31 mei 2020

Libby Rodenbough - Spectacle Of Love

Libby Rodenbough maakt op haar debuutalbum diepe indruk met prachtige songs, een steeds weer bijzonder smaakvol geluid en stem die dwingt tot luisteren 
Ik had tot een paar dagen geleden nog nooit van Libby Rodenbough gehoord, maar inmiddels ben ik flink verslaafd aan haar deze week verschenen eerste soloalbum. Spectacle Of Love laat zich deels beluisteren als een vergeten klassieker uit het verleden, maar het is ook een album dat je steeds weer weet te verassen met bijzondere klanken en arrangementen en waarvoor je alleen maar kunt smelten wanneer Libby Rodenbough zingt. Spectacle Of Love is zo’n album waarvan je wel eens stiekem droomt of over fantaseert, maar opeens is het werkelijkheid. Absoluut een van de grote verrassingen van het moment.


Libby Rodenbough verdiende haar brood tot voor kort als zangeres en violist van de Amerikaanse band Mipso. Ik had eerlijk gezegd nog nooit van de band uit Chapel Hill, North Carolina, gehoord, maar de traditioneel aandoende rootsmuziek met moderne accenten van Mipso is absoluut de moeite waard. Het is iets om later nog eens te ontdekken, want voorlopig gaat alle aandacht uit naar Spectacle Of Love, het eerste soloalbum van Libby Rodenbough. 

Spectacle Of Love is een album dat maar een paar noten nodig heeft om de aandacht te trekken. De openingstrack van het album opent met warme en tijdloze pianoklanken die je mee terug nemen naar de jaren 70, waarna een bas clarinet zorgt voor bijzondere accenten. De muziek klinkt loom en zwoel en past perfect bij de prachtige stem van Libby Rodenbough, die bij oppervlakkige beluistering afwisselend aan Norah Jones, Rickie Lee Jones en Edie Brickell doet denken. Wanneer ook nog eens flink wat strijkers worden ingezet wint het 70s gevoel verder aan terrein, al is ook direct duidelijk dat Libby Rodenbough haar eigen weg kiest op Spectacle Of Love. 

Openingstrack How Come You Call Me is zo smaakvol en eigenzinnig ingekleurd en zo mooi gezongen dat Libby Rodenbough voor mij vanaf de eerste noten een gewonnen wedstrijd speelde. De Amerikaanse singer-songwriter heeft zich er echter niet makkelijk van af gemaakt en weet in iedere track opnieuw te verrassen. Spectacle Of Love is een behoorlijk ingetogen album, maar in de instrumentatie is altijd ruimte voor bijzondere accenten. Het album is ook nog eens zo mooi opgenomen dat het lijkt of Libby Rodenbough en haar medemuzikanten bij jou in de woonkamer staan. 

Het warme en organische geluid op het album vertrouwt ook in de tweede track op de bas clarinet en op de prachtige stem, die zich als een warme deken om je heen slaat, maar aan het eind mogen de strijkers op bijzondere wijze ontsporen, wat ook de tweede track op het album een avontuurlijk karakter geeft. Het is een avontuurlijk karakter dat steeds blijft terugkeren op het debuutalbum van Libby Rodenbough, maar ook steeds net wat anders wordt ingevuld. 

Wanneer de clarinet in de derde track ontbreekt worden de bijzondere accenten al even fraai over genomen door fraai opgenomen snarenwerk, maar altijd is de prachtige zang van Libby Rodenbough en haar emotievolle voordracht de constante. Libby Rodenbough kan op haar debuut alle kanten op. Een experimentelere track met alleen haar viool, tracks die toch wat opschuiven in de richting van haar band Mipso, een mooi jazzy popliedje, je vindt ze allemaal op dit bijzondere album.

Spectacle Of Love is niet alleen een prachtig klinkend en fraai gezongen album, maar het is ook een intiem en intens album dat alleen genoegen neemt met volledige aandacht. De songs van Libby Rodenbough zijn zo mooi en haar zang is zo trefzeker dat Spectacle Of Love net zo makkelijk een vergeten klassieker van een aantal decennia geleden zou kunnen zijn, al klinken de verrassende wendingen absoluut eigentijds. 

Spectacle Of Love van Libby Rodenbough is een album om je eindeloos mee op te sluiten en continu te beluisteren, maar ook dan blijft het album wonderschoon en hoor je nog steeds nieuwe dingen. Libby Rodenbough zoekt meer dan eens het experiment op haar eerste soloalbum, maar kan ook verrassend fraai ingetogen en jazzy of juist aanstekelijk en soulvol klinken. Ik lees er bijna nergens iets over, maar het eerste soloalbum van Libby Rodenbough is een prachtig blinkende parel. Erwin Zijleman

Het debuutalbum van Libby Rodenbough is verkrijgbaar via haar label Sleepy Cat Records: https://www.sleepycatrec.com/scr006-spectacle-of-love.

   

30 mei 2020

Jaime Wyatt - Neon Cross

Jaime Wyatt levert met Neon Cross een album af dat overloopt van gevoel en doorleving en dat zich onmiddellijk schaart onder de betere albums binnen de Amerikaanse rootsmuziek dit jaar
Jaime Wyatt is nog jong, maar heeft al een leven vol ellende achter zich. Het voorziet haar songs van veel emotie, wat Neon Cross een flink stuk optilt. In vocaal opzicht maakt Jaime Wyatt diepe indruk met haar doorleefde strot en dit wordt prachtig gecombineerd met de bijdragen van een aantal topmuzikanten op het album, onder wie de betreurde Neal Casal, die nog één keer mag schitteren. Het levert een album op dat mee kan met de betere albums in het genre dit jaar en dat me meer dan eens doet denken aan de muziek van Allison Moorer. Veel warmer aanbevelen kan ik Neon Cross van Jaime Wyatt niet. 


Felony Blues, het in 2017 verschenen debuut van de Amerikaanse singer-songwriter Jaime Wyatt, ontdekte ik pas een paar maanden geleden, toen de eerste berichten over haar nieuwe album rond begonnen te zingen. Het debuutalbum, dat de singer-songwriter uit Nashville maakte nadat een heroïne verslaving haar de criminaliteit in had gedrongen en in de gevangenis deed belanden, was indrukwekkend genoeg om uit te kijken naar Neon Cross, dat deze week is verschenen. 

Het tweede album van Jaime Wyatt maakt de hoge verwachtingen makkelijk waar en is nog een stuk beter dan haar debuut. Jaime Wyatt moet nog 35 worden, maar heeft al een zwaar leven achter zich. Dat hoor je op Neon Cross dat een stuk doorleefder klinkt dan de albums van haar leeftijdsgenoten. 

Voor Neon Cross deed Jaime Wyatt een beroep op de getalenteerde producer Shooter Jennings (zoon van legende Waylon Jennings en singer-songwriter Jessi Colter), die een aantal uitstekende muzikanten naar de studio haalde. Neon Cross wordt gedragen door de fraaie en ruimtelijke pedal steel klanken van John Schreffler Jr., die beelden van weidse Amerikaanse landschappen op het netvlies toveren, maar bevat ook de laatste muzikale verrichtingen van Neal Casal, die kort na de opnamesessies voor Neon Cross een einde maakt aan zijn leven, maar nog één keer schittert met fraaie gitaar-, mondharmonica- en orgelbijdragen. 

