09 mei 2024

Camera Obscura - Look To The East, Look To The West

Het is elf jaar stil geweest rond de Schotse band Camera Obscura, maar met Look To The East, Look To The West levert de band rond Tracyanne Campbell een album af dat niet onder doet voor de parels uit het verleden
Camera Obscura is een band uit Glasgow, die in muzikaal opzicht nauw is verbonden met stadgenoten Belle And Sebastian. Dat is geen probleem, want net als Belle And Sebastian stond Camera Obscura in het verleden garant voor albums van een bijzonder hoog niveau. Het is, mede door het overlijden van de toetseniste van de band, heel lang stil geweest rond Camera Obscura, maar met Look To The East, Look To The West is de band gelukkig helemaal terug. Het nieuwe album van de Schotse band klinkt wat ingetogener dan de albums uit het verleden, maar staat nog altijd garant voor bitterzoete popsongs met een hoofdrol voor de prachtige stem van Tracyanne Campbell.



De Britse band Camera Obscura trad aan het begin van dit millennium in de voetsporen van stadgenoten Belle And Sebastian, die net in een, overigens kortdurend, dipje zaten. Camera Obscura vulde de leegte met twee zeer memorabele albums (Biggest Bluest Hi-Fi uit 2001 en Underachievers Please Try Harder uit 2003). 

Het zijn albums die vol staan met rijk georkestreerde en bitterzoete popsongs die meedogenloos verleiden met zonnestralen, met een veelkleurige instrumentatie met onder andere blazers en strijkers en met de betoverende stem van Tracyanne Campbell. Het was onmogelijk om naar deze albums te luisteren en niet aan Belle And Sebastian te denken, maar de albums van Camera Obscura hadden absoluut bestaansrecht en ik vond ze persoonlijk beter dan de albums die Belle And Sebastian helemaal aan het begin van dit millennium maakte. 

Dat het nog beter kon liet Camera Obscura horen op het in 2006 verschenen Let’s Get Out Of This Country, waarop de songs van de band uit Glasgow nog wat onweerstaanbaarder waren, de instrumentatie nog wat mooier en de stem van Tracyanne Campbell nog wat verleidelijker. Sindsdien was Camera Obscura helaas niet heel productief meer. Na het uitstekende My Maudlin Career uit 2009 volgde in 2013 alleen nog het wat mij betreft net wat mindere Desire Lines, maar sindsdien was het stil rond Camera Obscura. 

Het laatste levensteken rond de band kwam in 2018, toen zangeres Tracyanne Campbell samen met Danny Coughlan (Crybaby) een album uitbracht onder de naam Tracyanne & Danny. Na de dood van toetseniste Carey Lander in 2015 leek het doek definitief gevallen voor Camera Obscura, maar deze week duikt de band uit Glasgow toch weer op met een nieuw album. 

Het zaadje voor dit album werd geplant toen Belle & Sebastian de band een paar jaar geleden uitnodigde voor een rondreizend festival en dit zaadje groeide uit tot het prachtige Look To The East, Look To The West. Voor de productie deed Tracyanne Campbell een beroep op Jari Haapalainen, die ook Underachievers Please Try Harder en Let's Get Out of This Country produceerde. 

Ik begon met bescheiden verwachtingen aan de eerste beluistering van Look To The East, Look To The West, want hoeveel bands keren na lange afwezigheid terug met een album dat er echt toe doet? Deze bescheiden verwachtingen maakten al snel plaats voor diepe bewondering, want Camera Obscura heeft een werkelijk prachtig album gemaakt. 

Ook op Look To The East, Look To The West betovert de Schotse band met honingzoete melodieën, bitterzoete songs, zwoele klanken en de prachtige stem van Tracyanne Campbell, maar het nieuwe album borduurt zeker niet fantasieloos voort op de albums uit het verleden. De band doet dit keer nauwelijks een beroep op strijkers en blazers, wat zorgt voor een meer ingetogen geluid, met hier en daar een countryimpuls. Piano en gitaren nemen de vrijgekomen ruimte in en doen dit met prachtige klanken, die nog steeds goed zijn voor flink wat zonnestralen, al overheerst dit keer de melancholie, ook in de geweldige zang van Tracyanne Campbell. 

Ik was zeer gesteld op het oude geluid van Camera Obscura, maar na meerdere keren horen vind ik Look To The East, Look To The West nog wat mooier dan die fantastische albums uit het verleden. Een comeback na meer dan tien jaar afwezigheid is weinig bands gegeven, maar de comeback van Camera Obscura is een glorieuze. Erwin Zijleman


Look To The East, Look To The West van Camera Obscura is verkrijgbaar via de Mania webshop:


08 mei 2024

Steve Albini (1962-2024)

Surfer Rosa van Pixies, Pod van The Breeders, Liar van The Jeus Lizard, In Utero van Nirvana, Transmission van Low, I Am van Scout Niblett, Magnolia Electric Co. van Songs: Ohia, Run to Ruin van Nina Nastasia, Tweez van Slint, Over The Sun van Shannon Wright, Life Metal van Sunn O))) en Rid Of Me van P.J. Harvey. Het zijn maar een aantal van de mij dierbare albums die Steve Albini produceerde. 

Als we kijken naar de albums waarvoor hij tekende voor de mix is de lijst nog veel langer. Steve Albini werkte ongeveer aan 1.000 albums. Hordes muzikanten, onder wie ook Nederlandse bands als Caesar en The Ex, namen muziek op in de Electrical Audio van Steve Albini in Chicago en vaak nam hij zelf plaats achter de knoppen. 

De Amerikaanse producer en studiotechnicus zette met name in de jaren 90 een ruw en direct rockgeluid op de kaart en veranderde de rockmuziek. Waar de meeste producers hun stempel op een album willen drukken, zag Steve Albini het als zijn taak om het geluid van een band zo natuurgetrouw mogelijk vast te leggen.

Voordat Steve Albini bekend werd als producer timmerde hij aan de weg als muzikant met bands als Big Black, Rapeman en Shellac. Laatstgenoemde band was de laatste tijd weer actief, werkte aan een album en ging touren. Het komt abrupt tot stilstand, want Steve Albini overleed gisteren op slechts 61-jarige leeftijd. De muziekwereld is een groot muzikant, studiotechnicus en producer armer. Erwin Zijleman

Lemoncello - Lemoncello

Lemoncello is de nieuwste aanwinst van het bijzondere Ierse label Claddagh Records en ook het debuutalbum van Laura Quirke en Claire Kinsella is weer een album dat hoge ogen kan gaan gooien in de jaarlijstjes
Het debuutalbum van Lemoncello is een album dat door het platenlabel van het duo uit Dublin snel in het hokje traditionele Ierse folk zal worden geduwd. Daar is ook wel iets voor te zeggen, maar Laura Quirke en Claire Kinsella beperken zich zeker niet tot het keurslijf van dit genre. De instrumentatie die vooral bestaat uit cello en gitaar is niet alleen eigenzinnig, maar schuwt ook het verwerken van invloeden uit de jazz en de klassieke muziek niet. De muziek van Lemoncello kan traditioneel maar ook eigentijds klinken en het is muziek die voor een belangrijk deel wordt bepaald door de bijzondere en prachtig bij elkaar passende stemmen van Laura Quirke en Claire Kinsella. Prachtalbum.



