo in ieder geval bij mij wat uit beeld.
Omdat de platenspeler de afgelopen twee decennia vooral op zolder stond en de albums van Gruppo Sportivo de afgelopen jaren niet op Spotify te vinden waren, moest ik het lange tijd doen met een verzamel cd die ik een paar jaar geleden op de kop tikte, of met de prima soloplaat die voorman Hans Vandenburg een paar jaar geleden uitbracht, maar nu is er dan een nieuwe plaat van de band die kleur gaf aan mijn eerste puberjaar.
Toen ik Great via Spotify uit de speakers wilde laten komen, zag ik tot mijn verrassing dat nu ook flink wat andere albums van de band in een opgepoetste uitvoering op de streaming dienst te vinden zijn (alleen Buddy Odor Is A Gas! ontbreekt helaas), wat de komende tijd ongetwijfeld veel luisterplezier en jeugdherinneringen op gaat leveren. Goed, de meeste aandacht gaat natuurlijk uit naar Great en wat is het een geweldige plaat geworden.
Zeker met de uptempo songs slingert Gruppo Sportivo me onmiddellijk terug naar de jaren van 10 Mistakes en Back To ’78. Gruppo Sportivo is nog altijd zeer bedreven in het maken van frisse popliedjes die lak hebben aan conventies en continu heen en weer springen tussen de hokjes waarin de muziekcriticus een plaat wil duwen of persen als het moet.
Great springt door genres en door de tijd en voegt de van de band bekende dosis humor toe. Het is knap dat Great nog net zo tijdloos, stekelig en energiek klinkt als de platen die in de eerste jaren van de punk werden gemaakt, waarbij de heerlijke gitaarriffs, het aangenaam zeurende orgeltje, de bijzondere inzet van blazers en natuurlijk de wisselwerking tussen de zang van Hans Vandenburg en de backing vocals van de twee zangeressen (overigens niet dezelfde zangeressen als in de jaren 70) een belangrijke rol spelen.
Op Great neemt Gruppo Sportivo overigens ook met enige regelmaat gas terug en voegt het nog wat invloeden toe aan het uit duizenden herkenbare en wat mij betreft unieke geluid van de band.
Natuurlijk speelt jeugdsentiment een rol, maar Gruppo Sportivo maakt op haar nieuwe plaat ook indruk met popliedjes die goed zijn voor een glimlach en zonnestralen, maar die ook lekker eigenzinnig zijn. Great is al met al een zeer geslaagde comeback van Gruppo Sportivo en heeft een vlag die de lading uitstekend dekt. Erwin Zijleman
25 april 2018
Brazilian Girls - Let's Make Love
Bij de naam Brazilian Girls moest ik onmiddellijk aan het album Talk To La Bomb denken, dat tot mijn verbazing al weer twaalf jaar oud is. De band stond na dit even aangename als verrassende album lang op een laag pitje, maar keerde onlangs terug met Let’s Make Love.
Brazilian Girls is een band uit New York die bestaat uit drie Amerikaanse muzikanten en de oorspronkelijk uit Italië afkomstige zangeres Sabina Sciubba, die een paar jaar geleden als Sabina nog een hele leuke en avontuurlijke soloplaat maakte (Toujours).
Ook Brazilian Girls associeer ik direct met avontuur. Talk To La Bomb bevatte een bonte mix van invloeden, variërend van bossa nova en reggae tot jazz en elektronica en schoot werkelijk alle kanten op. Ook Let’s Make Love bevat zeer uiteenlopende invloeden, maar Brazilian Girls springt dit keer wat minder van de hak op de tak dan ik van de band gewend ben, zonder dat dit ten koste gaat van het unieke geluid van de band.
Ook de nieuwe plaat van het New Yorkse viertal staat weer vol met heerlijk eigenzinnige popliedjes, die zich niet direct laten doorgronden. Het zijn niet alleen avontuurlijke popliedjes maar ook nog eens buitengewoon lekker klinkende of zelfs onweerstaanbare popliedjes, waardoor Let’s Make Love wat toegankelijker is dan de andere platen van de band.
Ik hoor dit keer flink wat invloeden van de Tom Tom Club en Talking Heads en hoor hiernaast een verzameling van de leukste synthpop uit de jaren 80, met hier en daar wat van Grace Jones. Hier blijft het niet bij want de muziek van Brazilian Girls sleept er ook dit keer van alles bij, waaronder veel van de invloeden die op Talk To La Bomb opdoken, al doet de band dit wel op wat subtielere wijze dan op haar vorige albums.
Het bevalt me eerlijk gezegd wel. Talk To La Bomb vond ik een bijzondere of zelfs fascinerende plaat, maar er waren maar weinig momenten waarop de plaat goed tot zijn recht kwam. Let’s Make Love komt tot zijn recht wanneer ik toe ben aan goed gemaakte en lekker in het gehoor liggende popliedjes en dat komt regelmatig voor.
Het is knap hoe Brazilian Girls lijkt te kiezen voor perfecte popliedjes, maar op hetzelfde moment avontuurlijke of stekelige elementen toevoegt aan het door new wave en synthpop gedomineerde geluid. Zeker de toetsenist van de band mag helemaal los gaan en laat zich dat geen tweede keer zeggen, maar Sabina Sciubba blijft voor mij de ster van de band, in welke taal ze ook zingt.
Of de band dit keer wel wereldberoemd gaat worden met haar eigenzinnige songs is maar de vraag, maar voor liefhebbers van perfecte pop met een hele eigenwijze twist is Let’s Make Love van Brazilian Girls genieten; 13 songs lang. Erwin Zijleman
De muziek van Brazilian Girls is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://braziliangirls.bandcamp.com.
Brazilian Girls is een band uit New York die bestaat uit drie Amerikaanse muzikanten en de oorspronkelijk uit Italië afkomstige zangeres Sabina Sciubba, die een paar jaar geleden als Sabina nog een hele leuke en avontuurlijke soloplaat maakte (Toujours).
Ook Brazilian Girls associeer ik direct met avontuur. Talk To La Bomb bevatte een bonte mix van invloeden, variërend van bossa nova en reggae tot jazz en elektronica en schoot werkelijk alle kanten op. Ook Let’s Make Love bevat zeer uiteenlopende invloeden, maar Brazilian Girls springt dit keer wat minder van de hak op de tak dan ik van de band gewend ben, zonder dat dit ten koste gaat van het unieke geluid van de band.
Ook de nieuwe plaat van het New Yorkse viertal staat weer vol met heerlijk eigenzinnige popliedjes, die zich niet direct laten doorgronden. Het zijn niet alleen avontuurlijke popliedjes maar ook nog eens buitengewoon lekker klinkende of zelfs onweerstaanbare popliedjes, waardoor Let’s Make Love wat toegankelijker is dan de andere platen van de band.
Ik hoor dit keer flink wat invloeden van de Tom Tom Club en Talking Heads en hoor hiernaast een verzameling van de leukste synthpop uit de jaren 80, met hier en daar wat van Grace Jones. Hier blijft het niet bij want de muziek van Brazilian Girls sleept er ook dit keer van alles bij, waaronder veel van de invloeden die op Talk To La Bomb opdoken, al doet de band dit wel op wat subtielere wijze dan op haar vorige albums.