In muzikaal opzicht is Neon Cross een indrukwekkend album. Niet alleen omdat de topmuzikanten op het album prachtig spelen, maar ook omdat het binnen de Amerikaanse rootsmuziek een breed palet bestrijkt, met een voorliefde voor country. In vocaal opzicht is het tweede album van Jaime Wyatt nog veel indrukwekkender. De stem van de singer-songwriter uit Nashville is voorzien van een rauw randje en Jaime Wyatt vertolkt haar songs vol emotie en doorleving. Het zorgt er voor dat Neon Cross een album is dat je vastgrijpt en niet zomaar los laat. 

Jaime Wyatt heeft de weg naar boven weer gevonden, maar maakt geen geheim van de vele diepe dalen die volgden op haar eerste succesvolle stappen in de Californische muziekscene. Neon Cross is hierdoor een intens album, maar bij beluistering van Neon Cross hoor ik ook veel speelplezier, wat het album voorziet van veel energie. 

De Nashville scene wordt momenteel gedomineerd door zoetgevooisde zangeressen met een voorliefde voor countrypop, maar Jaime Wyatt is uit ander hout gesneden. Haar wat ruwe rootsmuziek zou uitstekend gedijen in Austin, Texas, maar natuurlijk lopen er ook in Nashville nog genoeg muzikanten rond die weinig op hebben met blinkende countrypop. 

Zeker wanneer Jaime Wyatt wat krachtiger of met een wat stevigere snik zingt hoor ik wel wat raakvlakken met Alison Moorer, die haar songs ook met veel gevoel en doorleving vertolkt, wat ook niet zo gek is als je weet wat voor leven zijn achter zich heeft gelaten. Met Alison Moorer hebben we een van mijn favoriete singer-songwriters te pakken, maar Jaime Wyatt komt met het prachtige Neon Cross dicht in de buurt en heeft ook nog eens een album afgeleverd dat bij iedere keer horen weer wat mooier en indrukwekkender is. Alle reden dus om Jaime Wyatt te omarmen als een van de grootste beloften binnen de Amerikaanse rootsmuziek. Erwin Zijleman

Neon Cross van Jaime Wyatt is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://jaimewyattmusic.bandcamp.com/album/neon-cross.



Neon Cross van Jaime Wyatt is verkrijgbaar via de Mania webshop:
LP (coloured), 19,99 euro
LP, 19,99 euro
cd, 14,99 euro

   

29 mei 2020

Carly Rae Jepsen - Dedicated Side B

Liefhebbers van pure pop kunnen al jaren niet om Carly Rae Jepsen heen en ook met een verzameling restjes is ze vele klassen beter dan de gemiddelde popprinses
Het wordt wel eens onderschat, maar het maken van een perfecte popplaat is volgens mij een van de lastigste klussen die er is. De Canadese muzikante Carly Rae Jepsen is er al jaren zeer bedreven in en laat nu horen dat haar restmateriaal ook nog steeds veel beter is dan bijna al het andere in het genre. Natuurlijk wordt ze bijgestaan door een legioen aan topproducers, maar ook op Dedicated Side B laat Carly Rae Jepsen horen dat ze knap in elkaar stekende songs schrijft en ze op aantrekkelijke wijze weet te vertolken. Ik ben er lang niet altijd voor in de stemming, maar zo af en toe klinkt het heerlijk en valt er veel te bewonderen.


Mensen kijken me vaak wat meewarig aan wanneer ik begin over mijn liefde voor goed gemaakte pop. Het is een genre dat meestal niet op de sympathie van de critici hoeft te rekenen en nogal eens wordt geassocieerd met kauwgomballen. Het ziet er misschien even leuk uit, maar het smaakt eigenlijk nergens naar, zeker niet als je er wat langer op hebt gekauwd. 

Het geldt voor een (groot) deel van de hitgevoelige popmuziek, maar er zijn zeker uitzonderingen. Bovendien, is de popmuziek niet ooit uitgevonden voor het maken van aanstekelijk vermaak in twee à drie minuten? 

De Canadese Carly Rae Jepsen is voor mij al enkele jaren een uitzondering wanneer het gaat om goed gemaakte popmuziek. Het begon een jaar of acht geleden voorzichtig met het veelbelovende Kiss, met hierop de hit Call Me Maybe (in Nederland voorgoed verpest door een parodie van iemand met aandrang). Met E-MO-TION uit 2015 en Dedicated uit 2019 maakte Carly Rae Jepsen vervolgens pas echt indruk. De twee albums stonden bol van de invloeden uit een aantal decennia popmuziek, maar klonken ook zeer eigentijds. Het zijn albums met makkelijk in het gehoor liggende popliedjes, maar de kwaliteit druipt er van af, als je het wilt horen tenminste. 

Het deze week verschenen Dedicated Side B is niet de echte opvolger van Dedicated, maar is, zoals de titel ook al doet vermoeden, gevuld met restmateriaal van het terecht geprezen laatste album van Carly Rae Jepsen. Nu is het uitbrengen van restmateriaal meestal een zwaktebod, maar de Canadese muzikante schreef voor haar vorige albums zo’n 200 songs, waarvan er een flink aantal verder werden uitgewerkt met een handvol topproducers. Het verbaast me dan ook niet dat Dedicated Side B niet of nauwelijks onder doet voor het vorig jaar verschenen album en dat het een album is waarvan de gemiddelde popprinses alleen maar kan dromen. 

Ook op deze verzameling restmateriaal laat Carly Rae Jepsen weer horen hoe bedreven ze is in het schrijven van nagenoeg perfecte popsongs. Het zijn popsongs die zich rijkelijk hebben laten inspireren door een aantal decennia popmuziek, maar Dedicated Side B is ook een album dat met beide benen in het heden staat en dat de blauwdruk zal vormen voor de popplaten van de komende jaren. 

Natuurlijk leunt de Canadese muzikante zwaar op een aantal van de meest gewilde producers in het genre, maar ze schreef de twaalf songs op dit album zelf en laat ook dit keer horen dat ze niet alleen een geweldig songwriter is, maar ook een uitstekend zangeres. Natuurlijk kun je hier alleen van genieten als je niet allergisch bent voor uitermate commerciële popmuziek met een voorkeur voor heel veel glitters en een voorliefde voor de dansvloer. Ik ben zelf niet zo gek op glitters en evenmin op de dansvloer, maar de popliedjes van Carly Rae Jepsen gaan er in als koek. 

