11 april 2025

Review: The Ophelias - Spring Grove

De Amerikaanse band The Ophelias wist voor haar vierde album Spring Grove niemand minder dan Julien Baker te strikken als producer, wat een lekker vol geproduceerd maar ook zeer sfeervol klinkend album oplevert
De Amerikaanse band The Ophelias ontdekte ik een paar jaar geleden, toen ik zeer te spreken was over het album Crocus. Dat was een album dat meerdere kanten op sprong, maar op het deze week verschenen Spring Grove kiest de band voor een wat consistenter geluid. Het is een geluid dat op een of andere manier aan de jaren 90 doet denken, maar het album klinkt ook zeker eigentijds. De hand van debuterend producer Julien Baker hoor je in het gitaarwerk, maar de grote rol voor de viool is hetgeen dat het meest opvalt bij beluistering van het album, overigens naast de echt bijzonder mooie stem van Spencer Peppet, die het geluid van de band nog wat verder optilt.



Het deze week verschenen Spring Grove is het vierde album van de Amerikaanse band The Ophelias. De band uit Cincinnati, Ohio, debuteerde tien jaar gelden, maar ik ontdekte de uit drie vrouwen en één man bestaande band pas in 2021 toen het derde album Crocus verscheen. Het is een album dat ik in mijn recensie omschreef als een vat vol tegenstrijdigheden, maar ook als een spannend en wonderschoon album. 

Crocus had in vrijwel alle songs een jaren 90 vibe, maar schakelde makkelijk tussen behoorlijk gruizige, wat meer folky en juist wat zwaarder georkestreerde songs. Ik heb sindsdien niet heel vaak meer naar het album geluisterd, waardoor de naam The Ophelias bij mij eerlijk gezegd geen belletje meer deed rinkelen deze week. 

De songs op Spring Grove wisten me echter redelijk makkelijk te overtuigen, want de Amerikaanse band heeft ook op haar vierde album weer veel te bieden. Ook op Spring Grove heeft de muziek van The Ophelias een jaren 90 vibe. Die hoor je duidelijk wanneer de band uit Ohio vooral kiest voor invloeden uit de indierock en dreampop, maar ook wat meer ingetogen songs en songs met een prominente rol voor de viool hebben hun weg gevonden naar het album. 

De band liep een paar jaar geleden niemand minder dan Julien Baker tegen het lijf, die vervolgens op Crocus was te horen in de Neil Young cover On High. De samenwerking beviel zo goed dat Julien Baker toezegde het volgende album van The Ophelias te produceren en aan die belofte heeft ze zich gehouden. Het is het eerste album dat Julien Baker heeft geproduceerd en wat mij betreft heeft ze fraai werk afgeleverd. 

Je hoort de hand van Julien Baker vooral in het gitaarwerk op het album, zeker wanneer dit wat voller en steviger klinkt. Vergeleken met het vorige album van The Ophelias bevat Spring Grove wat meer stevigere en vooral wat meer voller klinkende songs en het zijn songs die zijn voorzien van een zeer aansprekend geluid. 

Juist als wat gas wordt teruggenomen hoor je meer invloeden uit de muziek van Julien Baker, zoals in het mooie Parade, maar Spring Grove doet me veel vaker denken aan de muziek van een jaren 90 band als ‘Til Tuesday, de band waarmee Aimee Mann ooit opdook. De zang van The Ophelias frontvrouw Spencer Peppet heeft af en toe wel wat van Aimee Mann, al moeten de overeenkomsten niet overdreven worden. 

De stem van Spencer Peppet is wel een van de sterke punten van The Ophelias en zorgt bovendien voor een herkenbaar geluid. Spring Grove klinkt vaak behoorlijk vol en dat is niet altijd mijn smaak. Het geluid op het album is echter verassend sfeervol en bovendien is de Amerikaanse band ook op haar nieuwe album niet vies van variatie. 

In mijn recensie van het vorige album van The Ophelias schreef ik nog dat de band niet per se koos voor toegankelijke popsongs, maar de songs op het nieuwe album vind ik juist behoorlijk toegankelijk. Zeker de songs met flink wat violen dringen zich makkelijk op en met name in deze songs is de stem van Spencer Peppet echt bijzonder mooi. Het is wat mij betreft vooral de zang waarmee het album van The Ophelias zich weet te onderscheiden, maar ook in alle andere opzichten is Spring Grove een opvallend en opvallend goed album. Hopelijk geeft de naam van Julien Baker The Ophelias de boost die de band verdient. Erwin Zijleman

De muziek van The Ophelias is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://ophelias.bandcamp.com/album/spring-grove.


Spring Grove van The Ophelias is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Momma - Welcome To My Blue Sky

De Amerikaanse band Momma maakte drie jaar geleden indruk met het door 90s indierock geïnspireerde Household Name, dat deze week wordt gevolgd door een nieuw album waarop dit geluid verder is geperfectioneerd
Momma werd geformeerd toen Etta Friedman en Allegra Weingarten nog piepjong waren, maar de muziek van het tweetal stond direct bol van de belofte. Het kwam er helemaal uit op het vorige album van Momma, maar het deze week verschenen Welcome To My Blue Sky is nog een stuk beter. Het geldt voor de songs, het geldt voor het heerlijke geluid, dat nog altijd schatplichtig is aan de indierock uit de jaren 90, en het geldt ook zeker voor de stemmen van Etta Friedman en Allegra Weingarten, die nog wat mooier klinken. Het nieuwe album van Momma had maar heel weinig tijd nodig om mij te overtuigen en wordt alleen maar onweerstaanbaarder.



Etta Friedman en Allegra Weingarten formeerden hun band Momma toen ze nog op de middelbare school zaten en braken door met hun derde album Household Name, dat verscheen toen ze de universiteit net achter zich hadden gelaten. Household Name kon in de zomer van 2022 rekenen op uitstekende recensies en daar was wat mij betreft niets op af te dingen. 

Momma maakte op haar derde album immers behoorlijk lekker in het gehoor liggende indierock met fraaie contrasten tussen lekker stevig gitaarwerk en de meisjesachtige stemmen van Etta Friedman en Allegra Weingarten en ook lekker veel hard-zacht dynamiek. De twee tekenden bovendien voor uitstekende songs, die het album ruim boven de middelmaat uit tilden. 

Op basis van de leeftijd van Etta Friedman en Allegra Weingarten zou je verwachten dat de indierock van Momma zich vooral zou hebben laten beïnvloeden door de indierock helden van nu, maar op Household Name hoorde ik vooral invloeden van indierock bands met een vrouwelijk boegbeeld uit de jaren 90. Denk aan Veruca Salt, The Breeders en Belly, maar ook zeker aan Liz Phair in haar jongere en wildere jaren en aan Juliana Hatfield. 

