De eerste blaadjes vallen inmiddels van de bomen en het zal niet lang duren voor de temperaturen ’s nachts voor het eerst weer onder de nul graden duiken. Het is al jaren het moment waarop de betoverende Scandinavische platen als paddenstoelen uit de grond schieten, wat het leed van de komst van de herfst en de winter flink verzacht. De grootste verrassing in deze categorie kan dit jaar voor de afwisseling wel eens niet uit IJsland, Zweden of Noorwegen komen, maar vanuit Berlijn. Vanuit deze stad opereert immers de Deense Agnes Obel, die met Philharmonics een prachtige plaat heeft gemaakt. Philharmonics is een prachtige ingetogen plaat waarop piano en zang centraal staan. Vanwege deze combinatie is Agnes Obel al meerdere malen vergeleken met Tori Amos, maar dit is wat mij betreft niet de meest gelukkige combinatie. De muziek van Agnes Obel is immers een stuk zweveriger dan die van Tori Amos en de vocalen van de Deense zijn een stuk minder expressief. Philharmonics is vooral een plaat om lekker bij weg te dromen. Klassiek aandoende pianoklanken domineren het instrumentarium op Philharmonics. Het zijn pianoklanken die door de prachtige arrangementen lekker vol klinken; soms zelfs zo vol dat je het idee hebt dat je naar een soundtrack van Philip Glass of Michael Nyman aan het luisteren bent. Andere instrumenten (met name cello, orgel en harp) worden slechts spaarzaam toegevoegd, maar hebben een duidelijke meerwaarde. Hetzelfde geldt voor de vocalen van Agnes Obel. De Deense heeft op het eerste gehoor geen hele opzienbarende stem, maar wel een stem die prachtig past bij de dromerige en soms zelfs sprookjesachtige klanken op Philharmonics. De muziek van Agnes Obel laat zich niet onmiddellijk vergelijken met die van de overige Scandinavische ijsprinsessen, al komen Emiliana Torrini en Ane Brun af en toe in de buurt. Philharmonics raakt vaker aan de muziek van Joanna Newsom, Laura Veirs en Feist, al zijn ook dit geen vergelijkingen die heel lang stand zullen houden. Philharmonics is een plaat die direct bij eerste beluistering een betoverende werking heeft, maar het is toch vooral een plaat die je heel vaak moet hebben gehoord voor je beseft hoe goed hij eigenlijk is. Dan pas dringt door hoe mooi en knap de arrangementen zijn en hoe aangenaam Agnes Obel zingt. Het is ook het moment waarop de wat overbodige cover van John Cale’s Close Watch plotseling tot leven komt, waarmee Philharmonics is ontdaan van de laatste zwakke schakel. Er zullen ook de komende herfst en winter weer heel wat Scandinavische ijsprinsessen opduiken, maar dat er één tussen zit die Philharmonics van Agnes Obel naar de kroon steekt durf ik te betwijfelen. Erwin Zijleman