Black Rebel Motorcycle Club, ook bekend als B.R.M.C., debuteerde precies tien jaar geleden met een plaat vol rauwe rock ’n roll die bij menigeen associaties opriep met het werk van The Stooges, maar die wat mij betreft ook herinneringen opriep aan het werk van legendarische bands als The Doors, The Stone Roses, The Jesus & Mary Chain, The Velvet Underground, T. Rex en My Bloody Valentine. Het debuut van B.R.M.C. stond als een huis en werd eigenlijk alleen maar beter; iets wat ook gold voor de minstens net zo goede opvolgers Take Them On Your Own (2003) en Howl (2005). Op de laatstgenoemde plaat verruilde B.R.M.C. invloeden uit de noiserock voor invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek en maakte de band wat mij betreft een plaat die moet worden gerekend tot de betere platen van het afgelopen decennium. Hoge pieken gaan vaak samen met diepe dalen, maar op het in 2007 verschenen Baby 81 zakte Black Rebel Motorcycle Club wel heel ver weg. Baby 81 bleek een overgeproduceerde, futloze en inspiratieloze plaat, die de boeken in kan als één van de grootste miskleunen van de afgelopen jaren. Met het vorig jaar verschenen live-album Live kwam B.R.M.C. wel weer enigszins terug (op zich niet verwonderlijk want het blijft een goede live-band), maar desondanks had ik maar heel weinig vertrouwen in de band’s nieuwe plaat Beat The Devil’s Tattoo. Gelukkig is Beat The Devil’s Tattoo een stuk beter dan de zo beroerde voorganger. In eerste instantie kwam ik vervolgens niet veel verder dan deze kwalificatie, maar de laatste dagen begint de nieuwe plaat van B.R.M.C. toch nog flink te groeien. Op haar nieuwe plaat keert de band uit San Francisco deels terug naar het geluid van Howl. De invloeden uit de folk, blues en gospel die op de vorige plaat zo jammerlijk waren verdwenen, zijn terug en worden gecombineerd met een mix van garagerock, noiserock, psychedelica, shoegaze, glamrock en Britpop. Net als op Howl is er op Beat The Devil’s Tattoo ruimte voor wat meer ingetogen momenten, maar gelukkig kan de band ook nog altijd als geen ander tekeer gaan en schuwt het ook een portie stadionrock niet. Het geluid van B.R.M.C. is inmiddels bekend, waardoor Beat The Devil’s Tattoo onmogelijk zo kan verrassen als de eerste platen van de band, maar de band kan nog wel imponeren met songs die na verloop van tijd memorabel blijken te zijn. Beat The Devil’s Tattoo bevat een aantal van deze songs en hoe vaker ik deze plaat hoor, hoe meer het er worden. B.R.M.C. is op A Devil’s Tattoo van vele markten thuis en blijkt in meerdere genres uistekend uit de voeten te kunnen. De plaat sluit niet naadloos aan op één van zijn voorgangers, maar lijkt het beste van al zijn voorgangers te combineren. De Nederlandse muziekpers reageert tot dusver vooral teleurgesteld op deze plaat, maar een paar keer extra luisteren doet volgens mij wonderen. B.R.M.C. is terug met een plaat die de status van de band recht doet en die gehakt maakt van een groot deel van de overige releases van het moment. Helemaal niks mis mee dus. Erwin Zijleman