Het bevalt me eerlijk gezegd wel. Talk To La Bomb vond ik een bijzondere of zelfs fascinerende plaat, maar er waren maar weinig momenten waarop de plaat goed tot zijn recht kwam. Let’s Make Love komt tot zijn recht wanneer ik toe ben aan goed gemaakte en lekker in het gehoor liggende popliedjes en dat komt regelmatig voor.
Het is knap hoe Brazilian Girls lijkt te kiezen voor perfecte popliedjes, maar op hetzelfde moment avontuurlijke of stekelige elementen toevoegt aan het door new wave en synthpop gedomineerde geluid. Zeker de toetsenist van de band mag helemaal los gaan en laat zich dat geen tweede keer zeggen, maar Sabina Sciubba blijft voor mij de ster van de band, in welke taal ze ook zingt.
Of de band dit keer wel wereldberoemd gaat worden met haar eigenzinnige songs is maar de vraag, maar voor liefhebbers van perfecte pop met een hele eigenwijze twist is Let’s Make Love van Brazilian Girls genieten; 13 songs lang. Erwin Zijleman
De muziek van Brazilian Girls is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://braziliangirls.bandcamp.com.
24 april 2018
Tess Roby - Beacon
Aan Beacon, het debuut van de Canadese singer-songwriter en multi-instrumentalist Tess Roby, gaat een bijzonder verhaal vooraf.
Tess Roby is een klassiek geschoold muzikante, die lange tijd deel uitmaakte van de Canadian Children's Opera Company. Haar eerste stappen in de popmuziek zette ze pas na het overlijden van haar vader in 2015.
Samen met haar broer dook ze haar vader’s studio in en maakten ze muziek met de instrumenten en apparatuur die ze daar vonden met Beacon als resultaat.
Beacon is niet alleen een eerbetoon aan de vader van Tess Roby, maar ook aan de streek waarin hij opgroeide in Engeland, met de Beacon toren op Ashurst Hill in Dalton, Lancashire, als landmark.
Beacon is een emotievol debuut van de singer-songwriter uit Montreal, maar het is ook een buitengewoon knap debuut. De eerste plaat van Tess Roby laat goed horen dat ze een geschoold muzikante is. Het ingetogen en intieme geluid op Beacon bestaat uit meerdere lagen en steekt bijzonder in elkaar. Centraal staan de ingenieuze gitaarlijnen die heerlijk dromerig en ruimtelijk klinken en worden gecombineerd met atmosferisch klinkende synths en spaarzame drums. Zeker op het eerste gehoor zitten de songs van Tess Roby complex in elkaar, maar Beacon is ook zeker een plaat om lekker bij weg te dromen.
Beacon is deels een eerbetoon aan het Engelse platteland en hier zou Tess Roby in muzikaal opzicht niet misstaan. Ze beschikt over een stem die goed past bij de ingetogen en folky klanken op de plaat, maar het is een stem die ook past bij het dromerige geluid dat Tess Roby en broer Eliot in de studio van hun overleden vader in elkaar hebben geknutseld.
Ik kwam Beacon een paar dagen geleden bij toeval tegen, maar ben inmiddels zeer gehecht aan de prachtige klanken op de plaat. Het zijn klanken die verpakt zijn in songs die uiteindelijk flink wat genres verbinden. Beacon is absoluut beïnvloed door Britse folk, maar kan ook uit de voeten met dreampop, new age en minimal music en heeft hier en daar ook nog raakvlakken met progrock en klassieke muziek, waardoor je bij beluistering van de plaat steeds nieuwe dingen blijft horen en de songs van Tess Roby je steeds wat dierbaarder worden.
Beacon van Tess Roby duurt slechts een half uur, maar maakt in dit half uur behoorlijk wat indruk en het smaakt bovendien naar veel meer. Omdat de songs van de Canadese muzikante tijd vragen is het geen probleem om Beacon meerdere keren achter elkaar uit de speakers te laten komen. Het zorgt voor een lekker lome en dromerige sfeer, maar het zorgt ook voor diepe bewondering voor het bijzondere debuut van Tess Roby. Erwin Zijleman
Het valt niet mee om een fysiek exemplaar van de plaat op de kop te tikken, maar met een beetje geduld lukt het via het label waarop Beacon van Tess Roby is uitgebracht: http://italiansdoitbetter.bigcartel.com.
Tess Roby is een klassiek geschoold muzikante, die lange tijd deel uitmaakte van de Canadian Children's Opera Company. Haar eerste stappen in de popmuziek zette ze pas na het overlijden van haar vader in 2015.
Samen met haar broer dook ze haar vader’s studio in en maakten ze muziek met de instrumenten en apparatuur die ze daar vonden met Beacon als resultaat.
Beacon is niet alleen een eerbetoon aan de vader van Tess Roby, maar ook aan de streek waarin hij opgroeide in Engeland, met de Beacon toren op Ashurst Hill in Dalton, Lancashire, als landmark.
Beacon is een emotievol debuut van de singer-songwriter uit Montreal, maar het is ook een buitengewoon knap debuut. De eerste plaat van Tess Roby laat goed horen dat ze een geschoold muzikante is. Het ingetogen en intieme geluid op Beacon bestaat uit meerdere lagen en steekt bijzonder in elkaar. Centraal staan de ingenieuze gitaarlijnen die heerlijk dromerig en ruimtelijk klinken en worden gecombineerd met atmosferisch klinkende synths en spaarzame drums. Zeker op het eerste gehoor zitten de songs van Tess Roby complex in elkaar, maar Beacon is ook zeker een plaat om lekker bij weg te dromen.
Beacon is deels een eerbetoon aan het Engelse platteland en hier zou Tess Roby in muzikaal opzicht niet misstaan. Ze beschikt over een stem die goed past bij de ingetogen en folky klanken op de plaat, maar het is een stem die ook past bij het dromerige geluid dat Tess Roby en broer Eliot in de studio van hun overleden vader in elkaar hebben geknutseld.
Ik kwam Beacon een paar dagen geleden bij toeval tegen, maar ben inmiddels zeer gehecht aan de prachtige klanken op de plaat. Het zijn klanken die verpakt zijn in songs die uiteindelijk flink wat genres verbinden. Beacon is absoluut beïnvloed door Britse folk, maar kan ook uit de voeten met dreampop, new age en minimal music en heeft hier en daar ook nog raakvlakken met progrock en klassieke muziek, waardoor je bij beluistering van de plaat steeds nieuwe dingen blijft horen en de songs van Tess Roby je steeds wat dierbaarder worden.
Beacon van Tess Roby duurt slechts een half uur, maar maakt in dit half uur behoorlijk wat indruk en het smaakt bovendien naar veel meer. Omdat de songs van de Canadese muzikante tijd vragen is het geen probleem om Beacon meerdere keren achter elkaar uit de speakers te laten komen. Het zorgt voor een lekker lome en dromerige sfeer, maar het zorgt ook voor diepe bewondering voor het bijzondere debuut van Tess Roby. Erwin Zijleman
Het valt niet mee om een fysiek exemplaar van de plaat op de kop te tikken, maar met een beetje geduld lukt het via het label waarop Beacon van Tess Roby is uitgebracht: http://italiansdoitbetter.bigcartel.com.
23 april 2018
David Kitt - Yous
De Ierse muzikant David Kitt debuteerde helemaal aan het begin van het huidige millennium met het bijzondere Small Moments. Op zijn debuut vermengde de Ierse singer-songwriter intieme en akoestische folk met elektronica, loops en voorzichtige beats. Het was destijds nog een bijzondere combinatie en de eerste plaat van David Kitt werd dan ook bejubeld in met name de gerenommeerde Britse muziektijdschriften.
