Kevin Morby is een druk baasje. Hij maakte de afgelopen tien jaar een handvol platen met het uit Brooklyn afkomstige Woods, twee geweldige platen met zijn eigen band The Babies en ook nog eens drie soloplaten.
Van deze soloplaten wist het vorig jaar verschenen Singing Saw, dat werd vergeleken met het vroege werk van Bob Dylan en Leonard Cohen, zelfs flink wat jaarlijstjes te halen. En terecht.
Nauwelijks een jaar na Singing Saw is Kevin Morby al weer terug met een nieuwe plaat, City Music. City Music is een ode aan de grote stad en moet volgens Kevin Morby worden gezien als een plaat die hoort bij zijn voorganger, maar dan niet beïnvloed door Bob Dylan en Joni Mitchell, maar door Lou Reed en Patti Smith. City Music klinkt inderdaad wat anders dan het sobere Singing Saw en maakt zeker bij eerste beluistering een wat fragmentarische indruk.
De plaat opent met een opvallend dromerige track vol synths, die raakt aan, hoe kan het ook anders, de dreampop uit de jaren 90. In de tweede track duiken de al voorspelde invloeden van Lou Reed op, in een track die zo op klassieker New York had kunnen staan. 1234 kan alleen maar een ode aan de Ramones en overtuigt met een eenvoudig maar trefzeker rockliedje van nog geen twee minuten. In track vier komen de aan Bob Dylan herinnerende vocalen weer terug, maar kiest Kevin Morby voor een verrassend lichtvoetig deuntje, waarin uiteindelijk de gitaren los mogen gaan.
Kevin Morby heeft je inmiddels vier tracks op het verkeerde been gezet en blijft dat ook op de rest van de plaat doen. Track vijf herinnert aan een jonge Lou Reed, maar verrast in een op het eerste gehoor simpel popliedje ook met buitengewoon inventief en effectief gitaarspel.
Simpel (of lo-fi) is een predicaat dat bij de eerste kennismaking met City Music vaak zal opduiken, maar schijn bedriegt. Waar Dry Your Eyes opvalt door opvallend mooi en gevoelig gitaarspel, heeft iedere track op de nieuwe plaat van Kevin Morby wel iets dat je enthousiast doet opveren. City Music maakt niet direct de onuitwisbare indruk die Singing Saw een jaar geleden maakte, maar de nieuwe plaat va de Amerikaanse muzikant is een groeiplaat.
Met bescheiden middelen creëert Kevin Morby een bijzonder geluid. De bijna zeven minuten durende titeltrack wordt gedragen door een herhalend gitaarloopje, maar bouwt door een aantal tempowisselingen prachtig de spanning op en raakt stiekem ook aan de muziek van de New Yorkse band Television.
Op de tweede helft van de plaat duiken ook een jonge Bob Dylan en een jonge Leonard Cohen (de slottrack Downtown’s Lights lijkt een eerbetoon aan de vorig jaar overleden Canadese muzikant) weer op in popsongs die lijken weggelopen uit een ver verleden, maar stiekem zijn voorzien van eigentijdse accenten.
Na eerste beluistering vond ik City Music interessant, maar niet van het kaliber van Singing Saw. Nu de ruwe diamanten op de nieuwe plaat van Kevin Morby geslepen zijn na herhaalde beluistering, moet deze eerste conclusie op de schop. Ook City Music is weer een prachtplaat vol fonkelende diamanten en is als je het mij vraagt jaarlijstjesmateriaal. Erwin Zijleman