Momma heeft deze week haar vierde album uitgebracht en laat op Welcome To My Blue Sky horen dat het zich verder heeft ontwikkeld. Momma is inmiddels een heuse band, want ook producer en multi-instrumentalist Aron Kobayashi Ritch, die ook Household Name produceerde, en drummer Preston Fulks mochten op de foto. Ook op Welcome To My Blue Sky draait echter nog alles om Etta Friedman en Allegra Weingarten, die tekenen voor het heerlijke gitaarwerk en de zeer verleidelijke vocalen. 

Ook op het vierde album van Momma domineren de invloeden uit de indierock zoals die in de jaren 90 werd gemaakt. Het lijstje namen dat ik hierboven noemde als inspiratiebronnen is ook van toepassing op Welcome To My Blue Sky, dat niet zou hebben misstaan tussen de indierock klassiekers uit de jaren 90. Etta Friedman en Allegra Weingarten slaan af en toe wel een bruggetje naar de indierock van het moment, maar eren ook op hun nieuwe album weer vooral de helden van een paar decennia geleden. 

Welcome To My Blue Sky ligt absoluut in het verlengde van Household Name, maar Momma is nog wat beter geworden. Aron Kobayashi Ritch heeft het album voorzien van een nog wat voller geluid, waarin zowel de gitaarmuren als de zang prachtig uit komen en hier en daar keyboards opduiken. Momma vertrouwt nog altijd grotendeels op het vaste stramien van de 90s indierock, maar laat op haar nieuwe album ook een wat veelzijdiger geluid horen. 

Ook de zang van Etta Friedman en Allegra Weingarten is nog net wat mooier dan op het vorige album van Momma, maar de meeste groei hoor ik in de songs van het tweetal. Waar Household Name nog vooral klonk als een, overigens hele goede, playlist met 90s indierock, hoor ik op Welcome To My Blue Sky meer van Momma. 

Ik was in de jaren 90 verslaafd aan indierock bands met een vrouwelijk boegbeeld en ik heb nog altijd een enorm zwak voor het genre, dat door Etta Friedman en Allegra Weingarten en hun twee nieuwe bandgenoten op bijzonder aangename en ook knappe wijze het huidige millennium in wordt getild. Ook liefhebbers van de indierock van nu moeten dit album zeker eens proberen. Erwin Zijleman

De muziek van Momma is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://mommaband.bandcamp.com/album/welcome-to-my-blue-sky.


Welcome To M y Blue Sky van Momma is verkrijgbaar via de Mania webshop:



10 april 2025

Review: Saya Gray, Tolhuistuin Paradiso Noord, 9 april 2025


De Canadese muzikante Saya Gray leverde eerder dit jaar met SAYA een geweldig maar ook heerlijk eigenzinnig album af. Het is wat mij betreft een van de leukste en meest originele popalbums van het moment, waardoor ik Saya Gray in mijn recensie van het album een hele mooie toekomst als grote popster voorspelde.

Gisteren stond de muzikante uit Toronto in een uitverkocht Paradiso Noord en waarschijnlijk had ze ook de grote zaal van de Amsterdamse poptempel moeiteloos uit kunnen verkopen. Nadat eerst de toetsenist en hierna de gitarist uit de band van Saya Gray het zeker niet onmisbare voorprogramma hadden verzorgd was het tijd voor de hoofdact.

Saya Gray betrad het podium in een bijzondere outfit en als een energiebommetje en waar de outfit al snel deels werd afgeworpen, hield Saya Gray het hoge energieniveau verrassend makkelijk vast. De Canadese muzikante liet zich tijdens haar eerste concert in Nederland bijstaan door een uitstekende band, die haar zowel in muzikaal als in vocaal opzicht fraai ondersteunde.

Zeker bij een aantal wat toegankelijkere tracks aan het begin van de set hoor je dat Saya Gray zomaar kan uitgroeien tot een van de grote popsterren van het moment, maar ze blijft ook een zeer eigenzinnige muzikante die muziek maakt die te complex is voor een groot publiek. Dat hoorde je op de albums die aan SAYA vooraf gingen en je hoorde het ook op het podium van Paradiso Noord.

Saya Gray en haar band kunnen in meerdere genres uit de voeten en schakelen moeiteloos tussen pop, r&b, funk, psychedelica, jazz, soul, metal, country, folk en wat eigenlijk niet. De muzikaliteit spat er van af en heel af en toe doet de Canadese muzikante wel wat denken aan Prince, die ongetwijfeld invloed heeft gehad op Saya Gray.

Waar Prince altijd een concert lang goed was, gaf Saya Gray wat mij betreft een concert met pieken en dalen. Naast onweerstaanbaar aanstekelijke songs verloor ze de popsong met een kop en een staart af en toe volledig uit het oog en sloeg ze de plank ook wel eens flink mis. De worstelingen met de techniek hielpen niet.

Saya Gray hoeft van mij niet te kiezen tussen blinkende pop en muziek vol experiment, maar het zou haar wel helpen. Haar set hinkt nu wat op twee gedachten en dat is wat mij betreft jammer. Met wat meer focus had Saya Gray een concert kunnen geven dat me eindeloos zou zijn bij gebleven. Nu was het een concert met een aantal geweldige momenten, maar was het af en toe ook rommelig en onnodig ongrijpbaar. 

Dat Saya Gray een groot talent is en het verstandig is om haar in de gaten te houden is echter zeker. Over een jaartje in de grote zaal van Paradiso? Ik ben benieuwd. Erwin Zijleman

Review: Sister Ray - Believer

Communion, het debuutalbum van Sister Ray, kreeg helaas niet heel veel aandacht, maar het deze week verschenen tweede album van het alter ego van de Canadese muzikant Ella Coyes verdient absoluut een beter lot
Het is al een hele tijd dringen in het genre waarin Sister Ray opereert, maar met Communion leverde de muzikant uit Toronto drie jaar geleden echt een uitstekend album af. Ook met het deze week verschenen Believer maakt het alter ego van Ella Coyes weer makkelijk indruk. Het album klinkt nog wat diverser dan het debuutalbum, maakt in productioneel en muzikaal opzicht nog wat meer indruk, laat horen dat de stem van Ella Coyes nog wat verder is gegroeid en laat ook nog eens interessantere songs horen. Het levert een interessant en persoonlijk album op, dat bovendien zo lekker in het gehoor ligt dat het een breed publiek moet kunnen aanspreken.



Sister Ray, het alter ego van de Canadese muzikant Ella Coyes, debuteerde in het voorjaar van 2022 bijzonder indrukwekkend met het opvallende Communion. Ella Coyes, die zichzelf identificeert als non-binair persoon, maakte op Communion indruk met persoonlijke songs, die soms aansloten bij de indiefolk en soms bij de indierock.

Communion op viel op door de mooie, krachtige en zeer expressieve stem van Ella Coyes, maar zeker ook door de prachtige productie van het uit Toronto en Brooklyn afkomstige producersduo ginla, dat Communion voorzag van een mooi maar ook onderscheidend geluid. 