David Kitt perfectioneerde zijn bijzondere geluid op het een jaar na zijn debuut verschenen The Big Romance, dat in 2001 terecht opdook in de allerhoogste regionen van mijn jaarlijstje.
Op het in 2004 verschenen Square 1 werd de hoeveelheid elektronica fors opgevoerd, maar op het in 2005 verschenen The Black And Red Notebook en Not Fade Away uit 2006 keerde David Kitt weer grotendeels terug naar het geluid waar hij mee jaren eerder was doorgebroken. Alle platen die David Kitt na The Big Romance maakte waren prima platen, maar het bijzondere was er wel wat af en ook de magie van zijn voorlopige meesterwerk was op de latere platen voor een belangrijk deel verdwenen.
Na 2006 verloor ik David Kitt uit het oog en dat is ook niet zo gek, want de Ier verdween vrijwel volledig in de anonimiteit en bracht alleen in 2009 nog een plaat uit. Ik was daarom zeer aangenaam verrast toen ik zijn naam vorige week zag opduiken in de lijst met de nieuwe releases van deze week en gezien mijn enorme liefde voor The Big Romance, ben ik uiteraard onmiddellijk gaan luisteren naar Yous.
Op zijn nieuwe plaat grijpt David Kitt deels terug op de platen waarmee hij ooit doorbraak, maar van een herhalingsoefening is zeker geen sprake. Net als op zijn eerste platen verwerkt David Kitt op Yous invloeden uit de traditionele akoestische folk en wederom combineert hij deze invloeden met subtiel ingezette elektronica, loops en beats.
Door de mix van invloeden, maar vooral door de zo karakteristieke stem van David Kitt voelt Yous aan als een warm bad, maar het is een warm bad waaraan ook nog wat subtiele extra’s zijn toegevoegd. Zo bestaat het akoestische klankentapijt niet alleen uit de warm klinkende akoestische gitaar van David Kitt, maar ook uit het fraaie vioolspel van Margie Jean Lewis, die een vleugje melancholie toevoegt aan het geluid van David Kitt en die de Ierse muzikant ook nog eens op fraaie wijze vocaal ondersteunt.
Ik denk niet dat ik de afgelopen tien jaar naar de muziek van David Kitt heb geluisterd, maar sinds ik Yous uit de speakers heb laten komen, heb ik ook weer geluisterd naar de vorige platen van de Ierse muzikant en begrijp ik weer waarom ik deze platen ooit zo hoog had zitten.
Ook Yous heb ik inmiddels hoog zitten. David Kitt maakt op zijn nieuwe plaat niet alleen indruk met mooie en intieme songs en een stem die de avond verwarmt, maar imponeert ook dit keer met een uiterst subtiele en hele bijzondere instrumentatie die de fantasie blijft prikkelen, maar die ook bijzonder aangenaam klinkt.
David Kitt is lang weggeweest, maar haalt met Yous bijna uit het niets het niveau van zijn beste platen. En Yous is nog lang niet gestopt met groeien. Erwin Zijleman
Yous van David Kitt is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Ierse muzikant: https://davidkitt.bandcamp.com/album/yous.
22 april 2018
Ashley Monroe - Sparrow
De carrières van Kacey Musgraves en Ashley Monroe gaan tot dusver redelijk gelijk op. Ze maakten allebei al op hele jonge leeftijd een aantal platen die niet heel veel deden, werden beide een jaar of vijf geleden uitgeroepen tot grote belofte binnen de Nashville country(pop) en maakten in 2015 allebei een plaat die niet alleen in commercieel, maar ook in artistiek opzicht zeer geslaagd was.
Ashley Monroe maakte voor het eerst indruk met het eind 2012 verschenen Like A Rose, maakte de belofte waar met het in 2015 verschenen The Rose en keert nu, een maand na de glorieuze terugkeer van Kacey Musgraves, terug met Sparrow.
Kacey Musgraves en Ashley Monroe volgden ook in muzikaal opzicht lange tijd dezelfde weg, maar hebben op hun nieuwe albums verschillende keuzes gemaakt. Kacey Musgraves gaat op Golden Hour vol voor de pop, maar Ashley Monroe blijft op Sparrow de country trouw. Dat betekent overigens niet dat de plaat geen popinvloeden bevat, maar het countrygehalte ligt op Sparrow aanzienlijk hoger dan op de nieuwe plaat van Kacey Musgraves.
Het is deels de verdienste van producer Dave Cobb, momenteel absoluut de meest gevraagde producer in Nashville en verantwoordelijk voor prachtplaten van onder andere Chris Stapleton, Amanda Shires, Jason Isbell en Mary Chapin Carpenter. Dave Cobb heeft Sparrow voorzien van een wat retro aandoend countrygeluid, dat af en toe zo lijkt weggelopen uit de jaren 70, maar dat ook raakvlakken heeft met de Nashville countrypop van het moment.
Het is een voornamelijk ingetogen en opvallend stemmig geluid, waarin flink wat strijkers worden ingezet, maar waarin ook bijzonder mooi en subtiel wordt gemusiceerd. Het staat allemaal in dienst van de mooie en heldere stem van Ashley Monroe, die op Sparrow laat horen dat ze behoort tot de beste zangeressen die Nashville momenteel rijk is. Omdat ze ook nog eens veel gevoel in haar stem legt zijn het bovendien vocalen die aankomen.
De oorspronkelijk uit Texas afkomstige singer-songwriter overtuigt niet alleen als zangeres, maar ook als songwriter. Sparrow staat vol met even tijdloze als eigentijdse songs, die zich makkelijk opdringen en al even makkelijk blijven hangen en die ook in tekstueel opzicht interessant zijn. Ashley Monroe kijkt op Sparrow terug op een jeugd die niet altijd makkelijk was door het op jonge leeftijd overlijden van haar moeder en vergeet de emotie niet.
Door de inzet van heel veel strijkers doet het op het eerste gehoor misschien wat zoet en romantisch aan, maar de songs op de plaat winnen al snel aan kracht en blijven dit doen. Ashley Monroe is in Nederland misschien nog niet zo bekend als de inmiddels ook hier omarmde Kacey Musgraves, maar heeft een plaat gemaakt die alle aandacht verdient en die liefhebbers van country waarschijnlijk net wat beter zal bevallen dan die van haar tijdgenoot. Zelf ga ik nog een stap verder: Sparrow van Ashley Monroe is absoluut een van de beste rootsplaten van het moment. Erwin Zijleman
Ashley Monroe maakte voor het eerst indruk met het eind 2012 verschenen Like A Rose, maakte de belofte waar met het in 2015 verschenen The Rose en keert nu, een maand na de glorieuze terugkeer van Kacey Musgraves, terug met Sparrow.
Kacey Musgraves en Ashley Monroe volgden ook in muzikaal opzicht lange tijd dezelfde weg, maar hebben op hun nieuwe albums verschillende keuzes gemaakt. Kacey Musgraves gaat op Golden Hour vol voor de pop, maar Ashley Monroe blijft op Sparrow de country trouw. Dat betekent overigens niet dat de plaat geen popinvloeden bevat, maar het countrygehalte ligt op Sparrow aanzienlijk hoger dan op de nieuwe plaat van Kacey Musgraves.