Het label Claddagh Records dook aan het eind van de jaren 50 op en richtte zich op de promotie van traditionele Ierse folkmuziek. Aan het eind van zijn leven besloot de oprichter van het label om Claddagh Records nieuw leven in te blazen, wat heeft geresulteerd in een aantal interessante reissues. Een boek over de geschiedenis van het roemruchte label verschijnt binnenkort. 

Het label is tot dusver helaas niet erg scheutig met het uitbrengen van nieuwe muziek, maar iedere nieuwe release van het fameuze label is raak. Vorig jaar leverde Claddagh Records met CYRM van ØXN een van de allerbeste albums van 2023 af en eerder dit jaar maakte het label indruk met het bijzonder fraaie Yellow Roses van Niamh Bury, dat over een maand of 7 zeker een kandidaat is voor mijn jaarlijstje. Deze week is het de beurt aan de derde nieuwe aanwinst van het Ierse label en ook het titelloze debuutalbum van Lemoncello is een voltreffer. 

Lemoncello is een duo dat bestaat Laura Quirke en Claire Kinsella en dat in eigen land en in het Verenigd Koninkrijk al flink de aandacht trok met twee uitstekende EP’s. Beide Ierse muzikantes beschikken over een bijzonder mooie en ook karakteristieke stem, maar Laura Quirke speelt bovendien op bijzondere wijze gitaar, terwijl Claire Kinsella uitstekend overweg kan op de cello. 

Net als ØXN en Niamh Bury maakt Lemoncello muziek die deels is geworteld in de traditionele Ierse folkmuziek, maar ook Laura Quirke en Claire Kinsella geven een eigenzinnige draai aan deze invloeden uit het verleden en slepen er bovendien invloeden uit andere genres bij, waardoor het album van Lemoncello in bredere kring in de smaak zal vallen.

De muziek van Lemoncello is vooral ingetogen, want veel meer dan gitaar en cello heeft het duo uit Dublin niet nodig. Het levert bijzondere klanken op, die in een aantal gevallen sober en ondersteunend zijn, maar die hier en daar ook wat spookachtig kunnen klinken, al is het niet zo donker en dreigend als bij ØXN

Invloeden uit de folk in het algemeen en de Ierse folk in het bijzonder spelen een belangrijke rol op het debuutalbum van Lemoncello, maar het tweetal beperkt zich zeker niet tot de traditionele Ierse folk. Naast invloeden uit de folk van het heden zijn ook invloeden uit de jazz en de klassieke muziek hoorbaar in het geluid van Lemoncello, maar bedoeld of onbedoeld heeft het album hier en daar ook een indie vibe. 

Het tempo op het album ligt laag en de instrumentatie is sfeervol en stemmig maar ook behoorlijk sober. Het zorgt er voor dat er behoorlijk veel ruimte open blijft in het geluid van Lemoncello en die ruimte wordt deels gevuld door de stemmen van Laura Quirke en Claire Kinsella. De Ierse zangeressen zingen met veel gevoel en de nodige melancholie en houden de rijke tradities van de Ierse folk in ere. Ik ben niet altijd gek op de zang in dit genre, maar de stemmen van Laura Quirke and Claire Kinsella zijn prachtig, zeker wanneer ze samen door de speakers komen. 

De zang op het album versterkt het bezwerende karakter van de muziek van Lemoncello, die ik persoonlijk het mooist vind wanneer de instrumentatie bijna minimalistisch is en de zang uit de tenen komt, maar ook als de teksten van Lemoncello bijna worden voorgedragen overtuigen de songs van het duo uit Dublin me bijzonder makkelijk. 

Zoals gezegd is het bijzondere Claddagh Records vooralsnog niet erg scheutig met het uitbrengen van nieuwe muziek, maar zo lang het label albums uitbrengt van het niveau van de albums van ØXN, Niamh Bury en deze week Lemoncello, hoor je mij echt niet klagen. Erwin Zijleman

Het debuutalbum van Lemoncello is verkrijgbaar via de website van Claddagh Records: https://claddaghrecords.com/collections/lemoncello-1.


Hana Vu - Romanticism

Hana Vu trok de aandacht met haar vorige album Public Storage, maar schaart zich met het uitstekende Romanticism met overtuiging onder de smaakmakers binnen de indiepop en indierock van het moment
De Amerikaanse muzikante Hana Vu bracht al op haar veertiende haar eerste muziek uit, maar liet op het eind 2021 verschenen Public Storage horen dat het een goed idee was om haar vanaf dat moment in de gaten te houden. De belofte van het vorige album komt er uit op het deze week verschenen Romanticism dat in alle opzichten stappen zet. De zang van Hana Vu is mooier en melodieuzer en dat geldt ook voor haar songs, die nog altijd vrij donker gekleurd zijn, maar bijzonder lekker in het gehoor liggen. Het is dringen binnen de indiepop en indierock, maar Hana Vu laat op Romanticism een aantrekkelijk eigen geluid horen dat niet onder doet voor dat van de beteren in het genre.



Hana Vu dook aan het eind van 2021 op met het album Public Storage, dat volgde op een aantal (mini-)albums die ze als tiener maakte. Het als het officiële debuutalbum van de Amerikaanse singer-songwriter met Vietnamese wortels gepresenteerde Public Storage trok in eerste instantie vooral de aandacht met de wat onsmakelijke cover, maar bleek vervolgens ook in muzikaal opzicht interessant. 

Hana Vu slaagde er in om aanstekelijke indie popsongs te combineren met het nodige muzikale lef en een bijzondere stem, waardoor ik liefhebbers van het genre adviseerde om het album van Hana Vu uit de overvolle vijver met jonge vrouwelijke singer-songwriters in het indie segment te vissen. Public Storage was niet over de hele linie goed, maar de pieken waren wat mij betreft hoog genoeg om de muzikante uit Los Angeles uit te roepen tot belofte. 

Die belofte moet worden waargemaakt met het deze week verschenen Romanticism, dat in ieder geval is voorzien van een wat aansprekendere cover. Ook in muzikaal opzicht heeft Hana Vu stappen gezet. Romanticism is voorzien van een verzorgder en wat consistenter geluid, maar klinkt gelukkig nog altijd anders dan de meeste andere albums in het genre. 

Dat is voor een belangrijk deel de verdienste van de stem van Hana Vu. De Amerikaanse muzikante trok op Public Storage al de aandacht met een bijzonder stemgeluid, maar is op haar nieuwe album beter gaan zingen. De zang op het album klinkt krachtiger en donkerder dan de fluisterzang die domineert in het genre, maar Hana Vu zingt op haar nieuwe album zeer melodieus. 

Dat melodieuze hoor je ook terug in de songs op het album, die van een consistentere kwaliteit zijn dan op het vorige album. Het zijn songs die aansluiten bij de indiepop en indierock van het moment, maar de songs van Hana Vu hebben nog altijd iets eigenzinnigs. Het zijn nog altijd wat donker getinte songs, die vooral gaan over het proces van volwassen worden, dat Hana Vu inmiddels heeft doorgemaakt. 

Romanticism is, net als zoveel andere albums in het genre, een ‘coming of age’ album, maar de muzikante uit Los Angeles kiest wel haar eigen weg. Net als op haar vorige album slaagt Hana Vu er in om aanstekelijke songs met een ruw en eigenzinnig randje te schrijven. Veel songs neigen meer naar indierock dan naar indiepop, maar Romanticism heeft wel de zoete verleiding van indiepop en het pure en oprechte van indiefolk. 

