30 november 2014

Leonard Cohen - Live In Dublin

Leonard Cohen duikt met zijn Popular Problems de komende weken op in menig jaarlijstje dat er toe doet en dat mag best verrassend worden genoemd. 

Er valt echter niets op af te dingen. Popular Problems is een overtuigende plaat met sterke songs en geweldige teksten. Hoewel de inmiddels 80-jarige Leonard Cohen al lang niet meer de grote zanger is die ooit was, weet hij zijn prachtige teksten op zulke overtuigende wijze voor te dragen, dat hij iedere willekeurige jonge nachtegaal naar de kroon steekt. 

Leonard Cohen is momenteel voor de afwisseling eens niet op tournee, maar de tour die hem in 2013 ook twee keer naar Nederland bracht staat bij een ieder die er bij was nog in het geheugen gegrift. Zo ook bij mij. Ik ben dan ook heel blij met de live-registratie Live In Dublin, die deze week is verschenen. 

De cover van Live In Dublin lijkt als twee druppels water op die van Live In London uit 2008, maar in muzikaal opzicht zijn de platen, ondanks een ook redelijk vergelijkbare tracklist, wel degelijk verschillend. Het laagje gruis op de stembanden van Leonard Cohen is nog wat groter geworden en verder is Cohen de laatste jaren met een net wat andere band op stap geweest. 

Belangrijkste verschil is dat de blaasinstrumenten zijn vervangen door een viool en dat vind ik persoonlijk een verbetering. Leonard Cohen moet tijdens zijn ruim drie uur durende shows af en toe even op adem komen en hierdoor krijgt zijn band nog meer ruimte dan in het verleden. 

Het is een band waarin naast de al genoemde violist vooral de gitaristen en de organist de aandacht trekken. Hiernaast zijn er uiteraard de prachtige achtergrondvocalen van Sharon Robinson en de briljante Webb Sisters, die de ruimte die Leonard Cohen in vocaal opzicht open laat (en dat is flink wat ruimte) op bijzonder fraaie wijze inkleuren. 

Live In Dublin werd een maand voor de concerten in Rotterdam en Amsterdam opgenomen en heeft een vergelijkbare tracklist. Het is een tracklist die voert langs alle hoogtepunten in het oeuvre van Leonard Cohen. Het is een oeuvre dat zijn gelijke niet kent, want Leonard Cohen behoort tot het selecte groepje grootheden met een volstrekt uniek geluid. 

Het knappe van Live In Dublin vind ik dat er geen poging is gedaan om het live-geluid wat op te poetsen. We krijgen een complete show, geen selectie uit het beste van een tour. Oppoetsen is ook niet nodig voor de subliem spelende band of voor de engelachtige vocalen van The Webb Sisters en Sharon Robinson, maar de vocalen van Leonard Cohen laten duidelijk horen dat hij inmiddels stevig op leeftijd is en ten tijde van de opnames bovendien al een jaar op tournee was. 

Is het erg dat de stem van Leonard Cohen af en toe wat hapert? Ik vind het persoonlijk geen enkel probleem. Juist de kwetsbaarheid in zijn stem geeft zijn voordracht extra lading en bovendien heb ik de uitvoeringen van een nog beter zingende Leonard Cohen al lang in huis. 

Live In Dublin weet 3 cd’s te boeien met geweldige songs, een fantastische band, unieke teksten (Leonard Cohen is meer een dichter dan een songwriter) en een zanger op leeftijd die zich 3 uur lang volledig geeft en je keer op keer te pakken heeft. 

Live In Dublin, dat ook nog eens een DVD of Blu-Ray bevat, is een onmisbaar document voor een ieder die er vorig jaar bij was in Rotterdam of Amsterdam, maar het is ook een document dat de aandacht verdient van de critici die Leonard Cohen inmiddels hebben afgeschreven en daarom ook Popular Problems ten onrechte links hebben laten liggen. Ik behoor tot de eerste groep en heb genoten van de eerste luisterbeurt. Er zullen er nog vele volgen. Erwin Zijleman

Koop bij BOL.com

 

29 november 2014

Suzanne Jarvie - Spiral Road

“I am a Toronto girl.  I have been singing and circling around song writing for most of my life; wondering about inspiration and where good songs come from.  J.S. Bach wrote music when he was happy, but I think he might have been the only one! Most of the musicians I love wrote when they were sad, and I’m no different, having been through some big personal challenges in the last 2 years.  Many great songwriters have described songs as emerging from an unseen realm that binds us all together.  Spiral Road is my first record, and it comes from that place. I love traditional country roots music and many of the songs on Spiral Road bear those influences. I am grateful for the songs, which are like gifts in mourning.  I really hope you enjoy my record!”. 

Het bovenstaande was een week of wat geleden mijn introductie tot Spiral Road van de Canadese singer-songwriter Suzanne Jarvie. Het is een introductie die direct sympathie opriep voor Suzanne Jarvie, maar het is ook een introductie die me heel nieuwsgierig maakte naar haar debuutplaat. Het bleek al heel snel een debuutplaat die me wist te raken. In het begin voorzichtig, later steeds dieper. 

De introductie van Suzanne Jarvie geeft al voor een belangrijk deel prijs wat je kunt verwachten bij beluistering van Spiral Road. Suzanne Jarvie houdt van traditionele Amerikaanse rootsmuziek met flink wat invloeden uit de country en schrijft vooral songs over de minder mooie momenten in het leven. Hiermee onderscheidt Suzanne Jarvie zich nog niet onmiddellijk van een heel contingent weemoedige singer-songwriters in het rootssegment, maar dat doet ze wel met haar songs, met de muziek op haar debuut en met haar stem. 

Laat ik met de laatste beginnen. Bij beluistering van Spiral Road, moest ik en paar keer aan Lucinda Williams denken en dat is een pré. Suzanne Jarvie beschikt over een stem met kracht en emotie. Het is een stem die durft te stralen, maar ook kwetsbaar durft te zijn, wat de songs op Spiral Road een bijzondere lading geeft. 

Die lading wordt versterkt door de verzorgde instrumentatie op de plaat en warme en heldere productie van de plaat. Suzanne Jarvie heeft flink wat bevriende muzikanten opgetrommeld voor haar debuut, onder wie de legendarische Holmes Brothers, en deze zetten een mooi en buitengewoon gevarieerd rootsgeluid neer, dat eigenlijk in iedere song anders klinkt en dat varieert van ingetogen en akoestisch tot veel voller en elektrisch. Het vraagt wat van een producer om dit allemaal in goede banen te leiden, maar ene Hugh Christopher Brown heeft dit prima gedaan en Spiral Road voorzien van een gloedvol geluid. 