Het is deels de verdienste van producer Dave Cobb, momenteel absoluut de meest gevraagde producer in Nashville en verantwoordelijk voor prachtplaten van onder andere Chris Stapleton, Amanda Shires, Jason Isbell en Mary Chapin Carpenter. Dave Cobb heeft Sparrow voorzien van een wat retro aandoend countrygeluid, dat af en toe zo lijkt weggelopen uit de jaren 70, maar dat ook raakvlakken heeft met de Nashville countrypop van het moment.
Het is een voornamelijk ingetogen en opvallend stemmig geluid, waarin flink wat strijkers worden ingezet, maar waarin ook bijzonder mooi en subtiel wordt gemusiceerd. Het staat allemaal in dienst van de mooie en heldere stem van Ashley Monroe, die op Sparrow laat horen dat ze behoort tot de beste zangeressen die Nashville momenteel rijk is. Omdat ze ook nog eens veel gevoel in haar stem legt zijn het bovendien vocalen die aankomen.
De oorspronkelijk uit Texas afkomstige singer-songwriter overtuigt niet alleen als zangeres, maar ook als songwriter. Sparrow staat vol met even tijdloze als eigentijdse songs, die zich makkelijk opdringen en al even makkelijk blijven hangen en die ook in tekstueel opzicht interessant zijn. Ashley Monroe kijkt op Sparrow terug op een jeugd die niet altijd makkelijk was door het op jonge leeftijd overlijden van haar moeder en vergeet de emotie niet.
Door de inzet van heel veel strijkers doet het op het eerste gehoor misschien wat zoet en romantisch aan, maar de songs op de plaat winnen al snel aan kracht en blijven dit doen. Ashley Monroe is in Nederland misschien nog niet zo bekend als de inmiddels ook hier omarmde Kacey Musgraves, maar heeft een plaat gemaakt die alle aandacht verdient en die liefhebbers van country waarschijnlijk net wat beter zal bevallen dan die van haar tijdgenoot. Zelf ga ik nog een stap verder: Sparrow van Ashley Monroe is absoluut een van de beste rootsplaten van het moment. Erwin Zijleman
21 april 2018
Laura Veirs - The Lookout
Laura Veirs dook in 2001 voor het eerst op met het fascinerende The Triumphs And Travails Of Orphan Mae, waarop de Amerikaanse singer-songwriter nog avontuurlijk buiten de lijnen van de Americana kleurde.
Sindsdien heeft de vanuit Portland, Oregon, opererende singer-songwriter een mooi, maar eerlijk gezegd ook oerdegelijk oeuvre opgebouwd.
De laatste jaren was het wat stil rond Laura Veirs. Voor haar laatste soloplaat, Warp & Weft, moeten we bijna vijf jaar terug in de tijd, waarna het moederschap een tijd lang centraal stond, al bracht Laura Veirs in 2016 nog wel een plaat uit met Neko Case en k.d. lang (case/lang/veirs).
Vorige week verscheen dan eindelijk een nieuwe soloplaat van Laura Veirs en The Lookout valt me zeker niet tegen. Ook voor The Lookout schoof echtgenoot Tucker Martine weer aan als producer, maar de nieuwe plaat van Laura Veirs is toch minder een herhalingsoefening dan ik op voorhand had verwacht.
Laura Veirs is inmiddels de 40 gepasseerd en dat is een leeftijd waarop je je gaat afvragen of je wel de juiste dingen aan het doen bent om ook in de tweede helft een leuk leven te kunnen leiden. Dat heet in het ergste geval een midlife crisis, maar het kan natuurlijk ook gewoon twijfel zijn.
Het is twijfel die doorklinkt in de teksten van The Lookout, maar in muzikaal en vocaal opzicht klinkt Laura Veirs nog zeer gedecideerd. The Lookout bevat voornamelijk ingetogen songs met een akoestische basis en invloeden uit de folk en de country, al slaat Laura Veirs ook altijd haar vleugels uit richting pop en rock.
Ook op haar nieuwe plaat maakt Laura Veirs weer geen doorsnee deuntjes. Haar songs steken knap in elkaar, zijn niet altijd even makkelijk te doorgronden, maar maken je wel steeds nieuwsgierig naar hetgeen dat komen gaat.
Echtgenoot Tucker Martine kun je het kunstje van het inkleuren van een plaat inmiddels wel toevertrouwen en ook op The Lookout levert hij een kunststukje af met bijzondere geluiden, buitengewoon stemmige klanken, verrassende uitstapjes en meerdere lagen die elkaar versterken. Laura Veirs maakt het af met mooie heldere vocalen (die soms wat lijken op die van Suzanne Vega), die de songs op de plaat net dat beetje extra geven dat nodig is om op te vallen.
Ik moet toegeven dat ik The Lookout in eerste instantie geen hele verrassende plaat vond, zeker niet na een periode van stilte van bijna vijf jaar, maar het blijkt een groeiplaat vol hele mooie en hele intieme songs, waarin Laura Veirs vertelt over het leven van een moeder van 40. Het zijn songs die steeds aangenamer gaan klinken, maar het zijn ook songs die steeds meer moois laten horen, waardoor ik steeds nadrukkelijker moet concluderen dat Laura Veirs weer een prachtplaat heeft afgeleverd. Erwin Zijleman
Sindsdien heeft de vanuit Portland, Oregon, opererende singer-songwriter een mooi, maar eerlijk gezegd ook oerdegelijk oeuvre opgebouwd.
De laatste jaren was het wat stil rond Laura Veirs. Voor haar laatste soloplaat, Warp & Weft, moeten we bijna vijf jaar terug in de tijd, waarna het moederschap een tijd lang centraal stond, al bracht Laura Veirs in 2016 nog wel een plaat uit met Neko Case en k.d. lang (case/lang/veirs).
Vorige week verscheen dan eindelijk een nieuwe soloplaat van Laura Veirs en The Lookout valt me zeker niet tegen. Ook voor The Lookout schoof echtgenoot Tucker Martine weer aan als producer, maar de nieuwe plaat van Laura Veirs is toch minder een herhalingsoefening dan ik op voorhand had verwacht.
Laura Veirs is inmiddels de 40 gepasseerd en dat is een leeftijd waarop je je gaat afvragen of je wel de juiste dingen aan het doen bent om ook in de tweede helft een leuk leven te kunnen leiden. Dat heet in het ergste geval een midlife crisis, maar het kan natuurlijk ook gewoon twijfel zijn.
Het is twijfel die doorklinkt in de teksten van The Lookout, maar in muzikaal en vocaal opzicht klinkt Laura Veirs nog zeer gedecideerd. The Lookout bevat voornamelijk ingetogen songs met een akoestische basis en invloeden uit de folk en de country, al slaat Laura Veirs ook altijd haar vleugels uit richting pop en rock.
Ook op haar nieuwe plaat maakt Laura Veirs weer geen doorsnee deuntjes. Haar songs steken knap in elkaar, zijn niet altijd even makkelijk te doorgronden, maar maken je wel steeds nieuwsgierig naar hetgeen dat komen gaat.
Echtgenoot Tucker Martine kun je het kunstje van het inkleuren van een plaat inmiddels wel toevertrouwen en ook op The Lookout levert hij een kunststukje af met bijzondere geluiden, buitengewoon stemmige klanken, verrassende uitstapjes en meerdere lagen die elkaar versterken. Laura Veirs maakt het af met mooie heldere vocalen (die soms wat lijken op die van Suzanne Vega), die de songs op de plaat net dat beetje extra geven dat nodig is om op te vallen.