Ella Coyes keert deze week terug met het tweede album van Sister Ray en laat met Believer horen dat het inmiddels drie jaar oude Communion zeker geen toevalstreffer was. Ook het tweede album van Sister Ray valt direct op door de bijzonder mooie productie. Ella Coyes vertrouwde dit keer op de kwaliteiten van Jon Nellen, een van de twee producers achter ginla, die Believer heeft voorzien van een bijzonder mooi en ook verrassend tijdloos geluid. 

Het is een geluid dat in een deel van de songs wat voller klinkt dan het geluid op het debuutalbum van Sister Ray, zeker wanneer fraaie saxofoon bijdragen worden toegevoegd. Ook op Believer kan Ella Coyes zowel uit de voeten met folky songs als met songs die wat opschuiven richting de singer-songwriter muziek die inmiddels al een aantal decennia wordt gemaakt. 

Het debuutalbum van Sister Ray viel al op door een bijzonder mooi geluid, maar op Believer is de muziek nog wat smaakvoller. Het gitaarwerk op het album is prachtig, zeker als topgitarist Marc Ribot nog wat akkoorden toevoegt, maar ook het gitaarspel van Ella Coyes en producer Jon Nellen is fraai. Believer bevat een aantal wat voller en behoorlijk toegankelijk klinkende songs, maar met name wanneer de instrumentatie wat soberder is schuwt de muzikant uit Toronto ook een wat avontuurlijk klinkend geluid niet. 

Niet alleen de muziek op Believer is nog mooier dan op het debuutalbum van Sister Ray, want ook de zang van Ella Coyes komt nog overtuigender uit de speakers. Hier en daar schuift het wat op richting de muziek van Big Thief, maar de zang van Ella Coyes is warmer en zuiverder dan die van Adrianne Lenker. 

De stem van de Canadese muzikant doet het uitstekend in songs met een redelijk spaarzame instrumentatie, zoals de afsluiter Diamonds waarin Ella Coyes genoeg heeft aan de piano, maar ook in de wat voller klinkende songs op het album is de zang bijzonder mooi. 

Ella Coyes is nog niet al te lang actief in de muziek, maar klinkt op het prachtig klinkende Believer als een gelouterde muzikant. Dat is niet alleen de verdienste van de productie, de muziek en de zang, maar ook van de songs op het album. Het zijn songs die zich makkelijk opdringen, maar die ook interessant zijn en het zijn bovendien songs die zich makkelijk over de grenzen van verschillende genres bewegen. 

Believer is in alle opzichten een zeer aansprekend album, dat wat mij betreft opvalt in het enorme aanbod van het moment. Het onderscheidend vermogen van de muziek van Sister Ray wordt verder vergroot door de persoonlijke teksten van Ella Coyes, die de eigenzinnigheid heeft behouden maar ook muziek maakt die een breed publiek moet kunnen aanspreken. Erwin Zijleman

De muziek van Sister Ray is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadese muzikant: https://sisterray780.bandcamp.com/album/believer.



09 april 2025

Review: Miki Berenyi Trio - Tripla

In 1996 viel helaas het doek voor de Britse band Lush, maar Miki Berenyi, een van de frontvrouwen van de band, laat het geluid van de band herleven, maar wel in een fraai gemoderniseerde vorm
Ik had het album van Miki Berenyi Trio niet zien aankomen en had al helemaal niet zien aankomen dat Tripla een album zou zijn dat de drie albums van Lush uit de jaren 90 naar de kroon zou steken. Mike Berenyi begint op Tripla bij het geluid van haar roemruchte band, maar heeft de dreampop van Lush vervolgens volledig gemoderniseerd. De zang van Miki Berenyi klinkt nog hetzelfde, maar in muzikaal opzicht is het geluid verfrist en verrijkt met invloeden uit andere genres. Het wordt allemaal gecombineerd in veelkleurige songs die behoren tot het beste dat Miki Berenyi heeft gemaakt. Het levert een fraai en eigentijds album met een aangenaam nostalgisch tintje op.



Miki Berenyi voerde samen met Emma Anderson de Britse band Lush aan. De band maakte tussen 1992 en 1996 drie albums (Spooky, Split en Lovelife) die wat mij betreft moeten worden gerekend tot de kroonjuwelen van de dreampop. De mix van dreampop, shoegaze en perfecte pop kreeg ondanks de hoge kwaliteit van de albums van Lush helaas nooit de waardering van de critici die de band wat mij betreft verdiende en ook het grote publiek liet de band helaas links liggen. 

De zelfmoord van drummer Chris Acland in 1996 gaf Lush de nekslag en deze kwam de band niet meer te boven. Het werd vervolgens stil rond Miki Berenyi en deze stilte werd pas in 2015 doorbroken toen Lush besloot om weer bij elkaar te komen voor een aantal optredens. Het leverde een tour en in 2016 een prima EP (Blind Spot) op, maar hier bleef het helaas bij. 

Miki Berenyi dook vervolgens op in de band Piroshka, die deels voortborduurde op het geluid van Lush, maar ook een wat experimenteler geluid liet horen. Piroshka bleef steken op twee prima albums, waardoor het oeuvre van Miki Berenyi, absoluut een van mijn muzikale helden, bleef steken slechts op een handvol albums. 

De Britse muzikante leverde een paar jaar geleden de indringende autobiografie Fingers Crossed: How Music Saved Me from Success af en duikt deze week gelukkig weer op met nieuwe muziek. Tripla, het eerste album van Miki Berenyi trio wordt vooralsnog niet overladen met aandacht, maar dat zegt niets over de kwaliteit van het album. 

Miki Berenyi Trio bestaat naast Miki Berenyi zelf uit Kevin ‘Moose’ McKillop, die ook deel uitmaakt van Piroshka, en Oliver Cherer. Heel veel tijd voor hooggespannen verwachtingen was er niet, want het debuutalbum van Miki Berenyi Trio kwam voor mij ook wat uit de lucht vallen. 

Het blijkt een enorm aangename verrassing, want bijna dertig jaar na het laatste album van Lush vindt Miki Berenyi het geluid van de band opnieuw uit. Het zorgt er voor dat Miki Berenyi Trio meer dan eens klinkt als Lush, maar dan wel Lush uit 2025 in plaats van Lush uit de jaren 90. 

Dat Miki Berenyi Trio klinkt als Lush uit het verleden heeft alles te maken met de uit duizenden herkenbare stem van de Britse muzikante. Wat wel opvallend is dat de stem van Miki Berenyi nog net zo mooi of zelfs mooier klinkt dan bijna dertig jaar geleden. Ook in de muziek hoor je af en toe echo’s van de albums die Lush in de jaren 90 maakte, bijvoorbeeld in de aan de dreampop van weleer herinnerende gitaarlijnen, maar Miki Berenyi heeft het geluid van weleer ook grondig gerenoveerd. 

