Natuurlijk verdiende de Ierse band The September Girls in 2014 niet de originaliteitsprijs met Cursing The Sea. De band uit Dublin liet zich op haar debuut nadrukkelijk beïnvloeden door de girlpop van Phil Spector en citeerde hiernaast vol overgave uit de archieven van de dreampop en de shoegaze.
De uit vijf vrouwen bestaande band klonk daarom als talloze andere bands, zodat bij beluistering van Cursing The Sea een flinke waslijst met vergelijkingsmateriaal voorbij kwam.
Dat klinkt allemaal niet heel positief, maar toch vond ik Cursing The Sea een geweldige plaat. De onvoldoende voor originaliteit werd immers met gemak gecompenseerd door de werkelijk fantastische songs op de plaat.
Cursing The Sea was niet alleen een feest van herkenning, maar ook een plaat vol songs die je na één keer horen niet meer wilde vergeten. Een echte krent uit de pop dus en dat geldt in nog veel sterkere mate voor de al weer een aantal weken geleden opvolger, die ik om onduidelijke redenen even over het hoofd had gezien.
Ook op Age Of Indignation maken The September Girls weer geen geheim van hun inspiratiebronnen, maar het zijn er dit keer nog veel meer dan op het debuut van de band. Ook op de nieuwe plaat put de band uit Dublin uit de archieven van de 60s girlpop, de 60s garagerock, de dreampop en de shoegaze, maar deze invloeden krijgen dit keer gezelschap van invloeden uit onder andere de psychedelica en de indoe-rock.
Het levert een fascinerende roller coaster ride op, die je heen en weer slingert tussen Lush, The Velvet Underground, The Jesus And Mary Chain, Ride, Savages, The Bangles en My Bloody Valentine. En dit is echt nog maar het topje van de ijsberg.
Net als op haar debuut grossiert de band uit Dublin ook op haar tweede plaat weer in geweldige songs, maar het zijn songs met meer diepgang, zeer uiteenlopende kleurenpaletten en een avontuurlijke en bijzonder aansprekende instrumentatie, waarin keyboards en gitaren elkaar continu versterken en prachtig samenvloeien met de fraaie (soms meerstemmige) vrouwenvocalen.
The September Girls kon een jaar of twee geleden nog in één adem worden genoemd met namen als Vivian Girls, Dum Dum Girls en Veronica Falls, maar met Age Of Indignation zet de band een reuzenstap vooruit en voegt het iets toe aan alles dat er al is.
Net als het debuut krijgt ook de tweede plaat van The September Girls helaas niet heel veel aandacht, maar terecht is dat zeker niet. Sterker nog, met Age Of Indignation hebben The September Girls een plaat gemaakt die flink boven het maaiveld uitsteekt. Erwin Zijleman
30 juni 2016
29 juni 2016
Rebecca Pronsky - Known Objects
Een tijd geleden ontving ik Known Objects van de Amerikaanse singer-songwriter Rebecca Pronsky. Omdat de vijver van de Amerikaanse rootsmuziek momenteel overvol is, duurde het een hele tijd voordat ik de plaat er uit had gevist, maar toen dat eenmaal gebeurd was, hoorde ik al na een paar noten dat dit een plaat is die alle aandacht verdient.
Rebecca Pronsky komt uit Brooklyn en timmert inmiddels al bijna twee decennia aan de weg. Ze debuteerde in 2003 en maakte sindsdien nog een aantal platen. Het zijn platen waarvan ik het artwork deels herken, maar ik kan me niet herinneren dat ik ooit naar een plaat van Rebecca Pronsky heb geluisterd.
Naar Known Objects heb ik gelukkig wel geluisterd en dat zouden meer liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek moeten doen. Rebecca Pronsky maakt immers muziek die ontroert en intrigeert.
Opener Bag Of Bones maakt onmiddellijk indruk met bijzonder gitaarspel dat broeierig en breed uitwaait en laat verder horen dat Rebecca Pronsky over een bijzondere stem beschikt. Het is een stem die je kan meeslepen en het is bovendien een stem die makkelijk kan ontroeren.
Na de knappe openingstrack zit je op het puntje van de stoel en daar blijf je zitten tot de plaat na tien songs en ruim 39 minuten eindigt. In die 39 minuten laat Rebecca Pronsky een bijzonder veelzijdig geluid horen. Waar de openingstrack je de moerassen van het diepe Zuiden van de Verenigde Staten in sleept, laten de volgende tracks een meer country georiënteerd geluid horen, wordt er geflirt met pop en rock, wordt er geïmponeerd met intieme folk en schiet Rebecca Pronsky met grote stappen door de muziekgeschiedenis.
De instrumentatie is al even veelzijdig. Rebecca Pronsky koos op haar vorige platen voor een sobere instrumentatie, maar laat zich op haar nieuwe plaat bijstaan door meerdere muzikanten, onder wie gitarist Ben Monder die schitterde op Bowie’s Blackstar en nu ook indruk maakt in twee van de tracks. Het gitaarwerk op de plaat is sowieso van een bijzonder hoog niveau, maar de bijzondere stem van Rebecca Pronsky is minstens even belangrijk.
In de meer country georiënteerde songs hoor ik soms wat van Nancy Griffith, terwijl de folky songs soms wat aan Joni Mitchell doen denken, maar over het algemeen genomen heeft Rebecca Pronsky een geheel eigen geluid.
De songs van de Amerikaanse singer-songwriter maken makkelijk indruk, maar dat Rebecca Pronsky ook in de songs van andere kan kruipen laat ze horen in een opvallende versie van The Blue Nile’s prachtige Heatwave, waarin haar stem verovert en het intrigerende gitaarwerk betovert. Het is een van de vele hoogtepunten op een plaat die ik schaar onder de verrassingen van 2016. Erwin Zijleman
Known Objects van Rebecca Pronsky ligt nog niet in de Nederlandse winkels, maar kan wel worden verkregen via haar bandcamp pagina: https://rebeccapronsky.bandcamp.com/album/known-objects.
Rebecca Pronsky komt uit Brooklyn en timmert inmiddels al bijna twee decennia aan de weg. Ze debuteerde in 2003 en maakte sindsdien nog een aantal platen. Het zijn platen waarvan ik het artwork deels herken, maar ik kan me niet herinneren dat ik ooit naar een plaat van Rebecca Pronsky heb geluisterd.
Naar Known Objects heb ik gelukkig wel geluisterd en dat zouden meer liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek moeten doen. Rebecca Pronsky maakt immers muziek die ontroert en intrigeert.
Opener Bag Of Bones maakt onmiddellijk indruk met bijzonder gitaarspel dat broeierig en breed uitwaait en laat verder horen dat Rebecca Pronsky over een bijzondere stem beschikt. Het is een stem die je kan meeslepen en het is bovendien een stem die makkelijk kan ontroeren.
Na de knappe openingstrack zit je op het puntje van de stoel en daar blijf je zitten tot de plaat na tien songs en ruim 39 minuten eindigt. In die 39 minuten laat Rebecca Pronsky een bijzonder veelzijdig geluid horen. Waar de openingstrack je de moerassen van het diepe Zuiden van de Verenigde Staten in sleept, laten de volgende tracks een meer country georiënteerd geluid horen, wordt er geflirt met pop en rock, wordt er geïmponeerd met intieme folk en schiet Rebecca Pronsky met grote stappen door de muziekgeschiedenis.
De instrumentatie is al even veelzijdig. Rebecca Pronsky koos op haar vorige platen voor een sobere instrumentatie, maar laat zich op haar nieuwe plaat bijstaan door meerdere muzikanten, onder wie gitarist Ben Monder die schitterde op Bowie’s Blackstar en nu ook indruk maakt in twee van de tracks. Het gitaarwerk op de plaat is sowieso van een bijzonder hoog niveau, maar de bijzondere stem van Rebecca Pronsky is minstens even belangrijk.
In de meer country georiënteerde songs hoor ik soms wat van Nancy Griffith, terwijl de folky songs soms wat aan Joni Mitchell doen denken, maar over het algemeen genomen heeft Rebecca Pronsky een geheel eigen geluid.
