Ruim twee jaar geleden recenseerde ik II van Unknown Mortal Orchestra en begon ik met de volgende alinea’s. “II van Unknown Mortal Orchestra is de afgelopen weken met zulke uiteenlopende dingen vergeleken, dat ik me op voorhand geen enkele voorstelling kon maken bij de muziek van de band uit Portland, Oregon. Ik moest bij de eerste track zelf vooral aan het psychedelische werk van The Beatles denken, maar in de volgende track waren het opeens The Zombies, hierna werd het opeens Sly & The Family Stone, om vervolgens via Jimi Hendrix bij The Soft Machine uit te komen. Hierna was ik het spoor bijster of lag ik uitgeteld in de hoek. Wanneer je II van Unknown Mortal Orchestra wilt vergelijken met het werk van anderen is het een buitengewoon vermoeiende plaat, want steeds als je het denkt te weten duikt er weer andere vergelijkingsmateriaal op. Je kunt de muziek van de band rond de Nieuw Zeelander Ruban Nielson daarom maar beter als een op zichzelf staande cd beluisteren, of als een mix van alles wat in de 60s ook maar enigszins raakte aan psychedelica”.
Het is een advies dat ik zelf nog vaak ter harte heb genomen, waardoor tot ik op de dag van vandaag geniet van de tweede plaat van de Amerikaanse (eenmans)band. II moet inmiddels concurreren met Multi-Love en ook dat blijkt een buitengewoon intrigerende plaat.
Het is een plaat die slechts in beperkte mate is te vergelijken met zijn voorganger. Waar Ruban Nielson het leven op II nog bekeek door een roze bril, ging hij het afgelopen jaar door diepe dalen. Multi-Love moet gezien worden als een heuse breakup plaat, maar het is zeker geen somber geheel geworden.
Waar op de vorige plaat psychedelica werd verrijkt met invloeden uit onder andere de funk, staan deze invloeden uit de funk dit keer centraal en zorgen de invloeden uit de psychedelica voor de puntjes op de i. Multi-Love is zwaar beïnvloed door het werk van met name Funkadelic en Parliament, maar ook de betere platen van Prince hebben heel veel invloed gehad op de derde plaat van Unknown Mortal Orchestra.
Multi-Love klinkt hierdoor toegankelijker, lichtvoetiger en minder geestverruimend dan zijn voorganger, maar gelukkig maakt Ruban Nielson het de luisteraar nog steeds niet makkelijk. De songs op Multi-Love liggen bijzonder lekker in het gehoor, maar het zijn ook nog steeds songs vol verborgen kamers, dubbele bodems, boobytraps en andere verrassingen.
Ruban Nielson heeft de jaren 60 grotendeels achter zich gelaten en loopt op Multi-Love op zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van de popmuziek. Het levert een plaat op die bij eerste beluistering vooral verbaast en intrigeert, maar niet veel later hopeloos verslavend blijkt.
Alles op Multi-Love klinkt even lekker, maar ondertussen loopt de plaat ook over van avontuur en inspiratie. De derde plaat van Unknown Mortal Orchestra is volgestopt met instrumenten en geluiden, maar het zijn geen tierelantijntjes.
Multi-Love is een plaat die je verleidt en verovert, maar het is ook een plaat die maar blijft verbazen en groeien. II was prima, maar Multi-Love durf ik best een meesterwerk te noemen, al is het maar omdat Unknown Mortal Orchestra uiteindelijk niet onder doet voor het allerbeste van het genoemde vergelijkingsmateriaal en dat is nogal wat. Erwin Zijleman
cd LP