Dat hoor je bijvoorbeeld in de elektronica, die je de ene keer de dansvloer op sleurt en de volgende keer benevelt met prachtige soundscapes of toch weer alles heeft wat de dreampop zo verleidelijk maakte. Alles op Tripla klinkt even fris en eigentijds, wat van het debuutalbum van Miki Berenyi Trio een bijzonder album maakt. 

Het is een album waar je vanwege de flarden van het Lush geluid uit het verleden makkelijk het etiket dreampop op plakt, maar Miki Berenyi en haar twee bandgenoten maken op Tripla ook muziek die zich continu ontworstelt aan het hokje dreampop. Tripla bevat immers niet alleen invloeden uit de dreampop, maar laat ook psychedelica, prog, synthpop, Kraftwerk, dance, shoegaze en wat eigenlijk niet horen. We hebben Miki Berenyi de afgelopen decennia vaak moeten missen, maar met Tripla levert ze misschien wel haar beste werk tot dusver af. Erwin Zijleman

De muziek van Miki Berenyi Trio is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse band: https://mikiberenyitrio.bandcamp.com/album/tripla.


Tripla van Miki Berenyi Trio is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Black Country, New Road - Forever Howlong

De Britse band Black Country, New Road leek op sterven na dood toen zanger Isaac Wood de band verliet, maar begint op Forever Howlong aan haar tweede leven met een totaal ander maar wederom interessant geluid
Dat Black Country, New Road op haar derde album anders zou klinken dan op de eerste twee albums van de Britse band was bekend, maar toch heeft Forever Howlong me flink verrast. Het album klinkt immers echt in bijna alle opzichten anders dan de albums die de band maakte met zanger Isaac Wood. De vrouwenstemmen op het nieuwe album klinken totaal anders, maar ook de muziek klinkt anders, de teksten zijn anders en de songs zijn anders. Black Country, New Road kiest op haar nieuwe album ook nog eens vooral voor folk en chamber pop, wat ook een koerswijziging is. Er is echter één ding niet veranderd en dat is de hoeveelheid avontuur in de songs van de band.



Toen de Britse muziekmedia in de laatste maand van 2019 vooruit keken naar 2020 noemden ze stuk voor stuk de Britse band Black Country, New Road als een band om in de gaten te houden in het komende jaar. De coronapandemie gooide echter roet in het eten, maar aan het begin van 2021 was er dan eindelijk het debuutalbum van de band. 

For The First Time bleek inderdaad een sensationeel goed album, waarop Black Country, New Road met name invloeden uit de postpunk, postrock en jazz combineerde in een geluid dat je compleet van je sokken blies. Dat deed ook het aan het begin van 2022 verschenen Ants From Up There, dat een wat ander en meer ingetogen geluid liet horen met minder invloeden uit de postpunk, maar de muziek van Black Country, New Road was nog altijd een fascinerende en intense mix met van alles en nog wat. 

Het was een geluid dat zwaar leunde op de heftige zang van Isaac Wood, die vlak voor het verschijnen van Ants From Up There zijn vertrek uit de band aankondigde. Na het vertrek van Isaac Wood werden de rollen in de band anders verdeeld, waardoor Black Country, New Road toch verder kon. Hoe dat zou gaan klinken was al voor een deel te horen op het in 2023 verschenen live-album Live From Bush Hall, dat ik zelf niet heb beluisterd. 

Voor mij is het deze week verschenen Forever Howlong daarom de eerste kennismaking met de muziek van het nieuwe Black Country, New Road. De band heeft nog altijd dezelfde naam en bestaat buiten Isaac Wood ook uit dezelfde leden, maar daar is ook alles mee gezegd. Forever Howlong laat een totaal ander geluid horen dan For The First Time en Ants From Up There, waardoor de vraag of de band niet beter had kunnen kiezen voor een andere naam een legitieme vraag is. 

Het grootste verschil tussen het oude en het nieuwe Black Country, New Road hoor je in de zang. De getergde en behoorlijk heftige zang van Isaac Wood heeft plaats gemaakt voor de folky vrouwenstemmen van Tyler Hyde, May Kershaw en Georgia Ellery, die zorgen voor een totaal ander geluid, zeker wanneer ze kiezen voor echt prachtige harmonieën. 

Black Country, New Road klinkt op Forever Howlong geregeld als een folkband en klinkt bovendien een stuk minder intens en donker. Ik heb wel wat met vrouwenstemmen, dus de zang op het album zit mij persoonlijk niet in de weg, maar dat zal niet iedereen zo ervaren. 

Ook in muzikaal opzicht slaat de Britse band nieuwe wegen in. Invloeden uit de folk hoor je niet alleen in de zang, maar ook in de muziek op Forever Howlong. Het is folk waarin soms progrock en Canterbury scene elementen zijn verwerkt, maar het nieuwe geluid van Black Country, New Road leunt ook zwaar op de klassieke muziek en de chamber pop en heeft ook een enkele keer een Beatlesque of jazzy karakter. 

Forever Howlong zit op zich dichter tegen mijn muzikale comfort zone aan dan de eerste twee albums van de band, waardoor ik zeer te spreken ben over het album. Uiteindelijk vind ik het een album dat de naam Black Country, New Road absoluut verdient. Achter het veel toegankelijkere geluid en de engelachtige vocalen zit immers nog steeds de wilde experimenteerdrang die ook de vorige albums van de band zo interessant maakte. Het is vast even slikken voor degenen die vooral Isaac Wood hoog hadden zitten, maar wat mij betreft zijn de overgebleven bandleden er in geslaagd om Black Country, New Road opnieuw uit te vinden. Erwin Zijleman

De muziek van Black Country, New Road is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse band: https://blackcountrynewroad.bandcamp.com/album/forever-howlong.


Forever Howlong van Black Country, New Road is verkrijgbaar via de Mania webshop:



08 april 2025

Review: MICH - Chair

De Nederlandse band MICH maakte al drie uitstekende albums met verrassend zonnige postpunk en heeft deze bijzondere combinatie nog wat verder geperfectioneerd op het nog wat betere Chair
De Amsterdamse band MICH groeide de afgelopen jaren uit tot een van de leukste Nederlandse bands van het moment en bevestigt deze status met haar vierde album Chair. Het is een album dat in het verlengde ligt van de vorige albums van de band. Ook op Chair verwerkt MICH uiteenlopende invloeden, maar invloeden uit de postpunk staan centraal. Dat zijn invloeden die het normaal gesproken goed doen in de herfst en winter, maar de songs van MICH zijn gemaakt voor de lente en de zomer. Het zijn heerlijk melodieuze songs die direct een goed gevoel geven, maar die ook knap in elkaar zitten. Eigenlijk alles klopt op Chair van MICH, nu alleen de zorgeloze lente en zomer nog.