De Amerikaanse muzikante deed net als op haar vorige album heel veel zelf, maar trok wel de mij niet bekende Jackson Phillips aan als co-producer van het album. Het levert een fraai geluid op, waarin de gitaren en de synths nadrukkelijk aanwezig zijn, maar de bijzondere stem van Hana Vu steeds vooraan staat. Romanticism is een album dat makkelijk de aandacht trekt met aantrekkelijke songs, maar deze songs winnen ook nog een tijd aan kracht. 

Hana Vu moet concurreren met een heel legioen jonge vrouwelijke singer-songwriters met een voorliefde voor indie en een niet heel zonnige kijk op het leven, maar met de kwaliteit van het uitstekende Romanticism moet ze een eind kunnen komen. Public Storage vond ik aan het eind van 2021 vooral een charmant en beloftevol album, maar met Romanticism laat Hana Vu horen dat ze een album kan maken dat in kwalitatief opzicht met de besten mee kan. Erwin Zijleman

De muziek van Hana Vu is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://hanavu.bandcamp.com/album/romanticism.


Romanticism van Hana Vu is verkrijgbaar via de Mania webshop:



07 mei 2024

Emily Nenni - Drive & Cry

Emily Nenni blijft heel ver verwijderd van de moderne countrypop uit Nashville en overtuigt met een traditioneel klinkend countrygeluid en vooral met een stem die is gemaakt voor dit soort muziek
Emily Nenni maakte behoorlijk wat indruk met haar vorige album On The Ranch, maar het deze week verschenen Drive & Cry is nog een stuk beter. Het nieuwe album van de muzikante uit Nashville, Tennessee, klinkt in muzikaal opzicht veelzijdiger, neemt wat vaker gas terug en is bovendien prachtig geproduceerd. Het heeft allemaal een positief effect op de stem van Emily Nenni die nog beter is gaan zingen. De Amerikaanse muzikante heeft een stem die gemaakt lijkt voor traditionele countrymuziek en die op Drive & Cry nog wat makkelijker binnen komt dan op het vorige album. Emily Nenni doet in Nashville nadrukkelijk haar eigen ding en dat levert een uitstekend album op.



De Amerikaanse muzikante Emily Nenni bracht in 2018 al eens een album in eigen beheer uit (Hell Of A Woman), maar ze verdiende haar plekje in de spotlights met het in het najaar van 2022 uitgebrachte On The Ranch, dat stevig werd bewierookt door de internationale muziekpers en een opvallend brede groep liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek. Dat was op zich best bijzonder, want de muzikante uit Nashville, Tennessee, maakte op On The Ranch behoorlijk traditionele Amerikaanse rootsmuziek met vooral invloeden uit de country en de honky tonk en dat zijn genres die niet altijd in brede kring worden geprezen. 

Zelf ben ik ook zeker niet vies van het wat modernere geluid dat tegenwoordig uit Nashville komt, maar de verleidingskracht van het album van Emily Nenni was groot. Het ruwe en met veel gitaren, de dobro en de pedal steel ingekleurde geluid op het album klonk onweerstaanbaar lekker en Emily Nenni beschikt over een stem die is gemaakt voor traditionele countrymuziek. Ook ik was daarom uiteindelijk vol lof over On The Ranch, waardoor ik heel nieuwsgierig was naar het nieuwe album van de Amerikaanse muzikante. 

Op Drive & Cry gaat Emily Nenni in eerste instantie verder op de weg die werd ingeslagen op haar vorige album. Direct vanaf de eerste noten zit er lekker veel vaart in de muziek van Emily Nenni, dringen de gitaren en de pedal steel zich genadeloos op en klinkt de muzikante uit Nashville als een countryzangeres uit vervlogen tijden. Door de zang klinkt ook Drive & Cry weer als een album dat vele decennia oud zou kunnen zijn, maar oubollig klinkt het geen moment. 

Emily Nenni maakte haar vorig album in haar vorige thuisbasis in Colorado, maar kon dit keer in Nashville beschikken over geweldige muzikanten en over producer John James Tourville, die een aantal leden van zijn band The Deslondes naar de studio in Nashville haalde. John James Tourville en de uitstekende muzikanten die op het album zijn te horen hebben Drive & Cry voorzien van een wat veelzijdiger geluid met een grotere rol voor de piano en het is een geluid waarin vergeleken met On The Ranch veel vaker gas wordt teruggenomen. 

Het is een geluid waarin de kracht van de stem van Emily Nenni nog beter tot zijn recht komt, want de Amerikaanse muzikante kan niet alleen genadeloos uithalen, maar kan ook prachtig ingetogen zingen. Zeker in de meer ingetogen tracks herinnert Emily Nenni aan Patsy Cline en andere grote countryzangeressen uit het verleden, maar ze klinkt ook als de 100% country variant van Kacey Musgraves, wat moet worden gelezen als een groot compliment. 

De geweldige stem van Emily Nenni bezingt, zoals het hoort in het genre, de nodige persoonlijke ellende, maar de geweldige zang op Drive & Cry slaat zich ook als een warme deken om je heen. Dat doet ook het gitaarwerk, dat met name wanneer gesoleerd mag worden van hoog niveau is, net als de rest van de bijzonder fraaie klanken op het album. 

Met On The Ranch liet Emily Nenni anderhalf jaar geleden nadrukkelijk van zich horen, maar op haar nieuwe album laat ze horen dat ze nog veel beter kan. Ze doet dit met een album dat mijlenver is verwijderd van alle hippe countrypop zoals deze momenteel in Nashville wordt gemaakt, maar ook een ieder die normaal gesproken minder is gecharmeerd van traditioneel klinkende Amerikaanse rootsmuziek, zou zomaar als een blok kunnen vallen voor de vocale en muzikale charmes van de zeer getalenteerde Emily Nenni. Erwin Zijleman

De muziek van Emily Nenni is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://emilynenni.bandcamp.com/album/drive-cry.


Drive & Cry vanEmily Nenni is verkrijgbaar via de Mania webshop:



06 mei 2024

néomí - somebody's daughter

De lat lag na de uitstekende EP’s Before en After erg hoog, maar néomí gaat er op haar uitstekende debuutalbum somebody’s daughter verrassend makkelijk overheen en levert een album af vol internationale allure
De Nederlands-Surinaamse muzikante Neomi Speelman werd een paar jaar geleden néomí en liet met twee uitstekende EP’s horen dat ze veel in haar mars heeft. De belofte van deze EP’s wordt meer dan waar gemaakt op het debuutalbum van néomí, somebody’s daughter. Het is een album waarop ze wederom samenwerkt met de Britse producer Will Knox, die tekent voor een gloedvol geluid. Het is een geluid waarin de prachtige stem van néomí uitstekend tot zijn recht komt. Het is een stem die al indruk maakte op de eerder verschenen EP’s, maar de zang op somebody’s daughter is nog veel mooier. Het levert in combinatie met de persoonlijke songs een uitstekend debuutalbum op.



néomí, het alter ego van de Nederlands-Surinaamse muzikante Neomi Speelman, debuteerde in de zomer van 2022 met de EP Before. De vijf songs op deze EP liepen wat mij betreft over van de belofte, want néomí liet op Before niet alleen horen dat ze beschikt over een bijzonder mooie stem, maar liet ook horen dat ze aantrekkelijke en persoonlijke songs kan schrijven. De songs op Before bewogen zich op het snijvlak van indiefolk en indiepop en lagen niet alleen lekker in het gehoor, maar lieten ook de enorme muzikaliteit van néomí horen. 