Hiermee ben ik er nog niet, want ook de songs op Spiral Road zijn van hoog niveau. Suzanne Jarvie maakt van haar hart geen moordkuil en vertelt op haar debuut het ene na het andere indringende verhaal. Het komt allemaal hard aan, maar ach wat is het allemaal mooi en bijzonder. 

Op basis van het verhaaltje van Suzanne Jarvie was ik al vrijwel om, maar inmiddels ben ik helemaal stuk van deze prachtplaat. In Nederland voorlopig een obscure parel, maar dat moest haast wel gaan veranderen. Spiral Road van Suzanne Jarvie steekt immers boven het maaiveld uit en niet zo'n beetje ook. Erwin Zijleman

Spiral Road van Suzanne Jarvie ligt niet in Nederland in de winkel, maar kan worden verkregen via haar bandcamp pagina: http://suzannejarvie.bandcamp.com/releases. Doen!

 

28 november 2014

The Bloodhounds - Let Loose!

Het maken van een goede plaat is soms zo makkelijk. Luister bijvoorbeeld maar eens naar het debuut van The Bloodhounds. 

De band uit Los Angeles maakt op haar debuut muziek die zo lijkt weggelopen uit de jaren 60. De rauwe en bluesy rock ’n roll van The Bloodhounds doet absoluut denken aan The Rolling Stones en soms ook aan The Beatles, maar nog veel meer aan het smerige broertje The Pretty Things. Zoek je het vergelijkingsmateriaal liever dichter bij huis? Ook dat kan, want de muziek van het viertal uit Los Angeles herinnert ook aan de hoogtijdagen van The Outsiders en vooral Q65. 

The Bloodhounds maakt muziek zonder poespas en zonder pretenties en vermengt blues, rock ’n roll en garagerock tot een meedogenloze cocktail. Hier blijft het niet bij, want ook invloeden uit de punk hebben hun weg gevonden in de muziek van The Bloodhounds. Hiernaast verloochenen de leden van de band hun Latijns-Amerikaanse afkomst niet helemaal, zodat af en toe Latin invloeden opduiken en The Bloodhounds klinkt als het jonge en zeer opstandige broertje van Los Lobos of als de gemene broer van Willy Deville. 

The Bloodhounds speelden in Los Angeles vaak op straat en dat is te horen. Let Loose! is een rauwe en energieke plaat die klinkt alsof alles in één keer op de band is geslingerd. Het past uitstekend bij de muziek van de band. En wat kunnen deze vier mannen ondertussen spelen. Het piept en het kraakt, maar het loopt als een goed geoliede machine.

Natuurlijk klinkt Let Loose! meer dan eens als een omgevallen platenkast, maar zolang vrijwel alle songs op de plaat raak zijn maak ik me daar niet druk om. Dat de songs op de plaat stuk voor stuk aan komen heeft deels te maken met de tijdloze invloeden die The Bloodhounds verwerkt op haar debuut, maar ook de energie en passie van deze jonge (bloed)honden draagt voor een belangrijk deel bij aan het goede gevoel dat zich van je meester maakt wanneer je naar Let Loose! van The Bloodhounds luistert. 

Is Let Loose! van The Bloodhounds een plaat om heel druk over te doen? Nee, dat niet. Hiervoor teert de muziek van The Bloodhounds toch teveel op de grote voorbeelden uit het verleden. Toch is het wel degelijk een plaat die er toe doet, want hoe vaak hoor je nog dit soort muziek en hoe vaak klinkt het vervolgens als een vergeten klassieker uit een ver verleden? Niet heel vaak denk ik. 

Direct toen ik Let Loose! van The Bloodhounds uit de speakers liet komen was het feest en dat is het nog steeds. Het is een bekend feestje zonder grote verrassingen en zonder flauwekul, maar zijn dat niet de leukste feestjes die er zijn? Het feestje van Let Loose! wordt eigenlijk alleen maar leuker. Alle dagen feest? Het kan met deze heerlijke plaat. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com   cd    Koop bij bol.com  LP

 

27 november 2014

Paulusma - Pulling Weeds

Jelle Paulusma begon na het uiteenvallen van Daryll-Ann in 2004 aan een solocarrière en leverde in rap tempo twee uitstekende platen af (Here We Are uit 2006 en iRECORD uit 2008). Het in 2011 verschenen Up On The Roof vond ik net wat minder, maar Jelle Paulusma zou het in 2013 vast helemaal goed gaan maken met een nieuwe plaat. 

Die nieuwe plaat bleef noodgedwongen een jaar op de plank liggen, want het afgelopen jaar ging uiteraard alle energie uit naar de, overigens zeer succesvolle, reünie van Daryll-Ann. 

Ik heb het afgelopen jaar meer dan eens naar de muziek van Daryll-Ann geluisterd en hoor daar, op het nu dan eindelijk verschenen, Pulling Weeds wel wat van terug. Aan de andere kant maakt Paulusma als solomuzikant andere muziek dan met Daryll-Ann. 

Ook de muziek van Paulusma eert nadrukkelijk de groten uit het verleden, met een voorliefde voor Westcoast pop, psychedelica, folkrock en Beatlesque pop, maar waar de muziek van Daryll-Ann vooral goed is voor zonnestralen, is de muziek van Paulusma rauwer, donkerder en stekeliger. 

Dat past niet alleen prima bij het huidige seizoen, maar doet ook in kwalitatief opzicht zeker niet onder voor het werk van Daryll-Ann. Jelle Paulusma laat ook op Pulling Weeds weer horen dat hij behoort tot de beste songwriters van Nederland. Zijn nieuwe plaat bevat een serie songs waarvoor de grote voorbeelden zich niet zouden schamen. Op hetzelfde moment maakt Paulusma het de luisteraar lang niet altijd makkelijk. 

Pulling Weeds bevat songs die vol dynamiek zitten. Het zijn songs die lieflijk kunnen strelen, maar ook vol uit kunnen halen en dat ook zo af en toe doen. Het maakt de muziek van Paulusma misschien net wat minder toegankelijk dan die van Daryll-Ann, maar wat valt er voor de liefhebber van kwalitatief hoogstaande popmuziek veel te genieten. 

Pulling Weeds is een plaat die overloopt van goede ideeën. Het zijn goede ideeën die meer dan eens met heel veel tegelijk in een song worden gepropt, waardoor zweverige psychedelische klanken zomaar om kunnen slaan in stevige gitaarmuren. Pulling Weeds komt hierdoor af en toe aan als een stevige onweersbui op een prachtige zomerdag. 

Bij eerste beluistering werd ik af en toe nog wel eens wat overweldigd door alle dynamiek en alle scherpe kantjes op Pulling Weeds, maar tegelijkertijd waren er ook de songs waarop ik direct verliefd werd, waaronder de track met een voor mij helaas nog steeds onbekende zangeres (soms mis ik de fysieke promo cd’s wel eens). 

