Ik was de Australische band Husky eerlijk gezegd al lang weer vergeten. Nog geen drie jaar geleden bejubelde ik het debuut van de band, maar hoe vaak is Forever So daarna nog terug gekeerd in de cd-speler? Niet al te vaak vrees ik.
Het heeft overigens weinig te maken met de kwaliteit van het debuut van Husky, maar alles met het destijds enorme aanbod in het genre waarin Husky opereerde. Inmiddels is de vijver met op de jaren 60 en 70 teruggrijpende folk vol mooie harmonieën een stuk minder vol, zodat de nieuwe plaat van Husky mogelijk wel een vis is die wat langer mee kan dan slechts de waan van de dag.
Ruckers Hill is er in ieder geval goed genoeg voor. Husky kent haar sterke wapens inmiddels zelf ook en opent haar nieuwe plaat daarom met harmonieën om van te watertanden. Het lijkt zo af en toe wel of je de broers Don en Phil Everly aan het werk hoort, al is de muziek van Husky een stuk moderner dan die van de broertjes Everly.
In vocaal opzicht grijpt Husky nadrukkelijk terug op muziek uit een ver verleden, maar in muzikaal opzicht sluit de band aan bij veel hippere hedendaagse rockbands, wat Ruckers Hill een bijzonder en vooral ook eigen geluid geeft.
Husky werd een paar jaar geleden nog vooral vergeleken met Fleet Foxes, maar dat is een vergelijking die op het moment nauwelijks relevant meer is. Omdat er toch nog wel wat over moet zijn van de enorme status die Fleet Foxes hooguit een paar jaar geleden had, is er alle reden om Husky een mooie toekomst te voorspellen, al geeft het feit dat het maanden heeft geduurd voordat de plaat ook Europa heeft weten te bereiken natuurlijk te denken.
Nu de plaat er eenmaal is kan het volgens mij niet meer mis gaan met Husky, want wat is Ruckers Hill een heerlijke plaat. Zeker nu de zon weer wat frequenter gaat schijnen en de zonnestralen ook aan kracht winnen, is de muziek van Husky 100% feelgood muziek. En op hetzelfde moment is het ook nog eens bloedmooie muziek.
Dat heeft alles te maken met de oorstrelende harmonieën, die niet alleen herinneren aan The Everly Brothers, maar ook aan Crosby, Stills & Nash, aan The Beach Boys en aan Simon & Garfunkel. Nu zijn er platen vol met mooie harmonieën, maar die van Husky behoren tot het soort dat onmiddellijk zorgt voor kippenvel.
Husky heeft echter meer te bieden dan betoverend mooie harmonieën. In vocaal opzicht is Ruckers Hill overtuigender dan zijn voorganger, maar de grootste stappen zet Husky in muzikaal opzicht. Net als bijvoorbeeld een band als Frontier Ruckus (hun laatste plaat schaar ik onder de grootste verrassingen van 2014) en in mindere mate The Avett Brothers, slaagt Husky er in om de invloeden uit de folk van weleer te combineren met invloeden uit de hedendaagse rockmuziek, waarbij de werkelijk prachtige gitaarlijnen centraal staan. Ruckers Hill doet in muzikaal opzicht meer dan eens aan een band als Travis denken en dat is wat mij betreft een groot compliment.
De combinatie van nogal uiteenlopende invloeden uit een periode die decennia bestrijkt is er een die uitstekend werkt en die de meeslepende songs van Husky voorziet van extra zeggingskracht en urgentie.
Husky wist zich twee jaar nog niet volledig te onderscheiden van de moordende concurrentie, maar is deze, inmiddels grotendeels onzichtbare, concurrentie inmiddels mijlenver voor met deze even mooie als bijzondere plaat. Erwin Zijleman