De songs van de Amerikaanse singer-songwriter maken makkelijk indruk, maar dat Rebecca Pronsky ook in de songs van andere kan kruipen laat ze horen in een opvallende versie van The Blue Nile’s prachtige Heatwave, waarin haar stem verovert en het intrigerende gitaarwerk betovert. Het is een van de vele hoogtepunten op een plaat die ik schaar onder de verrassingen van 2016. Erwin Zijleman
Known Objects van Rebecca Pronsky ligt nog niet in de Nederlandse winkels, maar kan wel worden verkregen via haar bandcamp pagina: https://rebeccapronsky.bandcamp.com/album/known-objects.
28 juni 2016
The Felice Brothers - Life In The Dark
Het is later dit jaar al weer tien jaar geleden dat de broers Ian, Simone en James Felice voor het eerst opdoken als The Felice Brothers.
De broers Felice groeiden op in de Catskill Mountains niet ver van Woodstock, New York. Het is het gebied waar The Band ooit samen met Bob Dylan inspiratie zocht en vond en het is de muziek van The Band die The Felice Brothers inspireerde tot het maken van hun eerste plaat.
Sinds het nog niet heel breed opgepikte debuut Through These Reins And Gone hebben de broers Felice een bijzonder oeuvre opgebouwd.
Dat oeuvre borduurde in eerste instantie succesvol voort op het debuut en dus op de muziek van The Band, wat in 2009 resulteerde in het prachtige Yonder Is The Clock. Op het in 2011 verschenen Celebration, Florida, koos de band echter voor een totaal ander geluid vol verrassende invloeden (tot elektronica en hip-hop aan toe), wat niet bij iedereen in goede aarde viel, maar persoonlijk vond ik het een geweldige plaat.
Het experiment heeft echter niet lang geduurd, want op Favorite Waitress uit 2014 keerden de broers Felice (inmiddels zonder Simone) terug naar hun oude geluid en die lijn wordt doorgetrokken op het nu verschenen en vooralsnog niet erg goed ontvangen Life In The Dark.
Waarom de plaat wat gereserveerd wordt ontvangen begrijp ik overigens niet. Life In The Dark is zwaar geïnspireerd door The Basement Tapes van Bob Dylan en The Band, maar dat geldt voor vrijwel alle platen van The Felice Brothers. Persoonlijk vind ik het jammer dat de band het experiment van Celebration, Florida al weer snel overboord heeft gezet, maar ook met het traditioneel aandoende rootsgeluid van The Felice Brothers is helemaal niets mis.
Het is een geluid dat naarmate de jaren vorderden wel wat gepolijster werd, maar op Life In The Dark keren niet alleen de invloeden, maar ook het ruwe geluid van de eerste platen van The Felice Brothers terug.
Op het in een oude schuur opgenomen Life In The Dark klinken The Felice Brothers nog meer dan Bob Dylan en The Band dan op hun eerdere platen (Ian Felice klinkt zo langzamerhand meer als Bob Dylan dan de oude meester zelf), maar erg is dat geen moment. Life In The Dark is een rauwe en gepassioneerd klinkende plaat vol sterke songs en mooie verhalen.
Experimenteren kunnen The Felice Brothers weer op hun volgende platen (Celebration, Florida opzetten kan natuurlijk ook), maar op Life In The Dark is het back to basics. Misschien niet heel vernieuwend of verrassend, maar zo lang het zo lekker klinkt als op deze plaat heb ik daar helemaal geen moment moeite mee. Erwin Zijleman
De broers Felice groeiden op in de Catskill Mountains niet ver van Woodstock, New York. Het is het gebied waar The Band ooit samen met Bob Dylan inspiratie zocht en vond en het is de muziek van The Band die The Felice Brothers inspireerde tot het maken van hun eerste plaat.
Sinds het nog niet heel breed opgepikte debuut Through These Reins And Gone hebben de broers Felice een bijzonder oeuvre opgebouwd.
Dat oeuvre borduurde in eerste instantie succesvol voort op het debuut en dus op de muziek van The Band, wat in 2009 resulteerde in het prachtige Yonder Is The Clock. Op het in 2011 verschenen Celebration, Florida, koos de band echter voor een totaal ander geluid vol verrassende invloeden (tot elektronica en hip-hop aan toe), wat niet bij iedereen in goede aarde viel, maar persoonlijk vond ik het een geweldige plaat.
Het experiment heeft echter niet lang geduurd, want op Favorite Waitress uit 2014 keerden de broers Felice (inmiddels zonder Simone) terug naar hun oude geluid en die lijn wordt doorgetrokken op het nu verschenen en vooralsnog niet erg goed ontvangen Life In The Dark.
Waarom de plaat wat gereserveerd wordt ontvangen begrijp ik overigens niet. Life In The Dark is zwaar geïnspireerd door The Basement Tapes van Bob Dylan en The Band, maar dat geldt voor vrijwel alle platen van The Felice Brothers. Persoonlijk vind ik het jammer dat de band het experiment van Celebration, Florida al weer snel overboord heeft gezet, maar ook met het traditioneel aandoende rootsgeluid van The Felice Brothers is helemaal niets mis.
Het is een geluid dat naarmate de jaren vorderden wel wat gepolijster werd, maar op Life In The Dark keren niet alleen de invloeden, maar ook het ruwe geluid van de eerste platen van The Felice Brothers terug.
Op het in een oude schuur opgenomen Life In The Dark klinken The Felice Brothers nog meer dan Bob Dylan en The Band dan op hun eerdere platen (Ian Felice klinkt zo langzamerhand meer als Bob Dylan dan de oude meester zelf), maar erg is dat geen moment. Life In The Dark is een rauwe en gepassioneerd klinkende plaat vol sterke songs en mooie verhalen.
Experimenteren kunnen The Felice Brothers weer op hun volgende platen (Celebration, Florida opzetten kan natuurlijk ook), maar op Life In The Dark is het back to basics. Misschien niet heel vernieuwend of verrassend, maar zo lang het zo lekker klinkt als op deze plaat heb ik daar helemaal geen moment moeite mee. Erwin Zijleman
27 juni 2016
Ana Moura - Moura
Ana Moura behoort tot de nieuwe lichting Portugese fado zangeressen, maar gaat inmiddels al weer een kleine 15 jaar mee.
In die 15 jaar maakte ze vijf platen die behoren tot het beste dat de Portugese fado momenteel te bieden heeft en ook op plaat nummer 6 maakte ze haar reputatie weer meer dan waar.
In tegenstelling tot soort- en tijdgenoten als Misia en Mariza, laat Ana Moura zich niet uitsluitend leiden door de rijke tradities van de Portugese Fado, maar durft ze de fado die ze als kind met de paplepel kreeg ingegoten ook te vernieuwen.
Voor Moura werkt de Portugese zangeres voor de tweede keer samen met de Amerikaanse sterproducer Larry Klein(Joni Mitchell, Madeleine Peyroux en vele anderen). Dat is een opvallende keuze. Larry Klein weet als geen ander hoe een goede singer-songwriter plaat moet klinken, maar van fado zal hij waarschijnlijk weinig kaas gegeten hebben.
Erg is dat niet, want de onverwachte samenwerking levert een bijzonder geluid op, waarin Ana Moura wel degelijk stevig citeert uit de archieven van de traditionele Portugese fado, maar ook aansluit bij het instrumentarium en de producties waarmee Larry Klein zijn sporen in de muziek heeft verdient.
Moura klinkt hierdoor veel moderner dan de meeste andere fado platen die ik in de kast heb staan, maar het is zeker geen plaat die klinkt of Ana Moura haar ziel aan de duivel heeft verkocht. Met name de emotievolle vocalen op de plaat zijn niet heel ver verwijderd van de groten uit de geschiedenis van de fado en maken indruk, zeker wanneer Ana Moura nog net wat meer passie en emotie in haar stem legt.
Het zijn vocalen die fraai kleuren bij de instrumentatie, die wat betreft het snarenwerk nog redelijk aansluit bij de traditionele fado, maar verder een wat voller en veelzijdiger geluid laat horen, waarin ook ruimte is voor invloeden uit de folk en de jazz.