Ik moet toegeven dat ik The Lookout in eerste instantie geen hele verrassende plaat vond, zeker niet na een periode van stilte van bijna vijf jaar, maar het blijkt een groeiplaat vol hele mooie en hele intieme songs, waarin Laura Veirs vertelt over het leven van een moeder van 40. Het zijn songs die steeds aangenamer gaan klinken, maar het zijn ook songs die steeds meer moois laten horen, waardoor ik steeds nadrukkelijker moet concluderen dat Laura Veirs weer een prachtplaat heeft afgeleverd. Erwin Zijleman
20 april 2018
Ciaran Lavery - Sweet Decay
Gisteren twijfelde ik nog wat over de in brede kring geprezen plaat van Isaac Gracie, die momenteel over aandacht niet te klagen heeft. Gelijk met Isaac Gracie bracht de Noord-Ierse singer-songwriter Ciaran Lavery een nieuwe plaat uit en deze plaat heeft vooralsnog wel over aandacht te klagen.
Het is doodzonde, want waar Isaac Gracie het nog vooral moet hebben van de belofte en een aantal goede songs, maakt de muzikant uit het kleine dorp Aghagallon in het Noord-Ierse county Antrim op Sweet Decay diepe indruk.
Dat doet Ciaran Lavery overigens niet voor de eerste keer, want het in 2016 verschenen Let Bad In kreeg ook in Nederland goede recensies, terwijl zijn eerdere platen goed scoorden in zijn vaderland. Het ontging me vrijwel allemaal, maar toen de eerste noten van Sweet Decay uit de speakers kwamen was ik vrijwel onmiddellijk verkocht.
Dat is in eerste instantie vooral de verdienste van de zang van de Noord-Ierse singer-songwriter. Ciaran Lavery zingt op zijn nieuwe plaat vol gevoel en vaak met hart en ziel. De Noord-Ierse muzikant beschikt bovendien over een bijzonder stemgeluid, dat hier en daar wel wat doet denken aan dat van de Britse muzikant Passenger of aan dat van de al weer wat uit beeld geraakte James Blunt. Waar die stemmen me na verloop van tijd wat tegen staan, is de zang van Ciaran Lavery op Sweet Decay wonderschoon.
Het is niet alleen de stem van Ciaran Lavery die binnenkomt bij beluistering van de man’s nieuwe plaat, want ook zijn songs zijn prachtig. Het zijn stuk voor stuk tijdloze songs met vooral invloeden uit de folk en de pop, maar Ciaran Lavery sleept er ook nog wat andere invloeden bij. Het is momenteel dringen binnen de folkpop, maar Sweet Decay is veel beter dan vrijwel alle andere platen die dit label momenteel krijgen opgeplakt en is wat mij betreft ook wat te bijzonder voor dit hokje.
Ciaran Lavery heeft zijn nieuwe plaat voorzien van stemmige en warmbloedige klanken en maakt indruk met ingetogen maar melodieuze songs, die zich genadeloos opdringen en die maar mooier en mooier worden. Direct bij eerste beluistering van Sweet Decay had ik het idee dat ik de plaat al jaren kende, wat alles te maken heeft met het tijdloze karakter van de songs van de Noord-Ierse muzikant, die met speels gemak een brug slaat tussen de vroege platen van Cat Stevens, Van Morrison in zijn meest romantische bui en de succesvolle singer-songwriters uit het heden.
Het is niet eens zo makkelijk om te omschrijven wat zo bijzonder is aan de nieuwe plaat van Ciaran Lavery, maar ach wat is het mooi en indringend en wat bouwt de Noord-Ier de spanning in zijn songs mooi op. Kippenvelplaat. Van de eerste tot de laatste noot. Erwin Zijleman
Het is doodzonde, want waar Isaac Gracie het nog vooral moet hebben van de belofte en een aantal goede songs, maakt de muzikant uit het kleine dorp Aghagallon in het Noord-Ierse county Antrim op Sweet Decay diepe indruk.
Dat doet Ciaran Lavery overigens niet voor de eerste keer, want het in 2016 verschenen Let Bad In kreeg ook in Nederland goede recensies, terwijl zijn eerdere platen goed scoorden in zijn vaderland. Het ontging me vrijwel allemaal, maar toen de eerste noten van Sweet Decay uit de speakers kwamen was ik vrijwel onmiddellijk verkocht.
Dat is in eerste instantie vooral de verdienste van de zang van de Noord-Ierse singer-songwriter. Ciaran Lavery zingt op zijn nieuwe plaat vol gevoel en vaak met hart en ziel. De Noord-Ierse muzikant beschikt bovendien over een bijzonder stemgeluid, dat hier en daar wel wat doet denken aan dat van de Britse muzikant Passenger of aan dat van de al weer wat uit beeld geraakte James Blunt. Waar die stemmen me na verloop van tijd wat tegen staan, is de zang van Ciaran Lavery op Sweet Decay wonderschoon.
Het is niet alleen de stem van Ciaran Lavery die binnenkomt bij beluistering van de man’s nieuwe plaat, want ook zijn songs zijn prachtig. Het zijn stuk voor stuk tijdloze songs met vooral invloeden uit de folk en de pop, maar Ciaran Lavery sleept er ook nog wat andere invloeden bij. Het is momenteel dringen binnen de folkpop, maar Sweet Decay is veel beter dan vrijwel alle andere platen die dit label momenteel krijgen opgeplakt en is wat mij betreft ook wat te bijzonder voor dit hokje.
Ciaran Lavery heeft zijn nieuwe plaat voorzien van stemmige en warmbloedige klanken en maakt indruk met ingetogen maar melodieuze songs, die zich genadeloos opdringen en die maar mooier en mooier worden. Direct bij eerste beluistering van Sweet Decay had ik het idee dat ik de plaat al jaren kende, wat alles te maken heeft met het tijdloze karakter van de songs van de Noord-Ierse muzikant, die met speels gemak een brug slaat tussen de vroege platen van Cat Stevens, Van Morrison in zijn meest romantische bui en de succesvolle singer-songwriters uit het heden.
Het is niet eens zo makkelijk om te omschrijven wat zo bijzonder is aan de nieuwe plaat van Ciaran Lavery, maar ach wat is het mooi en indringend en wat bouwt de Noord-Ier de spanning in zijn songs mooi op. Kippenvelplaat. Van de eerste tot de laatste noot. Erwin Zijleman
19 april 2018
Isaac Gracie - Isaac Gracie
Het debuut van Isaac Gracie roept momenteel zeer uiteenlopende reacties op. De een beweert dat de jonge Brit een nieuwe dimensie toevoegt aan het begrip saaiheid, terwijl de ander de jonge Brit vergelijkt met een aantal onbetwiste grootheden uit de geschiedenis van de popmuziek.
Ik heb het titelloze debuut van Isaac Gracie inmiddels een aantal keren beluisterd en wordt nog steeds wat heen en weer geslingerd.
Natuurlijk is de vergelijking met grootheden als Jeff Buckley en zelfs Leonard Cohen totaal uit de lucht gegrepen en veel teveel eer, maar een slechte plaat is het debuut van Isaac Gracie zeker niet.
