Donnie Fritts debuteerde ruim 40 jaar geleden, maar heel productief is hij de afgelopen decennia als solomuzikant niet geweest.
Volgens Allmusic.com bracht de Amerikaan platen uit in 1974 en 1997 en eerder dit jaar werd hier een derde plaat aan toegevoegd.
Oh My Goodness werd geproduceerd door John Paul White (ex-Civil Wars) en kent gastbijdragen van onder andere Brittany Howard, Ben Tanner, Jason Isbell, Amanda Shires, John Prine, Spooner Oldham, The Secret Sisters en Dylan LeBlanc.
De belangrijkste man op Oh My Goodness is echter Donnie Fritts zelf, want dankzij zijn rauwe en doorleefde vocalen is het een plaat die je onmiddellijk bij de strot grijpt.
John Paul White was bij Civil Wars niet vies van een volle en overdadige productie, maar de plaat van Donnie Fritts heeft hij voorzien van een prachtig stemmige productie. Het is een productie waarin de stem van de Amerikaan centraal staat, waarin strijkers zorgen voor een wat desolate sfeer, maar waarin ook volop ruimte is voor rauwe en traditionele folk, country en blues.
Donnie Fritts heeft als solomuzikant misschien geen heel indrukwekkend CV, maar hij was in de jaren 60 al actief als songwriter in de Muscle Shoals studio in Alabama en weet daarom precies hoe een goede song in elkaar steekt.
De songs op Oh My Goodness ademen de sfeer van het diepe zuiden van de Verenigde Staten. Het zijn rauwe en broeierige songs die wel wat doen denken aan die van John Hiatt, maar de wijze waarop Donnie Fritts zingt doet ook wel wat denken aan de scherpe voordracht van Randy Newman.
Oh My Goodness is een plaat die makkelijk indruk maakt, maar de songs op de plaat werden mij pas echt dierbaar toen ik de plaat wat vaker had gehoord. Donnie Fritts heeft een rootsplaat zonder opsmuk maar vol emotie gemaakt. Het is een plaat die 40 jaar oud had kunnen zijn, maar ook in het heden overloopt van zeggingskracht en urgentie.
Het leverde Donnie Fritts een eervolle vermelding in een aantal jaarlijstjes op, maar in veel te veel platenkasten of playlists ontbreekt deze bescheiden parel nog. Zonde. Erwin Zijleman