Het biedt Ana Moura de mogelijkheid om buiten de gebaande paden van de traditionele Portugse fado te treden. Moura bevat zelfs een Engelstalige song en ook met haar versie met het al door Jan en alleman vertolkte Lilac Wine maakt Ana Moura makkelijk indruk. Het meest aansprekend zijn echter de songs in het Portugees waarin Ana Moura haar ziel bloot legt en je tot op het bot kan raken met prachtige vocalen.
Moura is net uit in Nederland en dreigt wat tussen wal en schip te vallen omdat liefhebbers van traditionele fado het te modern vinden en liefhebbers van singer-songwriters zich laten afschrikken door de invloeden uit de Portugese muziek. Het is jammer, want Moura is eigenlijk een plaat waarop alles klopt en die overloopt van gevoel. Ik heb er stevig van leren houden en hou Ana Moura vanaf dit moment weer in de gaten. Moura is intussen de perfecte soundtrack voor broeierige zomeravonden. Erwin Zijleman
In die 15 jaar maakte ze vijf platen die behoren tot het beste dat de Portugese fado momenteel te bieden heeft en ook op plaat nummer 6 maakte ze haar reputatie weer meer dan waar.
In tegenstelling tot soort- en tijdgenoten als Misia en Mariza, laat Ana Moura zich niet uitsluitend leiden door de rijke tradities van de Portugese Fado, maar durft ze de fado die ze als kind met de paplepel kreeg ingegoten ook te vernieuwen.
Voor Moura werkt de Portugese zangeres voor de tweede keer samen met de Amerikaanse sterproducer Larry Klein(Joni Mitchell, Madeleine Peyroux en vele anderen). Dat is een opvallende keuze. Larry Klein weet als geen ander hoe een goede singer-songwriter plaat moet klinken, maar van fado zal hij waarschijnlijk weinig kaas gegeten hebben.
Erg is dat niet, want de onverwachte samenwerking levert een bijzonder geluid op, waarin Ana Moura wel degelijk stevig citeert uit de archieven van de traditionele Portugese fado, maar ook aansluit bij het instrumentarium en de producties waarmee Larry Klein zijn sporen in de muziek heeft verdient.
Moura klinkt hierdoor veel moderner dan de meeste andere fado platen die ik in de kast heb staan, maar het is zeker geen plaat die klinkt of Ana Moura haar ziel aan de duivel heeft verkocht. Met name de emotievolle vocalen op de plaat zijn niet heel ver verwijderd van de groten uit de geschiedenis van de fado en maken indruk, zeker wanneer Ana Moura nog net wat meer passie en emotie in haar stem legt.
Het zijn vocalen die fraai kleuren bij de instrumentatie, die wat betreft het snarenwerk nog redelijk aansluit bij de traditionele fado, maar verder een wat voller en veelzijdiger geluid laat horen, waarin ook ruimte is voor invloeden uit de folk en de jazz.
Het biedt Ana Moura de mogelijkheid om buiten de gebaande paden van de traditionele Portugse fado te treden. Moura bevat zelfs een Engelstalige song en ook met haar versie met het al door Jan en alleman vertolkte Lilac Wine maakt Ana Moura makkelijk indruk. Het meest aansprekend zijn echter de songs in het Portugees waarin Ana Moura haar ziel bloot legt en je tot op het bot kan raken met prachtige vocalen.
Moura is net uit in Nederland en dreigt wat tussen wal en schip te vallen omdat liefhebbers van traditionele fado het te modern vinden en liefhebbers van singer-songwriters zich laten afschrikken door de invloeden uit de Portugese muziek. Het is jammer, want Moura is eigenlijk een plaat waarop alles klopt en die overloopt van gevoel. Ik heb er stevig van leren houden en hou Ana Moura vanaf dit moment weer in de gaten. Moura is intussen de perfecte soundtrack voor broeierige zomeravonden. Erwin Zijleman
26 juni 2016
Anderson/Stolt - Invention Of Knowledge
Het is een hele tijd geleden, maar er is een tijd geweest dat het merendeel van de platen die ik kocht in het hokje ‘symfonische rock’ thuis hoorde.
Ik zie het inmiddels afwisselend als een jeugdliefde en een jeugdzonde. Oud werk van met name Genesis en Yes brengt veel mooie herinneringen naar boven, maar er zijn tegenwoordig vrijwel geen progrock platen die me net zo in vervoering kunnen brengen als de grijsgedraaide platen van mijn helden van weleer of me zelfs maar kunnen boeien.
Toch zit er de laatste dagen met enige regelmaat een progrock plaat in de cd-speler en ik moet zeggen dat ik de plaat steeds meer ga waarderen. Heel gek is dat niet, want op Invention Of Knowledge van Anderson/Stolt komt meer dan eens de magie van de oude platen van Yes naar boven.
Dat is natuurlijk vooral de verdienste van Jon Anderson, die met zijn uit duizenden herkenbare stem voor een belangrijk deel het geluid van Yes bepaalde. Anderson lijkt Yes inmiddels definitief de rug toegekeerd te hebben, maar maakt nu samen met Roine Stolt de plaat die Yes al jaren niet meer heeft gemaakt en waarschijnlijk ook niet meer gaat maken.
De naam Roine Stolt zei me eerlijk gezegd niets, maar liefhebbers van progrock van iets recentere datum kennen de Zweedse muzikant van bands als Kaipa, Fantasia en met name The Flower Kings. Op Invention Of Knowledge is Roine Stolt met name verantwoordelijk voor het gitaarwerk en het siert hem dat hij nergens probeert om het gitaarwerk van Steve Howe te reproduceren en kiest voor zijn eigen, overigens prachtige, geluid.
Het toetsenwerk op de plaat lijkt daarentegen als twee druppels water op het afwisselend pompeuze en subtiele toetsenwerk van Rick Wakeman, maar ook hiervoor is een Zweedse muzikant verantwoordelijk.
Anderson en Stolt hebben zoals gezegd een plaat gemaakt die meer dan eens herinneringen oproept aan de platen die Yes in een heel ver verleden maakte. Dat ligt deels aan de vocalen en het toetsenwerk, maar ook de heerlijke, wat zweverige sfeer op de plaat herinnert aan de Yes platen die ik al zo lang koester.
Toch hebben Jon Anderson, Roine Stolt en de overige muzikanten op de plaat geen poging gedaan om het werk van Yes uit de jaren 70 nauwgezet te reproduceren. Invention Of Knowledge klinkt net zo zweverig en uitgelaten als de eerste soloplaat die Jon Anderson ooit afleverde (Olias Of Sunhillow) en loopt werkelijk over van plezier. Bijzonder voor muzikanten die al zo lang mee gaan.
Jon Anderson heeft met zijn stem een flinke vinger in de pap, maar ook in muzikaal opzicht valt er op de plaat heel veel te genieten, zeker wanneer de toetsen en de gitaren duelleren of wanneer de muzikanten zich buiten de gebaande paden van de progrock begeven. Invention Of Knowledge sprankelt en betovert met songs die uit vele mooie lagen bestaan.
Invention Of Knowledge bevat 4 lange tracks (waarvan er drie zijn onderverdeeld) en ruim een uur muziek. De plaat komt inmiddels voor de vijfde of zesde keer voorbij en verveelt nog altijd geen moment. Het zal deels aan de herinneringen aan de jeugdliefde Yes liggen, maar Anderson en Stolt bieden ook in het heden volop moois om luisteren naar deze plaat te rechtvaardigen. Lekkerder wegdromen is er momenteel niet, maar het is wegdromen vanaf het puntje van je stoel. Erwin Zijleman
Ik zie het inmiddels afwisselend als een jeugdliefde en een jeugdzonde. Oud werk van met name Genesis en Yes brengt veel mooie herinneringen naar boven, maar er zijn tegenwoordig vrijwel geen progrock platen die me net zo in vervoering kunnen brengen als de grijsgedraaide platen van mijn helden van weleer of me zelfs maar kunnen boeien.
Toch zit er de laatste dagen met enige regelmaat een progrock plaat in de cd-speler en ik moet zeggen dat ik de plaat steeds meer ga waarderen. Heel gek is dat niet, want op Invention Of Knowledge van Anderson/Stolt komt meer dan eens de magie van de oude platen van Yes naar boven.