In de productie staan alle schuiven open en wordt de ene laag elektronica op de andere lag gestapeld, maar Carly Rae Jepsen weet haar songs ook te voorzien van een eigen identiteit. Het klinkt lekker, zeker wanneer je toe bent aan zorgeloos vermaak, maar het zit allemaal ook ongelooflijk knap in elkaar. Natuurlijk draai ik dit zelf ook maar af en toe, maar als ik het doe is het ook dit keer weer genieten van de pure pop van Carly Rae Jepsen. Erwin Zijleman



Dedicated Side B van Carly Rae Jepsen is verkrijgbaar via de Mania webshop:
LP, 22,99 euro
cd, 17,99 euro

   

Nichole Wagner - Dance Songs For The Apocalypse

Nichole Wagner komt na een ijzersterk debuut op de proppen met een zeer verrassende EP, die laat horen dat ze alle kanten op kan met haar talenten
Nichole Wagner liet op haar twee jaar geleden verschenen debuut horen dat ze binnen de Amerikaanse rootsmuziek met de besten mee kan. Dat ze ook daarbuiten uit de voeten kan laat ze horen op Dance Songs For The Apocalypse waarop ze soms binnen en soms uitbundig buiten de lijntjes van het genre kleurt, zoals in de sterke vertolking van Life During Wartime van Talking Heads. Ook de andere vier tracks zijn prachtig ingekleurd en heel mooi gezongen. Zie het als een tussendoortje, maar het is wel een heel fraai tussendoortje, dat zeer doet uitzien naar de volgende verrichtingen van de talentvolle singer-songwriter uit Austin, Texas. 


De Amerikaanse singer-songwriter Nichole Wagner maakte alweer bijna twee jaar geleden flink wat indruk met haar debuutalbum And The Sky Caught Fire, dat ook in Nederland goed werd ontvangen, zij het in bescheiden kring. 

Voor haar debuut wist de singer-songwriter uit Austin, Texas, de ervaren producer Justin Douglas en een aantal uitstekende muzikanten te strikken en dat hoorde je. Het debuut van Nichole Wagner was weliswaar gemaakt met bescheiden middelen, maar het was een album vol allure. And The Sky Caught Fire wist zich te onderscheiden van de albums van de meeste soortgenoten met net wat rauwere Amerikaanse rootsmuziek. Je komt nu eenmaal uit Texas of niet. 

Het debuut van Nichole Wagner klonk uitstekend, maar de meeste aandacht werd toch opgeëist door haar uitstekende stem. Ik beschreef And The Sky Caught Fire uiteindelijk als de plaat die Kacey Musgraves zou hebben gemaakt wanneer ze niet in Nashville maar in Austin zou zijn beland en dat moet worden gelezen als een groot compliment. 

Alle reden dus om nieuwsgierig te zijn naar nieuw werk van Nichole Wagner en dat verscheen deze week. Dance Songs For The Apocalypse is helaas slechts een EP, maar het is wel een hele interessante EP, die me nu al nieuwsgierig maakt naar de volgende stap die Nichole Wagner gaat zetten. 

Dance Songs For The Apocalypse is gevuld met uitsluitend covers en ik wist op voorhand al dat het vertolken van songs van anderen een kunstje is dat de singer-songwriter uit Austin uitstekend beheerst. Een jaar voor haar debuutalbum verscheen immers al de EP Plotting The Constellations, waarop een zeer geslaagde cover van Springsteen’s Tougher Than The Rest was te vinden. 

Op haar eerste twee releases beperkte Nichole Wagner zich nog vooral tot de Amerikaanse rootsmuziek, al gaf ze hier wel een eigen invulling aan. Op Dance Songs For The Apocalypse slaat Nichole Wagner haar vleugels nadrukkelijk uit. Dat hoor je het best in de openingstrack waarin de Texaanse muzikante op indrukwekkende wijze aan de haal gaat met Life During Wartime van Talking Haeds. Nichole Wagner verruilt de zuidelijke Americana tijdelijk voor funky basloopjes, bezwerende synths, huilende sirenes en een scheurende saxofoon, maar het klinkt geen moment onnatuurlijk. 

Ook in vocaal opzicht staat het als een huis en is duidelijk dat Nichole Wagner ook buiten de Amerikaanse rootsmuziek uitstekend uit de voeten kan. Life During Wartime is de meest opvallende track op de EP, maar Dance Songs For The Apocalypse overtuigt vijf songs en 23 minuten vrij makkelijk. 

Bird Set Free van Sia wordt een mooi intiem popliedje dat meer aan Natalie Merchant dan aan Sia doet denken. Rilo Kiley’s Better Son wordt niet alleen prachtig gezongen (met wederom associaties met Natalie Merchant), maar valt ook op door een speelse wat tropisch aandoende instrumentatie. 

Prijsnummer is wat mij betreft de bijzonder mooie versie van Heartbeats Accelerating van Kate & Anna McGarrigle, waarin Nichole Wagner prachtig ingetogen begint, maar de spanning prachtig wordt opgebouwd met steeds wat rauwer gitaarwerk, waarna stemmig wordt afgesloten met het fraaie Ambulance Blues van Neil Young. Het is 23 minuten genieten. Keer op keer. Dat Nichole Wagner de belofte van haar debuut waarmaakt is wat mij betreft zeker. Erwin Zijleman

De muziek van Nichole Wagner is verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://nicholewagner.bandcamp.com. De nieuwe EP is hier nog niet te vinden.
Deze kan wel digitaal of op cassette (!) worden verkregen via haar website:

   

28 mei 2020

Katie von Schleicher - Consummation

Katie von Schleicher overtuigde mij nog niet heel erg met haar vorige album, maar zet nu een flinke stap met een album dat wel vol staat met avontuurlijke maar ook memorabele popliedjes
Aan jonge vrouwelijke singer-songwriter in het indie segment hebben we momenteel zeker geen gebrek, dus probeer maar eens op te vallen. Katie von Schleicher viel zeker op met haar vorige album, maar dat rammelde me uiteindelijk net wat te veel en bevatte bovendien te weinig goede songs. Met Consummation zet de singer-songwriter uit New York echter een flinke stap. Het album klinkt veel beter dan zijn voorganger, rammelt minder en bevat veel betere songs. Het zijn gelukkig nog altijd songs die het avontuur opzoeken en die durven te experimenteren. Het levert een album op dat de grauwe middelmaat in het genre ruimschoots overstijgt.


De vijver met jonge vrouwelijke singer-songwriters zit momenteel zo vol dat zelfs ik, als groot liefhebber van het genre, er lang niet alles meer uit vis. Voor de vanuit Brooklyn, New York, opererende Katie von Schleicher maak ik dit keer echter graag een uitzondering, want met Consummation heeft ze een verrassend en sterk album afgeleverd. 

Consummation is niet mijn eerste kennismaking met de muziek van de New Yorkse muzikante. Drie jaar geleden leverde ze met Shitty Hits een album af dat me net wat teveel rammelde en waarop ik uiteindelijk vooral de memorabele songs mistte. Vanwege deze ervaring zou ik Consummation normaal gesproken hebben laten liggen, maar de volgende quote van Allmusic.com maakte me onmiddellijk nieuwsgierig naar de nieuwe muziek van Katie von Schleicher: “the breathy force and ambitious sweep of her phrasing and her multiple overdubbed harmonies suggest this is what Kate Bush could have sounded like had she been an Brooklyn indie rocker born in the 1990s”. 

