Angie Stone behoort tot de pioniers van de zogenaamde Neo-Soul. Haar eerste platen (Black Diamond uit 1999 en Mahogany Soul uit 2001) moeten worden gerekend tot de sleutelplaten in het genre, maar net als bij de meeste van haar soortgenoten verloopt de carrière van Angie Stone nogal moeizaam sinds de Neo-Soul weer wat uit beeld is geraakt.
Neo-Soul werd 15 jaar geleden nog gezien als de vernieuwing die de soulmuziek zo hard nodig had, maar inmiddels wordt Neo-Soul door velen (onder wie de meeste critici) gezien als vlees noch vis. Neo-Soul mist vaak de intensiteit van de oude soul en is net wat minder hitgevoelig dan de R&B pop die de hitlijsten domineert.
Angie Stone zou met haar fenomenale stem makkelijk kunnen kiezen voor het momenteel wel populaire vintage soulgeluid en kan in vocaal opzicht ook de concurrentie met de meeste R&B zangeressen makkelijk aan, maar ook op Dream kiest de zangeres uit Columbia, South Carolina, weer voor de Neo-soul.
Wat wel opvalt is dat Angie Stone, meer dan in het verleden, de grenzen van het genre opzoekt. Dream citeert zo nu en dan letterlijk uit de archieven van de oude soul, met een incidentele flirt naar Motown, maar maakt net zo makkelijk R&B soul die met twee benen in het heden staat. Dit kan natuurlijk worden omschreven als vlees noch vis, maar waarom zou je kiezen als je in beide uitersten van het Neo-Soul genre uit de voeten kan?
Angie Stone deed voor Dream een beroep op een aantal gelouterde songwriters en kon in de studio beschikken oven al even gelouterde muzikanten. Angie Stone kon zich daarom concentreren op het de sterren van de hemel zingen en dat doet ze. En hoe.
In een aantal tracks raakt Dream aan de grote soulzangeressen uit de jaren 60 en 70, maar Angie Stone schuurt net zo makkelijk tegen de R&B prinsesjes van het moment aan en geeft deze in vocaal opzicht het nakijken. Dream laat op zich geen opzienbarende dingen horen, maar wat klinkt het lekker en wat heeft Angie Stone een soulvolle strot. Ik doe het er voor. Erwin Zijleman
30 november 2015
29 november 2015
The Leonids - Satellite Broadcast Kill
Sonja van Hamel maakte samen met Berend Dubbe (Bettie Serveert) een aantal uitstekende platen als Bauer en maakte ook solo indruk met twee prima platen onder haar eigen naam (beiden besproken op deze BLOG).
Ze duikt nu op als lid van de band The Leonids en die band heeft met Satellite Broadcast Kill een even mooi als fascinerend debuut afgeleverd.
In The Leonids werkt Sonja van Hamel met muzikanten met een verleden in de bands Orlando en Wooden Saints en met het elektrische strijkerstrio West Side Trio. Satellite Broadcast Kill valt in eerste instantie op door de prachtige, ook door Sonja van Hamel (en haar man Robert Muda) ontworpen, verpakking, maar de muziek blijkt minstens even mooi.
The Leonids schuwen het experiment zeker niet, maar Satellite Broadcast Kill is over het algemeen genomen een toegankelijke plaat vol warmbloedige popliedjes. Sonja van Hamel overtuigde al eerder als zangeres, maar op het debuut van The Leonids klink haar stem, mede door de aanvullende vocalen van Tessa Douwstra, nog veel beter.
In muzikaal opzicht is het debuut van The Leonids minstens even spannend. De band heeft zich naar verluid laten inspireren door de magie van het universum en komt op de proppen met een dozijn popliedjes die steeds weer net wat anders, maar altijd bijzonder en opvallend beeldend klinken.
The Leonids verrast op Satellite Broadcast Kill incidenteel met aanstekelijke synthpop (The Common World, The Sun Machine), maar overtuigt net zo makkelijk met minder makkelijk te doorgronden songs waarin vaak een hoofdrol is weggelegd voor de bijzondere strijkers. De voor dit jaargetijde gemaakte stemmige ballads maken het spectrum compleet. De muziek op het debuut van The Leonids klinkt vaak ruimtelijk, wat fraai contrasteert met de warme en down-to-earth vocalen.
Satellite Broadcast Kill is geen plaat die je na één keer horen kunt dromen of doorgronden. De muziek van The Leonids zit immers vol interessante lagen en in al die lagen gebeurt van alles. Het levert een plaat op die ik na een paar keer horen echt niet meer wil missen en voorlopig ook nog wel even door groeit. Erwin Zijleman
Satellite Broadcast Kill van The Leonids ligt in de winkel bij Plato en Concerto en kan worden verkregen via birdfish (http://birdfish.nl/page/the-leonids) en bandcamp (https://theleonids.bandcamp.com/album/satellite-broadcast-kill).
Ze duikt nu op als lid van de band The Leonids en die band heeft met Satellite Broadcast Kill een even mooi als fascinerend debuut afgeleverd.
In The Leonids werkt Sonja van Hamel met muzikanten met een verleden in de bands Orlando en Wooden Saints en met het elektrische strijkerstrio West Side Trio. Satellite Broadcast Kill valt in eerste instantie op door de prachtige, ook door Sonja van Hamel (en haar man Robert Muda) ontworpen, verpakking, maar de muziek blijkt minstens even mooi.
The Leonids schuwen het experiment zeker niet, maar Satellite Broadcast Kill is over het algemeen genomen een toegankelijke plaat vol warmbloedige popliedjes. Sonja van Hamel overtuigde al eerder als zangeres, maar op het debuut van The Leonids klink haar stem, mede door de aanvullende vocalen van Tessa Douwstra, nog veel beter.
In muzikaal opzicht is het debuut van The Leonids minstens even spannend. De band heeft zich naar verluid laten inspireren door de magie van het universum en komt op de proppen met een dozijn popliedjes die steeds weer net wat anders, maar altijd bijzonder en opvallend beeldend klinken.
The Leonids verrast op Satellite Broadcast Kill incidenteel met aanstekelijke synthpop (The Common World, The Sun Machine), maar overtuigt net zo makkelijk met minder makkelijk te doorgronden songs waarin vaak een hoofdrol is weggelegd voor de bijzondere strijkers. De voor dit jaargetijde gemaakte stemmige ballads maken het spectrum compleet. De muziek op het debuut van The Leonids klinkt vaak ruimtelijk, wat fraai contrasteert met de warme en down-to-earth vocalen.
Satellite Broadcast Kill is geen plaat die je na één keer horen kunt dromen of doorgronden. De muziek van The Leonids zit immers vol interessante lagen en in al die lagen gebeurt van alles. Het levert een plaat op die ik na een paar keer horen echt niet meer wil missen en voorlopig ook nog wel even door groeit. Erwin Zijleman
Satellite Broadcast Kill van The Leonids ligt in de winkel bij Plato en Concerto en kan worden verkregen via birdfish (http://birdfish.nl/page/the-leonids) en bandcamp (https://theleonids.bandcamp.com/album/satellite-broadcast-kill).
28 november 2015
Peter Case - HWY 62
In de tweede helft van de jaren 80 voorspelde ik de Amerikaanse singer-songwriter Peter Case een prachtige toekomst in de muziek, maar inmiddels durf ik wel te concluderen dat de Amerikaanse muzikant is veroordeeld tot een bestaan in de marge.
Ook in deze marge is Peter Case bijzondere platen blijven maken, al vallen er inmiddels wel wat langere stiltes.
HWY 62 is de opvolger van het al weer vijf jaar oude Wig, maar was het wachten en de benodigde crowdfunding campagne meer dan waard.
Peter Case heeft met zijn muziek nooit een heel breed publiek kunnen bereiken, maar de Amerikaan is bij zijn collega’s zeer geliefd, zodat hij nooit moeite heeft om prima muzikanten de studio in te krijgen. Deze keer schuift zelfs niemand minder dan Ben Harper aan, maar ook de andere muzikanten op de plaat (onder wie Lone Justice’s Don Heffington) kunnen een aardig potje spelen en producer Sheldon Gomberg (Rickie Lee Jones, Ben Harper) is ook niet van de straat.