Een voor de afwisseling eens origineel persbericht bracht aan het begin van 2017 het titelloze debuutalbum van de Amsterdamse band MICH onder mijn aandacht. Niet alleen het persbericht was origineel, want ook het album van de band klonk anders dan de andere albums van dat moment. MICH liet zich op haar debuutalbum inspireren door een flinke bak aan genres, waaronder dreampop, synthpop, shoegaze, Krautrock en vooral postpunk, maar combineerde al deze invloeden in een bijzonder geluid, dat fris en avontuurlijk maar ook verrassend aanstekelijk klonk. 

Zo klonk de Amsterdamse band ook op het in de zomer van 2020 verschenen No. Het is een album dat me in de eerste coronazomer minder aansprak dan het debuutalbum van de band, maar als ik er nu naar luister begrijp ik niet waarom dat zo was. Ik was wel weer enthousiast over het aan het eind van 2022 verschenen Nuts. Het is een album waarop invloeden uit de postpunk zich nog wat nadrukkelijker lieten gelden en waarop de rol van zangeres Sofie Winterson wat groter was dan op het album ervoor. Nu klinkt postpunk meestal behoorlijk donker en deprimerend, maar de postpunk van MICH zat vol zonnestralen en klonk af en toe ook als Belle And Sebastian met een postpunk injectie. 

Met Chair levert de Amsterdamse band deze week haar vierde album af, dat toepasselijk opent met de track Album Number Four. Excelsior Recordings, het platenlabel van de band, heeft wederom een geestig persbericht getypt, dat als volgt opent: “Op 4 april verschijnt de nieuwe MICH. Een album met meer van hetzelfde. Natte sneeuw in de lente. Regen bij de picknick, een dood lammetje in de weide. U begrijpt: MICH heeft de lente in de bol.” 

Het is een hele aardige typering van het album, want Chair klinkt inderdaad niet heel anders dan de vorige drie albums van de band en slaagt er wederom in om donkere postpunk verrassend lichtvoetig te laten klinken. Ook Chair is weer een album vol dwarse gitaarloopjes van Piet Parra, waar de stemmen van Bastiaan Bosma en Sofie Winterson fraai omheen draaien. Het geluid van de band wordt gestructureerd door een ritmesectie die weet hoe postpunk moet klinken, waarna nog een prachtig laagje keyboards is toegevoegd. 

Chair is deels meer van hetzelfde, maar de stem van Sofie Winterson klinkt nog wat mooier, de songs van de band zijn nog wat onweerstaanbaarder en zowel in muzikaal als productioneel opzicht klinkt alles net wat beter dan op het vorige album. Chair is een album vol echo’s uit het verleden, maar waar die echo’s uit met name de postpunk vooral donkere beelden op het netvlies toverden, zijn de nieuwe songs van MICH goed voor heel veel zonnestralen en een brede glimlach. 

Chair van MICH duurt op een paar seconden na een half uur, maar in die kleine dertig minuten is de Amsterdamse band goed voor maar liefst vijftien popsongs. Het zijn popsongs waarvan je alleen maar heel vrolijk kunt worden en dat kan ik niet zeggen van veel albums waarop invloeden uit de postpunk een belangrijke rol spelen. MICH laat op Chair ook nog eens horen dat het steeds beter wordt, waardoor het vierde album van de Nederlandse band wat mij betreft ook het beste album van MICH is. Laat de zomer maar komen, de perfecte soundtrack ligt klaar. Erwin Zijleman


Chair van MICH is verkrijgbaar via de Mania webshop:


07 april 2025

Review: Craig Finn - Always Been

Craig Finn is vooral bekend als frontman van de Amerikaanse band The Hold Steady, maar hij maakt ook geweldige soloalbums, waarop hij laat horen dat hij een geweldig songwriter en verhalenverteller is
De Amerikaanse band The Hold Steady timmert inmiddels al ruim twintig jaar aan de weg en heeft een stapeltje geweldige albums op haar naam staan. Voorman Craig Finn maakt hiernaast soloalbums en ook die worden steeds beter. Ik was zeer gecharmeerd van de vorige twee soloalbums van de Amerikaanse muzikant en ook het deze week verschenen Always Been is weer een uitstekend album. Het is een album waarop Craig Finn beeldende verhalen vertelt en overtuigt met aansprekende songs. Het zijn songs die fraai zijn ingekleurd met behulp van onder andere leden van The War On Drugs, waardoor Always Been weer net wat anders klinkt dan zijn voorganger. Topalbum weer.



Twintig jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met de muziek van de Amerikaanse band The Hold Steady. De band uit New York maakte op haar tweede album Separation Sunday zeker geen geheim van de liefde voor het grootse en meeslepende geluid van Bruce Springsteen’s E-Street Band, maar verwerkte ook talloze andere invloeden op het album. Sindsdien zijn de albums van The Hold Steady voor mij verplichte kost en de band stelt mij eigenlijk nooit teleur. 

De afgelopen jaren steekt The Hold Steady in een blakende vorm op geweldige albums als Open Door Policy uit 2021 en The Price Of Progress uit 2023 en dat doet Craig Finn, de frontman van de band, ook op zijn soloalbums. De eerste drie soloalbums van de Amerikaanse muzikant heb ik nooit opgemerkt, maar I Need A New War uit 2019 en A Legacy Of Rentals zijn singer-songwriter albums van een niveau dat alleen is weggelegd voor de groten in het genre. 

Craig Finn duikt deze week op met een volgend soloalbum en ook Always Been is weer een uitstekend album. Het is een album dat aansluit bij de grote singer-songwriter albums uit de jaren 70, maar dat ook met beide benen in het heden staat. Door de stem van Craig Finn en de messcherpe teksten moet ik bij beluistering van zijn albums altijd denken aan de muziek van Randy Newman, al is dat in muzikaal opzicht niet het meest voor de hand liggende vergelijkingsmateriaal. 

Craig Finn liet zich in het verleden en met name op de eerste albums van zijn band nadrukkelijk beïnvloeden door de muziek van Bruce Springsteen en die invloed hoor je ook nog wel terug op Always Been. Net als Bruce Springsteen is Craig Finn een getalenteerd songwriter en verhalenverteller en net als in veel songs van Springsteen spelen alledaagse gebeurtenissen en personages een belangrijke rol in de songs van Craig Finn. 

Net als Bruce Springsteen heeft Craig Finn bovendien een voorliefde voor Amerikaanse rockmuziek. Het is rockmuziek die wat minder stevig is aangezet dan op de albums van The Hold Steady, maar heel groot zijn de verschillen niet. Het is deels de verdienste van producer Adam Granduciel, de voorman van The War On Drugs, die ook een aantal van zijn bandleden meenam naar de opnames van Always Been en tekent voor een aansprekend geluid.

