Het verhaal van de Amerikaanse singer-songwriter Jesca Hoop laat zich lezen als een sprookje. Jarenlang combineerde de Amerikaanse haar bestaan als muzikant met uiteenlopende baantjes in diverse uithoeken van de Verenigde Staten, tot ze een paar jaar geleden een min of meer vaste baan kreeg als kindermeisje. Tijdens één van de vele optredens voor de aan haar toevertrouwde kinderen, keek de heer des huizes goedkeurend toe, waarna hij besloot om Jesca Hoop op sleeptouw te nemen. Een definitieve doorbraak leek vervolgens slechts een kwestie van tijd. Een mooi verhaal, dat alleen maar mooier wordt wanneer ik er bij vertel dat de heer des huizes niemand minder was dan Tom Waits. Vreemd genoeg schiet het ondanks het mooie levensverhaal en de steun van een invloedrijk en gerespecteerd muzikant als Tom Waits nog niet echt op met de carrière van Jesca Hoop. Haar onlangs verschenen tweede plaat, Hunting My Dress, krijgt tot dusver nog niet al teveel aandacht en dat terwijl Hoop zich inmiddels heeft weten te omringen met een tweede beschermheer van formaat; Elbow’s Guy Harvey. Aan de andere kant is het ook weer niet zo heel vreemd dat Jesca Hoop tot dusver geen breed publiek aan zich weet te binden. De folky songs van de Amerikaanse zijn bij vlagen bijzonder excentriek en vergen daarom flink wat geduld van de luisteraar. Net als bijvoorbeeld Björk (en in iets mindere mate Kate Bush en PJ Harvey) maakt Jesca Hoop muziek waar je tegen moet kunnen. Het is warmbloedige en bij vlagen zelfs sensuele muziek, maar Hunting My Dress is zeker geen warm bad, eerder een modderbad. Wanneer je eenmaal begint te wennen aan de onconventionele aanpak van Jesca Hoop en haar eigenzinnige songs, valt er op Hunting My Dress echter wel degelijk veel te genieten. Jesca Hoop schrijft songs die prikkelen en verrassen, maar dankzij de heldere vocalen van de Amerikaanse (die heel af en toe doen denken aan Suzanne Vega) nestelen ze zich ook aangenaam in het gehoor. Het absolute prijsnummer is de samen met Guy Harvey gezongen murderballad Murder Of Birds, maar ook vrijwel alle andere tracks op Hunting My Dress dringen zich steeds nadrukkelijker op. Hunting My Dress is te zware kost voor liefhebbers van lichtvoetige folkpop, maar als het best wat donkerder en eigenzinniger mag zijn is dit een plaat die het verdiend om gehoord te worden. Rest slechts de nuancering van mijn associatie met een modderbad. Tom Waits omschreef de muziek van Jesca Hoop ooit eens als “going swimming in a lake at night”. Dat komt deels op hetzelfde neer, maar klinkt toch een stuk aantrekkelijker. Vergeet dat modderbad dus maar. Erwin Zijleman