Dat is natuurlijk vooral de verdienste van Jon Anderson, die met zijn uit duizenden herkenbare stem voor een belangrijk deel het geluid van Yes bepaalde. Anderson lijkt Yes inmiddels definitief de rug toegekeerd te hebben, maar maakt nu samen met Roine Stolt de plaat die Yes al jaren niet meer heeft gemaakt en waarschijnlijk ook niet meer gaat maken.
De naam Roine Stolt zei me eerlijk gezegd niets, maar liefhebbers van progrock van iets recentere datum kennen de Zweedse muzikant van bands als Kaipa, Fantasia en met name The Flower Kings. Op Invention Of Knowledge is Roine Stolt met name verantwoordelijk voor het gitaarwerk en het siert hem dat hij nergens probeert om het gitaarwerk van Steve Howe te reproduceren en kiest voor zijn eigen, overigens prachtige, geluid.
Het toetsenwerk op de plaat lijkt daarentegen als twee druppels water op het afwisselend pompeuze en subtiele toetsenwerk van Rick Wakeman, maar ook hiervoor is een Zweedse muzikant verantwoordelijk.
Anderson en Stolt hebben zoals gezegd een plaat gemaakt die meer dan eens herinneringen oproept aan de platen die Yes in een heel ver verleden maakte. Dat ligt deels aan de vocalen en het toetsenwerk, maar ook de heerlijke, wat zweverige sfeer op de plaat herinnert aan de Yes platen die ik al zo lang koester.
Toch hebben Jon Anderson, Roine Stolt en de overige muzikanten op de plaat geen poging gedaan om het werk van Yes uit de jaren 70 nauwgezet te reproduceren. Invention Of Knowledge klinkt net zo zweverig en uitgelaten als de eerste soloplaat die Jon Anderson ooit afleverde (Olias Of Sunhillow) en loopt werkelijk over van plezier. Bijzonder voor muzikanten die al zo lang mee gaan.
Jon Anderson heeft met zijn stem een flinke vinger in de pap, maar ook in muzikaal opzicht valt er op de plaat heel veel te genieten, zeker wanneer de toetsen en de gitaren duelleren of wanneer de muzikanten zich buiten de gebaande paden van de progrock begeven. Invention Of Knowledge sprankelt en betovert met songs die uit vele mooie lagen bestaan.
Invention Of Knowledge bevat 4 lange tracks (waarvan er drie zijn onderverdeeld) en ruim een uur muziek. De plaat komt inmiddels voor de vijfde of zesde keer voorbij en verveelt nog altijd geen moment. Het zal deels aan de herinneringen aan de jeugdliefde Yes liggen, maar Anderson en Stolt bieden ook in het heden volop moois om luisteren naar deze plaat te rechtvaardigen. Lekkerder wegdromen is er momenteel niet, maar het is wegdromen vanaf het puntje van je stoel. Erwin Zijleman
25 juni 2016
Tom Neven - Closer
Het is inmiddels al weer een aantal weken geleden dat Closer van Tom Neven op de mat viel.
De plaat viel direct op dankzij de bijgevoegde handgeschreven brief, waarin Tom Neven vertelt wie hij is en wat hij met zijn muziek wil uitdragen. Closer kon daarom direct rekenen op mijn sympathie, maar wat ik vervolgens te horen kreeg heeft mijn verwachtingen ruimschoots overtroffen.
De afgelopen weken ben ik zielsveel gaan houden van het debuut van de Brabantse singer-songwriter, die wat mij betreft de buitenlandse concurrentie naar de kroon steekt met een plaat die behoort tot het beste dat 2016 tot dusver heeft voortgebracht.
Tom Neven doet dit met opvallend intieme en zonder uitzondering wonderschone songs, die van alles met je doen. Closer valt op door een zachte en bijna tedere instrumentatie, waarin de akoestische gitaar domineert en bas, drums, elektrische gitaar, viool en dobro zorgen voor smaakvolle accenten.
Het is een instrumentatie die prachtig kleurt bij de geweldige stem van Tom Neven. De Brabantse singer-songwriter beschikt over een stem die warm en emotievol klinkt, maar ook over een rauw en doorleefd randje beschikt. Het is een stem die me heel af en toe wel wat doet denken aan die van Don Henley, maar over het algemeen genomen heeft de stem van Tom Neven een bijzondere eigen klank en kleur. Het is een stem die er voor zorgt dat de emotie uit zijn songs trefzeker wordt afgeleverd.
De instrumentatie (let op de prachtige bijdragen van de viool) en vocalen (ook de achtergrondvocalen zijn prachtig en zeer doeltreffend) op het debuut van Tom Neven zijn van hoog niveau, maar de meeste kracht ontleent Closer toch aan de geweldige songs. Tom Neven imponeert op Closer met persoonlijke en bijzonder intieme songs, die me stuk voor stuk diep weten te raken.
Ondanks de relatief eenvoudige middelen die worden ingezet, klinkt het allemaal zo mooi en helder (een groot compliment voor de productie) dat ik kippenvel meer dan eens niet kan onderdrukken. Closer bevat niet alleen songs vol emotie, maar het zijn ook songs die zo knap in elkaar steken dat de plaat maar blijft verrassen en groeien.
Het debuut van Tom Neven klinkt soms zo intiem en persoonlijk dat je je bijna schuldig voelt dat je er naar luistert, maar wat is het ongelooflijk mooi en wat doet de muziek van Tom Neven veel met de luisteraar. Er zijn in Nederland de afgelopen jaren wel vaker singer-songwriters opgedoken die mee kunnen met de internationale concurrentie, maar hetgeen dat Tom Neven laat horen gaat nog een stapje verder.
Closer is een bijzonder indrukwekkend debuut, maar ook een plaat om intens van te houden. Luister één keer naar het debuut van Tom Neven en je bent verkocht. Ik was direct onder de indruk, maar mijn bewondering voor deze prachtplaat is sindsdien alleen maar groter geworden. Erwin Zijleman
Closer van Tom Neven ligt nog niet in de winkel, maar is wel digitaal verkrijgbaar (zie hieronder). Wil je een fysiek exemplaar (absoluut een aanrader!)? Ga dan naar de Facebook pagina van Tom Neven: https://www.facebook.com/TomNevenMusic/?fref=ts.
De plaat viel direct op dankzij de bijgevoegde handgeschreven brief, waarin Tom Neven vertelt wie hij is en wat hij met zijn muziek wil uitdragen. Closer kon daarom direct rekenen op mijn sympathie, maar wat ik vervolgens te horen kreeg heeft mijn verwachtingen ruimschoots overtroffen.
De afgelopen weken ben ik zielsveel gaan houden van het debuut van de Brabantse singer-songwriter, die wat mij betreft de buitenlandse concurrentie naar de kroon steekt met een plaat die behoort tot het beste dat 2016 tot dusver heeft voortgebracht.
Tom Neven doet dit met opvallend intieme en zonder uitzondering wonderschone songs, die van alles met je doen. Closer valt op door een zachte en bijna tedere instrumentatie, waarin de akoestische gitaar domineert en bas, drums, elektrische gitaar, viool en dobro zorgen voor smaakvolle accenten.
Het is een instrumentatie die prachtig kleurt bij de geweldige stem van Tom Neven. De Brabantse singer-songwriter beschikt over een stem die warm en emotievol klinkt, maar ook over een rauw en doorleefd randje beschikt. Het is een stem die me heel af en toe wel wat doet denken aan die van Don Henley, maar over het algemeen genomen heeft de stem van Tom Neven een bijzondere eigen klank en kleur. Het is een stem die er voor zorgt dat de emotie uit zijn songs trefzeker wordt afgeleverd.
De instrumentatie (let op de prachtige bijdragen van de viool) en vocalen (ook de achtergrondvocalen zijn prachtig en zeer doeltreffend) op het debuut van Tom Neven zijn van hoog niveau, maar de meeste kracht ontleent Closer toch aan de geweldige songs. Tom Neven imponeert op Closer met persoonlijke en bijzonder intieme songs, die me stuk voor stuk diep weten te raken.
Ondanks de relatief eenvoudige middelen die worden ingezet, klinkt het allemaal zo mooi en helder (een groot compliment voor de productie) dat ik kippenvel meer dan eens niet kan onderdrukken. Closer bevat niet alleen songs vol emotie, maar het zijn ook songs die zo knap in elkaar steken dat de plaat maar blijft verrassen en groeien.