Bij herhaalde beluistering van Pulling Weeds valt er steeds meer op zijn plaats en raak je steeds meer onder de indruk van de vierde soloplaat van Paulusma, die steeds weer nieuwe bijzondere dingen laat horen. 

Het is een plaat die na een jaartje Daryll-Ann moet opboksen tegen onrealistisch hoge verwachtingen, maar als je het mij vraagt maakt Pulling Weeds ze nog waar ook. Absoluut één van de betere platen van eigen bodem dit jaar. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com   cd   Koop bij bol.com  cd + LP

 





Te vinden in de

26 november 2014

Bryan Ferry - Avonmore

Mag je nog veel verwachten van Bryan Ferry? De gemiddelde criticus zal waarschijnlijk voor een negatief antwoord kiezen, maar ik geef de voormalige voorman van Roxy Music nog altijd het voordeel van de twijfel. 

Het feit dat Bryan Ferry volgend jaar zijn 70e verjaardag hoopt te vieren zegt me niet zoveel en met de bewering dat zijn beste werk inmiddels heel ver achter hem ligt ben ik het niet eens. Natuurlijk is Bryan Ferry al heel lang niet meer zo vernieuwend als hij in de eerste jaren van Roxy Music was, maar heeft hij de afgelopen twee decennia slechte platen gemaakt? Nee, wat mij betreft niet. 

Bryan Ferry borduurt weliswaar al heel lang voort op het geluid van de latere Roxy Music platen (Avalon uit 1982 en Flesh & Blood uit 1980), maar als ik een Bryan Ferry plaat opzet ben ik altijd heel snel om. 

Het gebeurde me ook weer bij beluistering van Bryan Ferry’s nieuwe plaat Avonmore. Bryan Ferry is inmiddels aardig op leeftijd, maar heeft voor de cover van zijn nieuwe plaat gekozen voor een foto uit zijn beste jaren. Daar is niets mis mee, want Bryan Ferry klinkt in vocaal opzicht ook nog als in zijn beste jaren. 

In muzikaal opzicht grijpt Bryan Ferry ook dit keer terug op de latere platen van Roxy Music, en dit keer met name Flesh & Blood, en een hierop aansluitende soloplaat als Boys And Girls uit 1985. Dit betekent dat op Avonmore is gekozen voor een gepolijst maar gloedvol geluid. Het is een warm en vol geluid dat nog altijd als een warme jas om de stem van Bryan Ferry heen valt. 

Live heeft de stem van Bryan Ferry inmiddels wel last van flink wat slijtage, maar op Avonmore klinkt hij geweldig en draagt het dunne laagje gruis op de stembanden alleen maar in positieve zin bij aan het geluid van de plaat. 

Avonmore bevat acht nieuwe Bryan Ferry songs en twee covers, die van Send In The Clowns is wat overbodig, maar de bijna verstilde versie van Robert Palmer’s Johnny & Mary is echt prachtig, zeker omdat Ferry in deze track een stuk kwetsbaarder klinkt dan op de rest van de plaat. 

De songs van Bryan Ferry zijn zoals altijd knap en tijdloos en worden omhoog getild door de uitstekende zang en de buitengewoon fraaie productie van Rhett Davies, met wie Bryan Ferry inmiddels al heel wat jaren samen werkt. 

Natuurlijk is Avonmore vooral een nostalgisch klinkende plaat, die je onmiddellijk mee terug sleept naar de jaren 80. Dat zal niet voor iedereen een genoegen zijn, maar persoonlijk ben ik van mening dat er niet veel muziek uit de jaren 80 is die de tand des tijd zo goed heeft doorstaan als de genoemde slotakkoorden van Roxy Music. Avonmore voelt daarom als het warme bad waarop ik van te voren gehoopt had. Het is een bekend bad, maar het voelt nog steeds geweldig. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com   cd   Koop bij bol.com   LP

 

25 november 2014

Ben Howard - I Forget Where We Were

Mijn relatie met de muziek van Ben Howard is tot dusver uiterst moeizaam. Dat heeft alles te maken met de single waarmee de Britse muzikant ruim drie jaar geleden doorbrak. Keep Your Head Up  heeft me nooit iets gedaan, doet me niets en gaat me ook nooit iets doen. Dat kan gebeuren, maar op een of andere manier staat, of beter gezegd stond, het mijn waardering voor de muziek van Ben Howard in de weg. 

Zijn debuutalbum Every Kingdom liet ik vanwege de zeurderige single lang liggen, tot ik er achter kwam dat het debuut van Ben Howard veel meer was dan het debuut van de zoveelste Britse folkie. 

Every Kingdom deed me afwisselend denken aan de platen van legendarische folkmuzikanten als Nick Drake, Tim Buckley en John Marty en dat zijn platen die ik reken tot de parels in mijn platenkast. Every Kingdom, dat me hiernaast deed denken aan David Gray maar dan zonder de elektronische injectie, smaakte absoluut naar meer, maar toen dat meer een aantal weken geleden verscheen dacht ik bij Ben Howard toch weer onmiddellijk aan die single van een paar jaar geleden en liet ik I Forget Where We Were op de stapel liggen. 

Daar heb ik inmiddels spijt van, want de tweede plaat van Ben Howard is een hele sterke plaat. Het is een plaat met vooral ingetogen songs, die opvallen door de bijzondere instrumentatie, de mooie en bijzondere vocalen en de bijna desolate sfeer. 

De instrumentatie is donker en dreigend met breed uitwaaiende gitaren en dat is een instrumentatie die prima past bij de stem van Ben Howard die in vocaal opzicht duidelijk is gegroeid. Ben Howard sluit nog altijd aan bij de muziek van de hierboven genoemde voorbeelden, maar heeft, veel meer dan op Every Kingdom, zijn eigen geluid. 

Het is een geluid waarin de toch behoorlijk toegankelijke luisterliedjes van zijn debuut plaats hebben gemaakt voor groots klinkende songs. Dat klinkt misschien wat tegenstrijdig met de eerdere bewering dat de nieuwe plaat van Ben Howard vooral ingetogen klinkt, maar dat is het niet. In de songs op I Forget Where We Were domineren ingetogen klanken, maar ze zijn zo donker en wijds dat de impact maximaal is. Heel af en toe mogen de gitaren voorzichtig exploderen, maar hier tegenover staan uiterst ingetogen passages waarin Ben Howard de grootse vlaktes weer verruild voor navelstaren. 

Ben Howard wist met Every Kingdom een breed publiek achter zich te scharen en had dit moeiteloos kunnen consolideren door met Every Kingdom 2 op de proppen te komen. Ben Howard heeft dit niet gedaan en heeft als altijd moeilijke tweede plaat een behoorlijk moeilijke plaat opgeleverd. Het is een plaat met lange tracks die het de luisteraar eigenlijk nergens makkelijk maken.