Het is een mooie maar uiteindelijk vrij onzinnige quote, al doet Consummation me inderdaad af en toe aan Kate Bush denken (maar veel vaker niet). Vergeleken met voorganger Shitty Hits zet de muzikante uit New York echter een reuzenstap. Waar deze voorganger opviel door een zeer matige geluidskwaliteit, een wat te hoog rammelgehalte en een chronisch gebrek aan aansprekende songs, zijn deze drie zaken op Consummation dik in orde. 

Katie von Schleicher levert dit keer een fraai klinkend album op vol songs die wel wat invloeden uit de lo-fi bevatten, maar die maar veel beter zijn uitgewerkt dan die op het vorige album en het debuut van Katie von Schleicher (dat in 2015 op cassette (!) werd uitgebracht). Het levert een serie songs op waarvan ik de meeste wel als memorabel durf te bestempelen. 

De New Yorkse muzikante heeft veel van haar songs voorzien van een atmosferisch aandoend elektronisch klankentapijt, maar het album bevat ook een aantal songs waarin elementen van rechttoe rechtaan gitaarsongs zijn verwerkt. Het is een instrumentatie die af en toe een aantal decennia terug in de tijd lijkt te springen, al is de muziek van Katie von Schleicher ook zeker als eigentijds te karakteriseren. 

Het is knap hoe de Amerikaanse muzikante de lo-fi invloeden van haar vorige album en het avontuur op dit album heeft weten te behouden, maar op hetzelfde moment een mooier en beter uitgewerkt geluid creëert. Consummation valt op door bijzondere arrangementen, maar perfect hoeft het nooit te zijn. Het album valt verder op door aangename popliedjes, maar het zijn ook popliedjes die de fantasie prikkelen en die hier en daar flink van de hak op de tak springen. 

Ik durf zeker niet te beweren dat Kate Bush had geklonken als Katie von Schleicher als ze een aantal decennia later en niet op het Britse platteland maar in New York was geboren, maar ik hoor wel dat de jonge Amerikaanse singer-songwriter haar Kate Bush klassiekers kent en dat ze net als Kate Bush in haar jonge jaren muziek maakt die durft te verrassen. Ik vind zeker niet alles goed op Consummation, want Katie von Schleicher springt wel eens een tak te ver, maar waar ik haar vorige album vrij snel terzijde schoof, blijkt dit album maar terugkeren uit de speakers. Erwin Zijleman

De muziek van Katie von Schleicher is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://katievonschleicher.bandcamp.com/album/consummation.



Consummation van Katie von Schleicher is verkrijgbaar via de Mania webshop:
LP, 20,99 euro
cd, 16,99 euro

   

27 mei 2020

Reckless Kelly - American Jackpot/American Girls

Reckless Kelly maakt al zo’n 20 jaar oerdegelijke, maar ook hele goede Americana albums en overtuigt na een stilte van 4 jaar met een ambitieus album en maar liefst vijf kwartier muziek
Ik ben persoonlijk al heel wat jaren zeer gecharmeerd van de muziek van de Amerikaanse band Reckless Kelly. Voor avontuur en vernieuwing ben je bij de Texaanse band niet aan het juiste adres, maar de wat traditioneel aandoende en zeer degelijke Americana klinkt altijd prachtig en zit goed in elkaar. Ook op American Jackpot/American Girls steekt de band weer in een prima vorm. Het klinkt allemaal prachtig, de zang is uitstekend en de songs zijn stuk voor stuk aangenaam. American Jackpot/American Girls kan zich meten met de beste albums van de band en dat zegt wat. Verplichte kost voor de liefhebbers van degelijke Americana.


Een jaar of vijftien geleden leek de Amerikaanse band Reckless Kelly uit te groeien tot een van de belangrijkere en betere bands binnen de Amerikaanse rootsmuziek. De band uit Austin, Texas, timmerde stevig aan de weg op het podium en bracht bovendien een aantal uitstekende albums uit, waarvan ik Under The Table And Above The Sun uit 2003 en Wicked Twisted Road uit 2005 nog altijd de beste vind. 

Reckless Kelly maakte ook de afgelopen 15 jaar meerdere uitstekende albums, maar de grote belofte van de vroege jaren vervaagde wat, zeker in Nederland. De afgelopen vier jaar was het helemaal stil rond de Texaanse band, maar met American Jackpot/American Girls haalt Reckless Kelly de schade in. 

American Jackpot/American Girls is een dubbelalbum met maar liefst vijf kwartier muziek en het is bovendien een concept album (of feitelijk twee concept albums). American Jackpot staat stil bij de Amerikaanse samenleving in al haar facetten en beschrijft deze samenleving genuanceerd aan de hand van persoonlijke verhalen. American Girls is net was losser en staat stil bij de liefde. 

Reckless Kelly is in Austin en omstreken nog altijd een grote band, maar in Nederland werden de laatste albums van de band lauwtjes ontvangen. Grote kans dat dit ook gebeurt met American Jackpot/American Girls, maar persoonlijk vind ik het een uitstekend album. Aan de andere kant begrijp ik ook wel waarom niet iedereen enthousiast is over de muziek van de band. Ook American Jackpot/American Girls is weer een oerdegelijk en wat traditioneel aandoend album. Reckless Kelly kleurt ook op haar nieuwe album weer vijf kwartier lang netjes binnen de lijntjes van de Americana en laat zich nergens verleiden tot experimenten of frivoliteiten. 

Ik heb er persoonlijk geen enkele moeite mee. Reckless Kelly tekent inderdaad voor een geluid dat niet als spannend of vernieuwend is te omschrijven, maar zet wel een mooi vol, warm en smaakvol geluid neer, dat de songs van de band steeds net wat anders inkleurt en dat ook nog eens wordt verrijkt met gastbijdragen van topmuzikanten als Gary Clark Jr. en Charlie Sexton. Met name het gitaarwerk op het album is fraai, maar ook de dynamiek op en de productie van het album vallen in positieve zin op. Hetzelfde geldt voor de zang van voorman Willy Braun, die bovendien fraaie verhalen heeft opgetekend en overtuigt als songwriter. 

Hoewel mijn favoriete Reckless Kelly albums inmiddels meer dan 15 jaar oud zijn, hoor ik op American Jackpot/American Girls een band die zich ook de afgelopen jaren heeft ontwikkeld en die niet alleen degelijk is, maar ook goed. Vijf kwartier muziek is meestal wat veel van het goede, maar American Jackpot/American Girls is gevarieerd genoeg om lang te kunnen boeien, al is het maar omdat de twee albums van elkaar verschillen. American Girls is net wat losser en lichtvoetiger dan American Jackpot en zet bovendien vaker vrouwenstemmen in. American Jackpot is qua thematiek weer wat indrukwekkender. 

