Laat ik maar met de deur in huis vallen: ik ben geen groot fan van Radiohead. Van het stapeltje Radiohead platen dat ik in de kast heb staan draai ik eigenlijk alleen The Bends uit 1995 met enige regelmaat. Bij opvolger OK Computer uit 1997 begon ik het contact met Radiohead te verliezen en bij de release van Kid A in 2000 werd dit contact ruw verbroken. Het wereldwijd bejubelde Kid A heb ik nooit begrepen en ook van opvolgers Amnesiac (2001) en Hail To The Thief (2003) kon ik met geen enkele mogelijkheid chocola maken. Net toen ik de band voorgoed had opgegeven kwam Radiohead in 2007 op de proppen met In Rainbows; een plaat waarmee ik wel weer iets kon, al kon de plaat wat mij betreft niet in de schaduw staan van het veel betere (en toegankelijkere) The Bends. Het onlangs verschenen The King Of Limbs wordt me in recensies net iets te vaak omschreven als Kid B en daarom begon ik vol tegenzin aan de beluistering van de nieuwste episode in de geschiedenis van Radiohead. The King Of Limbs is inderdaad weer wat experimenteler dan In Rainbows, dat ik overigens ook al niet vond uitblinken door toegankelijkheid. De gitaren zijn naar de achtergrond verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor bakken elektronica en de bijna dubstep-achtige bassen en ritmes die ook op de soloplaat van zanger Thom Yorke een voorname rol speelden. Het is waarschijnlijk koren op de molen van een ieder die met name de experimentele platen van Radiohead koestert, maar ik vond het weer flink wennen. Het complete onbegrip dat zich van mij meester maakte bij de eerste beluistering van Kid A bleef dit keer echter uit. The King Of Limbs is zeker geen lichte kost. Integendeel, dit is buitengewoon zware kost. Songs met een duidelijke structuur plus een kop en een staart staan er eigenlijk niet op. Complexe ritmes en elektronische soundscapes domineren in de songs die vol invloeden uit de dubstep, elektronica, avant garde en free jazz zitten. De liefhebber van de gitaarband Radiohead zal waarschijnlijk beweren dat The King Of Limbs niet meer dan flarden van songs bevat en hij of zij heeft nog gelijk ook. Toch doet The King Of Limbs me wel wat. Wanneer je de plaat niet beluistert als een collectie songs maar als een luistertrip van ruim een half uur, valt er op The King Of Limbs veel bijzonders te horen. De zang van Thom Yorke is bij vlagen prachtig, het drumwerk is fenomenaal en de elektronische geluidstapijten weten je steeds weer op een andere manier te intrigeren. Met name de eerste helft van de plaat is het wat mij betreft flink doorbijten, maar hierna weet The King Of Limbs me meer dan eens te betoveren met avontuurlijke klanken. Laat ik eerlijk zijn: chocola kan ik er nog steeds niet van maken, maar op een of andere manier vind ik het dit keer wel mooi. Bij vlagen zelfs heel mooi. Misschien moet ik Kid A vanavond ook maar eens opzetten. Ik denk dat ik er zo langzamerhand wel aan toe ben. Erwin Zijleman