Het is een plaat waarvoor je moet gaan zitten, maar vervolgens is het een plaat om intens van te houden. Het is een plaat waar je tegen moet kunnen, want wat is het donker, maar als je er tegen kan is het muziek van een enorme schoonheid en intensiteit.

Ik begon met net zoveel weerstand aan beluistering van I Forget Where We Were als een kind dat voor het eerst spruitjes moet gaan eten, maar de tweede plaat van Ben Howard blijkt een prachtplaat die ook nog eens steeds beter wordt. Ik beloof hierbij plechtig dat ik Ben Howard nooit meer zal associëren met zijn eerste single, maar herinner me vanaf nu een fraai debuut en een nog veel mooiere opvolger. Het is een opvolger die veel meer respect verdient dan de plaat tot dusver krijgt, want ik ben zeker niet de enige met een verkeerd beeld van Ben Howard. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com   cd   Koop bij bol.com  LP

 






Te vinden in de

24 november 2014

Meiko - Dear You

De naam Meiko zal bij de meeste Nederlandse muziekliefhebbers waarschijnlijk slechts associaties oproepen met een Japanse geisha of met een figuur uit de Japanse manga strips, maar voor mij is het inmiddels al meer dan vijf jaar een veelbelovende en zeer getalenteerde Amerikaanse singer-songwriter. 

De oorspronkelijk uit het zuidelijke Georgia afkomstige Meiko opereert inmiddels al heel wat jaren vanuit Californië, maar heeft gelukkig haar heerlijk zuidelijke tongval meegenomen. Meiko klonk daarom op haar eerste twee platen als een broeierige en verleidelijke variant op Suzanne Vega, wat met name op haar titelloze debuut uit 2008 geweldig uitpakte. 

De plaat had flink wat tijd nodig om aandacht te trekken, waardoor de eveneens uitstekende opvolger The Bright Side tot 2012 op zich liet wachten. Inmiddels zijn we weer twee jaar verder en ligt de derde plaat van Meiko in de winkel (in de VS dan, want in Nederland zal je de plaat standaard waarschijnlijk niet snel tegen komen). 

Op Dear You werkt Meiko, net als op voorganger The Bright Side, met producer Jimmy Messer (vooral bekend van Kelly Clarkson, maar ook van de zwaar onderschatte Bic Runga), maar desondanks is Dear You een hele andere plaat geworden dan zijn voorganger. 

Meiko maakte op haar vorige plaat vrijwel uitsluitend veelkleurige, net wat voller gearrangeerde, maar vooral zeer zonnige folkpop, die goed aansloot op de muziek op haar debuut, maar kiest nu voor een donkerder en elektronischer geluid. Dat is even wennen, vooral omdat in eerste instantie niet alleen de muziek op Dear You donker en onderkoeld klinkt, maar ook de stem van Meiko lijkt ontdaan van de zwoele verleiding die de vorige twee platen van de Amerikaanse zo aangenaam of zelfs onweerstaanbaar maakte. 

Het is uiteindelijk vooral een kwestie van wennen, want inmiddels ben ik ook verslingerd geraakt aan de derde worp van Meiko. Dear You kiest niet alleen voor een ander geluid, maar neemt ook grotendeels afstand van de zonnige folkpop van zijn twee voorgangers. Op Dear You sluit Meiko vooral aan bij de electropop en nog meer bij de betere triphop. 

De Amerikaanse sluit hier en daar naadloos aan bij de muziek van Lamb, of laat zich beluisteren als een Amerikaanse (lees: toegankelijke) variant op Portishead. Dat is veel minder mijn muziek dan de Californische folkpop van weleer, maar uiteindelijk heeft Dear You iets intrigerends en bezwerends. Meiko klinkt wat minder zwoel en zuidelijk dan op haar vorige twee platen, maar weet ook dit keer te verleiden en te bedwelmen met dromerige en verleidelijke klanken. 

Aan de ene kant is het jammer dat Meiko de folkpop op Dear You voor een groot deel vaarwel heeft gezegd (halverwege de plaat kom je nog twee mooie folksongs tegen), maar aan de andere kant laat ze horen dat ze geen ‘one trick pony’ is. Dat laatste doet ze op bijzonder overtuigende wijze, want het donkere en meer elektronische geluid past Meiko als een warme jas. 

Ook met deze plaat zie ik Meiko, ondanks de toegankelijke en soms zelfs hitgevoelige klanken, nog niet direct doorbreken in Nederland en hou ik haar als het moet lekker voor mezelf als Californische verrassing. Deze smaakt ook na drie platen nog steeds naar meer. Erwin Zijleman

Dear You van Meiko ligt in Nederland nog niet in de winkel, maar is wel verkrijgbaar via iTunes: https://itunes.apple.com/nl/album/dear-you/id923107186?l=en

   

23 november 2014

Rory Block - Hard Luck Child: A Tribute To Skip James

Er zijn mensen die met droge ogen durven te beweren dat Rory Block een eendagsvlieg is. Die bewering is dan gebaseerd op het feit dat Rory Block in Nederland aan het eind van de jaren 80 een dikke hit scoorde met het indringende Lovin’ Whiskey en hierna direct weer in de vergetelheid raakte. 

Mensen die beweren dat Rory Block een eendagsvlieg is weten waarschijnlijk niet dat Lovin’ Whiskey destijds afkomstig was van een verzamelaar (Best Blues & Originals) en hiervoor al op het in 1986 verschenen en totaal geflopte (hoe kan het ook anders met zo’n titel) I've Got a Rock in My Sock stond. 

Mensen die beweren dat Rory Block een eendagsvlieg is weten waarschijnlijk ook niet dat Rory Block voor deze plaat zo’n tien andere platen uitbracht en al vanaf 1975 met wisselend succes in de Verenigde Staten aan de weg timmerde. 

Mensen die beweren dat Rory Block een eendagsvlieg is weten tenslotte ook niet dat Rory Block na het scoren van een hit in Nederland nog heel veel relevante platen heeft uitgebracht en tot op de dag van vandaag zeer actief is. 

Ik wist het allemaal wel, maar ik moet toegeven dat ik er de laatste jaren weinig mee heb gedaan. Het laatste wapenfeit dat ik me van Rory Block echt goed herinnerde was het in 2003 verschenen en uitstekende Last Fair Deal. 

Het was een van haar laatste platen met flink wat eigen werk, want sinds 2005 eert Rory Block haar muzikale helden. Dat begon in 2006 met het vertolken van het werk van Robert Johnson, waarna tussen 2008 en 2013 achtereenvolgens Son House, Mississippi Fred McDowell, Rev. Gary Davis en Mississippi John Hurt aan de beurt waren. 

Ik geef eerlijk toe dat ik ze met uitzondering van het eerbetoon aan Robert Johnson allemaal gemist heb, maar inmiddels heb ik ze alsnog beluisterd en ben ik onder de indruk. Dat ben ik ook van het recent verschenen Hard Luck Child: A Tribute To Skip James. 