Ik ben Reckless Kelly al die jaren trouw gebleven, maar had eerlijk gezegd geen album meer verwacht dat in de buurt kan komen van de vroege albums van de band. American Jackpot/American Girls doet dit echter zeker. Warm aanbevolen aan liefhebbers van (degelijke) Amerikaanse rootsmuziek derhalve. Erwin Zijleman



American Jackpot/American Girls van Reckless Kelly is verkrijgbaar via de Mania webshop:
2cd, 17,99 euro


   

26 mei 2020

Kidbug - Kidbug

’Supergroep’ Kidbug citeert uit een handvol muziekstromingen uit de jaren 90, maar voegt ook flink wat avontuur en verleiding toe aan dit buitengewoon aangename debuutalbum
De leden van Kidbug hebben hun sporen in de muziek stuk voor stuk verdiend, maar tellen op tot iets dat aan de ene kant bekend in de oren klinkt, maar dat je aan de andere kant ook steeds weer fascineert. Met invloeden uit de noiserock, de indierock, de shoegaze en de dreampop is het gitaarwerk op het debuut van Kidbug vaak behoorlijk stevig, maar er zijn altijd verrassende wendingen en hiernaast is er de soepele stem van Marina Tadic die zorgt voor verrassing, avontuur en verleiding en die de songs van de band ook nog eens een melodieuze draai geeft. Supergroep is misschien wat overdreven, maar leuk en interessant is het absoluut.


Kidbug werd de afgelopen week hier en daar binnengehaald als een ‘supergroep’; een term die vooral in de jaren 70 werd gebruikt wanneer leden van hele grote bands de krachten bundelden in een nieuwe band en die voor het eerst werd gebruikt toen in 1969 Cream werd geformeerd. 

Het predicaat supergroep is misschien wat veel eer voor de band Kidbug, want zo bekend zijn de leden van de band niet. Adam Harding geniet mogelijk enige bekendheid als voorman van de band Dumb Numbers, terwijl Marina Tadic vooral in Nederland bekend is met haar alter ego Eerie Wanda (haar debuut Pet Town behoort wat mij betreft overigens tot de verrassingen van 2019). Bassist Bobb Bruno en drummer Thor Harris staan ook nog eens op de loonlijst van respectievelijk Best Coast en Swans. 

Het is misschien geen supergroep volgens de jaren 70 definitie, maar in muzikaal opzicht mag het debuut van Kidbug er zeker zijn. Kidbug ontstond toen de liefde Marina Tadic en Adam Harding bij elkaar bracht, maar ook in muzikaal opzicht blijkt het te klikken tussen de twee muzikanten en de later aangeschoven ritmesectie. De band beschrijft haar muzikale kindje zelf als "cuddlebug sludge”, maar omdat er al genres genoeg zijn beperk ik me maar tot al bestaande hokjes. 

Van deze hokjes zijn dreampop, shoegaze, noiserock en indierock het meest van toepassing op de muziek van Kidbug. Adam Harding is niet vies van gruizig gitaargeweld, Marina Tadic zingt prachtig speels en dromerig en de strak spelende ritmesectie slaat alles vakkundig aan elkaar. Hoewel het debuut van Kidbug vooral een gitaaralbum is, was er ook zeker plaats voor andere instrumenten in de studio, waardoor het geluid van de band is verrijkt met keyboards, vibrafoon, percussie en mij onbekende instrumenten als buddha machines en de hurdy gurdy. 

Flink wat songs op het album zijn deels verstopt onder gruizig gitaargeweld, maar de mooie en trefzekere zang van Marina Tadic zorgt er steeds weer voor dat de kop en de staart van de song nooit uit het oog worden verloren. Het zijn songs die soms behoorlijk stevig zijn en die bovendien niet vies zijn van bijna psychedelische passages, maar het zijn ook prachtig melodieuze songs die makkelijk verleiden. 

De songs van Kidbug zijn door het gitaargeweld en de hier en daar stevig aanzwellende synths behoorlijk overweldigend, maar de band vertrouwt zeker niet alleen op grootse en meeslepende klanken. In de songs van de band zijn keer op keer bijzondere wendingen te horen, waardoor je niet alleen nieuwsgierig blijft, maar de spanning in de songs van Kidbug ook prachtig wordt opgebouwd en weer afgebouwd. 

In muzikaal opzicht wordt flink uitgepakt en keer op keer indruk gemaakt met stevig gitaarwerk, maar de speelse zang van Marina Tadic is minstens even belangrijk. De afwisselend dromerige en avontuurlijke zang voorziet het geluid van Kidbug van veel dynamiek en zorgt er bovendien voor dat de band meer doet dan fantasieloos voortborduren op de muziek van de inspiratiebronnen uit de jaren 90. 

Zeker als de ritmesectie loodzwaar is en de gitaarmuren meedogenloos zijn, vraagt het debuut van Kidbug om een flink volume, waarbij ook de zang het best tot zijn recht komt. Het roept associaties op met een enorme stapel met mijn favoriete rockalbums uit de jaren 90, maar het debuut van Kidbug voegt er ook wat aan toe en had ik daarom zeker niet willen missen. Erwin Zijleman

De muziek van Kidbug is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://kidbug.bandcamp.com/releases.



Kidbug van Kidbug is verkrijgbaar via de Mania webshop:
LP (pink), 26,99 euro
cd, 16,99 euro

   

25 mei 2020

Emily Keener - I Do Not Have To be Good

Bijzonder fraai album van de jonge singer-songwriter Emily Keener die verrast met een mooi, ruimtelijk en stemmig geluid en indruk maakt met een werkelijk prachtige stem
I Do Not Have To Be Good is mijn eerste kennismaking met de muziek van de Amerikaanse singer-songwriter Emily Keener en wat ben ik onder de indruk. De muzikante uit Cleveland, Ohio, heeft haar muziek subtiel maar bijzonder smaakvol ingekleurd en slaagt er bovendien in om steeds meer net wat anders te klinken. Nog indrukwekkender is de werkelijk prachtige zang op het album. Emily Keener is voorzien van een stem die alle kanten op kan en die constant goed is voor betovering en bezwering. Heel bekend is Emily Keener nog niet, maar dit kan zomaar eens een van de grote verrassingen van 2020 worden.


Emily Keener is een jonge singer-songwriter uit Cleveland, Ohio. Ze is pas 22, maar draait inmiddels al een aantal jaren mee. Ze begon een jaar of vijf geleden als traditionele folkie, maar liet op het in 2017 verschenen, en terecht met de No Depression singer-songwriter Award beloonde, Breakfast horen dat ze zich ook buiten de gebaande paden van het genre durfde te begeven. Dat doet ze nog veel nadrukkelijker op het deze week verschenen I Do Not Have To Be Good, dat opschuift richting indie-folk. 

I Do Not Have To Be Good is een album dat naadloos aansluit op mijn muzieksmaak. In de openingstrack Nap bezweert Emily Keener met mooie en stemmige gitaarlijnen, opvallende percussie en vooral met een stem die mij direct bij de strot grijpt. Het heeft wat van Cowboy Junkies en het heeft ook zeker wat van Phoebe Bridgers, wat mij betreft momenteel het grootste talent onder de vrouwelijke singer-songwriters in het indie segment. 

Net als Phoebe Bridgers slaagt Emily Keener er in om direct bij de eerste noten een bijzondere sfeer te scheppen. Het is een wat donkere en onderkoelde sfeer, die prachtig wordt gecontrasteerd met de warme en dromerige zang van de singer-songwriter uit Cleveland. Ook in de tracks die volgen blijft Phoebe Bridgers relevant vergelijkingsmateriaal, maar Emily Keener laat op I Do Not Have To Be Good ook een eigen geluid horen en maakt als zangeres meer indruk dan haar Californische collega. 