Craig Finn beschikt over een bijzondere stem met ook een randje Lou Reed en het is een stem waar ik van hou en die de zijn songs voorziet van een duidelijk eigen geluid. Ook in muzikaal opzicht raakt de Amerikaanse muzikant de juiste snaar op zijn zesde soloalbum, dat direct zorgt voor een goed gevoel. 

Dat goede gevoel wordt een gelukzalig gevoel door de uitstekende songs van Craig Finn. Je hangt aan de lippen van de muzikant uit New York door de fraaie verhalen die hij vertelt en het zijn verhalen die zijn verpakt in songs die direct bij eerste beluistering vertrouwd klinken en die je vervolgens vrijwel onmiddellijk dierbaar zijn. 

Craig Finn draait inmiddels al heel wat jaren mee in de muziek en heeft flink wat albums op zijn naam staan, wat het extra knap maakt dat Always Been zo fris en eigentijds klinkt. De soloalbums van Craig Finn trekken misschien minder de aandacht dan de albums van zijn band of de albums van zijn inspiratiebronnen, maar ook op zijn nieuwe album laat de muzikant uit Brooklyn weer horen dat hij behoort tot de beste songwriters van zijn generatie. Erwin Zijleman

De muziek van Craig Finn is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://craigfinn.bandcamp.com/album/always-been.


Always Been van Craig Finn is verkrijgbaar via de Mania webshop:



06 april 2025

Review: Jodymoon - The Machine

Digna Janssen en Johan Smeets maken als Jodymoon inmiddels al bijna twintig jaar albums geweldige albums die echt veel te weinig aandacht krijgen en ook het onlangs verschenen The Machine is weer een prachtalbum
Sinds 2008 ben ik fan van het Nederlandse duo Jodymoon. De liefde voor de muziek van het duo uit Maastricht gaat inmiddels zes studioalbums en een live-album mee en onlangs werd er met The Machine een volgend studioalbum aan toegevoegd. Het is een album dat ik even uit het oog was verloren, maar gelukkig ben ik nog redelijk op tijd bij de les. Op The Machine vertrouwt Jodymoon wederom op de liefde voor singer-songwriter muziek uit het verleden, op het muzikale vernuft van Johan Smeets en op de prachtige stem van Digna Jansen, maar het tweetal slaat ook nieuwe wegen met een net wat steviger aangezet geluid. Het levert voor de zoveelste keer een album van wereldklasse op.



Het Nederlandse duo Jodymoon dook in 2006 op met haar debuutalbum Look At Me Look At Me Don't Look At Me en heeft sindsdien alleen maar geweldige albums gemaakt. Never Gonna Find It An Another Story (2008), Who Are You Now (2010), The Life You Never Planned On (2012), All Is Waiting (2015), A Love Brand New (2019) en Firestone (2021) zijn allemaal albums waarop zangeres Digna Janssen en multi-instrumentalist Johan Smeets indruk maken met hun muziek, die onder andere invloeden uit de 70s singer-songwriter muziek, de Britse folk, de Amerikaanse rootsmuziek en de klassieke muziek bevat. 

Alle albums van het tweetal uit Maastricht zitten in muzikaal opzicht knap in elkaar, waarna de mooie stem van Digna Janssen het muzikale feestje compleet maakt. In vrijwel al mijn recensies van de albums van Jodymoon noem ik het Maastrichtse duo daarom een van de best bewaarde geheimen van de Nederlandse popmuziek en daar valt wat mij betreft niets op af te dingen. 

Ik ben niet zo gek op live-albums, maar het vorig jaar verschenen album The Best Of Live 2013-2023 bood niet alleen een fraaie dwarsdoorsnede uit het oeuvre van Jodymoon, maar liet bovendien horen dat Digna Janssen en Johan Smeets ook op het podium uitstekend uit de voeten kunnen. De perscampagne voor het nieuwe studioalbum van Jodymoon werd eind vorig jaar al gestart en ik kreeg het album ook al vroeg in het jaar toegestuurd. 

Het album was hierdoor helaas wel wat onder op de stapel terecht gekomen, waardoor ik de releasedatum een aantal weken geleden helemaal heb gemist. Gelukkig kwam ik The Machine bij het doorlopen van de stapel toch nog redelijk op tijd tegen en kon ik al snel concluderen dat ik halverwege maart een van de beste albums van dat moment heb laten liggen. 

Ook op The Machine steken Digna Janssen en Johan Smeets weer in een uitstekende vorm. Sinds Firestone, het vorige studioalbum van Jodymoon, zijn alweer bijna vier jaren verstreken, en het zijn jaren waarin de wereld meerdere keren op zijn kop heeft gestaan. Het duo uit Maastricht kiest in de snel veranderende wereld zelf ook voor een net wat ander geluid, wat vorm kreeg toen een vergeten drummachine uit de kast werd getrokken. 

In een aantal songs op The Machine heeft Jodymoon haar geluid voorzien van wat steviger aangezette elektrische gitaarlijnen en wat prominentere ritmes. Het levert in een track als Seconds Tick een bezwerend geluid op dat ook wel wat doet denken aan bands als My Baby en Cari Cari (check ook de albums van deze Oostenrijkse band). Het is een geluid dat vaker terug komt op The Machine, maar Jodymoon is ook haar wortels in de tijdloze singer-songwriter muziek niet vergeten. 

Digna Jansen laat ook op The Machine weer horen dat ze een geweldige zangeres is, terwijl Johan Smeets de vormgever is van een zeer smaakvol maar dit keer ook prikkelend geluid. Door de interessante koerswijziging in een aantal tracks voegt The Machine absoluut iets toe aan het inmiddels respectabele stapeltje albums dat Jodymoon op haar naam heeft staan en het is wederom een album van hoog niveau. 

Jodymoon is helaas nog altijd een van de beste bewaarde geheimen van de Nederlandse popmuziek en ook als ik naar The Machine luister begrijp ik daar weer helemaal niets van. Ga echt eens luisteren naar de muziek van het tweetal uit Maastricht, dat inmiddels een imposant oeuvre op haar naam heeft staan. Erwin Zijleman

De muziek van Jodymoon is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het Nederlandse duo: https://jodymoon.bandcamp.com/album/the-machine.



Review: Brown Horse - All The Right Weaknesses

Brown Horse komt vrij snel na haar terecht zo bejubelde debuutalbum Reservoir op de proppen met All The Right Weaknesses, waarop de Britse band haar alt-country geluid verrijkt met een heerlijk gruizige gitaar vibe
Het beste alt-country album werd vorig jaar niet in de Verenigde Staten gemaakt maar in het Verenigd Koninkrijk. De Britse band Brown Horse leverde met Reservoir een album af dat herinnerde aan de betere albums uit het genre. Maar net een jaar later is Brown Horse alweer terug met haar tweede album waarop de band haar geluid verder heeft ontwikkeld. Ook All The Right Weaknesses bevat flink wat invloeden uit de countryrock en de alt-country, maar het album klinkt ook wat ruwer en steviger. Wat is gebleven zijn de uitstekende songs en de prima zang. De oogst binnen de alt-country viel de afgelopen jaren wat tegen, maar wat is dit een topband.