HWY 62 is voor een belangrijk deel akoestisch en heeft een geluid dat doet denken aan de platen die Dylan in de jaren 70 maakte. Het is een geluid dat me zeer bevalt. Peter Case raakt niet alleen aan de muziek van Dylan (wiens Long Time Gone overigens bijzonder fraai wordt gecoverd), maar citeert ook uit de catalogus van andere singer-songwriters uit de jaren 70.
Het voor een belangrijk deel akoestische geluid op de plaat wordt fraai ingekleurd door de getalenteerde band en met name het incidenteel ingezette elektrische gitaarwerk is van hoog niveau. De plaat ademt de sfeer van het verleden, maar ondanks de duidelijk hoorbare invloeden van enkele groten slaagt Peter Case er ook dit keer in om zijn eigen stempel op zijn muziek te drukken.
Iedereen die het bijzondere oeuvre van de Amerikaan kent, weet dat Peter Case tijdloze songs kan schrijven en bovendien songs schrijft die zich makkelijk opdringen. Dat heeft hij ook dit keer gedaan, waardoor HWY 62 makkelijk overtuigt.
De betere platen van Peter Case ontbreken helaas in menig goedgevulde platenkast, maar liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek kunnen er eigenlijk niet om heen. HWY 62 moet trouwens worden gerekend tot de betere platen van Peter Case en tot één van de smaakmakers binnen het aanbod van het moment. Erwin Zijleman
Ook in deze marge is Peter Case bijzondere platen blijven maken, al vallen er inmiddels wel wat langere stiltes.
HWY 62 is de opvolger van het al weer vijf jaar oude Wig, maar was het wachten en de benodigde crowdfunding campagne meer dan waard.
Peter Case heeft met zijn muziek nooit een heel breed publiek kunnen bereiken, maar de Amerikaan is bij zijn collega’s zeer geliefd, zodat hij nooit moeite heeft om prima muzikanten de studio in te krijgen. Deze keer schuift zelfs niemand minder dan Ben Harper aan, maar ook de andere muzikanten op de plaat (onder wie Lone Justice’s Don Heffington) kunnen een aardig potje spelen en producer Sheldon Gomberg (Rickie Lee Jones, Ben Harper) is ook niet van de straat.
HWY 62 is voor een belangrijk deel akoestisch en heeft een geluid dat doet denken aan de platen die Dylan in de jaren 70 maakte. Het is een geluid dat me zeer bevalt. Peter Case raakt niet alleen aan de muziek van Dylan (wiens Long Time Gone overigens bijzonder fraai wordt gecoverd), maar citeert ook uit de catalogus van andere singer-songwriters uit de jaren 70.
Het voor een belangrijk deel akoestische geluid op de plaat wordt fraai ingekleurd door de getalenteerde band en met name het incidenteel ingezette elektrische gitaarwerk is van hoog niveau. De plaat ademt de sfeer van het verleden, maar ondanks de duidelijk hoorbare invloeden van enkele groten slaagt Peter Case er ook dit keer in om zijn eigen stempel op zijn muziek te drukken.
Iedereen die het bijzondere oeuvre van de Amerikaan kent, weet dat Peter Case tijdloze songs kan schrijven en bovendien songs schrijft die zich makkelijk opdringen. Dat heeft hij ook dit keer gedaan, waardoor HWY 62 makkelijk overtuigt.
De betere platen van Peter Case ontbreken helaas in menig goedgevulde platenkast, maar liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek kunnen er eigenlijk niet om heen. HWY 62 moet trouwens worden gerekend tot de betere platen van Peter Case en tot één van de smaakmakers binnen het aanbod van het moment. Erwin Zijleman
27 november 2015
Eska - Eska
Eska (Mtungwazi) is een in Zimbabwe geboren, maar al geruime tijd vanuit Engeland opererende singer-songwriter.
Ze was tot dusver een gewild zangeres op de platen van anderen en toerde met onder andere Cinematic Orchestra, Zero 7 en The Matthew Herbert Big Band, maar inmiddels ligt ook eindelijk haar debuut in de winkel.
Het blijft in Nederland tot dusver opvallend stil rond deze titelloze plaat, maar dat moet echt gaan veranderen. Eska heeft namelijk een hele bijzondere plaat gemaakt, die liefhebbers van onder andere Laura Mvula, Lianne La Havas, Zara McFarlane en Cold Specks zeker aan moet kunnen spreken.
Net als de genoemde zangeressen verwerkt Eska nogal wat genres en stijlen in haar muziek en is ze gezegend met een hele bijzondere stem. Het is een stem die me in eerste instantie af toe nog wel wat in de weg zat, want Eska houdt van flink wat stembuigingen en ik hou daar niet van. Eska overtuigde me in vocaal opzicht uiteindelijk wel, want buiten een stembuiginkje teveel valt er in vocaal opzicht heel veel te genieten op het debuut van Eska.
Eska heeft een prachtig soulvol stemgeluid, maar ze heeft ook een stem die goed uit de voeten kan in meer folky of jazzy tracks. Op het debuut van Eska zijn zowel soulvolle als folky en jazzy tracks te vinden en er zit ook nog hele wereld tussen. Zo gaat Eska aan de haal met jazz en psychedelica en verwerkt ze voorzichtig ook nog wat invloeden uit de Afrikaanse muziek en de reggae in haar bijzondere geluid.
Het is een geluid dat vorm krijgt in lekker in het gehoor liggende songs die soms de R&B kant op gaan (maar dan wel bijzondere R&B zoals bijvoorbeeld Janelle Monaé die maakt), maar Eska is ook niet vies van flink wat experiment en raakt in de uitersten op haar plaat zelfs aan het werk van Kate Bush en nog vaker aan het werk van Prince.
Door de grote variëteit aan genres en stijlen, de bij vlagen complexe en altijd bijzonder veelzijdige instrumentatie (die varieert van jazzy en ingetogen tot elektronisch en uitbundig), de complexe songstructuren en de niet altijd even makkelijke stem van Eska, verwacht ik niet dat het debuut van Eska in dezelfde aantallen over de toonbank gaat als de laatste van Lianne La Havas, maar liefhebbers van bijzondere muziek die lak heeft aan hokjes en grenzen, zouden echt eens naar deze fascinerende plaat moeten luisteren. Erwin Zijleman
Ze was tot dusver een gewild zangeres op de platen van anderen en toerde met onder andere Cinematic Orchestra, Zero 7 en The Matthew Herbert Big Band, maar inmiddels ligt ook eindelijk haar debuut in de winkel.
Het blijft in Nederland tot dusver opvallend stil rond deze titelloze plaat, maar dat moet echt gaan veranderen. Eska heeft namelijk een hele bijzondere plaat gemaakt, die liefhebbers van onder andere Laura Mvula, Lianne La Havas, Zara McFarlane en Cold Specks zeker aan moet kunnen spreken.
Net als de genoemde zangeressen verwerkt Eska nogal wat genres en stijlen in haar muziek en is ze gezegend met een hele bijzondere stem. Het is een stem die me in eerste instantie af toe nog wel wat in de weg zat, want Eska houdt van flink wat stembuigingen en ik hou daar niet van. Eska overtuigde me in vocaal opzicht uiteindelijk wel, want buiten een stembuiginkje teveel valt er in vocaal opzicht heel veel te genieten op het debuut van Eska.
Eska heeft een prachtig soulvol stemgeluid, maar ze heeft ook een stem die goed uit de voeten kan in meer folky of jazzy tracks. Op het debuut van Eska zijn zowel soulvolle als folky en jazzy tracks te vinden en er zit ook nog hele wereld tussen. Zo gaat Eska aan de haal met jazz en psychedelica en verwerkt ze voorzichtig ook nog wat invloeden uit de Afrikaanse muziek en de reggae in haar bijzondere geluid.
Het is een geluid dat vorm krijgt in lekker in het gehoor liggende songs die soms de R&B kant op gaan (maar dan wel bijzondere R&B zoals bijvoorbeeld Janelle Monaé die maakt), maar Eska is ook niet vies van flink wat experiment en raakt in de uitersten op haar plaat zelfs aan het werk van Kate Bush en nog vaker aan het werk van Prince.