Skip James werd geboren in 1902 en overleed in 1969. Vanaf de jaren 20 tot aan zijn dood was Skip James bluesmuzikant en een van de betere vertolkers van de Delta Blues. Net als op Avalon: A Tribute to Mississippi John Hurt begint Rory Block haar eerbetoon met een eigen song over de betreffende bluesmuzikant, waarna een selectie uit de songs van deze muzikant volgt. 

Het werk van Skip James (die overigens op zijn ziekbed een nog piepjonge Rory Block op bezoek kreeg) is bij Rory Block in goede handen. Block is een uitstekend gitarist en vertolkt de songs van de oude meester met hart en ziel, waardoor haar vertolkingen recht doen aan de status van de vergeten bluesmuzikant.

Met deze tribute doet Rory Block eigenlijk twee dingen. Allereerst eert ze op indrukwekkende een vergeten bluesmuzikant en hiernaast laat ze horen dat ze er zelf nog steeds toe doet. En hoe. Bluesmuzikanten moeten vooral ontroeren en dat doet Rory Block nog steeds met speels gemak. De bijzondere songs van Skip James en het geweldige gitaarspel van Rory Block zijn de kers en de slagroom op deze mooie en smakelijke taart. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com

 

22 november 2014

Eliot Bronson - Eliot Bronson

Een aantal Amerikaanse promotors van rootsmuziek leurt al een tijdje met flink wat superlatieven en grootse beloften met de plaat van ene Eliot Bronson, maar tot een paar dagen geleden was het er nog niet van gekomen om naar deze plaat te luisteren. 

Toen dat eenmaal gebeurd was, was ik ook direct om, want de titelloze plaat van Eliot Bronson is er een om te koesteren. 

Eliot Bronson is een oorspronkelijk uit het noordelijke Baltimore, Maryland, afkomstige singer-songwriter, die sinds hij serieus muziek maakt vanuit het zuidelijke Atlanta, Georgia, opereert. 

Vanuit Atlanta maakte Eliot Bronson naar verluid flink wat indruk met zijn band The Brilliant Inventions, maar die naam doet bij mij geen belletje rinkelen. Bronson bracht vervolgens in eigen beheer een aantal platen uit, die lokaal werden bejubeld, maar ook die heb ik gemist. Zijn titelloze derde plaat leek, zoals gezegd, lange tijd geen beter lot beschoren, maar inmiddels zit de plaat al een aantal dagen stevig in de cd speler. 

Eliot Bronson had maar een paar noten nodig om me te betoveren met zijn laatste plaat. Het zijn noten waarin zijn werkelijk prachtige stem domineert. Het is een stem die ergens tussen die van Chris Isaak en Ryan Adams in zit en hiernaast iets van Paul Simon heeft. Gepolijst met een rauw randje derhalve of onderkoeld met een golf weemoed en emotie. 

Ook in muzikaal opzicht dragen Chris Isaak en Ryan Adams zinvol vergelijkingsmateriaal aan, waarbij de balans langzaam maar zeer zeker opschuift in de richting van laatstgenoemde, die in muzikaal opzicht natuurlijk een stuk interessanter is. 

Eliot Bronson maakt op zijn titelloze plaat Amerikaanse rootsmuziek in de brede zin van het woord. Het is rootsmuziek met volop aandacht voor invloeden uit de folk, blues en country, maar ook invloeden uit de rock ’n roll en pop worden door de Amerikaan omarmd. 

Eliot Bronson kiest op zijn nieuwe plaat voor een stemmige en warmbloedige instrumentatie, die over het algemeen ingetogen van aard is. Het is een instrumentatie waarin gitaren en een orgel zorgen voor de fraaie accenten, maar uiteindelijk staat de instrumentatie vooral in dienst voor de bijzonder fraaie en ook al snel meeslepende stem van Eliot Bronson. 

In eerste instantie had ik nog even het idee dat Bronson vooral de kant van de toegankelijkere pop met rootsinvloeden op zou gaan, maar uiteindelijk heeft Eliot Bronson toch vooral een rootsplaat gemaakt. Het is een rootsplaat met een dun laagje chroom, maar hieronder zit de ruwe en roestige laag die ik op rootsplaten zo graag hoor. 

Eliot Bronson heeft een plaat gemaakt vol goede songs en mooie klanken. Zijn prachtige en emotievolle stem zorgt er voor dat het zomaar één van de mooiste rootsplaten van het jaar kan zijn. Hebben die Amerikaanse promotors toch al een aantal maanden gelijk. Groot gelijk zelfs. Erwin Zijleman

De nieuwe plaat van Eliot Bronson ligt niet in de Nederlandse platenzaak of webwinkel, maar kan gelukkig wel worden gekregen via zijn platenmaatschappij Saturn 5 Records: http://www.saturn5records.com, of via iTunes: https://itunes.apple.com/nl/album/eliot-bronson/id919721079

 

21 november 2014

Djessou Mory Kanté - River Strings: Maninka Guitar

Bij de naam Djessou Mory Kanté dacht ik in eerste instantie aan de man die in de jaren 80 een grote hit scoorde met het aanstekelijke Yéké Yéké. Djessou Mory Kanté komt net als Mory Kanté, want dat is de man achter Yéké Yéké, uit het West Afrikaanse Guinee, waar de naam Mory Kanté gemeengoed of op zijn minst gangbaar schijnt te zijn. 

De oude Mory Kanté is, al dan niet terecht, in de boeken terecht gekomen als eendagsvlieg, maar dat geldt zeker niet voor Djessou Mory Kanté. Djessou Mory Kanté maakt al enkele jaren indruk als gitarist in de band van Salif Keita en was bovendien te horen op flink wat andere recente parels uit de Afrikaanse muziek. 

Nu is dit een genre waarin ik niet erg goed thuis ben, of beter gezegd helemaal niet thuis ben, waardoor ik de eerste soloplaat van Djessou Mory Kanté alleen maar op zijn eigen kracht kan beoordelen. 

River Strings: Maninka Guitar is een volledig instrumentale gitaarplaat; ook al niet echt mijn ding. Dat klinkt op voorhand misschien wat saai, maar saai is het debuut van Djessou Mory Kanté zeker niet. 

De plaat opent met typisch Afrikaanse gitaarklanken. Het is muziek die de gevoelstemperatuur direct met enkele graden laat stijgen en wanneer het eenmaal lekker warm is, komt het lome gevoel vanzelf. Direct in de eerste track hoor je dat Djessou Mory Kanté een geweldig gitarist is, maar het wordt alleen maar beter. 