Het is een debuut dat verrassend veel invloeden laat horen. Isaac Gracie grijpt hier en daar terug op de grote singer-songwriters uit de late jaren 60 en vroege jaren 70 en laat ook invloeden horen uit de psychedelica uit deze periode. Aan de andere kant kan de Brit ook uit de voeten met net wat stevigere en intensere songs, kan hij aansluiten bij de Britpop van de afgelopen decennia en is hij soms ook niet ver verwijderd van al die jonge Britse singer-songwriters die het momenteel zo goed doen bij met name tienermeisjes.
Het levert een aantal songs op die zeer in de smaak zullen vallen bij de radiostations die Ed Sheeran hebben uitgroepen tot held, maar ook een aantal songs die liefhebbers van tijdloze en in artistiek opzicht interessantere popmuziek zal boeien.
Het debuut van Isaac Gracie is voorzien van een veelzijdig geluid dat kris kras door een aantal decennia popmuziek springt. Het is een bijzonder aangenaam geluid dat uitstekend past bij de prima stem van de Brit, die met deze stem alle kanten op kan. Isaac Gracie kan loom en dromerig klinken, kan stevig rocken, kan uit de voeten als typische singer-songwriter, maar heeft ook genoeg in huis om de jonge liefhebber van radiovriendelijke popmuziek te verleiden.
Ik word zoals gezegd wat heen en weer geslingerd. Hier en daar vind ik het wat te gladjes en te braaf, maar zeker wanneer Isaac Gracie wat psychedelica toevoegt aan zijn muziek of kiest voor songs met wat meer gevoel, valt er veel te genieten en maakt de muzikant uit Londen wat mij betreft indruk, zeker in vocaal opzicht.
Op de momenten dat Isaac Gracie nog niet zoveel indruk maakt klinkt zijn debuut vooral erg lekker en ook dat is wat waard. Ik blijf het daarom nog maar even proberen met het debuut van de jonge Brit en hoor steeds meer dat een plekje op deze BLOG rechtvaardigt. Voorlopig ga ik dus maar even mee in de hype rond deze jonge Brit. Erwin Zijleman
Ik heb het titelloze debuut van Isaac Gracie inmiddels een aantal keren beluisterd en wordt nog steeds wat heen en weer geslingerd.
Natuurlijk is de vergelijking met grootheden als Jeff Buckley en zelfs Leonard Cohen totaal uit de lucht gegrepen en veel teveel eer, maar een slechte plaat is het debuut van Isaac Gracie zeker niet.
Het is een debuut dat verrassend veel invloeden laat horen. Isaac Gracie grijpt hier en daar terug op de grote singer-songwriters uit de late jaren 60 en vroege jaren 70 en laat ook invloeden horen uit de psychedelica uit deze periode. Aan de andere kant kan de Brit ook uit de voeten met net wat stevigere en intensere songs, kan hij aansluiten bij de Britpop van de afgelopen decennia en is hij soms ook niet ver verwijderd van al die jonge Britse singer-songwriters die het momenteel zo goed doen bij met name tienermeisjes.
Het levert een aantal songs op die zeer in de smaak zullen vallen bij de radiostations die Ed Sheeran hebben uitgroepen tot held, maar ook een aantal songs die liefhebbers van tijdloze en in artistiek opzicht interessantere popmuziek zal boeien.
Het debuut van Isaac Gracie is voorzien van een veelzijdig geluid dat kris kras door een aantal decennia popmuziek springt. Het is een bijzonder aangenaam geluid dat uitstekend past bij de prima stem van de Brit, die met deze stem alle kanten op kan. Isaac Gracie kan loom en dromerig klinken, kan stevig rocken, kan uit de voeten als typische singer-songwriter, maar heeft ook genoeg in huis om de jonge liefhebber van radiovriendelijke popmuziek te verleiden.
Ik word zoals gezegd wat heen en weer geslingerd. Hier en daar vind ik het wat te gladjes en te braaf, maar zeker wanneer Isaac Gracie wat psychedelica toevoegt aan zijn muziek of kiest voor songs met wat meer gevoel, valt er veel te genieten en maakt de muzikant uit Londen wat mij betreft indruk, zeker in vocaal opzicht.
Op de momenten dat Isaac Gracie nog niet zoveel indruk maakt klinkt zijn debuut vooral erg lekker en ook dat is wat waard. Ik blijf het daarom nog maar even proberen met het debuut van de jonge Brit en hoor steeds meer dat een plekje op deze BLOG rechtvaardigt. Voorlopig ga ik dus maar even mee in de hype rond deze jonge Brit. Erwin Zijleman
18 april 2018
Juliana Hatfield - Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John
Toen Juliana Hatfield nog een heel klein meisje was playbackte ze met een haarborstel als microfoon de popsongs van Olivia Newton-John voor de spiegel in haar kinderkamer.
De Amerikaanse singer-songwriter heeft inmiddels zelf een zeer respectabele stapel platen op haar naam staan, maar ze moest nog altijd wat met de kennelijk nooit verdwenen liefde voor de muziek van Olivia Newton-John.
Zelf ben ik niet heel goed thuis in het oeuvre van de popster uit met name de jaren 70, wiens carrière een flinke boost kreeg door de film Grease, al wilde mijn zus net als Juliana Hatfield wel eens wat playbacken uit het oeuvre van de van oorsprong Britse zangeres, die in 1971 debuteerde en nog steeds platen maakt.
Bij Olivia Newton-John denk ik vooral aan suikerzoete popliedjes en dat zijn popliedjes waar ook Juliana Hatfield niet vies van is, al voorziet ze deze meestal van een rauw en gruizig randje. Ook op Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John hoor ik af en toe een gruizig randje of net wat meer power pop dan in de jaren 70 gebruikelijk was, maar over het algemeen genomen blijft Juliana Hatfield verrassend dicht bij de originelen en vertolkt ze de songs van haar jeugdheld met opvallend veel liefde en respect.
Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John is hierdoor minder rauw dan de laatste platen van de Amerikaanse singer-songwriter, waaronder het in 2017 verschenen Pussycat waarop ze stevig uithaalde naar de op dat moment net gekozen nieuwe president van de Verenigde Staten. De vertolkingen van de songs van Olivia Newton-John zullen daarom waarschijnlijk niet bij iedereen in de smaak vallen.
Ik heb zelf zeker geen zwak voor de songs van de popprinses uit de jaren 70, maar ik heb wel een enorm zwak voor Juliana Hatfield en kan daarom toch wel genieten van deze nieuwe plaat, die we maar als tussendoortje zullen bestempelen.
Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John kabbelt heerlijk voort, laat met grote regelmatig popliedjes horen die er mogen zijn en wordt natuurlijk aangenaam ingekleurd met de voor mij onweerstaanbare stem van Juliana Hatfield. Mede door de originele keuze voor in deze kringen niet alledaags repertoire, krijgt Juliana Hatfield ook dit keer een dikke voldoende, al moet ik zeggen dat de versie die Sarah Blasko ooit maakte van Olivia Newton-John’s Xanadu (met E.L.O.) nog veel en veel mooier is. Erwin Zijleman
Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van Juliana Hatfield: https://julianahatfield.bandcamp.com. De opbrengst van de plaat gaat overigens naar het goede doel.
De Amerikaanse singer-songwriter heeft inmiddels zelf een zeer respectabele stapel platen op haar naam staan, maar ze moest nog altijd wat met de kennelijk nooit verdwenen liefde voor de muziek van Olivia Newton-John.
Zelf ben ik niet heel goed thuis in het oeuvre van de popster uit met name de jaren 70, wiens carrière een flinke boost kreeg door de film Grease, al wilde mijn zus net als Juliana Hatfield wel eens wat playbacken uit het oeuvre van de van oorsprong Britse zangeres, die in 1971 debuteerde en nog steeds platen maakt.