Door de grote variëteit aan genres en stijlen, de bij vlagen complexe en altijd bijzonder veelzijdige instrumentatie (die varieert van jazzy en ingetogen tot elektronisch en uitbundig), de complexe songstructuren en de niet altijd even makkelijke stem van Eska, verwacht ik niet dat het debuut van Eska in dezelfde aantallen over de toonbank gaat als de laatste van Lianne La Havas, maar liefhebbers van bijzondere muziek die lak heeft aan hokjes en grenzen, zouden echt eens naar deze fascinerende plaat moeten luisteren. Erwin Zijleman
26 november 2015
Thunderbitch - Thunderbitch
Zangeres Brittany Howard timmert momenteel stevig aan de weg met haar band Alabama Shakes. Het eerder dit jaar verschenen Sound & Color werd uitstekend ontvangen en levert de band inmiddels volle zalen op.
Op Sound & Color koos Alabama Shakes voor een wat subtieler geluid dan op haar debuut, waardoor er maar weinig ruimte overbleef voor het rauwere geluid dat de band in haar begindagen liet horen.
Liefhebbers van dit rauwere werk hoeven niet langer te treuren, want naast Alabama Shakes is er nu Thunderbitch.
Thunderbitch is een project van Brittany Howard en een aantal bevriende muzikanten en laat horen dat de zangeres kennelijk zelf ook behoefte had aan een uitlaatklep voor haar rauwere kant. En die heeft ze gevonden.
Het debuut van Thunderbitch is 32 minuten pure rock ’n roll zonder opsmuk. Het is een genre dat Brittany Howard op het lijf is geschreven. Het debuut van Thunderbitch maakt geen geheim van de liefde voor garagerock uit de 60s, maar citeert ook nadrukkelijk uit de archieven van The Rolling Stones.
De gitaren mogen piepen, kraken en gieren, waarna Brittany Howard als een bulldozer alles dat is blijven staan vermorzelt. Het debuut van Thunderbitch heeft het rauwe en smerige van de garagerock, de urgentie van The Rolling Stones, de sprankelende energie van Springsteen’s E-Street Band en het subtiel venijnige van The New York Dolls, om maar een aantal namen te noemen.
De band speelt lekker rauw en los, maar durft de gashendel ook af en toe los te laten. De songs zijn prima en Brittany Howard zingt alsof haar leven er van af hangt, waarbij ze heel wat gevestigde rockzangers degradeert tot koorknapen.
Ik was eerder dit jaar zeker onder de indruk van het nieuwe geluid van Alabama Shakes, maar deze rauwe, rammelende en energieke portie rock ’n roll had ik ook niet graag gemist. Zie het als een tussendoortje, maar het is ook een plaat die je compleet van je sokken blaast. In ieder geval voor even. Erwin Zijleman
Geloof het of niet, maar deze bijzondere en waardevolle plaat ligt niet in de winkel. Het debuut van Thunderbitch is uitgegeven in eigen beheer en verkrijgbaar via de webshop van de band: http://thunderbitch.shop.redstarmerch.com/Dept.aspx?cp=80057_80092
Op Sound & Color koos Alabama Shakes voor een wat subtieler geluid dan op haar debuut, waardoor er maar weinig ruimte overbleef voor het rauwere geluid dat de band in haar begindagen liet horen.
Liefhebbers van dit rauwere werk hoeven niet langer te treuren, want naast Alabama Shakes is er nu Thunderbitch.
Thunderbitch is een project van Brittany Howard en een aantal bevriende muzikanten en laat horen dat de zangeres kennelijk zelf ook behoefte had aan een uitlaatklep voor haar rauwere kant. En die heeft ze gevonden.
Het debuut van Thunderbitch is 32 minuten pure rock ’n roll zonder opsmuk. Het is een genre dat Brittany Howard op het lijf is geschreven. Het debuut van Thunderbitch maakt geen geheim van de liefde voor garagerock uit de 60s, maar citeert ook nadrukkelijk uit de archieven van The Rolling Stones.
De gitaren mogen piepen, kraken en gieren, waarna Brittany Howard als een bulldozer alles dat is blijven staan vermorzelt. Het debuut van Thunderbitch heeft het rauwe en smerige van de garagerock, de urgentie van The Rolling Stones, de sprankelende energie van Springsteen’s E-Street Band en het subtiel venijnige van The New York Dolls, om maar een aantal namen te noemen.
De band speelt lekker rauw en los, maar durft de gashendel ook af en toe los te laten. De songs zijn prima en Brittany Howard zingt alsof haar leven er van af hangt, waarbij ze heel wat gevestigde rockzangers degradeert tot koorknapen.
Ik was eerder dit jaar zeker onder de indruk van het nieuwe geluid van Alabama Shakes, maar deze rauwe, rammelende en energieke portie rock ’n roll had ik ook niet graag gemist. Zie het als een tussendoortje, maar het is ook een plaat die je compleet van je sokken blaast. In ieder geval voor even. Erwin Zijleman
Geloof het of niet, maar deze bijzondere en waardevolle plaat ligt niet in de winkel. Het debuut van Thunderbitch is uitgegeven in eigen beheer en verkrijgbaar via de webshop van de band: http://thunderbitch.shop.redstarmerch.com/Dept.aspx?cp=80057_80092
25 november 2015
Farao - Till It's All Forgotten
Er zijn momenteel nogal wat zangeressen die zich bij voorkeur omgeven met een flinke bak elektronica, waardoor het niet meevalt om aandacht te trekken in dit genre.
Till It’s All Forgotten van Farao krijgt tot dusver maar weinig van deze aandacht en dat is jammer. Het alter ego van de Noorse singer-songwriter Kari Jahnsen heeft immers een hele spannende en bijzondere plaat gemaakt.
Till It’s All Forgotten werd deels in Londen en deels in Berlijn opgenomen en werd geproduceerd door de ook van de folktronica band Tunng bekende Mike Lindsay. Mike Lindsay zorgde ervoor dat het debuut van Farao prachtig en ook opvallend warm klinkt; Kari Jahnsen doet de rest.
Op Till It’s All Forgotten speelt elektronica een belangrijke rol, maar de plaat klinkt ook geregeld zeer organisch. Het is slechts één van de vele tegenstrijdigheden die van het debuut van Farao zo’n bijzondere plaat maken.
Kari Jahnsen heeft aan de ene kant een voorliefde voor toegankelijke popliedjes, maar schuwt aan de andere kant ook het experiment niet. De Noorse maakt af en toe warmbloedige popliedjes, maar kan ook klinken als een echte Scandinavische ijsprinses. Till It’s All Forgotten bevat atmosferische klankentapijten waarbij het heerlijk wegdromen is, maar staat ook bol van tegendraadse ritmes en andere klanken die tegen de haren instrijken. Farao maakt muziek die af en toe heerlijk rustgevend is, maar aan de andere kant gebeurt er zoveel op de plaat dat het je meer dan eens duizelt.
Till It’s All Forgotten van Farao kost daarom in eerste instantie flink wat energie, maar wat krijg je er uiteindelijk veel voor terug. Na enige gewenning werd ik compleet betoverd door het bijzondere debuut van Farao. Het is een debuut dat je steeds weer blijft verrassen en verbazen, maar het is ook een debuut dat vol staat met memorabele popliedjes waarvan je alleen maar intens kunt houden.
Till It’s All Forgotten van Farao is een ontzettend knappe plaat, die echt veel meer aandacht verdient dan de plaat tot dusver krijgt. Ik schrijf hem op voor mijn jaarlijstje. Ja, echt. Erwin Zijleman
Till It’s All Forgotten van Farao krijgt tot dusver maar weinig van deze aandacht en dat is jammer. Het alter ego van de Noorse singer-songwriter Kari Jahnsen heeft immers een hele spannende en bijzondere plaat gemaakt.
Till It’s All Forgotten werd deels in Londen en deels in Berlijn opgenomen en werd geproduceerd door de ook van de folktronica band Tunng bekende Mike Lindsay. Mike Lindsay zorgde ervoor dat het debuut van Farao prachtig en ook opvallend warm klinkt; Kari Jahnsen doet de rest.
Op Till It’s All Forgotten speelt elektronica een belangrijke rol, maar de plaat klinkt ook geregeld zeer organisch. Het is slechts één van de vele tegenstrijdigheden die van het debuut van Farao zo’n bijzondere plaat maken.