De zes songs op de in het voorjaar van 2023 verschenen EP After maakten nog wat makkelijk indruk en lieten horen dat néomí zowel in vocaal als in muzikaal opzicht flink was gegroeid. After deed niet onder voor het allerbeste dat in 2023 in de indiefolk en indiepop werd gemaakt en maakte niet alleen indruk door de prachtige stem en de persoonlijke teksten van néomí, maar ook door de fraaie klanken van de Britse producer Will Knox (die overigens ook op Before al van de partij was). 

Met name After heeft er voor gezorgd dat ik met bijzonder hooggespannen verwachtingen begon aan de beluistering van het debuutalbum van néomí en dat album is deze week verschenen. Ook somebody’s daughter is weer geproduceerd door Will Knox, die het album heeft voorzien van een mooi en warm geluid. Het is een geluid dat uitstekend past bij de stem van néomí, die de meeste zangeressen in de indiefolk en indiepop van het moment makkelijk de baas is. 

De Nederlandse muzikante beschikt over een aangenaam warme stem, maar het is ook een stem met veel gevoel en een stem die zich soepel beweegt door haar veelzijdige songs. Het zijn songs die, zeker op het eerste deel van het album, wat meer invloeden uit de pop dan uit de folk laten horen en net wat lichtvoetiger klinken, maar op de tweede helft van het album laat néomí een intiemer geluid horen. 

De muziek van néomí past nog altijd in het hokje indie, maar vergeleken met de meeste indiefolk en indiepop albums van het moment klinken de songs van de Nederlandse muzikante tijdlozer. Wanneer néomí haar stem slechts omringt met piano en strijkers klinkt ze als een singer-songwriter van lang geleden, maar wanneer de elektronica zijn intrede doet in haar muziek vind ze makkelijk aansluiting bij de indiepop van het moment. 

Dat is een genre waarin het momenteel stevig dringen is, maar somebody’s daughter doet echt niet onder voor de muziek die momenteel in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk wordt gemaakt. De stem van néomí is wat mij betreft veel mooier dan die van de meeste grote popsterren van het moment en ook de productie van Will Knox kan zich meten met die van de grote producers van het moment, die kunnen beschikken over aanzienlijk ruimere budgetten. 

De songs van néomí liggen zoals gezegd lekker in het gehoor, maar naarmate het album vordert stopt ze ook steeds meer bijzondere accenten in haar songs en durft ze ook steeds meer gas terug te nemen. In de meer ingetogen songs op het tweede deel van het album, die wat melancholischer klinken dan de openingstracks, vind ik de stem van néomí nog veel mooier dan in de wat meer uptempo en met invloeden uit de pop ingekleurde songs en ook het persoonlijke karakter van haar songs komt in de meer ingetogen songs beter uit de verf. 

Het zorgt ervoor dat somebody’s daughter, dat net als de EP’s de bijzondere wegen van de liefde en ‘coming of age’ als centrale thema's heeft, nog mooier eindigt dan het album begon en naarmate ik het album vaker hoor steeds meer imponeert. De bijna als een demo klinkende slottrack is overigens van een bijna pijn doende schoonheid. Dat néomí moet worden gerekend tot de grootste talenten binnen de Nederlandse popmuziek en ver daarbuiten zal inmiddels duidelijk zijn. Erwin Zijleman

De muziek van néomí is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Nederlandse muzikante: https://neomimusic.bandcamp.com/album/somebodys-daughter.


somebody's daughter van néomí is verkrijgbaar via de Mania webshop:


05 mei 2024

Fischer-Z - Triptych

Het debuutalbum van Fischer-Z viert deze maand de 45e verjaardag, maar met Triptych laat de band rond John Watts horen dat het nog altijd albums maakt die niet onder doen voor die uit de hoogtijdagen van de Britse band
Het is helaas behoorlijk stil gebleven rond de release van het nieuwe album van de Britse band Fischer-Z, maar de band die sinds haar wederopstanding in 2015 alleen maar hele goede albums heeft gemaakt, heeft ook met Triptych weer een uitstekend album afgeleverd. In Fischer-Z draaide en draait alles om John Watts die weer een aantal uitstekende songs heeft geschreven en met zijn uit duizenden herkenbare stem zorgt voor het zo karakteristieke Fischer-Z geluid. De vorige albums van de Britse band kregen uitstekende recensies en redelijk wat aandacht en dat is precies wat het uitstekende Triptych ook verdient. De gloriejaren van de band duurde maar een jaar of drie, maar de wederopstanding houdt inmiddels negen jaar stand.



Het is bijna bizar hoe weinig aandacht het nieuwe album van Fischer-Z vorige week heeft gekregen. De Britse band rond John Watts maakte met Word Salad uit 1979, Going Deaf For A Living uit 1980 en Red Skies Over Paradise uit 1981 niet alleen drie albums die de popmuziek van de late jaren 70 en vroege jaren 80 kleur gaven, maar steekt sinds haar comeback in 2015 bovendien in een blakende vorm. 

This Is My Universe (2015), Building Bridges (2017), Swimming In Thunderstorms (2019) en Til The Oceans Overflow (2021) konden allemaal rekenen op positieve recensies en daar viel wat mij betreft niets op af te dingen. Het maakt de stilte rond het vorige week verschenen Triptych bijzonder. Met de kwaliteit van het album heeft het niets te maken, want ook Triptych bevat een serie songs die het unieke stempel van John Watts dragen. 

Dat stempel van John Watts bestaat voor een deel uit de direct herkenbare stem van de Britse muzikant, maar ook de songs van John Watts hebben iets zeer karakteristieks. Fischer-Z kreeg in 1979 het etiket new wave opgeplakt, maar op haar eerste drie albums verwerkte de band zeer uiteenlopende invloeden. Dat doet John Watts, het enige overgebleven lid van het eerste uur, nog altijd, want ook Triptych is weer een veelzijdige popplaat met de puntige popsongs die we van de band gewend zijn. 

Het album opent met zonnige en exotische klanken, maar door de stem van John Watts is het direct een Fischer-Z song, al hoorde ik de band nog niet zo vaak zo opgewekt. De zonnestralen verdwijnen overigens snel, want de meeste songs op het album hebben op zijn minst een donker randje, wat ook zo hoort bij de songs van Fischer-Z. 

John Watts is inmiddels bijna zeventig jaar oud, maar zijn zang klinkt nog net zo scherp en urgent als in zijn jonge jaren. Dat geldt ook voor de teksten van de Britse muzikant, want de songs van Fischer-Z schuwen de maatschappelijke thema’s nog altijd niet en vinden in het Verenigd Koninkrijk van het moment voldoende inspiratie. 

Bij veel bands die zo lang mee gaan als Fischer-Z verruil ik nieuw werk over het algemeen heel snel voor de klassiekers uit het verleden, maar ook Triptych is weer een album dat de aandacht makkelijk vast houdt. John Watts heeft ook voor het vijfde album sinds de wederopstanding in 2015 een aantal uitstekende songs geschreven en het zijn songs die nog wat tijdlozer zijn dan die op de vorige albums. 