De Britse band Brown Horse debuteerde begin vorig jaar met het prachtige Reservoir, waarop invloeden uit de countryrock uit de jaren 70 samenvloeiden met invloeden uit de alt-country uit de jaren 90. Het album deed me meer dan eens denken aan Hollywood Town Hall en Tomorrow The Green Grass van The Jayhawks uit de eerste helft van de jaren 90 en dat zijn wat mij betreft twee van de beste alt-country albums aller tijden. 

Brown Horse stond na de release van haar debuutalbum vooral op het podium en heeft de energie van het podium meegenomen naar de studio. Het deze week verschenen All The Right Weaknesses werd in slechts een week opgenomen en live ingespeeld, wat het album voorziet van veel vaart en energie. 

Brown Horse is zoals gezegd een Britse band, maar de band uit Norwich klinkt ook op haar tweede album weer vooral Amerikaans. Ook op All The Right Weaknesses laat de band zich stevig beïnvloeden door alt-country uit de jaren 90 en countryrock van nog twee decennia eerder, maar het tweede album van Brown Horse klinkt ook ruwer dan het debuutalbum en verkent ook zeker invloeden uit de rockmuziek. 

Op Reservoir trok het geweldige gitaarwerk van Nyle Holihan al de aandacht, maar de Britse muzikant krijgt op All The Right Weaknesses nog veel meer ruimte en heeft de songs van Brown Horse vol gestopt met geweldige riffs. Door het gitaarwerk schuift de muziek van Brown Horse op het nieuwe album van de band ook wel wat de kant op van de (blues)rock bands uit de jaren 70 of schuift de band zelfs op richting 90s indierock, maar door de pedal steel en de banjo blijven ook invloeden uit de country belangrijk. 

Ik heb persoonlijk wel wat met het lekker ruwe en energieke en vooral door gitaren gedomineerde geluid op All The Right Weaknesses, dat net wat eigenzinniger en ook wel wat eigentijdser klinkt dan het geluid op het debuutalbum van de band. Het is een geluid dat direct aanspreekt en vervolgens steeds beter wordt.

Ook op het tweede album van Brown Horse trekt de opvallende stem van Patrick Turner de aandacht. Het is een stem die de muziek van Brown Horse voorziet van onderscheidend vermogen, maar ik vind de stem van de Britse muzikant ook erg mooi. Patrick Turner neemt op All The Right Weaknesses het grootste deel van de zang voor zijn rekening, maar er is vergeleken met het debuutalbum een wat grotere rol voor de stem van Phoebe Troup, die ook zeer verdienstelijk zingt. 

Het tweede album van Brown Horse stond na een maandenlange tour in een vloek en een zucht op de band, maar ondanks het feit dat er maar net iets meer dan een jaar is verstreken sinds het debuutalbum van de band laat Brown Horse flinke groei horen. Meerdere leden van de band schreven mee aan de songs, die van een constanter en hoger niveau zijn. De zang van Patrick Turner is net wat minder expressief en wat mij betreft mooier, terwijl de muziek van de band wat steviger en uitbundiger klinkt. 

Een ding is niet veranderd en dat is dat Brown Horse ook met All The Right Weaknesses weer een geweldig album heeft gemaakt. Het is een album dat zeker in de smaak zal vallen bij liefhebbers van countryrock en alt-country, maar ook een ieder die makkelijk valt voor (indie)rock zal zeer gecharmeerd zijn van het tweede album van Brown Horse. Ik had zo snel na Reservoir nog geen tweede album van Brown Horse verwacht, maar All The Right Weaknesses is een zeer aangename verrassing. Erwin Zijleman

De muziek van Brown Horse is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse band: https://brownhorse.bandcamp.com/album/all-the-right-weaknesses.


All The Right Weaknesses van Brown Horse is verkrijgbaar via de Mania webshop:



05 april 2025

Review: Florist - Jellywish

De Amerikaanse band Florist heeft met Jellywish een behoorlijk sober en folky album afgeleverd, waarop zangeres Emily Sprague imponeert met haar persoonlijke songs en haar prachtige stem
De Amerikaanse band Florist is alweer toe aan haar vijfde album. De band uit Brooklyn, New York, trok mijn aandacht met haar derde album Emily Alone, maar maakte een onuitwisbare indruk met het in 2022 verschenen Florist. De band rond Emily Sprague keert deze week terug met Jellywish en ook dit is weer een prachtig album. Het is een behoorlijk ingetogen en folky klinkend album, waarop alles draait om de indringende songs van Emily Sprague, haar persoonlijke teksten en haar prachtige stem. Op het vorige album van Florist was er ruimte voor experiment, maar op Jellywish domineert de eenvoud. Het levert een werkelijk wonderschoon album op.



In de zomer van 2019 verscheen het album Emily Alone van de Amerikaanse band Florist. Het was mijn eerste kennismaking met de muziek van de band uit Brooklyn, New York, maar het derde album van de band was wel een wat atypisch album. Frontvrouw Emily Sprague had na een aantal zware persoonlijke tegenslagen New York achter zich gelaten en had zich gevestigd in Los Angeles, waar ze Emily Alone opnam. 

Emily Alone was feitelijk een soloalbum van Emily Sprague, maar het was een bijzonder mooi album met vooral ingetogen en intieme folksongs en een hoofdrol voor de prachtige stem van de Amerikaanse muzikante. De toekomst van Florist leek in 2019 uiterst onzeker, maar in de zomer van 2022 dook de band toch weer op met een uitstekend titelloos album, dat uiteindelijk de top 15 van mijn jaarlijstje haalde. 

Op het in 2022 verschenen album maakte de stem van Emily Sprague weer flink wat indruk, maar de band uit New York verraste ook met een zeer sfeervol en folky geluid, waarin ook uitstapjes buiten de gebaande paden en het experiment niet werden geschuwd. Het deed af en toe wel wat denken aan de muziek die Big Thief maakte op Dragon New Warm Mountain I Believe in You, dat nog net wat hoger scoorde in mijn jaarlijstje over 2022, maar ook het album van Florist was van hoge kwaliteit. 

De band uit New York keert deze week terug met een nieuw album, Jellywish. Na de 57 minuten muziek op het vorige album van de band valt een speelduur van maar net een half uur op het nieuwe album misschien wat tegen, maar het is wel een half uur bijzonder mooie muziek. 