Emily Keener verrast op haar nieuwe album met zang die loom en dromerig is, maar die ook gevoelig en emotievol is. De stem van de Amerikaanse singer-songwriter staat terecht centraal op I Do Not Have To Be Good, maar ook de instrumentatie op het album is verrassend smaakvol. Het is een sobere instrumentatie die wordt gedragen door spaarzame gitaarakkoorden die prachtig voorin de mix zijn geplaatst en die zijn voorzien van flink wat galm, waardoor ze de ruimte fraai vullen. Hier en daar is wat percussie toegevoegd en zo nu en dan duiken wat atmosferische synths op, maar het blijft allemaal behoorlijk sober, al mogen de gitaren hier en daar ook best gruizig klinken. 

I Do Not Have To Be Good bevat flink wat invloeden uit de folk en indie-folk, maar kan hier en daar ook jazzy klinken. In de meest poppy momenten hoor ik ook nog wel wat van Sarah McLachlan, maar de muziek van Emily Keener is een stuk eigenzinniger. I Do Not Have To Be Good is een heerlijk album voor een lome en regenachtige zondagmiddag, maar het is ook een album dat het heel goed doet tijdens de kleine uurtjes. Het is bovendien een album dat steeds meer geheimen prijs geeft en steeds meer tot leven komt. 

De instrumentatie en productie zijn vaak sober, maar Emily Keener kleurt haar muziek absoluut fraai in en maakt steeds weer indruk met bijzonder fraai gitaarwerk en subtiele accenten van andere instrumenten, waarvan de piano zo af en toe het voortouw neemt. Hoe mooi de stem is van de Amerikaanse singer-songwriter hoor je het best in het wonderschone Boats dat behoort tot de mooiste songs die ik de laatste tijd heb gehoord. De andere songs op het album doen hier nauwelijks voor onder. Dat ik behoorlijk verknocht ben geraakt aan dit album zal inmiddels duidelijk zijn. Erwin Zijleman

De muziek van Emily Keener is in Europa, vooralsnog helaas uitsluitend in digitale vorm, verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://emilykeener.bandcamp.com/album/i-do-not-have-to-be-good.

   

24 mei 2020

Steve Earle & The Dukes - Ghosts Of West Virginia

Steve Earle en zijn band The Dukes gaan gedreven te werk op een geëngageerd rootsalbum dat op fraaie wijze stil staat bij een mijnramp van opvallend recente datum
Steve Earle verkeert al twee decennia in topvorm, want een imposant stapeltje uitstekende albums heeft opgeleverd. Het deze week verschenen Ghosts Of West Virgina kan binnen dit stapeltje met de beste albums mee. De songs op het album werden geschreven voor een mijnramp uit 2010, die Steve Earle nog steeds boos maakt. Het levert een geëngageerd album op dat onrecht aan de kaak stelt, maar dat ook vol prachtige rootsmuziek staat. Prachtig gespeeld door zijn band The Dukes en met veel doorleving gezongen door de ouwe rot, die het opneemt voor de kansarmen binnen de Amerikaanse samenleving. Een van zijn beste albums wat mij betreft.


Steve Earle vierde eerder dit jaar zijn 65e verjaardag, maar verkeert de afgelopen jaren in een betere vorm dan in zijn jonge jaren (zijn debuut Guitar Town uit 1986 natuurlijk uitgezonderd). Na het fraaie eerbetoon aan zijn vriend Guy Clark op het vorig jaar verschenen Guy, laat Steve Earle zich nu van zijn geëngageerde kant zien. 

De songs op Ghosts Of West Virgina schreef de Amerikaanse muzikant voor het toneelstuk Coal Country, dat stil staat bij de Upper Big Branch Mine Disaster in Raleigh County, West Virginia, waarbij 29 mijnwerkers het leven verloren omdat de mijnbazen bewust de veiligheidsregels aan hun laars lapten. Wat deze ramp extra schokkend maakte is dat het allemaal plaatsvond in 2010 en niet honderd of honderdvijftig jaar eerder. 

Ghosts Of West Virgina opent met een a-capella track waarin Steve Earle vocaal wordt bijgestaan door zijn band The Dukes en waarin zijn rauwe strot fraai wordt gecontrasteerd door die van violiste en zangeres Eleanor Whitmore. Steve Earle beperkt zich op zijn nieuwe album niet alleen tot de ramp uit 2010, maar plaatst de positie van mijnwerkers ook in een historisch perspectief en staat ook stil bij de grote groep Amerikaanse arbeiders die de American Dream al lang uit het oog zijn verloren. 

Wat past hier beter bij dan traditioneel aandoende rootsmuziek met afwisselend invloeden uit de folk, country, bluegrass, rock ‘n roll en rootsrock? Zeker de songs met invloeden uit de folk doen qua sfeer wel wat denken aan Bruce Springsteen’s We Shall Overcome: The Seeger Sessions, maar Ghosts Of West Virgina bestrijkt een veel breder palet en kan ook behoorlijk stevig uitpakken. 

Ghosts Of West Virginia imponeert door de rauwe strot van Steve Earle, die de maatschappijkritische teksten met veel gevoel vertolkt, maar het album laat ook duidelijk horen hoe goed de band van de Amerikaanse muzikant is. The Dukes hebben het album voorzien van een fraai geluid dat zowel traditioneel als modern kan klinken. Gitarist Chris Masterson, pedal steel speler Ricky Jay Jackson, violist Eleanor Whitmore en de uit bassist Jeff Hill en drummer Brad Pemberton bestaande ritmesectie verdienen het stuk voor stuk om genoemd te worden, maar uiteraard trekt de doorleefde strot van Steve Earle de meeste aandacht. 

Het klinkt allemaal geweldig, maar ook de songs en de verhalen op Ghosts Of West Virgina zijn van een bijzonder hoog niveau en zullen niemand onberoerd laten. Het is bovendien knap hoe Steve Earle en zijn band steeds een andere uithoek van de Amerikaanse rootsmuziek verkennen. 

Een van de hoogtepunten voor mij is het bijzonder fraaie geheel door Eleanor Whitmore gezongen If I Could See Your Face Again, waarin het leed van de dierbaren die achter bleven na de mijnramp bijna tastbaar wordt. Minstens even indrukwekkend is het gejaagde It’s About Blood waarin Steve Earle de namen van de omgekomen mijnwerkers opnoemt. En zo hebben alle songs op het albums wel wat en bevat Ghosts Of West Virgina een serie songs die zo goed zijn dat het niet gek is om het album te scharen onder de beste albums van Steve Earle. 

Goed, als ik toch een minpunt moet bedenken is dat het album er na 29 minuten alweer op zit en dat is op een moment dat het punt van verzadiging nog lang niet bereikt is. Wel een goede reden om het album direct nogmaals op te zetten. Erwin Zijleman

De muziek van Steve Earle is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de muzikant uit Nashville, Tennessee: https://steveearle.bandcamp.com.