Dat geldt met name voor de meer ingetogen songs op het album, die laten horen dat John Watts niet alleen als voorman van een rockband uit de voeten kan, maar ook als singer-songwriter. Triptych werd opgenomen in Frankrijk en zo te horen gebeurde dat in een aangename setting, want het gejaagde dat de vroege albums van de Britse band kenmerkte, heeft plaats gemaakt voor plezierige ontspanning. 

Ook na beluistering van Triptych ga ik ongetwijfeld die geweldige trilogie uit de late jaren 70 en vroege jaren 80 weer eens uit de kast trekken, maar in kwalitatief opzicht doet Triptych echt niet zo gek veel onder voor de albums die John Watts als jonge hond maakte. Dat is een knappe prestatie die de Britse muzikant inmiddels gedurende een langere periode en op meer albums vol weet te houden dan een aantal decennia geleden en Triptych laat wat mij betreft horen dat de rek er nog lang niet uit is bij John Watts. Erwin Zijleman


Chantal Acda & The Atlantic Drifters - Silently Held

Chantal Acda laat ook op haar nieuwe album Silently Held weer horen dat ze een zangeres van wereldklasse is, wat fraai wordt onderstreept door een legioen topmuzikanten die van hetzelfde niveau zijn
Chantal Acda woont al jaren in Antwerpen, maar mag vanwege haar geboortegrond ook een van de beste Nederlandse zangeressen van het moment worden genoemd. Dat liet ze al horen op haar vorige albums, maar het is nog wat duidelijker te horen op Silently Held, dat werd gemaakt met een aantal topmuzikanten die zijn samengekomen in de band The Atlantic Drifters. Deze band tekent voor een bijzonder subtiel en wat jazzy geluid dat opvalt door de talloze fraaie accenten die aan de oppervlakte komen. Het past allemaal prachtig bij de stem van Chantal Acda, die nog mooier zingt dan op haar vorige albums. Het levert een album op dat overloopt van kwaliteit en dat je alleen maar ademloos kunt beluisteren.



Chantal Acda werd geboren in het Brabantse Helmond, maar haar muzikale carrière kreeg een vliegende start vanuit Antwerpen, nadat ze een album van de Vlaamse band Isbells had voorzien van werkelijk prachtige achtergrondvocalen. Antwerpen is nog altijd de thuisbasis van de Nederlandse muzikante, die de afgelopen tien jaar een even mooi als fascinerend oeuvre heeft opgebouwd. 

Dat deed ze met een handvol wonderschone albums onder haar eigen naam, maar ze maakte ook een bijzonder fraai album met Bruno Bavota en maakte samen met Eric Thielemans en Walkabouts voorman Chris Eckman bovendien twee uitstekende albums met de gelegenheidsband Distance, Light & Sky. Chantal Acda is bij het grote publiek helaas nog altijd niet heel bekend, maar in kringen van muzikanten wordt haar stem uitvoerig geprezen, waardoor ze er keer op keer in slaagt om aansprekende muzikanten aan zich te binden. 

De muzikante uit Antwerpen duikt deze week op met een nieuw album, Silently Held. Op de cover van het album prijkt niet alleen de naam van Chantal Acda, maar ook die van haar band The Atlantic Drifters. Dat is niet zomaar een band, want ook dit keer heeft Chantal Acda een beroep gedaan op een aantal muzikanten van naam en faam. 

De band van Chantal Acda bestaat op het nieuwe album uit meestergitarist Bill Frisell, drummer Eric Thielemans, pianist Jozef Dumoulin, bassist Thomas Morgan, saxofonist Colin Stetson en multi-instrumentalist Shahzad Ismaily. Dat is een band waarvan de meeste muzikanten alleen maar kunnen dromen en het is een band die op Silently Held tekent voor een prachtig subtiel geluid. 

Dit geluid wordt verder verfraaid door de blaasinstrumenten van Joachim Badenhorst, Niels Van Heertum en Kurt Van Herck, waarna alles is geproduceerd door de onder andere van Adrianne Lenker bekende Philip Weinrobe en de mix werd verzorgd door de al even gelouterde Phill Brown. 

Er ontbreekt vervolgens nog maar één ding aan alle muzikale en productionele weelde op Silently Held en dat is een zangeres van wereldklasse. Het is een rol die Chantal Acda ook op dit album met verve vervuld. De Nederlandse zangeres zingt met enorm veel gevoel en precisie en beschikt over een van de mooiste stemmen die ik ken. 

Het is een stem die zich op Silently Held aanpast aan de muzikale setting, want de uiterst subtiele klanken van de fantastische muzikanten die Chantal Acda op het album omringen vragen om ingetogen en breekbare zang. De fraaie klanken en de wonderschone stem van Chantal Acda vloeien op Silently Held prachtig samen en versterken elkaar op fascinerende wijze. 

Silently Held is met de ingetogen en vaak wat jazzy klanken geen album dat makkelijk een heel groot publiek gaat aanspreken, maar het is wel een album dat in kwalitatief opzicht ver boven het maaiveld uit steekt. Silently Held bevat negen wat langere tracks en het zijn tracks waarin zowel de muzikanten als Chantal Acda zelf de tijd en ruimte krijgen om te excelleren. En dat doen de topmuzikanten en de topzangeres met veel overtuiging. 

Silently Held is een album dat de mogelijkheid biedt om even terug te schakelen naar een lager tempo, maar het is ook een album waarop de muzikale en vocale hoogstandjes elkaar in razend tempo opvolgen. Desondanks is het een subtiel en evenwichtig album, dat steeds beter wordt. Silently Held is al met al een volgend hoogtepunt in het unieke en hoogstaande oeuvre van Chantal Acda. Erwin Zijleman

De muziek van Chantal Acda is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Nederlandse muzikante: https://chantalacda.bandcamp.com/album/chantal-acda-the-atlantic-drifters-silently-held-2.


Silently Held van Chantal Acda & The Atlantic Drifters is verkrijgbaar via de Mania webshop:


04 mei 2024

Jessica Pratt - Here In The Pitch

De Amerikaanse singer-songwriter Jessica Pratt slaat op Here In The Pitch nieuwe wegen in, maar ook haar vierde album klinkt weer als een obscure maar wonderschone parel uit een heel ver verleden
Natuurlijk is het weer even wennen aan de bijzondere stem van Jessica Pratt, maar de zang op haar nieuwe album is toegankelijker dan in het verleden. Dat is Here In The Pitch ook in muzikaal opzicht, want het uiterst sobere folkgeluid van haar eerste albums heeft plaats gemaakt voor een voller geluid. Het is een geluid met invloeden van de Amerikaanse Westcoast, maar ook invloeden uit de bossa nova zijn hoorbaar. Bijna niemand maakt tegenwoordig nog een album als Here In The Pitch, maar Jessica Pratt doet het. Het album is wel wat aan de korte kant, maar verder valt er niets aan te merken op dit eigenzinnige album dat je decennia mee terug neemt in de tijd.



In de herfst van 2012 maakte Jessica Pratt, in ieder geval op mij, een verpletterende indruk met haar titelloze debuutalbum. Dat deed de Californische singer-songwriter met zeer beperkte middelen, want op het album was niet veel meer te horen dan een akoestische gitaar en de stem van Jessica Pratt. Dat het debuutalbum van Jessica Pratt zoveel indruk op me maakte was op zich best bijzonder, want het gitaarspel op het album was mooi maar zeker niet spectaculair, terwijl de stem van de Amerikaanse muzikante bij vlagen wat onvast en ruw klonk en lang niet bij iedereen in de smaak viel. 