Op Jellywish maakt Florist vooral ingetogen en folky muziek en het is nog altijd muziek die associaties op zal roepen met de muziek van Big Thief. Dat doet ook de stem van Emily Sprague, al vind ik haar stem mooier, vaster en zuiverder dan die van Adrienne Lenker. Emily Sprague heeft de ellende van een paar jaar geleden nog niet van zich afgeschud, waardoor ook Jellywish weer een persoonlijk en wat melancholisch album is. 

Vergeleken met het vorige album kiest Florist op haar vijfde album voor een nog wat soberder en folky geluid en wordt het experiment van het vorige album achterwege gelaten. Het is een zeer smaakvol en ook zeer toegankelijk geluid en het is een geluid waarin de stem van Emily Sprague alle aandacht opeist. 

Het geluid op Jellywish is vaak zo sober dat het klinkt als een singer-songwriter album in plaats van een bandalbum, maar zeker bij beluistering met de koptelefoon hoor je dat er met enige regelmaat subtiele accenten zijn toegevoegd aan het geluid op het album en dat de muziek op het album vooral sfeervol, maar ook af en toe subtiel ruw kan klinken. Jellywish is een persoonlijk, emotioneel en melancholisch album, maar het is ook een warm en intiem klinkend album, dat met name wat later op de avond uitstekend tot zijn recht komt. 

Ik was na het geweldige album uit 2022 heel nieuwsgierig naar de nieuwe muziek van Florist en begon met hoge verwachtingen aan het nieuwe album. Jellywish is weer een wat ander album dan zijn voorganger, maar de ingetogen en folky songs van de Amerikaanse band hebben me zeker niet teleur gesteld. 

Emily Sprague heeft het op Jellywish nog steeds zwaar, maar ze laat ook op het vijfde album van Florist weer horen dat ze een exceptioneel songwriter en een geweldige zangeres is. Het zou me niet verbazen als ook dit album weer heel hoog gaat eindigen in mijn jaarlijstje. Erwin Zijleman

De muziek van Florist is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://florist.bandcamp.com/album/jellywish.


Yellywish van Florist is verkrijgbaar via de Mania webshop:



04 april 2025

Review: Mess Esque - Jay Marie, Comfort Me

Helen Franzmann en Mick Turner maken het de luisteraar ook op Jay Marie, Comfort Me weer niet makkelijk, maar ook het tweede album van Mess Esque is een album dat bol staat van de muzikaliteit en avontuur
Het debuutalbum van Mess Esque deed me een paar jaar geleden denken aan Crowsdell en Mazzy Star, maar Helen Franzmann en Mick Turner lieten vooral een eigen geluid horen. Dat doen ze ook weer op Jay Marie, Comfort Me, dat de aandacht trekt met behoorlijk experimentele maar ook aangenaam dromerige songs. Het zijn songs waarin het gitaarwerk direct in positieve zin opvalt en ook de percussie is fantastisch. Aan de stem van Helen Franzmann moet je even wennen, maar na gewenning is de zang op Jay Marie, Comfort Me echt prachtig. Jay Marie, Comfort Me van Mess Esque is best een lastig album, tot het moment dat echt alles op zijn plek valt.



Aan het eind van 2021 besprak ik het titelloze debuutalbum van het Australische duo Mess Esque. Mijn recensie stond vol met tegenstellingen als “Mess Esque heeft een bijzonder album gemaakt dat je eindeloos wilt koesteren of dat je keer op keer de gordijnen in jaagt” of “het Australische duo Mess Esque levert een bijzonder avontuurlijk debuutalbum af, dat in eerste instantie maar heel weinig houvast biedt, maar dat tot grote hoogten stijgt wanneer alles op zijn plek valt”. 

Ook ik moest in 2021 enorm wennen aan de muziek van Helen Franzmann en Mick Turner, maar uiteindelijk vond ik het debuutalbum van de twee niet alleen bijzonder intrigerend maar ook heel erg mooi. Het album deed me af en toe denken aan het echt briljante Dreamette, het debuutalbum van Crowsdell, de band van Shannon Wright, een album dat helaas nog altijd niet is te beluisteren op de streaming media platforms. 

De muziek van Helen Franzmann, die ook bekend is van de band McKisko, en Mick Turner, die nog veel bekender is van de band Dirty Three, deed ook wel wat denken aan Mazzy Star, maar dan wel een wat experimentelere versie van Mazzy Star, overigens een van mijn favoriete bands aller tijden. Het is prachtig vergelijkingsmateriaal.

Mess Esque keert deze week terug met Jay Marie, Comfort Me en gaat deels verder waar het duo aan het eind van 2021 was geëindigd. Ook het tweede album van Mess Esque is weer geen lichte kost. Zeker als je niet gewend bent aan de muziek van het Australische tweetal en hun bandgenoten bieden de songs op Jay Marie, Comfort Me in eerste instantie weinig houvast. 

De geweldige gitaarlijnen van Mick Turner en de bijzondere zang van Helen Franzmann lijken vooral hun eigen ding te doen en ook de keyboards en drums lijken zich weinig aan te trekken van de andere klanken op het album. Op hetzelfde moment klinkt de muziek van Mess Esque heerlijk dromerig en wanneer je wat dieper wegzinkt in de muziek van het Australische duo lijkt alles toch opeens weer te kloppen. 

Ook bij beluistering van Jay Marie, Comfort Me moet ik, voornamelijk vanwege het gitaarwerk, vaak denken aan dat helaas zo miskende debuutalbum van Crowsdell, terwijl de dromerige en soms bijna gesproken zang van Helen Franzmann associaties oproept met Mazzy Star’s Hope Sandoval. 

Jay Marie, Comfort Me van Mess Esque is een album dat je makkelijk opzij schuift bij snelle beluistering, maar dat steeds mooier wordt wanneer je er dieper induikt. Het gitaarwerk op het album is echt geweldig en ook de drummer speelt fantastisch op het album. De muziek van Mess Esque is vaak loom en dromerig, maar kan ook ruw en stevig klinken. 

Beide uitersten passen uitstekend bij de zang van Helen Franzmann die absoluut haar eigen stijl heeft, maar die mij in ieder geval direct wist in te pakken. In de songs op Jay Marie, Comfort Me wordt af en toe flink het experiment opgezocht en verliest Mess Esque de toegankelijke popsong soms echt volledig uit het oog, maar het is knap hoe deze popsong soms ook weer binnen een paar noten kan worden gevonden. 

Ik geef eerlijk toe dat ik de afgelopen jaren niet heel vaak meer aan Mess Esque heb gedacht en ook Jay Marie, Comfort Me is een album dat niet altijd binnen zal komen, maar als je in de stemming bent voor de muziek van Mess Esque is het echt een prachtalbum. Erwin Zijleman

De muziek van Mess Esque is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het Australische duo: https://messesque.bandcamp.com/album/jay-marie-comfort-me.


Jay Marie, Comfort Me van Mess Esque is verkrijgbaar via de Mania webshop: