Bijna 3 jaar geleden verscheen Nothing Moves Slower; het debuut van de Nederlandse band Most Unpleasant Men. De plaat werd destijds warm aanbevolen aan fans van Eels, Sigur Ros en Talk Talk en dat was een aanbeveling die de muziek van Most Unpleasant Men recht deed. Nothing Moves Slower was een mooie ingetogen plaat met muziek die zich met enige regelmaat buiten de gebaande paden begaf en mij persoonlijk vooral aan de latere platen van Talk Talk deed denken. De titelloze tweede plaat van de band uit Utrecht vond ik een aantal weken geleden al op de mat en ik moet zeggen dat ik de plaat inmiddels zeer ben gaan waarderen. Most Unpleasant Men maakt immers ook op haar tweede plaat weer bijzondere muziek die de fantasie prikkelt. Het doet wat minder vaak denken aan Talk Talk en Sigur Ros (de vergelijking met Eels is nog wel relevant), want Most Unpleasant Men heeft op haar tweede plaat gekozen voor een vaak wat meer uptempo en vooral veel elektronischer geluid. Het is een geluid dat nog altijd doet denken aan de betere alternatieve bands uit een ver verleden (dit keer meer Talking Heads (het Afrikaanse gitaartje in Fall Of The City) en Depeche Mode (met name opener Everybody Does) dan Talk Talk), maar de tweede van Most Unpleasant Men heeft ook het frisse en sprankelende van een eigentijdse band als MGMT of het tegendraadse van The Notwist. Most Unpleasant Men heeft misschien gekozen voor een toegankelijker geluid dan op haart debuut, maar het maakt nog altijd weinig alledaagse muziek vol spanning en avontuur. De instrumentatie is veelzijdig en zeer verzorgd en ook de op het eerste gehoor behoorlijk toegankelijke popliedjes van de band zetten je uiteindelijk toch een paar keer op het verkeerde been. Hierdoor is de muziek van Most Unpleasant Men af en toe behoorlijk ongrijpbaar, maar het is wat mij betreft wel lekker ongrijpbaar. Iedereen die het debuut van de band drie jaar geleden een warm hart toe droeg, zal erg moeten wennen aan de hier en daar wat gejaagde elektronische klanken, maar zal uiteindelijk concluderen dat Most Unpleasant Men onder de bij vlagen kolkende oppervlakte vooral zichzelf is gebleven; vooral wanneer de band wat gas terug neemt en dit gebeurt gelukkig met enige regelmaat. Een ieder die het debuut van de Utrechters niet kent hoort eigenzinnige muziek met een knipoog naar de 90s, maar met beide benen in het heden. De ene keer met een stevige synths injectie, maar de volgende keer net zo makkelijk met een banjo (This Is It) of met experimentele klanken die zo lijken weggelopen uit Laurie Anderson’s O Superman (Doorsteps). 2012 was voor mij het jaar van de grote hoeveelheid geweldige releases van eigen bodem. Na Sleepwater en Bettie Serveert, trekt ook Most Unpleasant Men deze lijn door en weer heeft de buitenlandse concurrentie het nakijken. Erwin Zijleman