Jessica Pratt liet op haar debuutalbum wel een zeer karakteristiek stemgeluid horen en vertolkte folksongs zoals Amerikaanse folkzangeressen als Karen Dalton, Joni Mitchell, Vashti Bunyan en Linda Perhacs dat in de jaren 60 deden. Het debuutalbum van de Amerikaanse muzikante werd in 2015 gevolgd door On Your Own Love Again, dat in het verlengde lag van het debuutalbum en mede hierdoor misschien net wat minder indruk maakte. Die indruk maakte Jessica Pratt weer wel met het in 2019 uitgebrachte Quiet Signs, dat wat voller was ingekleurd en niet alleen was verrijkt met piano en keyboards, maar ook met invloeden uit de jazz en een subtiel vleugje bossa nova. 

Na een stilte van ruim vijf jaar keert Jessica Pratt deze week terug met Here In The Pitch. Die periode van ruim vijf jaar levert helaas slechts een klein half uur nieuwe muziek op, maar het is wel een fascinerend klein half uur muziek. Op Here In The Pitch maakt Jessica Pratt nog altijd muziek die je mee terug neemt naar de jaren 60, maar het nieuwe album klinkt duidelijk anders dan zijn drie voorgangers. 

Here In The Pitch is voorzien van een wat voller geluid dat zo lijkt weggelopen uit het California van de late jaren 60. Pet Sounds van The Beach Boys, Forever Changes van Love en Take It Easy With The Walker Brothers van The Walker Brothers worden vaak genoemd als referentie, maar ik hoor persoonlijk meer van de Braziliaanse bossa nova uit de late jaren 60 en vroege jaren 70 met hier en daar ook nog iets van Burt Bacharach. 

Het klinkt een stuk minder sober dan de bijna verstilde folksongs op met name de eerste twee albums van Jessica Pratt, maar ook Here In The Pitch is een behoorlijk ingetogen album. In muzikaal opzicht verleidt het nieuwe album van Jessica Pratt makkelijk met zwoele en vaak wat broeierige klanken, die verrassend mooi combineren met de bijzondere stem van de Amerikaanse muzikante. 

Het is een stem waar ik ook dit keer weer even aan moest wennen, maar buiten een aantal bijzondere wendingen zingt Jessica Pratt op haar nieuwe album prachtig. De bijzondere stem van de tegenwoordig in Los Angeles woonachtige muzikante voorziet Here In The Pitch van een bijzondere sfeer en zeker in de meest ingetogen passages hebben zowel de muziek als de stem van Jessica Pratt een bezwerende werking. 

De vorige albums van Jessica Pratt lieten zich beluisteren als obscure parels uit de jaren 60 en dat geldt in nog veel sterkere mate voor Here In The Pitch, dat echt geen moment van deze tijd is. Ik heb de afgelopen jaren niet veel meer geluisterd naar de muziek van Jessica Pratt, maar in de aanloop naar de release van het nieuwe album zijn haar eerste drie en stuk voor stuk prachtige albums weer een paar keer voorbij gekomen. Die laat ik nu even liggen, want album nummer vier is wat mij betreft nog wat mooier. Erwin Zijleman

De muziek van Jessica Pratt is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://jessicapratt.bandcamp.com/album/here-in-the-pitch.


Here In The Pitch van Jessica Pratt is verkrijgbaar via de Mania webshop:



03 mei 2024

The Lostines - Meet The Lostines

Casey Jane Reece-Kaigler en Camille Wind Weatherford maken op het debuutalbum van The Lostines indruk met werkelijk prachtige stemmen en met een geluid dat zich op bijzondere wijze door de ruimte en tijd beweegt
Bij eerste beluistering van Meet The Lostines dacht ik met een album uit de jaren 60 te maken te hebben, maar het debuutalbum van Casey Jane Reece-Kaigler en Camille Wind Weatherford klinkt toch ook eigentijds. De twee Amerikaanse muzikanten zijn op Meet The Lostines niet vies van flink wat nostalgie
 en putten rijkelijk uit de Amerikaanse muziekgeschiedenis, zonder te verzanden in zouteloze retro. Casey Jane Reece-Kaigler en Camille Wind Weatherford hebben hun debuutalbum, mede dankzij de hulp van een aantal geweldige muzikanten, prachtig en bijzonder sfeervol ingekleurd, maar het zijn de stemmen van de twee die zorgen voor de meedogenloze verleiding van The Lostines.


Bij het maken van mijn selectie voor een nieuwe week krenten uit de pop wacht ik altijd even op de albums die de Amerikaanse website Paste er uit pikt op vrijdagavond. Paste komt immers meer dan eens met een album dat in de andere lijstjes met nieuwe releases niet is opgedoken, maar mijn selectie wel op zijn kop gooit. Het was ook de afgelopen week weer het geval, want Paste was zo ongeveer de enige die me wees op Meet The Lostines van het Amerikaanse duo The Lostines. 

Ik maak normaal gesproken nooit gebruik van persberichten of aanprijzingen van muzikanten zelf, maar de mooie woorden op de bandcamp pagina van The Lostines zijn zowel treffend als informatief: “Although recorded in the band's hometown of New Orleans, Meet The Lostines, the full-length debut from songwriters Casey Jane Reece-Kaigler and Camille Wind Weatherford, is an album that charts its own geography. This is where the swampland meets the sock hop. Where golden-age rock & roll crosses paths with old-school country. Where timeless American roots music drops its anchor and climbs skyward, finding some balance between the earthy and the otherworldly. At the center of that sound are the entwined voices of Casey Jane and Camille, two longtime friends whose songs explore the uncharted territory between genres. There's rarely a melody on Meet The Lostines that the two don't sing together, stacking their voices into lush harmonies that recall the girl groups of the 1960s. Don't mistake Meet The Lostines for a retro project, though. It's a modern album that exists out of time, filled with songs about heartbreak, old relationships, new beginnings, and vulnerability.” Ik had het zelf niet mooier kunnen omschrijven. 

Zoals je van muzikanten uit Los Angeles verwacht pinnen The Lostines zich niet vast op één genre, maar Casey Jane Reece-Kaigler en Camille Wind Weatherford laten zich ook niet vastzetten in de tijd. Meet The Lostines klinkt meer dan eens als een album dat ook in de jaren 60 had kunnen zijn gemaakt, maar de songs van het Amerikaanse tweetal klinken op een of andere manier ook eigentijds. 

Meet The Lostines werd gemaakt met een aantal bevriende muzikanten uit de rijke muziekscene van New Orleans, onder wie Sam Doores (The Deslondes) en Ross Farbe (Videoage) die het album mede produceerden. Een aantal uitstekende gastmuzikanten zorgen voor een veelkleurig en afwisselend nostalgisch en kosmisch aandoend geluid, dat het oor song na song genadeloos streelt. De meeste aandacht wordt echter getrokken door de prachtig bij elkaar kleurende stemmen van Casey Jane Reece-Kaigler en Camille Wind Weatherford, die niet alleen fraai samenvloeien, maar elkaar ook versterken. 