Kari Jahnsen heeft aan de ene kant een voorliefde voor toegankelijke popliedjes, maar schuwt aan de andere kant ook het experiment niet. De Noorse maakt af en toe warmbloedige popliedjes, maar kan ook klinken als een echte Scandinavische ijsprinses. Till It’s All Forgotten bevat atmosferische klankentapijten waarbij het heerlijk wegdromen is, maar staat ook bol van tegendraadse ritmes en andere klanken die tegen de haren instrijken. Farao maakt muziek die af en toe heerlijk rustgevend is, maar aan de andere kant gebeurt er zoveel op de plaat dat het je meer dan eens duizelt.
Till It’s All Forgotten van Farao kost daarom in eerste instantie flink wat energie, maar wat krijg je er uiteindelijk veel voor terug. Na enige gewenning werd ik compleet betoverd door het bijzondere debuut van Farao. Het is een debuut dat je steeds weer blijft verrassen en verbazen, maar het is ook een debuut dat vol staat met memorabele popliedjes waarvan je alleen maar intens kunt houden.
Till It’s All Forgotten van Farao is een ontzettend knappe plaat, die echt veel meer aandacht verdient dan de plaat tot dusver krijgt. Ik schrijf hem op voor mijn jaarlijstje. Ja, echt. Erwin Zijleman
24 november 2015
Queen - A Night At The Odeon: Hammersmith 1975
Live At The Rainbow ’74 van Queen bleek vorig jaar een ware klassieker. Dat Queen in haar gloriejaren behoorde tot de beste live-bands aller tijden was bekend, maar op de tot op dat moment verschenen live-registraties van de band kwam dat niet volledig uit de verf. Live At The Rainbow ’74 knalde echter uit de speakers en liet de band op de toppen van haar kunnen horen.
Nog maar net bekomen van het fantastische live-materiaal uit 1974, ligt er al weer een nieuwe portie live-materiaal van Queen te wachten.
A Night At The Odeon: Hammersmith 1975 werd het jaar na de legendarische concerten in The Rainbow opgenomen, maar in dat ene jaar was er nogal wat veranderd voor Queen. Waar Queen in 1974 nog deels aanstormend talent was en deels net was doorgebroken met Sheer Heart Attack, had de band in 1975 met A Night At The Opera een echte klassieker op haar naam staan. Queen was op deze plaat getransformeerd van een bijzondere hardrock band in een band die alles aan leek te kunnen.
De op kerstavond opgenomen set op A Night At The Odeon: Hammersmith 1975 wijkt desondanks niet heel erg af van de een jaar eerder opgenomen set in The Rainbow, maar bevat wel het op dat moment nog kakelverse Bohemian Rhapsody (naar verluid is dit de eerste live-versie van de popklassieker).
De overeenkomsten tussen beide live-sets domineren echter. Ook op A Night At The Odeon: Hammersmith 1975 verkeert Queen in absolute topvorm en is het nog vooral een (hard)rockband. Freddy Mercury zingt geweldig en is op dreef op de piano, de ritmesectie is oerdegelijk en het gitaarwerk van Brian May knalt uit de speakers. De set uit 1975 vind ik misschien nog wel indrukwekkender dan die uit 1974 en ook indrukwekkender dan sets van latere jaren. Dat zegt wat.
Op A Night At The Odeon: Hammersmith 1975 is Queen nog altijd een recht voor zijn raap rockband en wat beheerst de band dit kunstje goed. Net als zijn voorganger is A Night At The Odeon: Hammersmith 1975 verplichte kost voor de fans van de band, maar ook liefhebbers van de betere rockmuziek in meer algemene zin kunnen hier niet om heen. Wederom een onmisbaar cadeautje uit de oude doos. Erwin Zijleman
Nog maar net bekomen van het fantastische live-materiaal uit 1974, ligt er al weer een nieuwe portie live-materiaal van Queen te wachten.
A Night At The Odeon: Hammersmith 1975 werd het jaar na de legendarische concerten in The Rainbow opgenomen, maar in dat ene jaar was er nogal wat veranderd voor Queen. Waar Queen in 1974 nog deels aanstormend talent was en deels net was doorgebroken met Sheer Heart Attack, had de band in 1975 met A Night At The Opera een echte klassieker op haar naam staan. Queen was op deze plaat getransformeerd van een bijzondere hardrock band in een band die alles aan leek te kunnen.
De op kerstavond opgenomen set op A Night At The Odeon: Hammersmith 1975 wijkt desondanks niet heel erg af van de een jaar eerder opgenomen set in The Rainbow, maar bevat wel het op dat moment nog kakelverse Bohemian Rhapsody (naar verluid is dit de eerste live-versie van de popklassieker).
De overeenkomsten tussen beide live-sets domineren echter. Ook op A Night At The Odeon: Hammersmith 1975 verkeert Queen in absolute topvorm en is het nog vooral een (hard)rockband. Freddy Mercury zingt geweldig en is op dreef op de piano, de ritmesectie is oerdegelijk en het gitaarwerk van Brian May knalt uit de speakers. De set uit 1975 vind ik misschien nog wel indrukwekkender dan die uit 1974 en ook indrukwekkender dan sets van latere jaren. Dat zegt wat.
Op A Night At The Odeon: Hammersmith 1975 is Queen nog altijd een recht voor zijn raap rockband en wat beheerst de band dit kunstje goed. Net als zijn voorganger is A Night At The Odeon: Hammersmith 1975 verplichte kost voor de fans van de band, maar ook liefhebbers van de betere rockmuziek in meer algemene zin kunnen hier niet om heen. Wederom een onmisbaar cadeautje uit de oude doos. Erwin Zijleman
23 november 2015
Chantal Acda - The Sparkle In Our Flaws
The Sparkle In Our Flaws van Chantal Acda heb ik al geruime tijd in huis en is zo’n plaat waarvan je ongemerkt steeds meer geniet, maar die zich toch niet heel erg opdringt.
De plaat is daarom lang op de stapel voor deze BLOG blijven liggen en dat is jammer. Heel jammer zelfs. De intieme luisterliedjes van Chantal Acda zijn immers wonderschoon en blijken het uitstekend te doen bij het herfstweer van de laatste tijd.
Chantal Acda ken ik persoonlijk vooral als de schitterende vrouwenstem op de platen van Isbells, maar de Belgische singer-songwriter maakte een jaar of twee geleden ook al eens een prima soloplaat. The Sparkle In Our Flaws vind ik persoonlijk nog wat mooier en is een plaat die zich kan meten met die van de concurrentie in binnen- en buitenland.
Het sterkste wapen van Chantal Acda is haar bijzondere stem. Het is een mooie en heldere stem die gemaakt lijkt voor traditioneel aandoende Britse folk. Chantal Acda heeft zich zeker laten beïnvloeden door dit genre, maar geeft ook haar eigen draai aan alle invloeden uit het verleden.
De folky songs van Chantal Acda zijn vaak fluisterzacht en bloedmooi, maar steken ook bijzonder knap in elkaar. De instrumentatie op The Sparkle In Our Flaws is sober, maar zit stiekem vol verrassingen, waaronder fraai repeterende patronen en schitterende strijkers.
Het is een instrumentatie die hierdoor nadrukkelijk de aandacht trekt, maar op hetzelfde moment is het ook een instrumentatie die de fraaie stem van Chantal Acda volledig in de spotlights zet. De combinatie van beiden zorgt er wel voor dat Chantal Acda een duidelijk eigen geluid heeft en dat is een groot goed.
Door de combinatie van een sobere maar ook avontuurlijke instrumentatie en een stem waarvan je alleen maar kunt houden, is The Sparkle In Our Flaws bovendien een plaat die makkelijk betovert en je heerlijk laat wegdromen. Dat wegdromen gaat soms zo ver dat je vergeet hoe mooi en bijzonder deze plaat is. Niet doen, want daarvoor is The Sparkle In Our Flaws van Chantal Acda echt veel te mooi en bijzonder. Erwin Zijleman
De plaat is daarom lang op de stapel voor deze BLOG blijven liggen en dat is jammer. Heel jammer zelfs. De intieme luisterliedjes van Chantal Acda zijn immers wonderschoon en blijken het uitstekend te doen bij het herfstweer van de laatste tijd.
Chantal Acda ken ik persoonlijk vooral als de schitterende vrouwenstem op de platen van Isbells, maar de Belgische singer-songwriter maakte een jaar of twee geleden ook al eens een prima soloplaat. The Sparkle In Our Flaws vind ik persoonlijk nog wat mooier en is een plaat die zich kan meten met die van de concurrentie in binnen- en buitenland.