Veel tracks die volgen klinken veel minder Afrikaans. Zeker wanneer Djessou Mory Kanté akoestisch speelt, klinkt zijn muziek ook Spaans en zeker ook Cubaans. Op River Strings: Maninka Guitar draait eigenlijk alles om het gitaarspel van de gitarist uit Guinee, al moet het belang van de bijdragen van zijn subtiel spelende band niet onderschat worden.

Djessou Mory Kanté beschikt over het vermogen om zo snel te spelen dat het je duizelt, maar op deze plaat is het gitaarspel over het algemeen laid back, al komt er zo af en toe wel een onnavolgbaar loopje voorbij. 

Het gitaarspel van Djessou Mory Kanté wordt subtiel begeleid door onderliggend gitaarspel, zwoele en lome ritmes, subtiel ingezette Afrikaanse ritmes en heel af en toe een authentiek klinkend orgeltje. Het levert muziek op die aan de ene kant dwingt tot luisteren, maar aan de andere kant is River Strings: Maninka Guitar een geweldige plaat voor een lome en bij voorkeur regenachtige zondagochtend. Zet de verwarming een paar graden hoger, zak lekker onderuit en laat het fraaie gitaarspel van Djessou Mory Kanté als een warme deken over je heen komen. Een positief effect is verzekerd.

Zoals eerder gezegd ben ik totaal niet thuis in dit genre en kan ik het dus niet vergelijken met andere platen in het genre. Ik kan hooguit zeggen dat het ver is verwijderd van de Malinese woestijnrock van een band als Tinariwen, maar dat was waarschijnlijk al wel duidelijk geworden uit het bovenstaande. 

Ik weet overigens wel dat ook liefhebbers van wat minder exotische akoestische gitaarvirtuozen zullen genieten van deze bijzondere plaat, maar ook een ieder die normaal gesproken niet zo heel veel heeft met bovengenoemde genres, zoals ikzelf, kunnen zomaar vallen voor de betoverende en hypnotiserende gitaarklanken van Djessou Mory Kanté. Probeer het eens zou ik zeggen. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com

 

20 november 2014

Ultimate Painting - Ultimate Painting

Tijdens de tour van Veronica Falls van 2013 verzorgde Mazes het voorprogramma. Het bracht de gitaristen van beide Britse bands, respectievelijk James Hoare en Jack Cooper, met elkaar in contact. 

Het is een contact dat uiteindelijk heeft geleid tot muzikale samenwerking onder de naam Ultimate Painting. Datzelfde Ultimate Painting heeft onlangs een debuut afgeleverd en wat is dat een leuk en vaak zelfs totaal onweerstaanbaar plaatje. 

Ultimate Painting maakt op haar debuut lekker rammelende popmuziek die zich voor een belangrijk deel heeft laten inspireren door muziek uit de jaren 60 en 70. Het is muziek die meer dan eens associaties op zal roepen met de muziek van The Velvet Underground en daar is natuurlijk helemaal niets mis mee.

Het titelloze debuut van het duo staat vol met lekker dromerige muziek, waarin sprankelende gitaarlijnen en lome vocalen centraal staan. Zeker de wat stekeligere songs herinneren nadrukkelijk aan het werk van The Velvet Underground, maar wanneer Ultimate Painting de bakens wat verzet komt een breed palet aan klanken uit de jaren 60 voorbij, waarin in de meest toegankelijke momenten ook zeker The Beatles opduiken. 

Hier blijft het niet bij, want de muziek van Ultimate Painting haakt ook aan bij muziek van recentere datum. James Hoare en Jack Cooper hebben uiteraard ook invloeden uit de muziek van hun eigen bands verwerkt in de muziek van Ultimate Painting en grijpen hiernaast ook af en toe terug op de muziek van de al lang vergeten Young Marble Giants (met dank aan The Guardian voor het opwerpen van dit vergelijkingsmateriaal), zeker wanneer de drums en bas monotoon klinken en er ijle synths opduiken. 

Het debuut van Ultimate Painting is een lekker rammelende plaat, maar zit beter in elkaar dan je op het eerste gehoor zult vermoeden. Vooral het gitaarwerk op de plaat is van hoog niveau, maar ook de songs blijken in steeds meer gevallen ruwe diamanten die na enig slijpwerk blinken en fonkelen. 

Iedere keer als je denkt dat je het debuut van Ultimate Painting volledig hebt kunnen doorgronden, duikt er wel weer wat nieuws op. Het ene moment hoor je opeens flarden van The Byrds of van Bob Dylan, het andere moment is het toch opeens een vleugje Krautrock of psychedelica dat je op het verkeerde been zet. Het ene moment zit je midden in de jaren 60, het volgende moment toch weer nadrukkelijk in het heden. 

Het debuut van Ultimate Painting blijft hierdoor maar intrigeren, maar vermaakt ook meedogenloos. Het inspireerde het al eerder genoemde The Guardian (een krant met veel verstand van popmuziek) eerder deze maand tot het uitdelen van de maximale score. Dat is onverwacht voor een snel in elkaar geflanst hobbyprojectje, maar valt er veel op af te dingen? Nee, eigenlijk niet. Ultimate Painting ... onthouden die naam. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com  cd  Koop bij bol.com  LP
   

19 november 2014

Curtis Harding - Soul Power

Het leek er lange tijd op dat één van de betere soulplaten van het jaar dit jaar helemaal niet in Nederland zou verschijnen, maar aan het einde van het jaar is er gelukkig toch nog sprake van gerechtigheid. 

Ik heb het natuurlijk over Soul Power van Curtis Harding, dat in de Verenigde Staten eerder dit jaar als een ware sensatie werd onthaald. 

Curtis Harding groeide op in Saginaw, Michigan, maar werkt inmiddels al weer geruime tijd vanuit Atlanta, Georgia. De afgelopen jaren werkte Harding samen met muzikanten als Cee Lo Green en Outkast, maar op Soul Power blijkt hij toch uit net wat ander hout gesneden. 

Soul Power laat zich voor een belangrijk deel beluisteren als een vintage soulplaat uit de late jaren 60 of vroege jaren 70, maar kan op een ander deel alleen maar uit het heden stammen. Curtis Harding slaagt er op zijn debuut in om het onweerstaanbare soulgeluid van de allergrootste soulzangers van weleer te reproduceren, maar hij verrijkt zijn soulgeluid op hetzelfde moment ook met invloeden uit de jazz, rock, neo-soul, funk en garagerock. 

Het ene moment is Soul Power heerlijk zwoel met een moddervette ritmesectie, een zuigend orgeltje, warmbloedige blazers en subtiel gitaarwerk, het volgende moment regeren de rauwere gitaarriffs. Er verandert eigenlijk maar één ding niet en dat is de heerlijke soulstem van Curtis Harding. Het is een stem die herinnert aan meerdere grote soulzangers van weleer (en vooral aan Curtis Mayfield), maar de stem van Curtis Harding heeft ook wel wat van die van Robert Cray. Het is een stem die iets met je doet, of je dat nu wilt of niet. 

