21 november 2019

Le Corbeau - IV, V en VI

Le Corbeau brengt maar liefst drie albums tegelijk uit en samen zijn ze goed voor twee uur psychedelische gitaarmuziek die alle kanten op schiet
Het is wat als een tot op dat moment onbekende band je opeens overvalt met maar liefst drie cd’s, in totaal goed voor twee uur muziek. Het is ook nog eens twee uur muziek die lang niet altijd even makkelijk weg hapt. De psychedelische gitaarmuziek van Le Corbeau is soms filmisch, soms benevelend, maar net zo makkelijk rauw en gruizig. Het is zeker niet allemaal even goed, maar ik ben alles bij elkaar toch een hoop moois tegen gekomen op de trilogie van Le Corbeau, waarvan het tweede deel het meest buiten de lijntjes kleurt en het derde deel uiteindelijk het meest overtuigt, maar dat is mijn mening.


Le Corbeau is de naam van een Franse filmklassieker uit 1943, maar het is ook de naam van een Noorse band. De band werd ruim tien jaar geleden opgericht door Øystein Sandsdalen, die een enkeling ooit nog zal kennen als de gitarist van de Noorse rockband Sereena-Maneesh, die aan het begin van het millennium twee prima albums afleverde. 

De naam Le Corbeau ben ik de afgelopen jaren wel eens tegengekomen, maar ik had nog nooit naar de muziek van de band geluisterd, tot onlangs maar liefst drie albums van de band op de mat ploften. IV - Spider Bridge, V - C’s Theme en VI - Sun Creeps Up The Wall verschenen alle drie vorige week en zijn gezamenlijk de opvolger van het in 2011 verschenen Moth On The Headlight dat vermoedelijk album nummer 3 was. 

Albums nummer IV, V en VI zijn mijn eerste kennismaking met de muziek van Le Corbeau, maar vormen 50% van het oeuvre van de band. De eerste kennismaking met de muziek van de Noorse band bevalt me overigens zeer. Noorwegen heeft een traditie hoog te houden wanneer het gaat om bijzondere rockmuziek en Le Corbeau past uitstekend in deze traditie. 


IV - Spider Bridge opent met beeldende klanken die doen denken aan de spaghetti westerns van weleer, maar dan wel overgoten met een flinke hoeveelheid psychedelica en een vleugje surf. 

Na de beeldende openingstrack vervolgt het album met een aantal wat duister klinkende rocksongs, die zich laten beluisteren als een mix van The Velvet Underground, The Birthday Party en Sonic Youth. 

De laatste band was overigens voor Øystein Sandsdalen de belangrijkste reden om Le Corbeau te beginnen, maar de muziek van de Amerikaanse band is niet de meest dominante invloed op de albums van Le Corbeau. 

De muziek van de Noorse band is op IV gitaar georiënteerd en klinkt wat duister en psychedelisch. Het is muziek die bij eerste beluistering makkelijk vervloog, maar hoe vaker ik naar de muziek van Le Corbeau luister, hoe meer ik word gegrepen door de rauwe maar ook melodieuze gitaarmuziek van de band. 

IV is af en toe redelijk rechttoe rechtaan met hier en daar zelfs een uitstapje richting gruizige garagerock, maar wanneer de hoeveelheid psychedelica wordt opgevoerd, blijkt de band ook uit de voeten te kunnen met bedwelmende songs vol bezwering of zelfs met een folky track. 


IV begon filmisch, maar koos uiteindelijk toch voor de rock. Ook V - C’s Theme begint met beeldende klanken en houdt deze langer vast dan IV, zeker wanneer de vocalen achterwege worden gelaten en de muziek van Le Corbeau zich richting soundscapes beweegt.

Wanneer de zang wel wordt ingezet richt Le Corbeau zich ook op V vooral op psychedelische rockmuziek, die varieert van rauw en gruizig tot loom en benevelend. 

Omdat de wat rechttoe rechtaan rocksongs op V ontbreken ligt het album wat zwaarder op de maag dan zijn op dezelfde dag verschenen voorganger, maar V is ook intrigerender dan album nummer 4, zeker wanneer de songs verzanden in een bak enorme en lang aanhoudende herrie. 


Na 45 en 38 minuten zijn we er nog niet, want we hebben ook VI - Sun Creeps Up The Wall nog. Op de 37 minuten van album nummer 6 lijkt de rust in eerste instantie teruggekeerd. 

Na al het gitaargeweld van IV en V opent VI met melodieuze klanken en lome zang. Het is nog altijd muziek met een flinke psychedelische component, waardoor Le Corbeau ook dit keer vooral de liefhebbers van dit genre zal aanspreken. 

Hier en daar sluipt er een beetje prog (of op zijn minst een mellotron) in de muziek van Le Corbeau, maar aan het eind van de eerste track wordt het gitaargeweld ook weer opgevoerd en ontaard de eerste track van album nummer 6 in een fascinerende luistertrip. 

Ook VI kan ontsporen in gruizig gitaargeweld, maar over het algemeen is het album net wat melodieuzer als zijn twee voorgangers. Flarden The Velvet Underground blijven een belangrijke rol spelen en krijgen naast de twee andere hierboven genoemde namen ook nog gezelschap van een op hol geslagen versie van The Doors. 

VI bevat uiteindelijk de meest memorabele gitaarsongs en het lekkerste gitaarwerk en is wat mij betreft mijn favoriete album binnen de trilogie van Le Corbeau, maar ook IV en V hebben hun momenten en dragen bij aan precies twee uur bijzondere muziek. Het is natuurlijk teveel van het goede, maar al met al ben ik blij met de kennismaking met de bijzondere muziek van Le Corbeau en pik ik steeds weer wat anders uit deze trilogie vol psychedelisch gitaargeweld. Erwin Zijleman

De muziek van Le Corbeau is verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het label van de band: https://handmaderecs.bandcamp.com.