Mackenzie Scott maakte als TORRES al twee uitstekende platen, waarvan met name het in 2015 verschenen Sprinter flink wat aandacht trok en hier en daar zelfs opdook in een eindejaarslijstje.
Op haar tweede plaat werkte de uit Macon, Georgia, afkomstige maar tegenwoordig vanuit Brooklyn opererende singer-songwriter samen met Portishead’s Adrian Utley en de vooral van PJ Harvey bekende producer Rob Ellis.
Rob Ellis is ook weer van de partij op de nieuwe plaat van TORRES en het is een plaat die wat mij betreft nog een stuk beter is dan de al zo overtuigende voorganger.
Three Futures is een plaat die zeker niet altijd de makkelijkste weg kiest en soms zelfs een bijna vervreemdend effect heeft, maar het is ook een opvallend broeierige en intense plaat die uiteindelijk diep onder de huid kan kruipen. Het is een plaat die je steeds op het verkeerde been zet, maar het is ook een plaat van grote schoonheid.
De instrumentatie op Three Futures bestaat in de meeste songs uit een donkere of zelfs dreigende onderlaag en het is een onderlaag die een perfecte voedingsbodem biedt voor bijzonder fraaie accenten. Deze accenten komen met name van betoverend mooie gitaarlijnen en uithalen, veelkleurige synths en speelse of tegendraadse ritmes, maar ook de rest van het klankentapijt is prachtig.
Het past uitstekend bij de bijzondere stem van Mackenzie Scott, die zich op fascinerende wijze door het avontuurlijke muzikale landschap op haar nieuwe plaat beweegt en de songs op haar plaat voorziet van emotie en urgentie.
Three Futures roept, net als zijn twee voorgangers, zo nu en dan associaties op met het werk van PJ Harvey, maar het geluid van de Amerikaanse muzikante is op haar derde plaat ook absoluut uniek te noemen. Three Futures is een opvallend dynamische plaat. Lome synths en dromerige vocalen kunnen zachtjes verleiden, maar TORRES kan niet veel later ook van zich afbijten met venijnige gitaaruithalen en al even venijnige zang.
Wat Three Futures nog fascinerender maakt is het vermogen van TORRES om zich buiten de vaste kaders van genres en tijd te bewegen. De Amerikaanse singer-songwriter schiet op haar derde plaat door een aantal decennia popmuziek en citeert uit uiteenlopende genres, waardoor haar songs allemaal anders klinken en er ook binnen de songs volop variatie is te horen.
TORRES kan aansluiten bij tijdgenoten als Sharon van Etten, Courtney Barnett, Cat Power en de al eerder genoemde PJ Harvey, maar kan ook zomaar terugkeren naar de wederopstanding van King Crimson met gitaaruithalen die doen denken aan die van Robert Fripp en Adrian Belew of juist flirten met eigentijdse elektronische popmuziek of met de bezwerende klanken van Siouxsie & The Banshees (die toch een stuk invloedrijker zijn dan ik destijds door had).
Op Three Futures gebeurt zoveel dat het je bij eerste beluistering regelmatig duizelt, maar hoe vaker je de plaat hoort, hoe meer er op zijn plek valt. De bijzondere ritmes, fascinerende en wonderschone gitaarlijnen, bezwerende klanken en intense zang, die bij eerste beluistering nog allemaal een andere kant op lijken te gaan, vloeien steeds mooier samen en tillen de ene na de andere song op de plaat naar grote hoogten.
TORRES maakt misschien geen muziek die heel makkelijk verleidt, maar als de Amerikaanse muzikante je eenmaal te pakken heeft laat ze niet meer los en houdt Three Futures je in een wurggreep waar je niet meer aan wilt ontsnappen.
Deze wurggreep is overigens het stevigst wanneer je de plaat met volledige aandacht en bij voorkeur met de koptelefoon beluistert en je volledig op kunt gaan in het bijzondere muzikale universum van TORRES. Of ze er wereldberoemd mee gaat worden durf ik te betwijfelen, maar voor liefhebbers van eigenzinnige vrouwelijke singer-songwriters is het smullen van de eerste tot en met de laatste noot. Erwin Zijleman