Nina Persson kennen we natuurlijk vooral van de Zweedse band The Cardigans, maar haar mooiste plaat maakte ze wat mij betreft toch in 2001, toen het debuut van haar hobbyproject A Camp verscheen. Waar The Cardigans destijds nog garant stonden voor zonnige en over het algemeen honingzoete popliedjes, was het debuut van A Camp, waarop naast Nina Persson ook Sparklehorse voorman Mark Linkous nadrukkelijk aanwezig was, een uiterst sobere plaat die overliep van melancholie. Ook de muziek van The Cardigans werd de afgelopen jaren wel iets minder uitbundig, maar zo mooi en indringend als op het debuut van A Camp werd het nooit. Het is wat mij betreft dan ook goed nieuws dat er deze maand geen nieuwe plaat van The Cardigans in de winkel ligt, maar dat Nina Persson eindelijk tijd heeft gevonden voor een nieuwe A Camp plaat. Ook op Colonia wordt Persson weer bijgestaan door Mark Linkous, al is zijn aandeel dit keer beduidend minder groot dan op het debuut van de band dat nog door hem werd geproduceerd. Colonia kent hiernaast gastbijdragen van onder andere Joan Wasser (Joan As Policewoman), James Iha (ex Smashing Pumpkins) en landgenoten Nicolai Dunger en Anna Ternheim, maar ook op de tweede plaat van A Camp draait eigenlijk weer alles om de onweerstaanbare vocalen van Nina Persson. Colonia is net als zijn voorganger een plaat met vooral melancholische popsongs, al klinken deze net wat minder sober dan op het debuut van de band. De instrumentatie is met bijdragen van strijkers en blazers fraai en stemmig, maar gelukkig nergens opdringerig. In de songs waarin deze instrumentatie net wat uitbundiger is en invloeden uit de 60s enige ruimte krijgen, kruipt A Camp af en toe dicht tegen de betere momenten van The Cardigans en zeker ook Abba aan, maar gelukkig is de hoofdmoot toch gereserveerd voor het van het debuut van A Camp bekende geluid. We hebben lang op Colonia moeten wachten, maar deze meeslepende popplaat vol Scandinavische melancholie, winterpracht en een randje kitsch was het wachten echt meer dan waard. Erwin Zijleman