Tussen 1980 en 1985 was het mijn favoriete 80s band: Simple Minds. Empires And Dance (1980), Sons And Fascination (1981), Sister Feelings Call (1981), New Gold Dream (1982) en Sparkle In The Rain (1984) koester ik nog altijd als de kroonjuwelen van de popmuziek uit de jaren 80, maar vanaf Once Upon A Time (1985) ging het mis.
De vrije val in de tweede helft van de jaren 80 hield eigenlijk aan tot 2005 toen het verrassend sterke Black & White verscheen. Die plaat kreeg vijf jaar een geleden een vervolg met het wat mij betreft nog sterkere Graffiti Soul, dat als je het mij vraagt niet onder doet voor de beste platen van de band uit Glasgow.
Graffiti Soul leek lange tijd de zwanenzang van de Simple Minds, maar vlak na de wederopstanding van tijd- en soortgenoot U2 keren ook de Simple Minds terug met een nieuwe plaat. Waar de nieuwe U2 bij mij het ene oor in gaat en het andere oor direct weer uit, weten de Simple Minds me met Big Music echter voor de derde keer op rij te raken.
Simple Minds bestaat in 2014 nog altijd uit leden van het eerste uur Jim Kerr en Charlie Burchill, maar ook drummer Mel Gaynor draait inmiddels een aantal decennia mee. Voor de productie van Big Music deed de band een beroep op levende legende Steve Hillage. Hillage was in een ver verleden lid van de cultband Gong, maar maakte in de jaren 70 ook een aantal geweldige soloplaten. In de jaren 90 dook Hillage weer op als het brein van System 7, maar hiervoor timmerde hij ook al aan de weg als producer met de productie van Sons And Fascination en Sister Feelings Call van de Simple Minds als een van zijn eerste kunstjes.
Gezien de terugkeer van Steve Hillage als producer wordt hier en daar geroepen dat de Simple Minds op Big Music terugkeren naar het geluid van hun eerste platen, maar dat is maar ten dele het geval. Net als Graffiti Soul is Big Music wat mij betreft een plaat die teruggrijpt op alles wat de Simple Minds de afgelopen decennia hebben gedaan.
De belangrijkste ingrediënten op Big Music zijn ingrediënten die we al heel lang kennen: de breed uitwaaiende gitaarklanken van Charlie Burchill, de beukende maar ook super strakke drums van Mel Gaynor en natuurlijk de altijd wat onvaste en uit duizenden herkenbare stem van Jim Kerr.
Met name de tracks waarin de elektronica de aandacht opeist hoor je inderdaad echo’s uit het verre verleden van de Simple Minds, maar Big Music bevat ook de muziek waarmee de band uit Glasgow ooit stadions wist te vullen en de songs waarmee het ooit tekende voor haar eigen ondergang.
In muzikaal opzicht staat het allemaal als een huis en ik heb Jim Kerr niet vaak zo goed horen zingen als op Big Music, maar ook de songs op Big Music maken indruk en hier ontbrak het tussen 1985 en 2005 wel eens aan. Net als Black & White en Graffiti Soul staat Big Music vol met goede songs. Het zijn zeker niet allemaal instant klassiekers, maar de meeste songs op de plaat zing je na één keer mee en wil je hierna nog heel vaak horen.
Omdat ik de Simple Minds na 1985 talloze malen min of meer definitief heb afgeschreven, verwacht ik niets meer van de band en begin ik al jaren met de nodige scepsis aan de nieuwe platen van de Simple Minds, maar Big Music is raak, net zoals Black & White en Graffiti Soul raak waren. Het knappe hierbij is dat Big Music direct klinkt als vintage Simple Minds, maar dat de band inmiddels toch ook met haar tijd is mee gegaan.
Big Music is al met al een hele aangename en knappe Simple Minds plaat en dat is een hele prestatie voor een band die inmiddels al meer dan 35 jaar bestaat en ooit eens voort kwam uit het wat onbenullige punkbandje Johnny & The Self-Abusers. Erwin Zijleman
cd cd - deluxe 2 LP's