Nieuw-Zeelandse muzikant kiest voor een toegankelijker en laid-back geluid dat vermaakt en intrigeert
Ik had nog nooit van Connan Mockasin gehoord, maar de Nieuw-Zeelandse muzikant blijkt een cultheld die goed is voor meesterwerken. Dat hoor ik niet direct op zijn bewierookte platen uit het verleden, maar wel op zijn nieuwe plaat, die een loom en laid-back geluid laat horen met bijzonder gitaarspel en veel meer avontuur dan je op het eerste gehoor kunt vermoeden. Jassbusters is broeierig en jazzy en maakt nergens een geheim van een diepe bewondering voor Prince, maar Connan Mockasin doet ook nadrukkelijk zijn eigen ding. Het levert een plaat die door kan groeien richting iets heel moois.
Ik had tot voor kort nog nooit van Connan Mockasin gehoord, maar als één van mijn favoriete Britse muziektijdschriften de man’s nieuwe plaat tot album van de maand uitroept, ben ik nieuwsgierig.
Op het Internet wordt deze plaat overigens veel minder enthousiast onthaald dan zijn twee voorgangers, die in 2011 en 2013 zijn overladen met superlatieven.
Ik ben daarom maar eens begonnen met Forever Dolphin Love uit 2011 en Caramel uit 2013, maar was niet direct enthousiast. Ik hoor op deze platen af en toe wel leuke of interessante dingen, zeker wanneer uitstapjes richting psychedelica en funk worden gemaakt, maar het pakt me niet. Connan Mockasin’s nieuwe plaat Jassbusters vond ik wel direct goed en pakt me wel, waardoor ik me zoals zo vaak kan vinden in de lovende woorden van Uncut.
Connan Mockasin is overigens een uit Wellington, Nieuw-Zeeland, afkomstige muzikant, die in het verleden furore maakte met zijn bands Connan & The Mockasins en Soft Hair en onder andere samenwerkte met James Blake en Charlotte Gainsbourg.
Zijn nieuwe plaat opent met een song die gaat over de onderbroek van ene Charlotte, wat wel haast de onderbroek van Charlotte Gainsbourg moet zijn. Het is een heerlijk lome track met jazzy gitaarwerk, die zowel associaties oproept met de muziek van J.J. Cale als met die van Prince (en er tussenin hoor ik ook nog wat van Eric Clapton of zelfs Dire Straits). Het is een track waarvoor Connan Mockasin maar liefst 9 minuten reserveert en het zijn 9 minuten die aangenaam voortkabbelen, maar op een of andere manier prikkelt de Nieuw-Zeelandse muzikant ook de fantasie.
Dat doet hij ook in de tweede track, waarin bijzonder klinkende gitaarakkoorden worden gecombineerd met wat onvaste vocalen en gastvocalen die opschuiven richting Antony (of Anohni). Het is wederom een track die jazzy klanken combineert met 70s softrock en het is een track die het oor aangenaam streelt, maar ook tegen de haren instrijkt. Ik kan me goed voorstellen dat veel muziekliefhebbers de plaat na deze eerste twee tracks terzijde schuiven, maar ik was na deze tracks alleen maar nieuwsgieriger geworden naar de muzikale verrichtingen van Connan Mockasin.
Ook in de derde track kiest de muzikant uit Wellington weer voor lome klanken, die beter passen bij de nacht dan bij de dag. Hij voegt nu wat soul toe aan de jazzy klanken en schuift flink op richting Prince. Vergeleken met Prince is Connan Mockasin een beduidend minder goede zanger, maar na enige gewenning heeft het wat.
Het bijzondere van Jassbusters is dat er bij oppervlakkige beluistering niet zo gek veel gebeurt of lijkt te gebeuren in de muziek van de Nieuw-Zeelandse muzikant, maar dat er bij aandachtige beluistering heel veel te genieten valt. Het tempo ligt laag, de instrumentatie is subtiel, maar het is ook een instrumentatie vol bijzondere klanken en details en het is een instrumentatie die de ruimte vult met broeierige klanken, wat contrasteert met de eigenzinnige zang.
En zo slust de Nieuw-Zeelandse muzikant je in slaap, maat hij je ruw wakker en zet hij je op het verkeerde been. Het vermaakt, het schuurt en het intrigeert hopeloos. Ik ben voorlopig nog niet klaar met Jassbusters van Connan Mockasin. Erwin Zijleman
De muziek van Connan Mockasin is ook verkrijgbaar via zijn bandcamp pagina: https://connanmockasin.bandcamp.com/album/jassbusters.