De uit Wales afkomstige band Songdog bracht in 2003 haar tweede plaat Haiku uit. Het is een plaat die in het betreffende jaar heel hoog in mijn jaarlijstje stond, maar desondanks was Haiku mijn eerste en laatste kennismaking met de muziek van de band.
Min of meer bij toeval kreeg ik vorige week de nieuwe plaat van Songdog in handen en ook Joy Street blijkt een ware parel.
Tussen Haiku en Joy Street zitten nog vijf andere platen, die ik absoluut ga beluisteren, maar voorlopig kan ik geen genoeg krijgen van Joy Street.
In mijn herinnering maakte Songdog op Haiku sfeervolle folkmuziek met uiteenlopende invloeden en dat is ook precies de muziek die de band op Joy Street maakt.
Songdog is de band rond singer-songwriter Lyndon Morgans, die ook op Joy Street weer laat horen dat hij het oude werk van Bob Dylan koestert, maar vervolgens zijn eigen ding doet met de invloeden van de oude meester. Joy Street herinnert aan de Amerikaanse en Britse folk uit de jaren 60, maar sluit ook aan op de onweerstaanbare folkpop zoals deze in de jaren 80 door bands als Aztec Camera, Del Amitri en Prefab Sprout werd gemaakt. Wanneer Songdog Keltische invloeden verwerkt in haar muziek, en dat gebeurt met enige regelmaat, duiken bovendien flarden van de muziek van The Waterboys en bands die de traditionele Ierse folkmuziek hoog hebben zitten op.
Lyndon Morgans laat zich op Joy Street gelden als een singer-songwriter die in eerste instantie verhalen vertelt. Het zijn mooie verhalen vol weemoed en melancholie, maar de muzikant uit Wales is ook niet bang voor een eenvoudig liefdesliedje.
Alle verhalen zijn verpakt in songs die zich bijzonder makkelijk opdringen, maar de muziek van Songdog graaft dieper dan die van de meeste soortgenoten van de band. Lyndon Morgans eert op Joy Street de tradities van de Britse en Amerikaanse folkmuziek, maar stopt zijn songs ook vol met uitstapjes buiten de gebaande paden. Joy Street is hierdoor een plaat die vermaakt en verrast, maar het is ook een plaat die sprankelt.
Op het eerste gehoor klinkt het allemaal niet heel bijzonder, maar wanneer je de songs op de plaat een volgende keer hoort, blijkt hoezeer de songs van Songdog zich al in het geheugen genesteld hebben en voor hoeveel plezier ze zorgen.
Het was de grote kracht van het al weer bijna 15 jaar oude Haiku en het is ook de kracht van Joy Street. Het effect dat de plaat sorteert wordt verder vergroot door de prachtige en zeer veelzijdige instrumentatie op de plaat en de glasheldere productie van Nigel Stonier, die in een ver verleden bij Fairport Convention achter de knoppen zat.
Songdog trekt met haar platen tot dusver helaas niet heel veel aandacht, maar de twee keer dat ik de band nu tegen ben gekomen heeft platen opgeleverd om zielsveel van te houden. Het kan geen toeval zijn. Erwin Zijleman