Het debuut van Tom Neven klinkt soms zo intiem en persoonlijk dat je je bijna schuldig voelt dat je er naar luistert, maar wat is het ongelooflijk mooi en wat doet de muziek van Tom Neven veel met de luisteraar. Er zijn in Nederland de afgelopen jaren wel vaker singer-songwriters opgedoken die mee kunnen met de internationale concurrentie, maar hetgeen dat Tom Neven laat horen gaat nog een stapje verder.
Closer is een bijzonder indrukwekkend debuut, maar ook een plaat om intens van te houden. Luister één keer naar het debuut van Tom Neven en je bent verkocht. Ik was direct onder de indruk, maar mijn bewondering voor deze prachtplaat is sindsdien alleen maar groter geworden. Erwin Zijleman
Closer van Tom Neven ligt nog niet in de winkel, maar is wel digitaal verkrijgbaar (zie hieronder). Wil je een fysiek exemplaar (absoluut een aanrader!)? Ga dan naar de Facebook pagina van Tom Neven: https://www.facebook.com/TomNevenMusic/?fref=ts.
24 juni 2016
Brett Dennen - Por Favor
Ik heb inmiddels al een jaar of tien een enorme zwak voor de platen van de Amerikaanse singer-songwriter Brett Dennen.
Het zijn platen die stuk voor stuk konden rekenen op bijzonder positieve recensies in de diverse muziektijdschriften en op belangrijke muziekwebsites, maar desondanks moet Brett Dennen het nog altijd doen met een bestaan in de marge of hooguit een bestaan als cultheld.
Dat zal deels te maken hebben met zijn verschijning, want net als bijvoorbeeld Ron Sexsmith is Brett Dennen niet gezegend met de looks die de muzikant een flinke duw in de rug kunnen geven. Net als Ron Sexsmith is Brett Dennen echter wel gezegend met het vermogen om volstrekt onweerstaanbare en tijdloze popliedjes te schrijven. Alle reden dus om de Amerikaan te omarmen en zijn muziek centraal te stellen.
Het is muziek die in de loop der jaren alleen maar beter is geworden en ook op Por Favor laat Brett Dennen weer groei horen. Por Favor is de opvolger van het in 2013 verschenen Smoke And Mirrors, dat een wat meer ingetogen geluid liet horen. Het is een lijn die wordt doorgetrokken op Por Favor.
De zesde plaat van Brett Dennen valt niet alleen op door een ingetogen geluid, maar klinkt ook verrassend lichtvoetig. Dat heeft deels te maken met het warmbloedige 70s geluid op de plaat met een hoofdrol voor het orgel, maar Brett Dennen heeft Por Favor ook voorzien van wat exotische accenten, waardoor de zon gaat schijnen wanneer de plaat uit de speakers komt. Het wordt door No Depression fraai omschreven als “A freewheeling, easygoing vibe abounds on Por Favor, giving the songs an acoustic, seaside coffee shop feel. The album is like listening to Dennen on vacation, somewhere warm, with endless chill and plenty of rum”.
Door de exotische accenten doet Por Favor af en toe wel wat denken aan Paul Simon’s Graceland, al haalt Brett Dennen zijn exotische invloeden uit hele andere windstreken. De vergelijking met Paul Simon is overigens geen toevallige. Brett Dennen beschikt over een stem die meer dan eens aan die van de oude meester doet denken en schrijft bovendien songs die bewondering voor het werk van Paul Simon laten horen.
Por Favor klinkt misschien lichtvoetig, maar wanneer je goed naar de plaat luistert hoor je toch weer songs van wereldklasse. Zeker als Brett Dennen zijn songs klein en sober houdt, maakt hij indruk met prachtige luisterliedjes en een bijzonder smaakvolle instrumentatie, maar ook de frequent opduikende zonnestralen zijn zeer welkom.
Wanneer de zon fel schijnt hoor je af en toe wat van Jack Johnson en Jason Mraz, maar als songwriter blijft Brett Dennen toch een klasse apart en blijft alleen de al eerder genoemde Ron Sexsmith relevant als vergelijkingsmateriaal.
De prachtige en gloedvolle productie van topproducer Dave Cobb (Sturgill Simpson, Jason Isbell) is de kers op deze bijzonder smakelijke maar ook ambachtelijke taart. Weer een prachtplaat van Brett Dennen; mis hem niet. Erwin Zijleman
Het zijn platen die stuk voor stuk konden rekenen op bijzonder positieve recensies in de diverse muziektijdschriften en op belangrijke muziekwebsites, maar desondanks moet Brett Dennen het nog altijd doen met een bestaan in de marge of hooguit een bestaan als cultheld.
Dat zal deels te maken hebben met zijn verschijning, want net als bijvoorbeeld Ron Sexsmith is Brett Dennen niet gezegend met de looks die de muzikant een flinke duw in de rug kunnen geven. Net als Ron Sexsmith is Brett Dennen echter wel gezegend met het vermogen om volstrekt onweerstaanbare en tijdloze popliedjes te schrijven. Alle reden dus om de Amerikaan te omarmen en zijn muziek centraal te stellen.
Het is muziek die in de loop der jaren alleen maar beter is geworden en ook op Por Favor laat Brett Dennen weer groei horen. Por Favor is de opvolger van het in 2013 verschenen Smoke And Mirrors, dat een wat meer ingetogen geluid liet horen. Het is een lijn die wordt doorgetrokken op Por Favor.
De zesde plaat van Brett Dennen valt niet alleen op door een ingetogen geluid, maar klinkt ook verrassend lichtvoetig. Dat heeft deels te maken met het warmbloedige 70s geluid op de plaat met een hoofdrol voor het orgel, maar Brett Dennen heeft Por Favor ook voorzien van wat exotische accenten, waardoor de zon gaat schijnen wanneer de plaat uit de speakers komt. Het wordt door No Depression fraai omschreven als “A freewheeling, easygoing vibe abounds on Por Favor, giving the songs an acoustic, seaside coffee shop feel. The album is like listening to Dennen on vacation, somewhere warm, with endless chill and plenty of rum”.
Door de exotische accenten doet Por Favor af en toe wel wat denken aan Paul Simon’s Graceland, al haalt Brett Dennen zijn exotische invloeden uit hele andere windstreken. De vergelijking met Paul Simon is overigens geen toevallige. Brett Dennen beschikt over een stem die meer dan eens aan die van de oude meester doet denken en schrijft bovendien songs die bewondering voor het werk van Paul Simon laten horen.
Por Favor klinkt misschien lichtvoetig, maar wanneer je goed naar de plaat luistert hoor je toch weer songs van wereldklasse. Zeker als Brett Dennen zijn songs klein en sober houdt, maakt hij indruk met prachtige luisterliedjes en een bijzonder smaakvolle instrumentatie, maar ook de frequent opduikende zonnestralen zijn zeer welkom.
Wanneer de zon fel schijnt hoor je af en toe wat van Jack Johnson en Jason Mraz, maar als songwriter blijft Brett Dennen toch een klasse apart en blijft alleen de al eerder genoemde Ron Sexsmith relevant als vergelijkingsmateriaal.
De prachtige en gloedvolle productie van topproducer Dave Cobb (Sturgill Simpson, Jason Isbell) is de kers op deze bijzonder smakelijke maar ook ambachtelijke taart. Weer een prachtplaat van Brett Dennen; mis hem niet. Erwin Zijleman
23 juni 2016
Minor Victories - Minor Victories
In de jaren 70 was het een bekend fenomeen, de zogenaamde ‘supergroep’. Leden van grote bands bundelden al dan niet eenmalig de krachten om een plaat te maken waar reikhalzend naar uit werd gekeken.
In de praktijk vielen de platen van deze ‘supergroepen’ echter vaak tegen en bleven ze ver onder de verwachte som der delen steken.
Op basis van de criteria uit het verleden verdient ook Minor Victories het predicaat ‘supergroep’. De leden van de band, die onlangs debuteerde met een titelloze plaat, maken of maakten deel uit van grote bands als Mogwai, Editors en Slowdive. Van deze bands heb ik met name Slowdive heel hoog zitten, maar ook de grootse post-punk van Editors of de noiserock en postrock van Mogwai kan ik zeker waarderen.