Ik ben na de memorabele concerten van deze week nog flink in de ban van Kasey Musgraves, die qua sfeer wel wat doet denken aan de muziek van The Lostines, al zit er nog wel wat ruimte tussen Nashville en New Orleans. Het is jammer dat alleen Paste het album van The Lostines er uit pikte de afgelopen week, want Casey Jane Reece-Kaigler en Camille Wind Weatherford hebben niet alleen een bijzonder en origineel album gemaakt, maar hebben bovendien een album afgeleverd dat in muzikaal opzicht indruk maakt en in vocaal opzicht betovert. Keer op keer. Erwin Zijleman

De muziek van The Lostines is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het Amerikaanse tweetal: https://thelostines.bandcamp.com/album/meet-the-lostines.


Glovemaker van Loren Kramar is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Holly Lerski - Sweet Decline

Een liefdesbreuk die werd gevolgd door een roadtrip door de Verenigde Staten inspireerde de Britse muzikante Holly Lerski tot een serie uitstekende songs, waarmee Sweet Decline zich makkelijk weet te onderscheiden
Direct bij eerste beluistering deden de songs van de Britse muzikante Holly Lerski me wat. Het zijn afwisselend melancholische en zonnige songs en het zijn songs die opvallen door bijzonder smaakvolle klanken en vooral door de bijzondere stem en manier van zingen van Holly Lerski. Het zijn songs die bijzonder lekker in het gehoor liggen, maar het zijn ook songs vol gevoel en het zijn songs die direct iets memorabels hebben. Holly Lerski heeft een verleden in vooral door Britse folk beïnvloede songs, maar de roadtrip door de Verenigde Staten inspireerde haar tot het verwerken van flink wat invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek op. Het levert een album op dat me echt zeer aangenaam heeft verrast.



Voor liefhebbers van vrouwelijke singer-songwriters was het behoorlijk lastig kiezen de afgelopen week, maar het album van Holly Lerski sprong er voor mij direct uit. Holly Lerski is een Britse singer-songwriter, die met Sweet Decline haar vijfde studioalbum aflevert, waarvan er overigens maar drie zijn te vinden op de streaming media platforms. 

Ik kan me niet herinneren dat ik de naam van Holly Lerski eerder ben tegen gekomen, laat staan dat ik naar haar muziek heb geluisterd. Op de andere twee albums die ik inmiddels heb beluisterd laat Holly Lerski zich vooral beïnvloeden door Britse folk, maar het zijn zeker geen hele traditionele Britse folkalbums. 

Op het deze week verschenen Sweet Decline klinkt de muziek van Holly Lerski een stuk Amerikaanser en dat heeft een reden. De muzikante uit Norwich zag in 2019 een lange relatie op de klippen lopen en besloot niet bij de pakken neer te gaan zitten, maar de weide wereld in te trekken op een moment dat dit nog kon. Met een miniatuurgitaar in haar koffer ging ze op pad en op het Londense vliegveld Heathrow schreef ze de eerste song voor Sweet Decline. 

De Amerikaanse westkust bood vervolgens voldoende inspiratie voor de overige songs op het album, die uiteindelijk in Nashville werden opgenomen. Zowel het Amerikaanse landschap als de muziekscene van Nashville inspireerden Holly Lerski tot een geluid waarin invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek wat nadrukkelijker aanwezig zijn dan op haar vorige albums, maar de Britse muzikante is ook haar verleden als folkie zeker niet vergeten. De combinatie van invloeden uit de Britse en Amerikaanse rootsmuziek zorgt er voor dat Sweet Decline anders klinkt dan de albums van Britse of juist Amerikaanse bodem en dat is niet het enige waarmee Holly Lerski zich weet te onderscheiden. 

De Britse muzikante beschikt over een stem waarin voldoende doorleving doorklinkt om van Sweet Decline een oprecht breakup album te maken, maar het is ook een stem met een eigen geluid, wat wordt versterkt door de bijzondere manier van zingen van Holly Lerski, die haar teksten met veel expressie zingt. 

De muzikante uit Norwich slaagt er ook nog eens in om invloeden uit het verleden en heden te combineren en doet dat met een zeer smaakvol en opvallend veelkleurig geluid, dat zich laat beluisteren als het muzikale equivalent van de roadtrip die Holly Lerski maakte na het op de klippen lopen van haar relatie en waarin flink wat verschillende instrumenten opduiken, met fraai akoestisch gitaarspel en bijdragen van de cello als meest in het oor springende elementen.

Ondanks de melancholie op het album is Sweet Decline een album dat hoorbaar ook met veel plezier is gemaakt, wat prachtig is vastgelegd door de ervaren Nashville producer en multi-instrumentalist Matthew Roley, die het album heeft voorzien van een aangenaam en warm geluid. 

Holly Lerski gaat al een tijdje mee in de Britse muziekscene en dat hoor je in haar songs, die klinken als de songs van een gelouterde songwriter. De songs van de Britse muzikante variëren van behoorlijk ingetogen tot flink vol en in alle gevallen weet ze de juiste snaar te raken met songs vol gevoel, hier en daar wat weemoed, maar ook de nodige zonnestralen. Het zijn van de songs die je bij de eerste keer horen direct een goed gevoel geven, maar hoe vaker ik naar het album luister hoe dierbaarder ze me worden. Erwin Zijleman


02 mei 2024

Judith Hill - Letters From A Black Widow

Judith Hill kreeg in het verleden de steun van Michael Jackson en Prince, maar laat op het uitstekende Letters From A Black Widow horen dat ze ook op eigen benen een uitstekend album kan afleveren
Drie jaar na mijn eerste kennismaking met de muziek van Judith Hill keert de Amerikaanse zangeres terug met haar vierde album. Letters From A Black Widow is in muzikaal opzicht een verrassend divers album. Judith Hill kan uit de voeten in meerdere genres en verruilt gepolijste klanken makkelijk voor een scheurende gitaarsolo. Judith Hill werkte in het verleden met Prince en dat hoor je op Letters From A Black Widow dat meer dan eens echo’s uit het fascinerende oeuvre van de overleden grootheid laat horen. De fraaie instrumentatie kleurt prachtig bij de geweldige zang van Judith Hill, die beschikt over een rauwe soulstem die vijftig minuten lang respect afdwingt.



In mijn recensie van het in het voorjaar van 2021 verschenen Baby, I'm Hollywood! vertelde ik al het verhaal van Judith Hill. De Amerikaanse zangeres werkte op jonge leeftijd samen met Michael Jackson en was een jaar of tien geleden een protegee van Prince, die haar in 2015 verschenen debuutalbum Back In Time coproduceerde en hoge verwachtingen had van Judith Hill. 

Het was een van de laatste wapenfeiten van de in 2016 overleden grootheid, die ons nog van zoveel mooie muziek had moeten voorzien, maar helaas ten prooi viel aan een overdosis pijnstillers. Een album maken onder de vleugels van Prince was in het verleden zeker geen garantie op succes, zelfs niet als het een fantastisch album als het debuutalbum van Jill Jones was, maar Judith Hill is sinds 2015 behoorlijk succesvol. 

Daar kwam ik zelf pas achter toen in 2021 haar derde album Baby, I'm Hollywood! verscheen. Op dit album liet Judith Hill horen dat ze beschikt over een geweldige soulstem, maar Baby, I'm Hollywood! bleek ook een verrassend veelzijdig album, dat in meerdere soorten zwarte muziek uit de voeten kon. Baby, I'm Hollywood! vond ik in eerste instantie net wat te gepolijst, maar het album bleek ook een rauwe kant te hebben en uiteindelijk trok de fantastische zang van Judith Hill me over de streep. 