Zeker in combinatie met de traditioneel aandoende soulklanken is de stem van Curtis Harding bijna onweerstaanbaar, maar ook wanneer de Amerikaan kiest voor wat rauwer werk maakt hij in vocaal opzicht indruk. Wanneer Curtis Harding kiest voor vintage soul verleidt hij bijzonder makkelijk met heerlijk zwoele en broeierige klanken, terwijl je bij de wat rauwere tracks op het puntje van je stoel zit. 

Soul Power is een opvallend veelzijdige plaat en dat maakt het een hele sterke plaat. Het ene moment ben je terug in een ver verleden, het volgende moment zit je weer midden in het heden, maar altijd overtuigt Curtis Harding met speels gemak. 

Dat is deels de verdienste van de geweldige muzikanten die zijn komen opdraven voor deze plaat, met een hoofdrol voor de ritmesectie, de organist en de gitarist (die zowel rauw als ingetogen kan schitteren) en deels de verdienste van het prachtige, bijna live klinkende, geluid op de plaat, maar het is de gedreven performance van Curtis Harding die Soul Power naar een hoger plan tilt. 

Waar de meeste van zijn soortgenoten kiezen voor een plaat die met twee benen in het heden of met twee benen in het heden staat, zet Curtis Harding één been in het verleden en één been in het heden. Het levert een plaat op die overloopt van urgentie, zeggingskracht en vooral pure soul. Heerlijke plaat. En een verdomd goede plaat. Natuurlijk vooral op vinyl. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com  cd   Koop bij bol.com  LP (gunstig geprijsd)

 





Te vinden in de

18 november 2014

Maggie Björklund - Shaken

Maggie Björklund komt oorspronkelijk uit Denemarken, maar dat is niet te horen in haar muziek. Luister naar Shaken, overigens al de tweede plaat van Maggie Björklund, en je waant je onderdeel van een spaghetti western van Ennio Morricone. 

Dat is niet zo gek, want Maggie Björklund heeft het koude Denemarken een aantal jaar geleden al verruild voor de broeierige woestijn van Arizona. 

Maggie Björklund kan uitstekend uit de voeten op de pedal steel en speelde de afgelopen jaren onder andere met leden van Calexico en Giant Sand, waardoor ze uiteindelijk de aandacht wist te trekken van Jack White, die haar rekruteerde voor zijn all-female band. 

Op Shaken bespeelt Maggie Björklund niet alleen de pedal steel, maar is ze ook verantwoordelijk voor al het andere gitaarwerk. Hiernaast kon Maggie Björklund een beroep doen op een aantal van haar muzikale vrienden. Zo zijn op Shaken Calexico drummer John Convertino, Portishead bassist Jim Barr, cellist Barb Hunter en organist Dan Hemmer te horen. Niemand minder dan John Parish (vooral bekend van PJ Harvey) werd gestrikt als producer. 

Het levert een indrukwekkende plaat op, die mij vooral doet denken aan het vergeten meesterwerk van OP8; een gelegenheidsband die werd gevormd door Lisa Germano, Howe Gelb (Giant Sand), Joey Burns en John Convertino (beiden Calexico). Check de band’s enige plaat Slush uit 1997. 

Shaken is een donkere en wat weemoedig klinkende plaat die je diep de woestijn van Arizona insleept. De instrumentatie is donker en stemmig en biedt alle ruimte aan het geweldige gitaarwerk van Maggie Björklund, die prachtig akoestisch kan spelen, de elektrische gitaar kan laten janken en de pedal steel weemoedig kan laten snikken. Het is het gitaarwerk dat de meeste aandacht trekt, maar luister zeker ook naar het geweldige orgelspel en naar het subtiele maar o zo trefzekere drumwerk van John Convertino. 

Maggie Björklund voorziet deze donkere klanken van mooie, wat weemoedige vocalen, die ook uitstekend tot zijn recht komen in het bijzonder fraaie duet met Lambchop voorman Kurt Wagner. 

De muziekscene rond Tucson, Arizona, heeft al heel wat mooie platen opgeleverd. Shaken van Maggie Björklund past hier prima tussen. Qua instrumentatie sluit Shaken aan op meerdere klassiekers uit deze contreien, maar de vocalen van Maggie Björklund zorgen er ook nog eens voor dat Shaken iets toevoegt aan alles dat er al is. 

Shaken is zoals gezegd een behoorlijk donkere plaat. De plaat volgt op het ziekbed en het overlijden van Maggie Björklund’s moeder wat de nodige sporen heeft achtergelaten. Het maakt van Shaken een stemmige en emotionele plaat, die makkelijk onder de huid kruipt. 

Het is een plaat die in instrumentaal opzicht onmiddellijk indruk zal maken, zeker voor de liefhebbers van het snarengeweld van Maggie Björklund, maar ook de vocalen en de songs op Shaken maken steeds meer indruk. 

Shaken van Maggie Björklund is een plaat die tot dusver niet heel veel aandacht krijgt en daarom makkelijk over het hoofd wordt gezien, maar daar is deze plaat echt veel te mooi en bijzonder voor. Misschien helpt het dat de herfst langzaam maar zeker zijn intrede doet in Nederland, want Shaken is uiteindelijk toch vooral een plaat voor de donkere dagen. Deze donkere dagen worden nu voorzien van een prachtige soundtrack. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com    cd   Koop bij bol.com  LP

 

17 november 2014

The Jam - Setting Sons, Deluxe Edition

Vraag een muziekliefhebber in Engeland naar de beste en meest invloedrijke bands uit de late jaren 70 en vroege jaren 80 en ik weet bijna zeker dat hij of zij The Jam zal noemen. Stel dezelfde vraag aan een Nederlandse muziekliefhebber en ik weet bijna zeker dat hij of zij The Jam niet zal noemen. 

In Nederland moesten we nooit zoveel hebben van de band van Rick Buckler, Bruce Foxton en Paul Weller. Wanneer in Engeland een nieuwe release van The Jam zorgde voor hysterische toestanden haalden we in Nederland onze schouders op. Wanneer de Engelse critici strooiden met superlatieven waren we in Nederland zeer zuinig met positieve woorden. En toen The Jam in 1980 The Jam Pinkpop mocht afsluiten, gingen de meeste Nederlanders alvast naar huis, want het was natuurlijk een takkeneind vanuit Geleen. 

Ik heb me hier zelf ook schuldig aan gemaakt en heb de schade nooit helemaal ingehaald. Natuurlijk heb ik ver na het uit elkaar vallen van The Jam wel eens een verzamelaar van de band in huis gehaald, maar ik kan me niet herinneren dat ik ooit een regulier album van de band van de eerste tot de laatste noot heb beluisterd. 