Invloeden van alle drie de bands komen samen op het knappe debuut van Minor Victories. Het debuut van Minor Victories heeft het grootse en meeslepende geluid van Editors, bevat de onderhuidse spanningen en de uitbarstingen uit de muziek van Mogwai en raakt tenslotte aan de schoonheid van de muziek van Slowdive, wiens voormalige zangeres Rachel Goswell tekent voor een groot deel van de vocalen op de plaat.
Met name in de eerste tracks pakt Minor Victories uit met groots klinkende songs vol fraaie details en vol prachtige spanningsbogen. Het zwaar aangezette instrumentarium klinkt prachtig bij de dromerige vocalen van Rachel Goswell, die de plaat van de gelegenheidsband wat mij betreft naar zich toe trekt.
De muziek van Minor Victories heeft zich stevig laten beïnvloeden door de muziek van de onderliggende bands, maar is meer dan de som der delen. Postpunk, noiserock, slowcore, postrock, shoegaze en dreampop vloeien op het debuut van de ‘supergroep’ prachtig samen en creëren een geluid dat herinnert aan het verleden, maar ook een stap vooruit zet, bijvoorbeeld door een elektronische impuls.
Zeker op het eerste deel van de plaat imponeert Minor Victories met geweldige songs en muziek en vocalen om van te watertanden. Het is allemaal zwaar aangezet, maar wanneer de band de teugels wat laat vieren op de tweede helft van de plaat hoor je dat dit een verstandige keuze is, die de muziek van Minor Victories voorziet van veel dynamiek en spanning.
Juist de wat meer ingetogen songs (waaronder een duet met Mark Kozelek) vragen wat meer tijd, maar uiteindelijk blijken ook deze songs van hoog niveau (met het bijna zevenenhalve minuut durende The Thief als prijsnummer). Het zijn de slotakkoorden van een plaat die nog wel even doorgroeit en die met name bij beluistering met de koptelefoon of bij flink volume geweldige dingen laat horen. Dat Minor Victories het predicaat 'supergroep' wel eer aan doet zal inmiddels duidelijk zijn. Erwin Zijleman
In de praktijk vielen de platen van deze ‘supergroepen’ echter vaak tegen en bleven ze ver onder de verwachte som der delen steken.
Op basis van de criteria uit het verleden verdient ook Minor Victories het predicaat ‘supergroep’. De leden van de band, die onlangs debuteerde met een titelloze plaat, maken of maakten deel uit van grote bands als Mogwai, Editors en Slowdive. Van deze bands heb ik met name Slowdive heel hoog zitten, maar ook de grootse post-punk van Editors of de noiserock en postrock van Mogwai kan ik zeker waarderen.
Invloeden van alle drie de bands komen samen op het knappe debuut van Minor Victories. Het debuut van Minor Victories heeft het grootse en meeslepende geluid van Editors, bevat de onderhuidse spanningen en de uitbarstingen uit de muziek van Mogwai en raakt tenslotte aan de schoonheid van de muziek van Slowdive, wiens voormalige zangeres Rachel Goswell tekent voor een groot deel van de vocalen op de plaat.
Met name in de eerste tracks pakt Minor Victories uit met groots klinkende songs vol fraaie details en vol prachtige spanningsbogen. Het zwaar aangezette instrumentarium klinkt prachtig bij de dromerige vocalen van Rachel Goswell, die de plaat van de gelegenheidsband wat mij betreft naar zich toe trekt.
De muziek van Minor Victories heeft zich stevig laten beïnvloeden door de muziek van de onderliggende bands, maar is meer dan de som der delen. Postpunk, noiserock, slowcore, postrock, shoegaze en dreampop vloeien op het debuut van de ‘supergroep’ prachtig samen en creëren een geluid dat herinnert aan het verleden, maar ook een stap vooruit zet, bijvoorbeeld door een elektronische impuls.
Zeker op het eerste deel van de plaat imponeert Minor Victories met geweldige songs en muziek en vocalen om van te watertanden. Het is allemaal zwaar aangezet, maar wanneer de band de teugels wat laat vieren op de tweede helft van de plaat hoor je dat dit een verstandige keuze is, die de muziek van Minor Victories voorziet van veel dynamiek en spanning.
Juist de wat meer ingetogen songs (waaronder een duet met Mark Kozelek) vragen wat meer tijd, maar uiteindelijk blijken ook deze songs van hoog niveau (met het bijna zevenenhalve minuut durende The Thief als prijsnummer). Het zijn de slotakkoorden van een plaat die nog wel even doorgroeit en die met name bij beluistering met de koptelefoon of bij flink volume geweldige dingen laat horen. Dat Minor Victories het predicaat 'supergroep' wel eer aan doet zal inmiddels duidelijk zijn. Erwin Zijleman
22 juni 2016
Mitski - Puberty 2
Mitski Miyawaki werd geboren in Japan, maar groeide op in een dozijn andere landen, kris kras verspreid over de aardbol.
Toen ze eenmaal op eigen benen stond ging ze op zoek naar een vaste basis en die heeft ze inmiddels gevonden in Brooklyn, waar ook haar roeping om als muzikant aan de slag te gaan werd blootgelegd.
Vanuit Brooklyn verrast ze nu als Mitski met het ijzersterke Puberty 2 (naar verluid haar vierde plaat, maar zover ik weet de eerste die Nederland bereikt).
Direct in de openingstrack laat Mitski horen dat ze geen dertien in een dozijn popprinses of doorsnee singer-songwriter is. Happy opent met vervreemdende klanken en de mooie en dat moment nog bijna pastoraal klinkende stem van Mitski, maar transformeert al snel in een eigenzinnige rocksong met mooie spanningsbogen en heerlijk ontsporend saxofoonspel.
Het hoge niveau van de openingstrack houdt Mitski vervolgens moeiteloos vast. Puberty 2 valt op door een serie heerlijk eigenzinnige rocksongs met een heel eigen geluid. Het is een geluid dat wordt gedomineerd door een stevig aangezette ritmesectie, bij vlagen heerlijke scheurende gitaren, atmosferisch klinkende elektronica en fraaie accenten als het al eerder genoemde saxofoonspel of een fantastisch zeurend orgeltje. De muziek van Mitski kan donker, zweverig en dromerig klinken, maar ook rauw, direct en punky.
Het past allemaal prachtig bij de eveneens eigenzinnige maar ook wonderschone stem van Mitski, die kan uithalen als een wilde kat maar ook kan ontroeren met dromerige en verleidelijke vocalen. Het levert muziek op met een enorme lading en intensiteit, waardoor de impact van de muziek van Mitski groot is.
De songs op Puberty doen soms denken aan een jonge PJ Harvey, haken nadrukkelijk aan bij de eigenzinnige muziek van St. Vincent, maar doen me ook meer dan eens denken aan het bijzondere geluid van Lera Lynn op haar laatste plaat of qua sfeer ook aan de donkere muziek van Siouxsie en haar Banshees.
Het is een mix van invloeden die prachtig uitpakt. Puberty 2 is een plaat die verrast door de eigenzinnigheid en de rauwe emotie van Mitski (die ook wel wat aan Liz Phair in haar nog wilde dagen doet denken), maar het is ook een plaat vol goede ideeën en ijzersterke songs.
Puberty 2 is een plaat die je binnen een paar minuten weg kan leggen, maar het is ook een plaat die na een paar minuten zo kan intrigeren dat je hem niet meer los wilt laten. Ik val absoluut in de laatste categorie. Na enige gewenning is Puberty 2 van Mitski me bijzonder dierbaar geworden en raak ik steeds meer onder de indruk van haar bijzondere en behoorlijk indringende songs. Liefhebbers van eigenzinnige rockzangeressen kunnen hier echt niet omheen, wat een bijzondere plaat. Erwin Zijleman
Toen ze eenmaal op eigen benen stond ging ze op zoek naar een vaste basis en die heeft ze inmiddels gevonden in Brooklyn, waar ook haar roeping om als muzikant aan de slag te gaan werd blootgelegd.
Vanuit Brooklyn verrast ze nu als Mitski met het ijzersterke Puberty 2 (naar verluid haar vierde plaat, maar zover ik weet de eerste die Nederland bereikt).