Het sterkste wapen van Chantal Acda is haar bijzondere stem. Het is een mooie en heldere stem die gemaakt lijkt voor traditioneel aandoende Britse folk. Chantal Acda heeft zich zeker laten beïnvloeden door dit genre, maar geeft ook haar eigen draai aan alle invloeden uit het verleden.
De folky songs van Chantal Acda zijn vaak fluisterzacht en bloedmooi, maar steken ook bijzonder knap in elkaar. De instrumentatie op The Sparkle In Our Flaws is sober, maar zit stiekem vol verrassingen, waaronder fraai repeterende patronen en schitterende strijkers.
Het is een instrumentatie die hierdoor nadrukkelijk de aandacht trekt, maar op hetzelfde moment is het ook een instrumentatie die de fraaie stem van Chantal Acda volledig in de spotlights zet. De combinatie van beiden zorgt er wel voor dat Chantal Acda een duidelijk eigen geluid heeft en dat is een groot goed.
Door de combinatie van een sobere maar ook avontuurlijke instrumentatie en een stem waarvan je alleen maar kunt houden, is The Sparkle In Our Flaws bovendien een plaat die makkelijk betovert en je heerlijk laat wegdromen. Dat wegdromen gaat soms zo ver dat je vergeet hoe mooi en bijzonder deze plaat is. Niet doen, want daarvoor is The Sparkle In Our Flaws van Chantal Acda echt veel te mooi en bijzonder. Erwin Zijleman
22 november 2015
Leonore - Phoenix
Brussel is de laatste dagen vooral negatief in het nieuws, maar er komt ook veel moois uit de Belgische hoofdstad.
De Brusselse band Leonore werd aan het begin van het jaar door een gerenommeerde Belgische website uitgeroepen tot talent van het jaar en maakt dit nu meer dan waar met haar debuut Phoenix.
De basis van Leonore wordt gevormd door zangeres Chloë Nols, die met haar mooie en warme vocalen voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor de betovering op het debuut van Leonore.
Phoenix verrast met vooral intieme luisterliedjes en het zijn luisterliedjes vol diepgang. Die diepgang hoor je bijvoorbeeld in de bijzonder fraaie instrumentatie, waarin ingetogen klanken van gitaar en piano uitstekend samengaan met eigenzinnige arrangementen met strijkers of percussie.
De instrumentatie op Phoenix is stemmig en licht melancholisch, maar het is ook een instrumentatie vol spanning en avontuur. Het past allemaal prachtig bij de uitstekende zang van Chloë Nols, die uitstekend uit de voeten kan in intieme singer-songwriter muziek, maar ook wat complexere songs makkelijk naar een hoger plan kan tillen met veelzijdige vocalen. Chloë Nols verrast niet alleen met wonderschone zang, maar ook met bijzondere teksten, die het debuut van Leonore van nog wat meer diepgang voorzien.
Ik was direct bij eerste beluistering diep onder de indruk van de stemmige klanken op het debuut van Leonore, maar Phoenix is ook nog eens een plaat die flink lang door blijft groeien.
Als promomateriaal ontving ik één bestand met alle tracks. Dat vond ik in eerste instantie niet heel handig, maar het heeft er wel voor gezorgd dat ik Phoenix als één geheel ben gaan beluisteren en ben gaan waarderen. Dat ligt tegenwoordig wat minder voor de hand dan in het verleden, maar het voegt wel degelijk iets toe aan de luisterervaring.
Zeker als de avond valt wint Phoenix van Leonore snel aan kracht, waarbij het niet zoveel uitmaakt of de band kiest voor zeer intieme luisterliedjes of voor voorzichtige flirts met aanstekelijke pop. Op beide terreinen overtuigt de band opvallend makkelijk.
Leonore werd op basis van een enkele track in België uitgeroepen tot talent van het jaar en ik begrijp waarom. Phoenix is immers een plaat om zielsveel van te houden. Het is een plaat die verwarmt en betovert, maar het is ook een plaat die intrigeert, aanzet tot nadenken en die steeds weer nieuwe dingen laat horen.
Er is dit veel jaar al veel moois uit België gekomen, maar Phoenix van Leonore steekt er met kop en schouders boven uit. Over het algemeen weten we in Nederland wel raad met de krenten uit de Belgische popmuziek. Laat dat voor deze prachtplaat niet anders zijn. Erwin Zijleman
Meer weten? Zie http://www.leonoreband.com
De Brusselse band Leonore werd aan het begin van het jaar door een gerenommeerde Belgische website uitgeroepen tot talent van het jaar en maakt dit nu meer dan waar met haar debuut Phoenix.
De basis van Leonore wordt gevormd door zangeres Chloë Nols, die met haar mooie en warme vocalen voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor de betovering op het debuut van Leonore.
Phoenix verrast met vooral intieme luisterliedjes en het zijn luisterliedjes vol diepgang. Die diepgang hoor je bijvoorbeeld in de bijzonder fraaie instrumentatie, waarin ingetogen klanken van gitaar en piano uitstekend samengaan met eigenzinnige arrangementen met strijkers of percussie.
De instrumentatie op Phoenix is stemmig en licht melancholisch, maar het is ook een instrumentatie vol spanning en avontuur. Het past allemaal prachtig bij de uitstekende zang van Chloë Nols, die uitstekend uit de voeten kan in intieme singer-songwriter muziek, maar ook wat complexere songs makkelijk naar een hoger plan kan tillen met veelzijdige vocalen. Chloë Nols verrast niet alleen met wonderschone zang, maar ook met bijzondere teksten, die het debuut van Leonore van nog wat meer diepgang voorzien.
Ik was direct bij eerste beluistering diep onder de indruk van de stemmige klanken op het debuut van Leonore, maar Phoenix is ook nog eens een plaat die flink lang door blijft groeien.
Als promomateriaal ontving ik één bestand met alle tracks. Dat vond ik in eerste instantie niet heel handig, maar het heeft er wel voor gezorgd dat ik Phoenix als één geheel ben gaan beluisteren en ben gaan waarderen. Dat ligt tegenwoordig wat minder voor de hand dan in het verleden, maar het voegt wel degelijk iets toe aan de luisterervaring.
Zeker als de avond valt wint Phoenix van Leonore snel aan kracht, waarbij het niet zoveel uitmaakt of de band kiest voor zeer intieme luisterliedjes of voor voorzichtige flirts met aanstekelijke pop. Op beide terreinen overtuigt de band opvallend makkelijk.
Leonore werd op basis van een enkele track in België uitgeroepen tot talent van het jaar en ik begrijp waarom. Phoenix is immers een plaat om zielsveel van te houden. Het is een plaat die verwarmt en betovert, maar het is ook een plaat die intrigeert, aanzet tot nadenken en die steeds weer nieuwe dingen laat horen.
Er is dit veel jaar al veel moois uit België gekomen, maar Phoenix van Leonore steekt er met kop en schouders boven uit. Over het algemeen weten we in Nederland wel raad met de krenten uit de Belgische popmuziek. Laat dat voor deze prachtplaat niet anders zijn. Erwin Zijleman
Meer weten? Zie http://www.leonoreband.com
Wreckless Eric - AmERICa
Wreckless Eric is een oude held. De Brit maakte tussen 1978 en 1980 drie geweldige platen voor het fameuze Stiff Records en verdween hierna (in ieder geval voor mij) uit beeld.
Wreckless Eric maakte sinds 1980 nog een klein stapeltje platen, maar voor mij is AmERICa de eerste Wreckless Eric plaat sinds Big Smash! uit 1980.
Wreckless Eric werd met zijn eerste platen in het hokje punk geduwd, maar met punk hadden zijn platen en die van roemruchte labelgenoten als Elvis Costello, Dave Edmunds en Nick Lowe niet zo gek veel te maken.
Ook op AmERICa zijn invloeden uit de punk niet direct te vinden. Wreckless Eric laat zich op zijn nieuwe plaat in beperkte mate inspireren door de muziek uit de jaren waarin hij doorbrak, maar grijpt vooral terug op de jaren 60.
Wreckless Eric woont al jaren in de Verenigde Staten, maar op zijn nieuwe plaat klinkt hij zowel Amerikaans als Brits. AmERICa laat horen dat je best van The Beatles en The Stones kunt houden en vervolgens The Who en The Kinks er bij mag pakken.