Ghosts Of West Virginia van Steve Earle & The Dukes is verkrijgbaar via de Mania webshop:
LP (blue/yellow), 22,99 euro
LP, 22,99 euro
cd, 16,99 euro

   

23 mei 2020

Fretland - Fretland

De Amerikaanse band Fretland imponeert met een rijk en veelkleurig debuut dat wordt gedragen door de mooie instrumentatie en de gepassioneerde zang van de frontvrouw van de band
Ik had tot voor kort nog nooit van Fretland gehoord, maar wat heeft de band een overweldigend debuut afgeleverd. Het titelloze debuut van de band grossiert in geweldige songs vol verrassingen, klinkt in muzikaal opzicht prachtig en veelkleurig en imponeert met de gloedvolle vocalen van de frontvrouw van de band. Fretland past in het hokje Americana, maar zoekt continu de grenzen van het genre op, wat een gevarieerd maar ook consistent klinkend album oplevert. Het is momenteel overleven voor beginnende muzikanten, maar met dit prachtdebuut kan Fretland wel even vooruit.


De Amerikaanse band Fretland begon 16 maanden geleden een crowdfunding campagne voor het opnemen van een debuutalbum, dat afgelopen herfst het daglicht zou moeten zien. Toen het benodigde geld eenmaal bij elkaar was gesprokkeld bleek het opnemen en uitbrengen van een album toch wat complexer dan eerder verwacht, maar deze week verscheen dan eindelijk het titelloze debuut van de band uit Snohomish, een klein plaatsje te midden van de vele nationale parken in Washington State, op zo’n drieënhalf uur rijden van Seattle. 

Muzikanten zijn op het moment niet te benijden en voor een debuterende band als Fretland, die momenteel eigenlijk in Europa had moeten touren, moet het nog een stuk zwaarder zijn. De band heeft gelukkig wel een album opgeleverd waarmee het vooruit kan en het is een album dat echt alle aandacht verdient. 

Boegbeeld van de band is zangeres Hillary Grace Fretland, die met haar krachtige stem het geluid van de band voor een belangrijk deel bepaalt. Het is een mooie en karakteristieke stem die fraai uit kan halen, maar die ook warm en ingetogen kan klinken. De stem van de frontvrouw is het sterkste wapen van Fretland, maar zeker niet het enige wapen waarmee de Amerikaanse band opzien baart. 

De drie overige muzikanten van de band kiezen op het debuut van een band voor een lekker vol geluid, waarin de gitaren wat steviger mogen klinken dan gebruikelijk binnen de Americana, want dat is uiteindelijk het hokje waar het eerste album van Fretland het vaakst in geduwd zal worden, maar het is ook een veelkleurig geluid, waarin steeds het prachtige gitaarwerk opvalt. In de openingstrack mogen de gitaren nog voorzichtig ontsporen, maar in de track die volgt overheersen zonnige en rootsy gitaarlijnen. Ik heb helaas maar weinig informatie over het debuut van de Amerikaanse band, maar hoor in ieder geval dat naast het heerlijke gitaarwerk van de band ook nog fraaie bijdragen van onder andere pedal steel, piano en orgel zijn toegevoegd in de soms behoorlijk lange tracks. 

Het levert een bijzonder aangenaam album op dat ook nog eens bijzonder vakkundig is opgenomen en geproduceerd door engineer Nich Wilbur, werkte met Angel Olsen en de gelouterde producer Trevor Spencer, die achter de knoppen zat voor onder andere Father John Misty, Fleet Foxes en Chastity Belt. Het levert ook een album op dat zich makkelijk weet te onderscheiden van de meeste andere albums in het genre. 

Fretland doet dit enerzijds door met enige regelmaat op te schuiven richting rock of juist richting meer ingetogen folk en country en anderzijds door de bijzonder gepassioneerde en gloedvolle vocalen van Hillary Grace Fretland, die er voor zorgen dat het debuut van Fretland energieker en urgenter klinkt dan het gemiddelde debuut in het genre. Het zijn vocalen die hier en daar prachtig worden ondersteund door die van zus Kara Belle Fretland, die oorspronkelijk ook deel uit maakte van de band, maar haar eigen weg koos. 

Met vocaal, instrumentaal en productioneel vuurwerk zijn we er nog niet, want de band uit het prachtige Snohomish slaagt er ook nog eens in om songs te schrijven die zich makkelijk opdringen, niet vies zijn van een vleugje pop en die bij herhaalde beluistering alleen maar aantrekkelijker worden. Het levert een debuut op dat bol staat van de belofte, maar Fretland is de belofte ook al voorbij met een album dat je na een paar keer horen niet meer kwijt wilt. Erwin Zijleman

De muziek van Fretland is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://fretlandtheband.bandcamp.com/album/fretland.

   

22 mei 2020

White Poppy - Paradise Gardens

White Poppy heeft een dromerige soundtrack gemaakt voor een reis door niet bestaande werelden vol sprookjesachtige schoonheid en het nodige mysterie
De Canadese muzikante Crystal Dorval maakt inmiddels al een aantal jaren muziek als White Poppy, overigens zonder hier veel aandacht mee te trekken. Haar laatste album, Paradise Gardens, verdient deze aandacht absoluut, want het is een mooi en bijzonder album. Het is een album dat wordt gedragen door breed uitwaaiende soundscapes met flink wat lagen elektronica, die worden verrijkt door al even mooie gitaarlijnen en de dromerige zang van de Canadese muzikante. Heerlijke muziek om bij tot rust te komen of zelfs weg te dromen, maar ook muziek om laag voor laag te ontrafelen.


Ik heb de laatste weken een lichte voorkeur voor albums die de zon laten schijnen en voor albums die niet vies zijn van enige nostalgie; iets dat overigens prachtig samen kan gaan, zoals meerdere keren is gebleken op deze BLOG. 

Voor nostalgie ben je ook bij White Poppy aan het juiste adres, al grossiert de Canadese muzikante voor de afwisseling eens niets in zonnestralen, maar in donkere wolken. Het bevalt me voor de afwisseling uitstekend. 

In de openingstrack van Paradise Gardens, het derde volwaardige album van White Poppy naast flink wat alleen in eigen beheer uitgebrachte albums, laat het alter ego van de uit Vancouver afkomstige Crystal Dorval direct horen wat ze in huis heeft. Een basloopje dat zo lijkt weggelopen uit de hoogtijdagen van de postpunk wordt gecombineerd met zweverige klanken met een vleugje dreampop. Het klinkt alsof Cocteau Twins New Order bassist Peter Hook heeft ingehuurd voor net wat meer pit en dat klinkt verrassend aangenaam. 

White Poppy vertrouwt zeker niet het hele album op de combinatie van dromerige klanken en diepe bassen, maar wisselt de incidentele wat meer uptempo tracks af met nog veel dromerigere songs, die voorzichtig opschuiven richting ambient of zelfs new age. Het is muziek die herinnert aan de jaren 80, maar het is muziek die ook zeker niet had misstaan in het eerste seizoen van Twin Peaks, al is het maar omdat de stem van Crystal Dorval net zo dromerig klinkt als die van Julee Cruise en de klanken van de Canadese muzikante nog wat extra mysterie toevoegen aan het Noord-Amerikaanse bergdorp uit de tv-serie van David Lynch. 