Het is er vorige week toch nog van gekomen, want toen verscheen de re-issue van Setting Sons, de vierde plaat van de band uit Engeland. Setting Sons verscheen in 1979 en was de opvolger van het in 1978 verschenen All Mod Cons, dat in Engeland had gezorgd voor de definitieve doorbraak van The Jam. Setting Sons zorgde ook voor succes in de Verenigde Staten, maar in Nederland deed de plaat niet veel. 

Het is achteraf bezien onbegrijpelijk, want wat is Setting Sons een goede plaat. Een waanzinnig goede plaat zelfs. De originele versie van Setting Sons bevat 10 songs en het zijn 10 songs die behoren tot het beste dat in de Britse muziekgeschiedenis is gemaakt. The Jam debuteerde in het jaar van de punk (1977) en invloeden uit de punk zijn ook op Setting Sons nog nadrukkelijk aanwezig. De plaat citeert echter ook nadrukkelijk uit de archieven van de Britse popmuziek en met name uit de archieven van The Kinks. 

Op Setting Sons maakt The Jam gitaarpop die is teruggebracht tot de essentie. Gitaar, bas, drums en vocalen, meer is er niet nodig voor de popsong met een kop en een staart (al duiken ook een keer strijkers op). Meer is er niet nodig voor een popsong die na één keer horen voorgoed in het geheugen is opgeslagen. 

De ritmesectie is superstrak, terwijl het gitaarwerk van Paul Weller verrassend gevarieerd is. Hierbovenop komen de gedreven vocalen van diezelfde Paul Weller, de ijzersterke melodieën en de onweerstaanbare refreinen. 

Setting Sons is in alle opzichten een klassieker. Een plaat die in geen enkele platenkast mag ontbreken, een plaat die niet onder doet voor die van de beste Britse bands uit de jaren 60, 70, 80 en 90. De luxe versie van de re-issue van Setting Sons bevat heel veel extra materiaal (waaronder al even overtuigend live-materiaal), maar de 10 songs van het origineel maken uiteindelijk de meeste indruk. Het is natuurlijk belachelijk laat, maar Setting Sons schaar ik alsnog onder de meesterwerken van de jaren 70. Dat zouden meer mensen moeten doen, zeker in Nederland. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com   cd   Koop bij bol.com    LP   Koop bij bol.com Super Deluxe

 

Spain - Sargent Place / The Morning Becomes Eclectic Session

Sargent Place van Spain verscheen in Nederland al aan het begin van 2014, maar de plaat trok in een te zachte winter niet veel aandacht en was bovendien niet te beluisteren op de streaming diensten. 

De plaat werd vorige week eindelijk in de Verenigde Staten uitgebracht en krijgt direct een herkansing in Europa en op Spotify en Deezer, waar nu ook opeens de vorig jaar verschenen live-plaat The Morning Becomes Eclectic Session is te beluisteren. 

Het is een mooie gelegenheid om nog eens aandacht te besteden aan deze twee platen, want beiden zijn zeer de moeite waard. 

Laat ik eerst het geheugen even opfrissen. Spain is de band rond Josh Haden, zoon van de eerder dit jaar overleden jazzlegende Charlie Haden en broer van Petra, Rachel en Tanya Haden, die eerder dit jaar als The Haden Triplets een bijzonder mooie plaat afleverden. Spain debuteerde in de eerste helft van de jaren 90 en leverde met The Blue Moods Of Spain (1995), She Haunts My Dreams (1999) en I Believe (2001) drie bijzondere platen met uiterst ingetogen muziek af. 

I Believe leek lange tijd de zwanenzang van Spain, maar in 2012 keerde Spain tot ieders verrassing terug met The Soul Of Spain, waarop het bekende geluid van Spain in een net wat minder ingetogen jasje terugkeerde. Sargent Place treedt in de voetsporen van The Soul Of Spain, maar sluit ook aan op het oude werk van de band rond Josh Haden. 

De muziek van Spain blijft lastig te omschrijven. Het is aan de ene kant uiterst ingetogen jazzy muziek, maar omdat de muziek zich zo langzaam voortsleept moet ik bij Spain toch ook altijd denken aan een slowcore band als Low. Sargent Place bevat de uiterst ingetogen momenten van de eerste platen van Spain, maar hier en daar mogen de gitaren ook best wat uitbundiger klinken of af en toe zelfs ontsporen. Er zijn niet veel bands die ontspoorde gitaren binnen enkele seconden weer terug kunnen brengen tot uiterst ingetogen gitaren, maar Spain beheerst dit kunstje als geen ander. 

Het grootste deel van Sargent Place is echter zo mooi en stemming als we van Spain gewend zijn, waarbij opvalt dat alles prachtig is opgenomen waardoor geen enkel detail verloren gaat. Sargent Place, dat overigens fraaie bijdragen van zus Petra en vader Charlie (wat een bassist!) kent, is hierdoor een heerlijke plaat voor de kleine uurtjes, maar het is ook een plaat die zo knap in elkaar steekt dat aandachtige beluistering terecht zou zijn. 

Bij die aandachtige beluistering hoor je vervolgens dat Spain op Sargent Place op subtiele wijze buiten de eigen lijntjes kleurt, wat de plaat meerwaarde geeft. De eerste platen van Spain koester ik stuk voor stuk. Sargent Place voegt weer wat toe aan deze platen en wordt daarom door mij minstens net zo liefdevol omarmd. Het is iets dat zeker navolging verdient. 

Koop bij bol.com   cd  Koop bij bol.com  cd+LP

 








The Morning Becomes Eclectic Session verscheen eind vorig jaar al en laat een voor een Amerikaans radiostation opgenomen live-sessie horen. 

De plaat bevat ruim een half uur muziek en laat tracks van de eerste vier platen van Spain horen. 

De ingetogen muziek van Spain leek me op voorhand vooral geschikt voor de studio, maar ook in een live-setting komt de muziek van Spain verrassend goed uit de verf. De live-versies van de voor de Spain liefhebber bekende songs zijn net wat ruwer en directer, maar zeker niet minder mooi dan de studio-versies. 

In vocaal opzicht weet Josh Haden het geluid van de studioplaten uitstekend te benaderen en ook in muzikaal opzicht staat het als een huis. De bijna verstilde passages van de studioplaten klinken live net wat uitbundiger en hierdoor anders, maar ook live blijft de muziek van Spain buitengewoon stemmig. 

The Morning Becomes Eclectic Session is uiteindelijk meer dan een aardig tussendoortje, maar bevat zeven nieuwe versies van songs en het zijn versies die als je het mij vraagt iets toevoegen aan de originelen. The Morning Becomes Eclectic Session doet vooral uitzien naar een mogelijkheid om Spain live aan het werk te zien, maar zolang dat niet kan is deze fraaie live-registratie een uitstekend alternatief. Erwin Zijleman

Koop bij bol.com   cd   Koop bij bol.com  cd+LP