Zeker de toegankelijkere popsongs op de plaat doen nadrukkelijk denken aan de muziek van de grote Britse bands uit de jaren 60, maar Wreckless Eric heeft op AmERICa ook een zwak voor psychedelica en citeert hierbij vooral uit de Amerikaanse muziekgeschiedenis. Hiernaast hoor ik veel van Jonathan Richman.
Het levert een plaat op die vooral herinnert aan vervlogen tijden, maar wat heeft Wreckless Eric een sterke serie songs geschreven. Direct bij eerste beluistering was ik verknocht aan de geweldige popliedjes op de nieuwe plaat van Wreckless Eric en sindsdien heeft AmERICa alleen maar aan kracht gewonnen.
Wreckless Eric laat op zijn nieuwe plaat horen dat hij er als songwriter nog steeds toe doet, maar ook de uitvoering van de tijdloze maar nergens fantasieloze popsongs op AmERICa mag er zijn.
35 jaar Big Smash! had ik niet meer gerekend op een geweldige plaat van Wreckless Eric, maar hij heeft hem wel degelijk gemaakt. Heerlijk!! Erwin Zijleman
Wreckless Eric maakte sinds 1980 nog een klein stapeltje platen, maar voor mij is AmERICa de eerste Wreckless Eric plaat sinds Big Smash! uit 1980.
Wreckless Eric werd met zijn eerste platen in het hokje punk geduwd, maar met punk hadden zijn platen en die van roemruchte labelgenoten als Elvis Costello, Dave Edmunds en Nick Lowe niet zo gek veel te maken.
Ook op AmERICa zijn invloeden uit de punk niet direct te vinden. Wreckless Eric laat zich op zijn nieuwe plaat in beperkte mate inspireren door de muziek uit de jaren waarin hij doorbrak, maar grijpt vooral terug op de jaren 60.
Wreckless Eric woont al jaren in de Verenigde Staten, maar op zijn nieuwe plaat klinkt hij zowel Amerikaans als Brits. AmERICa laat horen dat je best van The Beatles en The Stones kunt houden en vervolgens The Who en The Kinks er bij mag pakken.
Zeker de toegankelijkere popsongs op de plaat doen nadrukkelijk denken aan de muziek van de grote Britse bands uit de jaren 60, maar Wreckless Eric heeft op AmERICa ook een zwak voor psychedelica en citeert hierbij vooral uit de Amerikaanse muziekgeschiedenis. Hiernaast hoor ik veel van Jonathan Richman.
Het levert een plaat op die vooral herinnert aan vervlogen tijden, maar wat heeft Wreckless Eric een sterke serie songs geschreven. Direct bij eerste beluistering was ik verknocht aan de geweldige popliedjes op de nieuwe plaat van Wreckless Eric en sindsdien heeft AmERICa alleen maar aan kracht gewonnen.
Wreckless Eric laat op zijn nieuwe plaat horen dat hij er als songwriter nog steeds toe doet, maar ook de uitvoering van de tijdloze maar nergens fantasieloze popsongs op AmERICa mag er zijn.
35 jaar Big Smash! had ik niet meer gerekend op een geweldige plaat van Wreckless Eric, maar hij heeft hem wel degelijk gemaakt. Heerlijk!! Erwin Zijleman
21 november 2015
Corb Lund - Things That Can't Be Undone
De Canadese muzikant Corb Lund maakte al een jaar of twaalf platen toen ik voor het eerst kennis maakte met zijn muziek, maar sinds het in 2012 verschenen Cabin Fever ben ik een groot fan.
Dat bleef ik na de release van Counterfeit Blues uit 2014, waarop Corb Lund zijn oude werk recyclede, en dat blijf ik na de release van Things That Can’t Be Undone.
De in Nashville opgenomen nieuwe plaat ligt wat dichter bij Cabin Fever dan de voorganger met oude songs en laat horen dat Corb Lund behoort tot het beste dat de rootsmuziek momenteel te bieden heeft.
Het knappe van de platen van Corb Lund is dat hij de rootsmuziek uit het verre verleden volop eert, maar ook muziek maakt die eigentijds en anders is. De Canadees bestrijkt hierbij een opvallend breed palet.
Things That Can’t Be Undone bevat een aantal songs die je verwacht bij een plaat die in Nashville is gemaakt, maar Corb Lund flirt ook met onder andere rock ’n roll en rockabilly uit de jaren 50 en met Britse rockmuziek uit de jaren 60 en 70.
Zeker in de mooi galmende gitaartracks doet de muziek van Corb Lund wel wat denken aan de betere platen van Chris Isaak, al graaft de Canadees wel wat dieper en zijn de songs veel beter dan die van Chris Isaak. De vergelijking met de ooit succesvolle Amerikaan verdwijnt overigens volledig wanneer Corb Lund kiest voor intieme rootssongs die je tot op het bod raken.
Things That Can’t Be Undone bevat 10 songs (de luxe versie bevat als bonus een interessante DVD) en het zijn 10 songs van wereldklasse. Corb Lund en zijn band zijn zeer op dreef, maar ook de productie van Dave Cobb (die eerder mooie dingen deed voor Sturgill Simpson, Lindi Ortega en Jason Isbell) verdient alle lof.
Corb Lund legde de lat drie jaar geleden erg hoog met het geweldige Cabin Fever, maar Things That Can’t Be Undone is nog beter. Dat Corb Lund een hele grote is binnen het rootsgenre staat voor mij inmiddels wel vast. Erwin Zijleman
Dat bleef ik na de release van Counterfeit Blues uit 2014, waarop Corb Lund zijn oude werk recyclede, en dat blijf ik na de release van Things That Can’t Be Undone.
De in Nashville opgenomen nieuwe plaat ligt wat dichter bij Cabin Fever dan de voorganger met oude songs en laat horen dat Corb Lund behoort tot het beste dat de rootsmuziek momenteel te bieden heeft.
Het knappe van de platen van Corb Lund is dat hij de rootsmuziek uit het verre verleden volop eert, maar ook muziek maakt die eigentijds en anders is. De Canadees bestrijkt hierbij een opvallend breed palet.
Things That Can’t Be Undone bevat een aantal songs die je verwacht bij een plaat die in Nashville is gemaakt, maar Corb Lund flirt ook met onder andere rock ’n roll en rockabilly uit de jaren 50 en met Britse rockmuziek uit de jaren 60 en 70.
Zeker in de mooi galmende gitaartracks doet de muziek van Corb Lund wel wat denken aan de betere platen van Chris Isaak, al graaft de Canadees wel wat dieper en zijn de songs veel beter dan die van Chris Isaak. De vergelijking met de ooit succesvolle Amerikaan verdwijnt overigens volledig wanneer Corb Lund kiest voor intieme rootssongs die je tot op het bod raken.
Things That Can’t Be Undone bevat 10 songs (de luxe versie bevat als bonus een interessante DVD) en het zijn 10 songs van wereldklasse. Corb Lund en zijn band zijn zeer op dreef, maar ook de productie van Dave Cobb (die eerder mooie dingen deed voor Sturgill Simpson, Lindi Ortega en Jason Isbell) verdient alle lof.
Corb Lund legde de lat drie jaar geleden erg hoog met het geweldige Cabin Fever, maar Things That Can’t Be Undone is nog beter. Dat Corb Lund een hele grote is binnen het rootsgenre staat voor mij inmiddels wel vast. Erwin Zijleman
20 november 2015
Pondertone - From Now On
Voor het laatste wapenfeit van de Nederlandse band Pondertone moesten we tot voor kort meer dan tien jaar terug in de tijd.
In 2005 leverde de band rond Patrick Tersteeg het in kleine kring bejubelde Snake & Apacolips af. Een mooie toekomst leek verzekerd, maar het liep anders. Patrick Tersteeg ging zich op andere dingen richten en werd vader.
Inmiddels heeft hij weer de tijd gevonden om muziek te maken, al moet dit wel voor een belangrijk deel wanneer zijn dochtertje ligt te slapen. From Now On is daarom een plaat van de nacht geworden, maar een ingetogen plaat is het zeker niet.
Pondertone maakt op From Now On muziek die zich niet makkelijk laat vergelijken met de muziek van anderen. De wat donkere en soms zelfs desolate sfeer doet wel wat denken aan de muziek van Eels, maar Pondertone sluit door het verwerken van invloeden uit de rootsmuziek en het bijzondere gebruik van blazers en andere instrumenten ook aan bij de muziek van bands uit de scene rond Tucson, Arizona (Calexico, Giant Sand).
