De Amerikaan Matt Costa droomde lange tijd van een carrière als professioneel surfer, maar een ernstig auto-ongeluk maakte in één klap een eind aan deze droom. Matt Costa richtte zich vervolgens op de muziek en vond al snel onderdak bij het label van collega surfer Jack Johnson. De afgelopen zeven jaar maakte Matt Costa drie platen (Songs We Sing uit 2006, Unfamiliar Faces uit 2007 en Mobile Chateau uit 2010) en het zijn als je het mij vraagt drie bescheiden meesterwerken vol tijdloze popmuziek. Mijn verwachtingen met betrekking tot de titelloze vierde plaat van de singer-songwriter uit Huntington Beach, California, waren dan ook hooggespannen en wederom heeft Matt Costa me niet teleurgesteld. De vorige drie platen van de Amerikaan werden nogal lauwtjes ontvangen en dat zal voor deze vierde plaat niet anders zijn, maar iedereen die de platen wel heeft opgepikt had tot voor kort drie en inmiddels vier prachtplaten in zijn of haar bezit. Matt Costa liet zich op al zijn vorige platen stevig beïnvloeden door muziek uit een ver verleden en dat is dit keer niet anders. Waar op Mobile Chateau de 60s en 80s domineerden, haalt Matt Costa dit keer zijn inspiratie vooral uit de jaren 70 en dan met name uit de singer-songwriter muziek en de soft-rock uit dit decennium. Op zijn titelloze vierde plaat grossiert Matt Costa in opgewekte en nagenoeg perfecte popliedjes. Het zijn popliedjes die je voor je gevoel al 1000 keer gehoord hebt en die je dan ook na één keer mee kunt zingen. Matt Costa is niet de enige singer-songwriter die over deze gave beschikt, maar ik ken er niet veel die inmiddels vier platen zonder ook maar een enkele misser op hun naam hebben staan. Helemaal blijven steken in de jaren doet Matt Costa overigens niet, want net als je denkt dat hij de Bay City Rollers van stal gaat halen, verrast hij met een song waarop Pulp’s Jarvis Cocker waarschijnlijk strontjaloers is. In een aantal songs op Matt Costa pakt de Amerikaan stevig uit met een orkestratie die Electric Light Orchestra naar de kroon steekt, maar Costa is ook niet bang voor een intiem folkliedje, een psychedelisch hoogstandje of een ultieme feelgood song vol invloeden uit de glamrock. Vergelijkingsmateriaal: Al Stewart, Donovan, Paul Simon, Paul McCartney, Nick Drake, Marc Bolan, Van Morrison, maar uiteindelijk toch vooral Matt Costa. Als ik moet kiezen tussen de vier platen die Matt Costa inmiddels heeft uitgebracht heb ik een probleem (want ik vind ze echt alle vier even mooi), maar als ik moet kiezen tussen Matt Costa en de meeste van zijn soortgenoten weet ik het wel. De Amerikaan had al drie briljante, maar helaas miskende, platen op zijn naam staan, en levert alsof het niets is nu ook de vierde af. Mijn advies: ga dit zo snel mogelijk horen. Het is overigens wel een duur advies, want als je deze plaat wilt hebben, volgen de andere drie onmiddellijk, let maar op. Erwin Zijleman