Charlene Soraia is een jonge Britse singer-songwriter die op de inmiddels fameuze BRIT school (voluit The London School for Performing Arts & Technology) heeft gezeten en daar de schoolbanken deelde met niemand minder dan Adele. Ik weet niet of het met haar beroemde klasgenoot te maken heeft, maar ik heb haar debuut cd Moonchild een tijdje geleden binnen gekregen met het stickertje pop op het doosje geplakt, waardoor de plaat op de spreekwoordelijke stapel terecht is gekomen. De plaat was daar waarschijnlijk nooit meer van af gekomen als een lezer van deze BLOG me niet had gewezen op deze plaat en me nieuwsgierig maakte door te melden dat Charlene Soraia een groot fan is van King Crimson; niet de meest voor de hand liggende keuze voor een jonge vrouw van net 23. Inmiddels weet ik dat er op Moonchild maar één track staat die het predicaat pop verdient en dat is de bijna Adele achtige en overigens erg mooie cover van The Calling’s Wherever You Will Go; ook bekend van een reclamespotje voor thee en daarom waarschijnlijk verantwoordelijk voor het onterechte stickertje op het doosje. Iedereen die Moonchild op basis van de single in huis heeft gehaald kan waarschijnlijk niet uit de voeten met de rest van de plaat, want de andere twaalf songs op Moonchild hebben niets met pop te maken. Opener When We Were Five maakt dit direct pijnlijk duidelijk door de luisteraar ruim zesenhalve minuut te trakteren op een complexe song zonder kop of staart waarin de psychedelisch aandoende instrumentatie wordt gedomineerd door een piep die bijna pijn doet aan je oren. Geen handige opener voor een jonge singer-songwriter die nog zieltjes moet winnen, maar door de mooie heldere stem van Charlene Soraia wilde ik absoluut meer horen. Niet alle songs op Moonchild zijn zo ontoegankelijk als de eerste track, maar echt makkelijk maakt Charlene Soraia het je nergens. Haar complexe songs zijn een mengeling van folk en jazz met een psychedelisch aandoende instrumentatie die teruggrijpt op haar jeugdliefdes King Crimson en Pink Floyd (van wie ze een korte sample heeft verwerkt in een van haar songs). In vrijwel alle songs is de instrumentatie gevarieerd (naast piano en gitaar maakt Charlene Soraia ook gebruik van blazers, strijkers en nauwelijks meer gebruikte elektronica, waaronder mellotrons) maar vrij sober, waardoor de fascinerende stem van Charlene Soraia alle ruimte krijgt. De jonge Britse is gezegend met een enorm bereik en kan hierdoor uit de voeten in zwoele jazzy songs, maar kan ook zo hoog zingen dat de pijngrens binnen bereik is. Charlene Soraia klinkt af en toe als een geschoolde en volwassen versie van Birdy, maar is nog een stuk eigenzinniger en getalenteerder, al is het maar omdat ze al haar songs zelf heeft geschreven. Makkelijk is het zoals gezegd niet, maar Moonchild is wel een plaat die zich steeds nadrukkelijk opdringt en uiteindelijk maar heel moeilijk is te weerstaan. Een buitengewoon fascinerende plaat van een groot talent. Ga dat horen. Erwin Zijleman