From Now On bevat een aantal voorzichtig opgewekte gitaarsongs in de beste Excelsior traditie, maar staat ook vol met gruizige en weemoedige songs die refereren aan het werk van The Velvet Underground (en met name Lou Reed) of aan de muziek van The Go-Betweens of The Beatles.
Pondertone citeert hierbij ook nog eens uit een aantal decennia popmuziek, waardoor het niet mogelijk is om From Now On te vangen met een paar namen. Het vergroot de impact van een plaat die me de afgelopen weken steeds dierbaarder is geworden, al geef ik direct toe dat ik er in het begin flink aan moest wennen.
Pondertone komt op From Now On op de proppen met een aantal geweldige songs en met een geluid dat hard aankomt. From Now On is een plaat die inspiratie en urgentie ademt. De tien jaren die zijn verstreken sinds het fraaie Snake & Apacolips zijn samengebald in een muzikaal statement dat bij iedere beluistering meer indruk maakt. Zomaar een van de beste platen van het moment. Erwin Zijleman
In 2005 leverde de band rond Patrick Tersteeg het in kleine kring bejubelde Snake & Apacolips af. Een mooie toekomst leek verzekerd, maar het liep anders. Patrick Tersteeg ging zich op andere dingen richten en werd vader.
Inmiddels heeft hij weer de tijd gevonden om muziek te maken, al moet dit wel voor een belangrijk deel wanneer zijn dochtertje ligt te slapen. From Now On is daarom een plaat van de nacht geworden, maar een ingetogen plaat is het zeker niet.
Pondertone maakt op From Now On muziek die zich niet makkelijk laat vergelijken met de muziek van anderen. De wat donkere en soms zelfs desolate sfeer doet wel wat denken aan de muziek van Eels, maar Pondertone sluit door het verwerken van invloeden uit de rootsmuziek en het bijzondere gebruik van blazers en andere instrumenten ook aan bij de muziek van bands uit de scene rond Tucson, Arizona (Calexico, Giant Sand).
From Now On bevat een aantal voorzichtig opgewekte gitaarsongs in de beste Excelsior traditie, maar staat ook vol met gruizige en weemoedige songs die refereren aan het werk van The Velvet Underground (en met name Lou Reed) of aan de muziek van The Go-Betweens of The Beatles.
Pondertone citeert hierbij ook nog eens uit een aantal decennia popmuziek, waardoor het niet mogelijk is om From Now On te vangen met een paar namen. Het vergroot de impact van een plaat die me de afgelopen weken steeds dierbaarder is geworden, al geef ik direct toe dat ik er in het begin flink aan moest wennen.
Pondertone komt op From Now On op de proppen met een aantal geweldige songs en met een geluid dat hard aankomt. From Now On is een plaat die inspiratie en urgentie ademt. De tien jaren die zijn verstreken sinds het fraaie Snake & Apacolips zijn samengebald in een muzikaal statement dat bij iedere beluistering meer indruk maakt. Zomaar een van de beste platen van het moment. Erwin Zijleman
19 november 2015
NNENN - Snapshots Of Eternity
NNENN is de samenwerking tussen zangeres Johanneke ter Stege en producer Tonny Nobel. Beide namen deden bij mij geen belletje rinkelen, maar mijn aandacht werd direct getrokken door de fraaie wijze waarop het debuut van het tweetal is verpakt.
Snapshots Of Eternity ziet er niet alleen heel fraai uit, maar is ook een hele boeiende plaat.
Tonny Nobel heeft het debuut van NNENN voorzien van een sober maar bijzonder trefzeker elektronisch klankentapijt. Het is een klankentapijt vol avontuur, maar ook vol ruimte.
Deze ruimte wordt vervolgens benut door Johanneke ter Stege, die Snapshots Of Eternity heeft voorzien van hele bijzondere en opvallend veelzijdige vocalen. Het zijn vocalen die soms verleidelijk fluisteren, soms teksten voordragen alsof het gedichten zijn (wat het deels ook zijn), maar ook warm en soulvol kunnen klinken.
Het debuut van NNENN doet vanwege de instrumentatie soms wat denken aan het experimentelere werk van Lamb, maar sluit qua sfeer en vocalen meer aan bij de muziek van Portishead. Uiteindelijk is iedere vergelijking zinloos, want het geluid van NNENN vind ik uiteindelijk toch vooral uniek.
Snapshots Of Eternity houdt je constant op het puntje van je stoel door de spannende instrumentatie die overloopt van ingehouden spanning en overtuigt volop door de prima vocalen die steeds weer perfect lijken samen te vloeien met het intrigerende muzikale landschap.
Waar veel muziek in dit genre me na een tijdje gaat vervelen, kan ik inmiddels al weken geen genoeg krijgen van het debuut van NNENN, wat mede wordt veroorzaakt door het feit dat het duo de perfecte balans heeft gevonden tussen stevig experimenteren en een popliedje met een kop en een staart.
Snapshots Of Eternity blijft maar verrassen, verbazen en verleiden en lijkt bij iedere luisterbeurt alleen maar beter te worden. Hierbij maakt NNENN het je geen moment echt makkelijk, maar raakt het de luisteraar ook geen moment kwijt. Al met al een hele bijzondere plaat, die in zeer brede kring aandacht en respect verdient. Erwin Zijleman
Snapshots Of Eterniet ligt binnenkort in de winkel, maar kan al worden besteld via http://www.oninternet.nl/content/nnenn-snapshots-eternity. Doen ! Ook de fraaie en bijzondere verpakking is zeer de moeite waard.
Snapshots Of Eternity ziet er niet alleen heel fraai uit, maar is ook een hele boeiende plaat.
Tonny Nobel heeft het debuut van NNENN voorzien van een sober maar bijzonder trefzeker elektronisch klankentapijt. Het is een klankentapijt vol avontuur, maar ook vol ruimte.
Deze ruimte wordt vervolgens benut door Johanneke ter Stege, die Snapshots Of Eternity heeft voorzien van hele bijzondere en opvallend veelzijdige vocalen. Het zijn vocalen die soms verleidelijk fluisteren, soms teksten voordragen alsof het gedichten zijn (wat het deels ook zijn), maar ook warm en soulvol kunnen klinken.
Het debuut van NNENN doet vanwege de instrumentatie soms wat denken aan het experimentelere werk van Lamb, maar sluit qua sfeer en vocalen meer aan bij de muziek van Portishead. Uiteindelijk is iedere vergelijking zinloos, want het geluid van NNENN vind ik uiteindelijk toch vooral uniek.
Snapshots Of Eternity houdt je constant op het puntje van je stoel door de spannende instrumentatie die overloopt van ingehouden spanning en overtuigt volop door de prima vocalen die steeds weer perfect lijken samen te vloeien met het intrigerende muzikale landschap.
Waar veel muziek in dit genre me na een tijdje gaat vervelen, kan ik inmiddels al weken geen genoeg krijgen van het debuut van NNENN, wat mede wordt veroorzaakt door het feit dat het duo de perfecte balans heeft gevonden tussen stevig experimenteren en een popliedje met een kop en een staart.
Snapshots Of Eternity blijft maar verrassen, verbazen en verleiden en lijkt bij iedere luisterbeurt alleen maar beter te worden. Hierbij maakt NNENN het je geen moment echt makkelijk, maar raakt het de luisteraar ook geen moment kwijt. Al met al een hele bijzondere plaat, die in zeer brede kring aandacht en respect verdient. Erwin Zijleman
Snapshots Of Eterniet ligt binnenkort in de winkel, maar kan al worden besteld via http://www.oninternet.nl/content/nnenn-snapshots-eternity. Doen ! Ook de fraaie en bijzondere verpakking is zeer de moeite waard.
18 november 2015
Anna von Hausswolff - The Miraculous
Anna von Hausswolff is een Zweedse singer-songwriter, die inmiddels een paar platen op haar naam heeft staan. Het zijn platen die ik stuk voor stuk heb beluisterd, maar tot dusver konden ze me niet voldoende overtuigen.
The Miraculous, de nieuwe plaat van Anna von Hausswolff kan dat wel, al maakt de Zweedse singer-songwriter het me nog steeds niet makkelijk.