Het zijn woorden die ook weer opgaan voor het deze week verschenen vierde album van de muzikante uit Los Angeles. Letters From A Black Widow overtuigde me overigens wel een stuk makkelijker dan zijn voorganger, want met name in muzikaal opzicht is het een beter album dan Baby, I'm Hollywood!. Het is net als deze voorganger een verrassend veelzijdig album, want Judith Hill pint zichzelf wederom niet vast op één genre. Soul is het belangrijkste ingrediënt op Letters From A Black Widow, maar de Amerikaanse muzikante kan ook uit de voeten met R&B, funk, disco, jazz, gospel, psychedelica, Latin, blues en rock. 

Prince is inmiddels al acht jaar niet meer onder ons, maar de geest van het muzikale genie uit Minneapolis waart nadrukkelijk rond op het album. De mix van stijlen doet meer dan eens aan een aantal latere albums van Prince denken en wanneer zo nu en dan een rauwe gitaarsolo opduikt lijkt het alsof de Amerikaanse grootheid is opgestaan uit de dood. 

Letters From A Black Widow klinkt meer dan eens als een album dat Prince zou kunnen hebben gemaakt, maar het is wel een Prince album met een geweldige zangeres. Judith Hill zingt nog wat beter dan op haar vorige albums en veegt de vloer aan met zo ongeveer alle jonge soulzangeressen van het moment. Wanneer haar muzikanten vol op het orgel gaan, trekt Judith Hill haar imposante strot helemaal open en zingt ze met orkaankracht, maar de Amerikaanse muzikante kan ook prachtig doseren. 

Ik luister niet zo heel vaak naar albums als Letters From A Black Widow, maar het nieuwe album van Judith Hill is echt 50 minuten genieten. In muzikaal opzicht klinkt het album fantastisch en de stem van Judith Hill maakt nog net wat meer indruk, maar ook de songs op Letters From A Black Widow prikkelen intens de fantasie en vermaken ondertussen bijzonder aangenaam. De Prince injectie geeft het nieuwe album van Judith Hill nog een extra impuls. Of Prince iets meekrijgt van het nieuwe album van zijn voormalige protegee weet ik niet, maar als het zo is denk ik dat hij alleen maar heel tevreden kan glimlachen. Erwin Zijleman


Letters From A Black Widow van Judith Hill is verkrijgbaar via de Mania webshop:


01 mei 2024

MacKenzie Porter - Nobody's Born With A Broken Heart

De Canadese muzikante MacKenzie Porter heeft zes jaar gewerkt aan haar tweede album en levert met Nobody's Born With A Broken Heart een zeer aangenaam en in kwalitatief opzicht uitstekend countrypop album af
Vorig jaar verschenen flink wat uitstekende countrypop albums, waarop Amerikaanse rootsmuziek en pop mooi in balans waren. Dit jaar is de spoeling vooralsnog wat dun, maar Nobody's Born With A Broken Heart van MacKenzie Porter is in het genre een prima album. De van oorsprong Canadese MacKenzie Porter gaat al even mee, maar levert met Nobody's Born With A Broken Heart een zeer volwassen album af. Het is een album waarop ze makkelijk overtuigt als zangeres, maar ook in muzikaal, productioneel en compositorisch opzicht is het tweede album van MacKenzie Porter een album dat er mag zijn en dat zeer in de smaak zal vallen bij liefhebbers van de betere countrypop.


Een blik op de cover van Nobody's Born With A Broken Heart van MacKenzie Porter maakt direct duidelijk in welk genre we dit album moeten plaatsen. De cover van het album ademt immers Nashville countrypop en dat is ook precies wat je krijgt wanneer je het album beluistert. 
Nu is er Nashville countrypop in twee soorten. Aan de ene kant is er de aalgladde pop met een nauwelijks te onderscheiden vleugje country, maar aan de andere kant is er ook de dichter tegen de Amerikaanse rootsmuziek aanleunende variant met een aangenaam laagje pop. 

Voor de laatstgenoemde variant heb ik de afgelopen jaren een enorm zwak ontwikkeld. Vorig jaar verschenen er uitstekende albums in het genre van onder andere Morgan Wade, Alana Springsteen, Ashley Cooke, Elle King en natuurlijk Megan Moroney, die met haar debuutalbum Lucky zelfs de top vijf van mijn jaarlijstje haalde. 

Op basis van de cover had ik MacKenzie Porter eerlijk gezegd ingedeeld bij de minder interessante countrypop variant, maar dat bleek al snel onterecht. MacKenzie Porter klinkt op haar album als een muzikante die in het diepe zuiden van de Verenigde Staten is opgegroeid op een streng dieet van traditionele Amerikaanse rootsmuziek. Dat laatste kan nog altijd het geval zijn, maar de wieg van MacKenzie Porter stond niet in het zuiden van de VS maar in Canada. 

In haar vaderland timmerde ze als tiener aan de weg als actrice, maar haar hart lag bij de muziek. Dat leverde tien jaar geleden al een titelloos debuutalbum op dat in Canada zeer succesvol was en dat album krijgt nu eindelijk een vervolg met Nobody's Born With A Broken Heart. 

De Canadese muzikante, die een paar jaar geleden is neergestreken in Nashville, Tennessee, heeft zes jaar gewerkt aan haar tweede album. In die jaren zorgde de coronapandemie voor de nodige vertraging en MacKenzie Porter kreeg ook haar eerste kind. Op haar 34e is ze echter klaar om uit te groeien tot een van de grote sterren binnen de countrypop. 

Dat doet ze met een ambitieus album, want Nobody's Born With A Broken Heart bevat maar liefst negentien songs en bijna een uur muziek. In die negentien songs laat MacKenzie Porter horen dat ze een prima zangeres is en over een stem beschikt die gemaakt is voor het genre en op fraaie wijze country en pop combineert. 

De Canadese muzikante schreef mee aan de meeste songs op het album, maar vertrouwde ook voor een deel op de kwaliteiten van gelouterde songwriters uit Nashville. Dat hoor je, want Nobody's Born With A Broken Heart staat vol met bijzonder lekker in het gehoor liggende songs. Het zijn songs die door de van oorsprong Canadese producer Joey Moi zijn voorzien van een blinkend laagje pop, maar net als de bovengenoemde zangeressen uit 2023 stopt MacKenzie Porter wat mij betreft voldoende Amerikaanse rootsmuziek in haar songs. 

Ze laat zich binnen de Amerikaanse rootsmuziek breed beïnvloeden wat een gevarieerd album oplevert, dat me meer dan eens doet denken aan het door mij zo geliefde Lucky van Megan Moroney. Natuurlijk moet je tegen Nashville countrypop en geijkte thema’s als foute mannen en mislukte liefdes kunnen om te houden van Nobody's Born With A Broken Heart van MacKenzie Porter, maar als je dit doet heb je met het tweede album van de Canadese muzikante een van de beste countrypop albums van 2024 in handen. Erwin Zijleman

Voor een fysiek exemplaar van het album van MacKenzie Porter ben je vooralsnog aangewezen op de website van de Canadese muzikante: https://mackenzieporterstore.com.