De uit North Hills, California, afkomstige band Dawes debuteerde zo’n zeven jaar geleden met een titelloze plaat, waarop de band, samen met producer Jonathan Wilson, een buitengewoon fraai en authentiek Laurel Canyon geluid liet horen.
Sindsdien ben ik Dawes eerlijk gezegd wat uit het oog verloren, maar sinds de release van hun vijfde plaat ben ik weer bij de les.
Het niet erg optimistisch maar wel realistisch getitelde We’re All Gonna Die, laat een duidelijk ander geluid horen dan het debuut van zeven jaar geleden.
Samen met producer Blake Mills, overigens lid van een vroege versie van Dawes en als muzikant met Heigh Ho nog goed voor een van de betere platen van 2014, heeft Dawes gekozen voor een geluid waarin ruimte is voor uiteenlopende invloeden. Het vintage Laurel Canyon geluid van het debuut is verruild voor een fris geluid waarin zowel organische als elektronische klanken hun weg hebben gevonden.
Het is een geluid waarin nog altijd volop ruimte is voor invloeden uit het verleden, maar het zijn niet de invloeden die je verwacht van Dawes. Bij beluistering van We’re All Gonna Die had ik afwisselend associaties met de Amerikaanse soft-rock uit de jaren 70, de platen van Paul Simon uit de jaren 80 en 90, het gehele oeuvre van 10cc, af en toe wat van The Eagles en heel soms wat van het acceptabele werk van Maroon 5. Namen die tijdens de laatste beluistering op kwamen zijn die van Tom Petty, The Doobie Brothers en Jackson Browne.
Al deze invloeden zijn verwerkt in een toch ook wel eigentijds geluid en gegoten in vrijwel zonder uitzondering buitengewoon lekker in het gehoor liggende songs, al zijn het ook songs waarin ruimte is voor experiment of subtiele passages.
In muzikaal opzicht valt er volop te genieten, al moet je natuurlijk wel open staan voor de wat gladde productie en de vele funky escapades van Dawes. Uit de recensies die tot dusver zijn verschenen blijkt dat We’re All Gonna Die van Dawes een plaat is waar je van houdt of die je verafschuwt. Zelf schaar ik mezelf absoluut in de eerste categorie.
Dawes durft op haar vijfde plaat nadrukkelijk buiten de eigen lijntjes te kleuren, kiest een fraai evenwicht tussen lekker in het gehoor liggende popmuziek en muzikaal avontuur en balanceert af en toe misschien op de grens van kunst en kitsch, maar blijft altijd aan de juiste kant van de streep.
Iedere keer dat ik naar We’re All Gonna Die van Dawes luister hoor ik weer nieuwe dingen en duikt weer meer vergelijkingsmateriaal uit vervlogen tijden op (zo hoor ik nu opeens iets van Electric Light Orchestra). Iedere keer dat ik naar de vijfde van Dawes luister is het ook weer wat meer genieten. Heerlijke en interessante plaat dus wat mij betreft. Erwin Zijleman