Er zijn volgend jaar al weer 30 jaren verstreken sinds de release van Rattlesnakes, het debuut van Lloyd Cole & The Commotions. Het debuut van de band uit Glasgow, dat vol stond met aanstekelijke, nagenoeg perfecte, popliedjes met een literaire inslag, wist onmiddellijk te betoveren en is inmiddels uitgegroeid tot een klassieker. Nu heb ik inmiddels de nodige moeite met veel klassiekers uit de jaren 80, maar Rattlesnakes klinkt nog even fris en aanstekelijk als op de dag van de release. Bij de gemiddelde muziekliefhebber is Rattlesnakes waarschijnlijk het enige dat je van Lloyd Cole in de kast zult vinden. Na de (volgens de critici) mislukte tweede en derde plaat werden The Commotions nog voor het einde van de jaren 80 opgedoekt, maar ook als soloartiest wist Lloyd Cole geen potten te breken. Lloyd Cole maakte nog wel een aantal heel behoorlijke platen (Don’t Get Weird On Me Babe uit 1991 en The Negatives uit 2000 zijn zelfs behoorlijk goed heb ik achteraf kunnen constateren) maar de gloriedagen van Rattlesnakes keerden niet meer terug. Zelf haakte ik overigens pas weer aan bij het drie jaar geleden verschenen, en in Nederland schandalig genegeerde, Broken Record, dat het geluid van Rattlesnakes deed herleven in een net wat Amerikaanser jasje. Eerder dit jaar maakte Lloyd Cole samen met Hans-Joachim Roedelius een behoorlijk experimentele plaat met instrumentale tracks, maar het deze week verschenen Standards is de echte opvolger van het zo ondergewaardeerde Broken Records. Hoewel Standards werd opgenomen met deels dezelfde mensen (zo geeft wederom Joan Wasser A.K.A. Joan As Policewoman act de présance), is het een andere plaat dan zijn voorganger. Waar Broken Records klonk als Rattlesnakes in een Amerikaans singer-songwriter jasje, ligt Standards veel dichter bij de inmiddels tot een klassieker uitgegroeide plaat uit 1984. Samen met onder andere Matthew Sweet, bandlid van het eerste uur Blair Cowman en zoon Will, heeft Lloyd Cole een plaat gemaakt die makkelijk kan uitgroeien tot de soundtrack van een mooie zomer, net als Rattlesnakes dat 29 jaar geleden had kunnen doen als de plaat niet in de herfst was verschenen. Lloyd Cole voorziet zijn songs nog altijd van een licht cynische en vaak poëtische ondertoon en klinkt steeds meer als Bob Dylan, maar dat staat het maken van zorgeloos klinkende popliedjes die de zon krachtig laten schijnen gelukkig niet in de weg. Bij beluistering van Standards waande ik me weer even in 1984. Ook geen vrolijke tijd, maar Rattlesnakes maakte veel goed. Drie jaar geleden herontdekte ik de muziek van Lloyd Cole dankzij het prachtige Broken Records, dat ondanks de onaantastbare status van Rattlesnakes aardig in de buurt kwam. De afgelopen jaren ontdekte ik vrijwel het gehele oeuvre van de Schot, waardoor een nieuwe plaat van hoog niveau niet als een verrassing kwam. Dat het bij vlagen heerlijk rockende Standards nog dichter in de buurt zou komen van Lloyd Cole’s meesterwerk had ik echter niet durven dromen. De zomer van 2013 valt tot dusver zwaar tegen, maar na beluistering van Standards van Lloyd Cole kan deze zomer voor mij niet meer stuk. Erwin Zijleman