White Poppy heeft het geluid op Paradise Gardens flink volgestopt met elektronica en vervolgens verrijkt met mooie dreampop of shoegaze achtige gitaarlijnen. Het uit meerdere lagen bestaande geluid bevat flink wat atmosferische lagen, maar ook experimentelere lagen en lagen die White Poppy juist een toegankelijker geluid geven. Zeker de tracks die de popsong met een kop en een staart wat meer los laten hebben een sterk beeldend karakter, al zijn de beelden die je op het netvlies getoverd krijgt lastig te interpreteren. 

Zeker bij eerste beluistering had ik een voorkeur voor de net wat toegankelijkere songs op het album, maar juist de wat minder toegankelijke songs op het album prikkelen de fantasie uiteindelijk genadeloos. Het is knap hoe White Poppy er in slaagt om de klanken op haar album steeds breder uit te laten waaien, maar toch de aandacht weet vast te houden. Het is ook knap hoe ze de mysterieuze soundscapes op haar album weet te combineren met iets dat lijkt op popsongs en hoe haar stem zich als nog een paar extra lagen over het al zo rijke klankenpalet heen drapeert. 

Paradise Gardens neemt je mee naar tuinen waarin de begrippen rust en schoonheid een nieuwe dimensie hebben gekregen. White Poppy maakt muziek die uitnodigt tot ontspannen, maar het is ook muziek vol geheimen, die je stuk voor stuk wilt ontrafelen, om vervolgens te ontdekken dat de Canadese muzikante ook nog wat folk en psychedelica heeft verstopt in haar bijzondere muziek. Paradise Gardens van White Poppy is geen album voor alle dagen, maar zo op zijn tijd klinkt het geweldig en blijf je maar nieuwe dingen horen. Erwin Zijleman

De muziek van White Poppy is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadese muzikante: https://whitepoppy.bandcamp.com/album/paradise-gardens.

   

Frazey Ford - U Kin B The Sun

U Kin B The Sun van Frazey Ford werd begin februari al in de VS uitgebracht en dook toen ook op op de streaming media diensten en op de krenten uit de pop. Ik heb echt geen idee waarom het album nu pas een officiële Nederlandse release krijgt, maar het biedt me wel de mogelijkheid om nog eens aandacht te besteden aan het uitstekende album, dat nog zeker niet de aandacht heeft gekregen die het zo verdient.

Frazey Ford levert met U Kin B The Sun haar derde soloalbum af en het is er wederom een die klinkt als een authentiek soulalbum van enkele decennia geleden
Het duurde even voordat Frazey Ford ontdekte dat er leven was na Be Good Tanyas, maar sinds haar debuut Obadiah uit 2010 kennen we haar als een geweldig soulzangeres. Het geweldige Obadiah werd ruim drie jaar geleden overtroffen door het geweldige Indian Ocean, dat nu gezelschap krijgt van U Kin B The Sun. Ook het derde album van Frazey Ford is weer een geweldige soulplaat. Het album is wat meer ingetogen dan zijn voorganger, maar de lome en broeierige soul is gebleven. U Kin B The Sun verleidt vanaf de eerste noten meedogenloos, maar is net als Indian Ocean een album dat alleen maar beter wordt.


De Canadese singer-songwriter Frazey Ford dook voor het eerst op in 1999, toen ze samen met Jolie Holland, Samantha Parton en Trish Klein de band Be Good Tanyas vormde. Zonder Jolie Holland maakte de band uit Vancouver drie zeer invloedrijke albums. Het zijn albums waarop de Canadese band een breed palet binnen de Amerikaanse rootsmuziek bestrijkt met een voorliefde voor de op dat moment zeer populaire stokoude folk. 

Toen er in 2010 echt geen leven meer zat in Be Good Tanyas dook Frazey Ford op met haar eerste soloalbum, Obadiah. Waar Jolie Holland op haar soloalbums en Trish Klein met de band Po’ Girl nadrukkelijk voortborduurden op het geluid van Be Good Tanyas, koos Frazey Ford op Obadiah voor een duidelijk ander geluid. Het debuut van Frazey Ford was een echte soulplaat, waarop de Canadese muzikante klonk als de dochter van Al Green. 


Obadiah werd in 2014 op alle fronten overtroffen door het geweldige Indian Ocean. Op het tweede soloalbum van Frazey Ford werd de link met Al Green nog wat verder versterkt door het opduiken van de legendarische Hi Rhythm Section, die de oude soulheld decennia eerder bijstond in de hoogtijdagen van het Stax label. 


Bijna drieënhalf jaar na Indian Ocean keert Frazey Ford deze week terug met een nieuw album. U Kin B The Sun moet proberen te voldoen aan torenhoge verwachtingen, want na het geweldige Indian Ocean ligt de lat voor Frazey Ford wel erg hoog. De Canadese muzikante lijkt er weinig last van te hebben, want ze gaat op U Kin B The Sun gewoon verder waar Indian Ocean drieënhalf jaar geleden ophield. 


Het betekent dat ook het derde soloalbum van Frazey Ford zich laat beluisteren als een authentiek soulalbum, maar het betekent niet dat dat U Kin B The Sun hetzelfde klinkt als zijn voorganger. Frazey Ford doet het dit keer, mede door het overlijden van gitarist Teenie Hodges, zonder de fameuze Hi Rhythm Section, waardoor haar nieuwe album ingetogener klinkt dan zijn voorgangers. Blazers ontbreken dit keer volledig, maar ook de andere instrumenten hebben een stapje terug gedaan. Het levert een fraai broeierig geluid op, waarin de soulvolle strot van Frazey Ford uitstekend gedijt. 


Net als op haar vorige twee albums is de Canadese muzikante niet heel streng in de leer. Authentiek klinkende soul domineert op U Kin B The Sun, maar Frazey Ford maakt ook dit keer uitstapjes richting de singer-songwriter muziek van Carole King, richting rhythm & blues en flirt bovendien voorzichtig met de soul van nu. 


Ook U Kin B The Sun wordt weer gedragen door de geweldige stem van Frazey Ford, maar ook de muzikanten op het album verdienen alle lof. Het warme orgelspel, de subtiel spelende ritmesectie en de fraaie gitaarlijnen zijn bijna net zo verleidelijk als de soulvolle zang. Frazey Ford komt misschien uit het koude Canada, maar creëert op haar nieuwe album een sfeer die je meesleept naar een veranda ergens aan de zuidelijke oevers van de Mississippi. Het tempo ligt laag, de muziek is loom, de zang broeierig; precies zoals de groten dit een aantal decennia geleden deden. 


Frazey Ford is echter ook een kind van deze tijd en schuwt het aan de kaak stellen van de misstanden in onze huidige samenleving zeker niet en blijft strijden voor een betere wereld. De lat lag zoals gezegd idioot hoog na haar vorige album, maar Frazey Ford gaat er toch weer overheen. Indrukwekkend. Erwin Zijleman


De muziek van Frazey Ford is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://frazeyford.bandcamp.com.



U Kin B The Sun van Frazey Ford is verkrijgbaar via de Mania webshop:
LP, 22,99 euro
cd, 14,99 euro