24 april 2012
Rufus Wainwright - Out Of The Game
Het oeuvre van Rufus Wainwright beslaat inmiddels zo’n 14 jaar en is een imposant allegaartje geworden. Hoewel ik zeker niet vies ben van zwaar aangezette arrangementen, sloeg Rufus Wainwright wat mij betreft wat te vaak door in de richting van een overdaad aan bombast, waardoor ik me over het algemeen beperk tot het uit de kast trekken van zijn titelloze debuut uit 1998 of het prachtige Poses uit 2001. Persoonlijk keek ik daarom met hoge verwachtingen uit naar de man’s nieuwe plaat, die door niemand minder dan Mark Ronson (uiteindelijk toch vooral bekend van Amy Winehouse’s Back To Black) zou worden geproduceerd. Deze week verschijnt Out Of The Game en zien we naast Mark Ronson ook onder andere zus Martha, leden van Wilco, de soulband The Dap-Kings (bekend van Sharon Jones en de al eerder genoemde Amy Winehouse), Sean Lennon en Yeah Yeah Yeahs gitarist Nick Zinner opduiken. Out Of The Game wordt gepromoot als de popplaat of zelfs de dance plaat van Rufus Wainwright, maar dat valt gelukkig reuze mee. Out Of The Game is een stuk minder bombastisch dan de vorige platen van Rufus Wainwright, maar dat vind ik persoonlijk alleen maar goed nieuws. Ook het feit dat Rufus Wainwright zijn fascinatie voor Judy Garland heeft verruild voor inspiratie uit het werk van met name Elton John (70s) en David Bowie (met name Young Americans) heeft wat mij betreft alleen maar positieve invloed op de kwaliteit van de nieuwe plaat van Rufus Wainwright. Mark Ronson heeft Out Of The Game voorzien van een lekker klinkend geluid met vooral invloeden uit de pop en de soul. Het is een geluid dat prima past bij de bijzondere en uit duizenden herkenbare stem van Rufus Wainwright, die overigens zijn eigen identiteit heeft behouden op Out Of The Game. Out Of The Game klinkt daarom als een Rufus Wainwright plaat en niet als een Mark Ronson plaat en ook dat is goed nieuws. Hoewel Out Of The Game een stuk minder bombastisch klinkt dan platen als Want One en Want Two, blijft de muziek van Rufus Wainwright geïnspireerd door barok en romantiek. Out Of The Game is wat minder uitbundig versierd met klassiek aandoende tierelantijntjes, maar met name door de toegevoegde blazers en vrouwelijke vocalen klinkt de plaat lekker vol. Out Of The Game is zoals gezegd beïnvloed door de 70s pop en rock van onder andere David Bowie, Billy Joel en Elton John en dat blijkt wederom (ook zijn eerste twee platen waren flink geïnspireerd door muziek uit de jaren 70) een genre waarin Rufus Wainwright uitstekend uit de voeten kan. Zoals het Rufus Wainwright betaamt kleurt hij ondanks de strakke productionele kaders van Mark Ronson niet alleen maar binnen de lijntjes, maar laat hij de songs op Out Of The Game af en toe voorzichtig ontsporen. De ene keer door een bak elektronica of flirts met 70s disco, de andere keer door een flinke dosis pathos en melancholie. Out Of The Game kabbelt hierdoor het ene moment buitengewoon aangenaam voort en zet je het volgende moment op het puntje van je stoel. Liefhebbers van de bijzonder theatrale platen van Rufus Wainwright zullen waarschijnlijk even moeten slikken bij beluistering van Out Of The Game, maar een ieder die net als ik intens heeft terug verlangd naar de eerste twee platen van Rufus Wainwright, vindt op Out Of The Game veel van zijn of haar gading, wat overigens niet betekent dat Out Of The Game direct aansluit op Poses of het debuut van Wainwright. Ik heb er in ieder geval weer een Rufus Wainwright plaat bij die de komende dagen, weken, maanden en jaren nog heel vaak voorbij gaat komen. Erwin Zijleman