Bij Olivia Newton-John denk ik vooral aan suikerzoete popliedjes en dat zijn popliedjes waar ook Juliana Hatfield niet vies van is, al voorziet ze deze meestal van een rauw en gruizig randje. Ook op Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John hoor ik af en toe een gruizig randje of net wat meer power pop dan in de jaren 70 gebruikelijk was, maar over het algemeen genomen blijft Juliana Hatfield verrassend dicht bij de originelen en vertolkt ze de songs van haar jeugdheld met opvallend veel liefde en respect.
Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John is hierdoor minder rauw dan de laatste platen van de Amerikaanse singer-songwriter, waaronder het in 2017 verschenen Pussycat waarop ze stevig uithaalde naar de op dat moment net gekozen nieuwe president van de Verenigde Staten. De vertolkingen van de songs van Olivia Newton-John zullen daarom waarschijnlijk niet bij iedereen in de smaak vallen.
Ik heb zelf zeker geen zwak voor de songs van de popprinses uit de jaren 70, maar ik heb wel een enorm zwak voor Juliana Hatfield en kan daarom toch wel genieten van deze nieuwe plaat, die we maar als tussendoortje zullen bestempelen.
Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John kabbelt heerlijk voort, laat met grote regelmatig popliedjes horen die er mogen zijn en wordt natuurlijk aangenaam ingekleurd met de voor mij onweerstaanbare stem van Juliana Hatfield. Mede door de originele keuze voor in deze kringen niet alledaags repertoire, krijgt Juliana Hatfield ook dit keer een dikke voldoende, al moet ik zeggen dat de versie die Sarah Blasko ooit maakte van Olivia Newton-John’s Xanadu (met E.L.O.) nog veel en veel mooier is. Erwin Zijleman
Juliana Hatfield Sings Olivia Newton-John is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van Juliana Hatfield: https://julianahatfield.bandcamp.com. De opbrengst van de plaat gaat overigens naar het goede doel.
17 april 2018
Sarah Shook & The Disarmers - Years
Er zijn momenteel nogal wat jonge countryzangeressen die opgroeiden in een liefdevol en inspirerend nest vol goede muziek en die al op jonge leeftijd warm werden onthaald in Nashville om daar vervolgens ook direct succes te oogsten.
Sarah Shook is uit totaal ander hout gesneden. Ze groeide op in een streng religieus gezin op het platteland van North Carolina, waar rebelse types als Sarah Shook niet werden getolereerd, zeker niet als ze er andere ideeën op nahielden over religie en seksualiteit en van deze ideeën geen geheim maakten.
Via een huwelijk kon ze ontsnappen aan het strakke keurslijf en zich richten op haar passie: de muziek.
Sarah Shook is inmiddels meerdere relaties verder en heeft nu al een ruig en niet altijd even makkelijk leven achter de rug, waarin de fles vaak troost bracht. In 2015 formeerde Sarah Shook in Pittsboro, North Carolina, haar begeleidingsband The Disarmers, wat in hetzelfde jaar het in eigen beheer uitgebrachte en niet heel breed opgepikte Sidelong opleverde.
Het is een plaat die nu wordt opgevolgd door Years, dat een aantal flinke stappen in de goede richting zet en met name in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk is onthaald met positieve recensies. Dat verbaast me niet, want Years is een erg sterke plaat.
Het is een plaat die ver blijft verwijderd van de countrypop zoals die momenteel in Nashville wordt gemaakt en vol kiest voor de meer traditionele Amerikaanse countrymuziek. Het is countrymuziek vol invloeden uit de rock ’n roll en de honky tonk en het is countrymuziek die onmiddellijk beelden op het netvlies tovert van duistere clubs waarin het podium met kippengaas van de over het algemeen wat rauwe bezoekers is afgeschermd.
Het is muziek zoals die al een aantal decennia wordt gemaakt en die op zeer vakkundige wijze wordt vertolkt door The Disarmers. De band van Sarah Shook biedt plaats aan een lekker energieke ritmesectie, maar ook de gitarist van de band kan er wat van en tovert zowel countryloopjes als rauwe rock ’n roll riffs uit zijn gitaren.
Het levert muziek op vol passie en temperament en het is muziek die de tradities van de Amerikaanse rootsmuziek in ere houdt. Ik vind het allemaal bijzonder lekker klinken, maar het meest ben ik toch gecharmeerd van de stem van Sarah Shook. De Amerikaanse muzikanten heeft op zich geen hele mooie of bijzondere stem, maar het is wel een stem vol gevoel en doorleving, die flink wat ellende over je heen spuugt.
Het doet me allemaal wel wat denken aan de geweldige platen van de helaas wat in de vergetelheid geraakt Sarah Borges, maar Sarah Shook heeft vast ook talloze voorbeelden uit een verder verleden.
Ik laat me normaal gesproken sneller verleiden tot wat moderne countrymuziek, maar de traditionele country van Sarah Shook & The Disarmers grijpt je vanaf de eerste noten van Years bij de strot en laat voorlopig echt niet meer los. Of, hoe de band zich zelf introduceert op haar bandcamp pagina" Sarah Shook & The Disarmers are a country band with a sneer, a bite, and no apologies. Shook's original songs take on the usual country spin on shitty relationships, bad decisions, and excessive alcohol consumption for damn good reasons". Prachtig. Erwin Zijleman
Years van Sarah Shook & The Disarmers is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://sarahshookthedisarmers.bandcamp.com.
Sarah Shook is uit totaal ander hout gesneden. Ze groeide op in een streng religieus gezin op het platteland van North Carolina, waar rebelse types als Sarah Shook niet werden getolereerd, zeker niet als ze er andere ideeën op nahielden over religie en seksualiteit en van deze ideeën geen geheim maakten.
Via een huwelijk kon ze ontsnappen aan het strakke keurslijf en zich richten op haar passie: de muziek.
Sarah Shook is inmiddels meerdere relaties verder en heeft nu al een ruig en niet altijd even makkelijk leven achter de rug, waarin de fles vaak troost bracht. In 2015 formeerde Sarah Shook in Pittsboro, North Carolina, haar begeleidingsband The Disarmers, wat in hetzelfde jaar het in eigen beheer uitgebrachte en niet heel breed opgepikte Sidelong opleverde.
Het is een plaat die nu wordt opgevolgd door Years, dat een aantal flinke stappen in de goede richting zet en met name in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk is onthaald met positieve recensies. Dat verbaast me niet, want Years is een erg sterke plaat.
Het is een plaat die ver blijft verwijderd van de countrypop zoals die momenteel in Nashville wordt gemaakt en vol kiest voor de meer traditionele Amerikaanse countrymuziek. Het is countrymuziek vol invloeden uit de rock ’n roll en de honky tonk en het is countrymuziek die onmiddellijk beelden op het netvlies tovert van duistere clubs waarin het podium met kippengaas van de over het algemeen wat rauwe bezoekers is afgeschermd.
Het is muziek zoals die al een aantal decennia wordt gemaakt en die op zeer vakkundige wijze wordt vertolkt door The Disarmers. De band van Sarah Shook biedt plaats aan een lekker energieke ritmesectie, maar ook de gitarist van de band kan er wat van en tovert zowel countryloopjes als rauwe rock ’n roll riffs uit zijn gitaren.
