De Amerikaanse singer-songwriter Dent May maakte de afgelopen jaren twee even idiote als briljante platen. Op zijn debuut of The Good Feeling Music Of Dent May & His Magnificent Ukulele trok Dent met zijn ukelele langs een omgevallen platenkast vol eigenzinnige popmuziek, om vervolgens op zijn tweede plaat Do Things ook nog eens flink wat invloeden uit de elektronische dansmuziek toe te voegen. Het leverde May de vergelijking op met eigenzinnige en onbegrepen muzikanten als Jonathan Richman, Stephen Merritt (Magnetic Fields) en Patrick Wolf. Net als de bovengenoemde muzikanten wist Dent May zijn genialiteit wat mij betreft niet te doseren, waardoor ik uiteindelijk toch afhaakte. Ik begon daarom met enige reserves aan de man’s derde plaat, maar Warm Blanket blijkt een warm bad (cover) of, zoals je wilt, een warme deken (titel). Warm Blanket werd naar verluidt opgenomen in een oud behekst huis in Florida, maar in muzikaal opzicht straalt de plaat veel meer rust uit dan we van Dent May gewend zijn. De uit Mississippi afkomstige muzikant is nog altijd niet vies van het gebruik van flink wat, niet altijd bij elkaar passende, instrumenten en voorziet zijn niet alledaagse popliedjes ook nog altijd van zo nu en dan weinig bescheiden arrangementen, maar het is al lang niet meer zo over the top of wereldvreemd als op zijn vorige platen. Hoewel ook Warm Blanket zeker niet in 1, 2 of 3 hokjes is te vangen, zijn de meeste songs op de plaat te voorzien van het etiket barokke pop (denk aan Scott Walker in zijn jonge jaren), Westcoast pop (begin en eindig bij Brian Wilson) of hogeschool 70s pop (met icoon Harry Nillson, natuurlijk Paul McCartney en zeker ook kameleon David Bowie als beste vergelijkingsmateriaal). Warm Blanket is een wat consistentere plaat dan zijn twee voorgangers, maar Dent May blijft gelukkig een vreemde snuiter die muziek maakt die van de hak op de tak durft te springen. Warm Blanket bevat in potentie een aantal wereldhits, maar door de bijzondere uitvoering en productie zal het in commercieel opzicht waarschijnlijk nooit wat worden met Dent May. Ik maak me er niet druk om. Waar ik bij de twee vorige platen van Dent May bleef steken bij aardige en zo nu en dan zelfs geniale momenten, koester ik steeds meer popliedjes op Warm Blanket. De popliedjes op Warm Blanket ontlenen hun kracht voor een deel aan het tijdloze karakter, maar de eigenzinnige instrumentatie en arrangementen zijn minstens net zo belangrijk. Door de instrumentatie en de arrangementen doet Warm Blanket ook wel wat denken aan de meesterwerken die Todd Rundgren ooit maakte (Platen die inmiddels aan de eregalerij van de popmuziek zijn toegevoegd, maar helaas in de meeste platenkasten ontbreken. Mijn persoonlijke tips: Something/Anything? uit 1972 en A Wizard, A True Star uit 1973); de zoveelste aanbeveling. De vorige twee platen van Dent May waren hun tijd vooral vooruit en boden hierdoor weinig houvast. Op Warm Blanket vindt Dent May muziek uit de jaren 60 en 70 voor een belangrijk deel opnieuw uit. Het levert een plaat op die in tegenstelling tot zijn voorganger wel de jaarlijstjes kan halen. Erwin Zijleman