The Miraculous opent met een zwaar aangezette track die zes minuten instrumentaal blijft en citeert uit de progrock, maar dan uiteindelijk toch nog de bijzondere vocalen van Anna von Hausswolff laat horen.
Die vocalen bepalen uiteindelijk voor een belangrijk deel het geluid op The Miraculous, al is ook het gigantische kerkorgel (9.000 orgelpijpen) dat Anna von Hausswolff volop inzet op haar nieuwe plaat sfeerbepalend.
Dit orgel wordt op bijzondere wijze gecombineerd met een loodzwaar elektronisch geluidstapijt en venijnige maar soms ook zeer melodieuze gitaaruithalen, waarna de donkere en soms erg zwaar aangezette vocalen van Anna von Hausswolff het afmaken.
The Miraculous is meer dan eens bombastisch en theatraal en hiernaast zo donker dat het vaak muziek is om bang van te worden, maar als je er voor in de stemming bent is het ook muziek van een enorme schoonheid.
Anna von Hausswolff voorziet al haar songs van bijzondere spanningsbogen. De ene keer wordt je compleet weggeblazen door de zwaar aangezette klanken, het volgende moment houdt Anna von Hausswolff haar muziek opvallend klein, maar weet je dat een uitbarsting nooit ver weg kan zijn.
The Miraculous raakt aan de muziek van The Swans, maar als Anna von Hausswolff kiest voor net wat toegankelijkere songstructuren hoor je ook wat van Kate Bush, terwijl de combinatie van orgel en zwaar aangezette zang juist weer doet denken aan Nico.
Mede door de lange instrumentale stukken heeft Anna von Hausswolff uiteindelijk vooral haar eigen geluid. Het is een geluid dat geen moment in een hokje te duwen is en dat, wanneer je je er voor open durft te stellen, steeds meer intrigeert en betovert. Unieke plaat. Erwin Zijleman
The Miraculous, de nieuwe plaat van Anna von Hausswolff kan dat wel, al maakt de Zweedse singer-songwriter het me nog steeds niet makkelijk.
The Miraculous opent met een zwaar aangezette track die zes minuten instrumentaal blijft en citeert uit de progrock, maar dan uiteindelijk toch nog de bijzondere vocalen van Anna von Hausswolff laat horen.
Die vocalen bepalen uiteindelijk voor een belangrijk deel het geluid op The Miraculous, al is ook het gigantische kerkorgel (9.000 orgelpijpen) dat Anna von Hausswolff volop inzet op haar nieuwe plaat sfeerbepalend.
Dit orgel wordt op bijzondere wijze gecombineerd met een loodzwaar elektronisch geluidstapijt en venijnige maar soms ook zeer melodieuze gitaaruithalen, waarna de donkere en soms erg zwaar aangezette vocalen van Anna von Hausswolff het afmaken.
The Miraculous is meer dan eens bombastisch en theatraal en hiernaast zo donker dat het vaak muziek is om bang van te worden, maar als je er voor in de stemming bent is het ook muziek van een enorme schoonheid.
Anna von Hausswolff voorziet al haar songs van bijzondere spanningsbogen. De ene keer wordt je compleet weggeblazen door de zwaar aangezette klanken, het volgende moment houdt Anna von Hausswolff haar muziek opvallend klein, maar weet je dat een uitbarsting nooit ver weg kan zijn.
The Miraculous raakt aan de muziek van The Swans, maar als Anna von Hausswolff kiest voor net wat toegankelijkere songstructuren hoor je ook wat van Kate Bush, terwijl de combinatie van orgel en zwaar aangezette zang juist weer doet denken aan Nico.
Mede door de lange instrumentale stukken heeft Anna von Hausswolff uiteindelijk vooral haar eigen geluid. Het is een geluid dat geen moment in een hokje te duwen is en dat, wanneer je je er voor open durft te stellen, steeds meer intrigeert en betovert. Unieke plaat. Erwin Zijleman
17 november 2015
Clean Pete - Aan Het Licht
Al Zeg Ik Het Zelf, het vorig jaar verschenen debuut van het Brabantse duo Clean Pete, vond ik op het eerste gehoor wel fris en charmant, maar uiteindelijk klonk het me toch allemaal net wat te gekunsteld en moest ik bovendien constateren dat de liedjes van de zusjes Loes en Renée Wijnhoven bij mij niet bleven hangen.
Opvolger Aan Het Licht heb ik daarom een tijdje laten liggen, maar de afgelopen twee weken heeft de plaat alsnog zijn best gedaan om me te veroveren en dat is uiteindelijk gelukt.
Ik ben over het algemeen niet gek op Nederlandstalige muziek (dat ligt absoluut aan mij), maar dat was niet het voornaamste struikelblok bij beluistering van de muziek van Clean Pete.
Net als bijvoorbeeld Roosbeef, Maaike Ouboter en Eefje de Visser maakt ook Clean Pete goudeerlijke, onbevangen en zeer charmante popliedjes, waarvan je moet houden en ik hou er meestal wel van. Waar ik vorige keer niet enthousiast opveerde, deed ik dat dit keer wel en dat heeft alles te maken met het niveau van de nieuwe plaat van de zussen.
Waar de instrumentatie op het debuut wat gekunsteld overkwam en me ook net teveel rammelde, heeft Clean Pete op haar tweede plaat een flinke stap gezet. De instrumentatie is vaak uiterst ingetogen, door het gebruik van de cello vaak stemmig en bijna klassiek, maar Clean Pete klinkt dit keer ook geregeld wat uitbundiger, door het gebruik van elektronica spannender en klinkt vooral verzorgder.
Het blijft op Aan Het Licht niet bij een veel verzorgdere en trefzekerdere instrumentatie. De stemmen van Loes en Renée Wijnhoven klinken warmer en tillen elkaar vaker naar grote hoogte. Omdat ook de popliedjes van Clean Pete dit keer volop overtuigen en niet alleen betoveren maar ook diepgang en avontuur laten horen, is de uitwerking van Aan Het Licht op mij totaal anders dan vorig jaar bij het debuut.
Clean Pete heeft op Aan Het Licht haar eigen geluid gevonden en het is een wonderschoon geluid, dat zeker bij gedoseerde inname zorgt voor een prachtig zonnetje en af en toe een verfrissend buitje onder alle donkere wolken. De plaat is al even uit, maar ik ben nu echt helemaal om. Erwin Zijleman
cd LP+cd
Opvolger Aan Het Licht heb ik daarom een tijdje laten liggen, maar de afgelopen twee weken heeft de plaat alsnog zijn best gedaan om me te veroveren en dat is uiteindelijk gelukt.
Ik ben over het algemeen niet gek op Nederlandstalige muziek (dat ligt absoluut aan mij), maar dat was niet het voornaamste struikelblok bij beluistering van de muziek van Clean Pete.
Net als bijvoorbeeld Roosbeef, Maaike Ouboter en Eefje de Visser maakt ook Clean Pete goudeerlijke, onbevangen en zeer charmante popliedjes, waarvan je moet houden en ik hou er meestal wel van. Waar ik vorige keer niet enthousiast opveerde, deed ik dat dit keer wel en dat heeft alles te maken met het niveau van de nieuwe plaat van de zussen.
Waar de instrumentatie op het debuut wat gekunsteld overkwam en me ook net teveel rammelde, heeft Clean Pete op haar tweede plaat een flinke stap gezet. De instrumentatie is vaak uiterst ingetogen, door het gebruik van de cello vaak stemmig en bijna klassiek, maar Clean Pete klinkt dit keer ook geregeld wat uitbundiger, door het gebruik van elektronica spannender en klinkt vooral verzorgder.
Het blijft op Aan Het Licht niet bij een veel verzorgdere en trefzekerdere instrumentatie. De stemmen van Loes en Renée Wijnhoven klinken warmer en tillen elkaar vaker naar grote hoogte. Omdat ook de popliedjes van Clean Pete dit keer volop overtuigen en niet alleen betoveren maar ook diepgang en avontuur laten horen, is de uitwerking van Aan Het Licht op mij totaal anders dan vorig jaar bij het debuut.
Clean Pete heeft op Aan Het Licht haar eigen geluid gevonden en het is een wonderschoon geluid, dat zeker bij gedoseerde inname zorgt voor een prachtig zonnetje en af en toe een verfrissend buitje onder alle donkere wolken. De plaat is al even uit, maar ik ben nu echt helemaal om. Erwin Zijleman
cd LP+cd