Het levert muziek op vol passie en temperament en het is muziek die de tradities van de Amerikaanse rootsmuziek in ere houdt. Ik vind het allemaal bijzonder lekker klinken, maar het meest ben ik toch gecharmeerd van de stem van Sarah Shook. De Amerikaanse muzikanten heeft op zich geen hele mooie of bijzondere stem, maar het is wel een stem vol gevoel en doorleving, die flink wat ellende over je heen spuugt.
Het doet me allemaal wel wat denken aan de geweldige platen van de helaas wat in de vergetelheid geraakt Sarah Borges, maar Sarah Shook heeft vast ook talloze voorbeelden uit een verder verleden.
Ik laat me normaal gesproken sneller verleiden tot wat moderne countrymuziek, maar de traditionele country van Sarah Shook & The Disarmers grijpt je vanaf de eerste noten van Years bij de strot en laat voorlopig echt niet meer los. Of, hoe de band zich zelf introduceert op haar bandcamp pagina" Sarah Shook & The Disarmers are a country band with a sneer, a bite, and no apologies. Shook's original songs take on the usual country spin on shitty relationships, bad decisions, and excessive alcohol consumption for damn good reasons". Prachtig. Erwin Zijleman
Years van Sarah Shook & The Disarmers is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de band: https://sarahshookthedisarmers.bandcamp.com.
16 april 2018
Kissy Fleur - Ripened Fruit
Kissy Fleur is een jonge singer-songwriter die werd geboren in Nederland, opgroeide in het Australische Sydney, maar sinds kort weer is teruggekeerd in Nederland.
De afgelopen drie jaar knutselde ze op haar slaapkamer haar debuutalbum in elkaar en dat heeft een buitengewoon opvallend en indrukwekkend album opgeleverd.
Ripened Fruit valt allereerst op vanwege de thematiek. Het album vertelt het heftige verhaal van een jong meisje dat wordt verkracht en sluit hiermee aan bij de #MeToo beweging van het moment, die dit soort verhalen bespreekbaar maakt en de daders aanklaagt.
Kissy Fleur vertelt het trieste verhaal van een jong meisje dat wordt getekend door seksueel geweld op bijzondere wijze en concentreert zich hierbij op alle emoties rond zo’n ingrijpende gebeurtenis.
Ripened Fruit is een dromerige en soms bijna sprookjesachtige klinkende plaat, wat flink contrasteert met de aardedonkere thematiek. Kissy Fleur verpakt al het vreselijks dat de hoofdpersoon is overkomen in metaforen, wat de trefzekerheid van haar teksten uiteindelijk alleen maar vergroot en al het leed op de plaat net wat draaglijker maakt.
De songs op de plaat zijn zoals gezegd dromerig en sprookjesachtig, maar het zijn ook songs vol muzikaal avontuur en songs waarin de emotie in een aantal gevallen flink opbouwt. Kissy Fleur heeft haar songs voorzien van atmosferische elektronische klanken, die vervolgens worden gecombineerd met klassiek aandoende arrangementen en het veelkleurige en betoverende geluid van haar harp.
Het past uitstekend bij de dromerige en vaak wat meisjesachtige stem van Kissy Fleur, die op fascinerende wijze in de huid kruipt van de hoofdpersoon op Ripened Fruit; een hoofdpersoon die ze uiteraard best zelf kan zijn.
In de songs wordt de spanning langzaam opgebouwd wanneer de voorgeschiedenis van het verhaal wordt verteld, wat Ripened Fruit voorziet van een bijzondere lading en onderhuidse spanning. Kissy Fleur trekt je steeds dieper in de bijzondere wereld die ze creëert op haar debuut, waardoor je steeds meer compassie voelt voor het slachtoffer en steeds meer afschuw voor de dader. Het zorgt ervoor dat Ripened Fruit niet alleen een verhaal vertelt, maar ook op subtiele wijze seksueel geweld aanklaagt.
De thematiek valt uiteindelijk niet los te zien van de plaat en dat zorgt voor diepe contrasten. Zo donker als het verhaal op de plaat is, zo wonderschoon is de muziek. Kissy Fleur maakt indruk met songs die maar weinig associaties oproepen met muziek uit het verleden en een duidelijk eigen geluid laten horen. Ik moest er even aan wennen, maar inmiddels ben ik diep onder de indruk van het emotionele debuut van Kissy Fleur. Erwin Zijleman
Ripened Fruit van Kissy Fleur is voor slechts 5 euro in digitale vorm verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://kissyfleur.bandcamp.com.
De afgelopen drie jaar knutselde ze op haar slaapkamer haar debuutalbum in elkaar en dat heeft een buitengewoon opvallend en indrukwekkend album opgeleverd.
Ripened Fruit valt allereerst op vanwege de thematiek. Het album vertelt het heftige verhaal van een jong meisje dat wordt verkracht en sluit hiermee aan bij de #MeToo beweging van het moment, die dit soort verhalen bespreekbaar maakt en de daders aanklaagt.
Kissy Fleur vertelt het trieste verhaal van een jong meisje dat wordt getekend door seksueel geweld op bijzondere wijze en concentreert zich hierbij op alle emoties rond zo’n ingrijpende gebeurtenis.
Ripened Fruit is een dromerige en soms bijna sprookjesachtige klinkende plaat, wat flink contrasteert met de aardedonkere thematiek. Kissy Fleur verpakt al het vreselijks dat de hoofdpersoon is overkomen in metaforen, wat de trefzekerheid van haar teksten uiteindelijk alleen maar vergroot en al het leed op de plaat net wat draaglijker maakt.
De songs op de plaat zijn zoals gezegd dromerig en sprookjesachtig, maar het zijn ook songs vol muzikaal avontuur en songs waarin de emotie in een aantal gevallen flink opbouwt. Kissy Fleur heeft haar songs voorzien van atmosferische elektronische klanken, die vervolgens worden gecombineerd met klassiek aandoende arrangementen en het veelkleurige en betoverende geluid van haar harp.
Het past uitstekend bij de dromerige en vaak wat meisjesachtige stem van Kissy Fleur, die op fascinerende wijze in de huid kruipt van de hoofdpersoon op Ripened Fruit; een hoofdpersoon die ze uiteraard best zelf kan zijn.
In de songs wordt de spanning langzaam opgebouwd wanneer de voorgeschiedenis van het verhaal wordt verteld, wat Ripened Fruit voorziet van een bijzondere lading en onderhuidse spanning. Kissy Fleur trekt je steeds dieper in de bijzondere wereld die ze creëert op haar debuut, waardoor je steeds meer compassie voelt voor het slachtoffer en steeds meer afschuw voor de dader. Het zorgt ervoor dat Ripened Fruit niet alleen een verhaal vertelt, maar ook op subtiele wijze seksueel geweld aanklaagt.
De thematiek valt uiteindelijk niet los te zien van de plaat en dat zorgt voor diepe contrasten. Zo donker als het verhaal op de plaat is, zo wonderschoon is de muziek. Kissy Fleur maakt indruk met songs die maar weinig associaties oproepen met muziek uit het verleden en een duidelijk eigen geluid laten horen. Ik moest er even aan wennen, maar inmiddels ben ik diep onder de indruk van het emotionele debuut van Kissy Fleur. Erwin Zijleman
Ripened Fruit van Kissy Fleur is voor slechts 5 euro in digitale vorm verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://kissyfleur.bandcamp.com.