Direct in de openingstrack laat Mitski horen dat ze geen dertien in een dozijn popprinses of doorsnee singer-songwriter is. Happy opent met vervreemdende klanken en de mooie en dat moment nog bijna pastoraal klinkende stem van Mitski, maar transformeert al snel in een eigenzinnige rocksong met mooie spanningsbogen en heerlijk ontsporend saxofoonspel.
Het hoge niveau van de openingstrack houdt Mitski vervolgens moeiteloos vast. Puberty 2 valt op door een serie heerlijk eigenzinnige rocksongs met een heel eigen geluid. Het is een geluid dat wordt gedomineerd door een stevig aangezette ritmesectie, bij vlagen heerlijke scheurende gitaren, atmosferisch klinkende elektronica en fraaie accenten als het al eerder genoemde saxofoonspel of een fantastisch zeurend orgeltje. De muziek van Mitski kan donker, zweverig en dromerig klinken, maar ook rauw, direct en punky.
Het past allemaal prachtig bij de eveneens eigenzinnige maar ook wonderschone stem van Mitski, die kan uithalen als een wilde kat maar ook kan ontroeren met dromerige en verleidelijke vocalen. Het levert muziek op met een enorme lading en intensiteit, waardoor de impact van de muziek van Mitski groot is.
De songs op Puberty doen soms denken aan een jonge PJ Harvey, haken nadrukkelijk aan bij de eigenzinnige muziek van St. Vincent, maar doen me ook meer dan eens denken aan het bijzondere geluid van Lera Lynn op haar laatste plaat of qua sfeer ook aan de donkere muziek van Siouxsie en haar Banshees.
Het is een mix van invloeden die prachtig uitpakt. Puberty 2 is een plaat die verrast door de eigenzinnigheid en de rauwe emotie van Mitski (die ook wel wat aan Liz Phair in haar nog wilde dagen doet denken), maar het is ook een plaat vol goede ideeën en ijzersterke songs.
Puberty 2 is een plaat die je binnen een paar minuten weg kan leggen, maar het is ook een plaat die na een paar minuten zo kan intrigeren dat je hem niet meer los wilt laten. Ik val absoluut in de laatste categorie. Na enige gewenning is Puberty 2 van Mitski me bijzonder dierbaar geworden en raak ik steeds meer onder de indruk van haar bijzondere en behoorlijk indringende songs. Liefhebbers van eigenzinnige rockzangeressen kunnen hier echt niet omheen, wat een bijzondere plaat. Erwin Zijleman
21 juni 2016
The Low Anthem - eyeland
De uit Providence, Rhode Island, afkomstige band The Low Anthem timmerde al even aan de weg toen het in de zomer van 2009 wereldwijd doorbrak met het verrassende Oh My God, Charlie Darwin.
Op deze nog altijd fascinerende plaat gaf de band, mede door een opvallend rijk instrumentarium, een geheel eigen draai aan haar door invloeden uit de blues, country en folk gedomineerde Americana.
De lijn werd doorgetrokken op het in 2011 verschenen Smart Flesh, dat lang niet zoveel aandacht trok als zijn voorganger, maar in muzikaal opzicht wat mij betreft nog net wat overtuigender was.
Na een stilte van vijf jaar keerde The Low Anthem onlangs terug met eyeland en wat is dit een bijzondere plaat. eyeland is enerzijds bijzonder omdat de plaat voor een groot deel totaal niet aansluit op zijn twee voorgangers, maar de nieuwe plaat van The Low Anthem valt ook op door muziek die geen moment van plan is om binnen de lijntjes te kleuren.
Op haar nieuwe plaat heeft The Low Anthem de ingetogen en bijzonder gearrangeerde Americana zeker niet helemaal opgegeven. De plaat bevat een aantal songs die met enige fantasie ook best op een van de twee voorgangers had kunnen staan, maar hiernaast experimenteert The Low Anthem er driftig op los en schiet het in 11 songs en 42 minuten alle kanten op.
In een aantal songs op de plaat krijgt de folk van weleer een rauwe of juist bijna verstilde impuls, maar eyeland bevat ook flink wat songs waarin elektronica en invloeden uit de psychedelica en neo-psychedelica de hoofdrol spelen. Dat slaat soms door in de richting van behoorlijk ongrijpbare soundscapes of experimenten, maar The Low Anthem grijpt in de wat meer psychedelische tracks net zo makkelijk terug op het werk van The Beatles van decennia geleden.
Voor een ieder die de vorige twee albums van de band koesterde, ligt eyeland zeker in eerste instantie waarschijnlijk wat zwaar op de maag, maar eyeland is ook een plaat waarin de ruimdenkende muziekliefhebber zich compleet kan verliezen. In de 42 minuten die eyeland duurt gebeurt er zoveel dat het je soms duizelt. Lang niet alles is even mooi of indrukwekkend, maar de plaat staat ook vol met muziek om van te watertanden.
Ik merk zelf dat bij herhaalde beluistering steeds meer puzzelstukjes op hun plek vallen, waardoor eyeland behoorlijk begint te groeien. Het levert een plaat op die nauwelijks is te vergelijken met zijn twee indrukwekkende voorgangers, maar die zeker niet minder mooi en bovendien een stuk avontuurlijker is. Ik ben uiteindelijk toch weer diep onder de indruk. Erwin Zijleman
Op deze nog altijd fascinerende plaat gaf de band, mede door een opvallend rijk instrumentarium, een geheel eigen draai aan haar door invloeden uit de blues, country en folk gedomineerde Americana.
De lijn werd doorgetrokken op het in 2011 verschenen Smart Flesh, dat lang niet zoveel aandacht trok als zijn voorganger, maar in muzikaal opzicht wat mij betreft nog net wat overtuigender was.
Na een stilte van vijf jaar keerde The Low Anthem onlangs terug met eyeland en wat is dit een bijzondere plaat. eyeland is enerzijds bijzonder omdat de plaat voor een groot deel totaal niet aansluit op zijn twee voorgangers, maar de nieuwe plaat van The Low Anthem valt ook op door muziek die geen moment van plan is om binnen de lijntjes te kleuren.
Op haar nieuwe plaat heeft The Low Anthem de ingetogen en bijzonder gearrangeerde Americana zeker niet helemaal opgegeven. De plaat bevat een aantal songs die met enige fantasie ook best op een van de twee voorgangers had kunnen staan, maar hiernaast experimenteert The Low Anthem er driftig op los en schiet het in 11 songs en 42 minuten alle kanten op.
In een aantal songs op de plaat krijgt de folk van weleer een rauwe of juist bijna verstilde impuls, maar eyeland bevat ook flink wat songs waarin elektronica en invloeden uit de psychedelica en neo-psychedelica de hoofdrol spelen. Dat slaat soms door in de richting van behoorlijk ongrijpbare soundscapes of experimenten, maar The Low Anthem grijpt in de wat meer psychedelische tracks net zo makkelijk terug op het werk van The Beatles van decennia geleden.
Voor een ieder die de vorige twee albums van de band koesterde, ligt eyeland zeker in eerste instantie waarschijnlijk wat zwaar op de maag, maar eyeland is ook een plaat waarin de ruimdenkende muziekliefhebber zich compleet kan verliezen. In de 42 minuten die eyeland duurt gebeurt er zoveel dat het je soms duizelt. Lang niet alles is even mooi of indrukwekkend, maar de plaat staat ook vol met muziek om van te watertanden.
Ik merk zelf dat bij herhaalde beluistering steeds meer puzzelstukjes op hun plek vallen, waardoor eyeland behoorlijk begint te groeien. Het levert een plaat op die nauwelijks is te vergelijken met zijn twee indrukwekkende voorgangers, maar die zeker niet minder mooi en bovendien een stuk avontuurlijker is. Ik ben uiteindelijk toch weer diep onder de indruk. Erwin Zijleman
20 juni 2016
Band Of Horses - Why Are You OK
Je hebt van die bands die al jarenlang prima platen maken, maar die er op een of andere manier maar niet in slagen om de aandacht vast te houden, waardoor die prima platen na de eerste luisterbeurten voorgoed in de platenkast verdwijnen.
