Waar het aan ligt weet ik niet precies, maar op één of andere manier komen de platen van Cass McCombs de laatste jaren stuk voor stuk wel op de stapel met voor mij interessante releases terecht, maar komt geen van deze platen uiteindelijk toe aan beluistering.
Mogelijk heeft het te maken met het feit dat ik bij de muziek van de singer-songwriter uit Concord, California, denk aan donkere, verstilde folk en dat is muziek waar ik lang niet altijd voor in de stemming ben.
Mijn verbazing was dan ook groot toen ik het deze week verschenen Mangy Love voor de afwisseling eens wel uit de speakers liet komen.
Op zijn nieuwe plaat, als ik goed heb geteld zijn achtste, verrast Cass McCombs met fraai gearrangeerde en opvallend warmbloedige songs vol invloeden (variërend van psychedelica tot reggae).
Bijgestaan door flink wat gastmuzikanten (21 (!), onder wie de door mij bewonderde Angel Olsen en meestergitarist Blake Mills) laat Cass McCombs horen dat hij al lang geen navel starende folkie meer is. Mangy Love is opvallend rijk georkestreerd en zeker wanneer blazers worden ingezet, lijkt Cass McCombs je mee terug te nemen naar de jaren 70 (en meer dan eens naar de platen van Van Morrison).
In flink wat songs worden jazzy en soms ook tropische en funky accenten verwerkt, maar Mangy Love raakt ook meer dan eens aan de broeierige op waar Bryan Ferry in het verleden het patent op had. De achtste van Cass McCombs doet het daarom uitstekend op een lome zomerdag, maar het is ook een plaat die je vanaf de eerste noten heel nieuwsgierig maakt naar alles dat nog komen gaat.
Mangy Love ontleent een belangrijk deel van zijn schoonheid en kracht aan de bijzonder aangename maar ook avontuurlijke instrumentatie (met een hoofdrol voor de prachtige gitaarlijnen van Blake Mills), maar ook de zang van Cass McCombs (die heel af en toe aan Elliott Smith doet denken), zijn aansprekende teksten en zijn goede gevoel voor aangename maar ook intrigerende songs, dragen nadrukkelijk bij aan het verrassend fraaie eindresultaat.
Mangy Love is een plaat die continu aandacht vraagt, maar het is ook een plaat die je steeds weer opnieuw op kunt zetten, zonder dat de plaat ook maar een moment verveelt. Of ik de afgelopen jaren veel gemist heb door de platen van Cass McCombs te negeren zoek ik later nog wel eens uit. Voorlopig heb ik het veel te druk met het ijzersterke en bloedmooie Mangy Love. Erwin Zijleman