Band Of Horses is voor mij zo’n band. De eerste vier platen van de band uit Seattle vond ik allemaal uitstekend, maar ik kan me niet herinneren dat ik ze de afgelopen jaren uit de kast heb gehaald of op Spotify heb afgespeeld.
Omdat de positieve indruk van de band kennelijk wel in het geheugen was opgeslagen, was ik wel weer nieuwsgierig naar de nieuwe plaat van Band Of Horses en ook Why Are You OK stelt me na de eerste beluisteringen weer niet teleur.
Band Of Horses koos op het al weer vier jaar oude Mirage Rock aan de hand van de legendarische producer Glyn Johns voor een geluid met wat minder rock en wat meer countryinvloeden en slaat ook op Why Are You OK weer nieuwe wegen in.
De keuze van de producer heeft hier zeker invloed op gehad, want mede door de inbreng van voormalig Grandaddy voorman Jason Lytle klinkt de vijfde plaat van Band Of Horses geregeld wat moderner, zweveriger en elektronischer dan zijn voorgangers.
Mede omdat Why Are You OK ook nadrukkelijk teruggrijpt op de eerdere platen van de band, is de vijfde van Band Of Horses vooralsnog niet erg positief ontvangen. De plaat wordt weinig consistent genoemd, maar ook over het niveau van de songs bestaat dit keer nogal wat twijfel.
De kritiek op de consistentie kan ik wel begrijpen. Op Why Are You OK rockt Band Of Horses als in haar beste dagen, maar is er ook volop ruimte voor de countryrock die de band op haar vorige plaat zo hartstochtelijk omarmde en hiernaast ook nog eens ruimte voor de invloeden uit de neo-psychedelica die Jason Lytle heeft toegevoegd aan de nieuwe plaat.
Het zogenaamde gebrek aan consistentie vind ik persoonlijk overigens eerder een pré dan een bezwaar. Door de variatie blijven de songs beter hangen en maken ze op mij ook meer indruk.
Ook over de kwaliteit van de songs heb ik niets te klagen. Why Are You OK bevat aangename countryrock songs die de zon onmiddellijk laten schijnen, maar bevat ook voldoende avontuurlijke songs die de fantasie prikkelen.
Om te testen of Why Are You OK, net als zijn voorgangers, snel vervliegt heb ik de plaat voor het schrijven van deze recensie wat vaker voorbij laten komen, maar ik heb nog steeds het idee dat Why Are You OK een blijvertje is, dat ook over een aantal maanden nog uit de speakers komt.
Er zijn misschien redenen om deze plaat af te branden, maar oordeel vooral zelf. Ik vind de vijfde van de band uit Seattle in ieder geval een bijzonder aangename verrassing met een aantal echte parels. Erwin Zijleman
Band Of Horses is voor mij zo’n band. De eerste vier platen van de band uit Seattle vond ik allemaal uitstekend, maar ik kan me niet herinneren dat ik ze de afgelopen jaren uit de kast heb gehaald of op Spotify heb afgespeeld.
Omdat de positieve indruk van de band kennelijk wel in het geheugen was opgeslagen, was ik wel weer nieuwsgierig naar de nieuwe plaat van Band Of Horses en ook Why Are You OK stelt me na de eerste beluisteringen weer niet teleur.
Band Of Horses koos op het al weer vier jaar oude Mirage Rock aan de hand van de legendarische producer Glyn Johns voor een geluid met wat minder rock en wat meer countryinvloeden en slaat ook op Why Are You OK weer nieuwe wegen in.
De keuze van de producer heeft hier zeker invloed op gehad, want mede door de inbreng van voormalig Grandaddy voorman Jason Lytle klinkt de vijfde plaat van Band Of Horses geregeld wat moderner, zweveriger en elektronischer dan zijn voorgangers.
Mede omdat Why Are You OK ook nadrukkelijk teruggrijpt op de eerdere platen van de band, is de vijfde van Band Of Horses vooralsnog niet erg positief ontvangen. De plaat wordt weinig consistent genoemd, maar ook over het niveau van de songs bestaat dit keer nogal wat twijfel.
De kritiek op de consistentie kan ik wel begrijpen. Op Why Are You OK rockt Band Of Horses als in haar beste dagen, maar is er ook volop ruimte voor de countryrock die de band op haar vorige plaat zo hartstochtelijk omarmde en hiernaast ook nog eens ruimte voor de invloeden uit de neo-psychedelica die Jason Lytle heeft toegevoegd aan de nieuwe plaat.
Het zogenaamde gebrek aan consistentie vind ik persoonlijk overigens eerder een pré dan een bezwaar. Door de variatie blijven de songs beter hangen en maken ze op mij ook meer indruk.
Ook over de kwaliteit van de songs heb ik niets te klagen. Why Are You OK bevat aangename countryrock songs die de zon onmiddellijk laten schijnen, maar bevat ook voldoende avontuurlijke songs die de fantasie prikkelen.
Om te testen of Why Are You OK, net als zijn voorgangers, snel vervliegt heb ik de plaat voor het schrijven van deze recensie wat vaker voorbij laten komen, maar ik heb nog steeds het idee dat Why Are You OK een blijvertje is, dat ook over een aantal maanden nog uit de speakers komt.
Er zijn misschien redenen om deze plaat af te branden, maar oordeel vooral zelf. Ik vind de vijfde van de band uit Seattle in ieder geval een bijzonder aangename verrassing met een aantal echte parels. Erwin Zijleman
19 juni 2016
Vaderdag
Het blijft raar zo'n vaderdag zonder vader (al ben ik uiteraard wel enorm verwend door mijn eigen pubers).
Mijn vader overleed iets meer dan drie jaar geleden.
Op de avond van zijn overlijden schreef ik de volgende bijdrage aan deze BLOG: http://dekrentenuitdepop.blogspot.nl/2013/05/voor-mijn-vader.html.
Nog altijd een van de best gelezen berichten op deze site en dat vind ik mooi.
Ter ere van mijn vader zet ik de muziek van Middle Of The Road maar weer eens op. Doet het goed bij de zonnestralen van het moment. Hopelijk houdt het wat zonnestralen vast voor de komende dagen.
Erwin Zijleman
Mijn vader overleed iets meer dan drie jaar geleden.
Op de avond van zijn overlijden schreef ik de volgende bijdrage aan deze BLOG: http://dekrentenuitdepop.blogspot.nl/2013/05/voor-mijn-vader.html.
Nog altijd een van de best gelezen berichten op deze site en dat vind ik mooi.
Ter ere van mijn vader zet ik de muziek van Middle Of The Road maar weer eens op. Doet het goed bij de zonnestralen van het moment. Hopelijk houdt het wat zonnestralen vast voor de komende dagen.
Erwin Zijleman
Bruce Springsteen - The Christic Shows
Na het geweldige optreden van Bruce Springsteen en zijn E-Street Band op het Haagse Malieveld vorige week, zit ik nog stevig in de Springsteen modus merk ik.
Ik had begrepen dat opnames van de show verkrijgbaar zouden zijn via de website http://live.brucespringsteen.net, maar voor de set van vorige week moeten we nog een aantal weken geduld hebben (er staat overigens wel een mooie set uit Barcelona, opgenomen in mei).
Op deze site kwam ik wel ander moois tegen, namelijk opnames van twee solo optredens uit 1990. Op 16 en 17 november 1990 stond Bruce Springsteen ter ondersteuning van The Christic Institute Benefit in The Shrine Auditorium in Los Angeles en deze shows zijn nu eindelijk beschikbaar.
Het was geen makkelijke tijd voor Springsteen. Dat zijn huwelijk met actrice Julianne Phillips in 1988 op de klippen zou lopen was eigenlijk al duidelijk op het in 1987 verschenen Tunnel Of Love, maar in 1990 leek Springsteen ook te hebben gebroken met zijn tot op dat moment onafscheidelijke E-Street Band. Springsteen maakte in 1990 immers twee platen met een aantal andere muzikanten. Deze platen zouden nog twee jaar op de plank liggen en wat mij betreft waren het uiterst zwakke Human Touch en Lucky Town hier voorgoed blijven liggen.
Op het moment van de concerten in Los Angeles was Tunnel Of Love de meest recente Springsteen plaat en persoonlijk vind ik het zijn beste (maar daar sta ik redelijk alleen in denk ik). Toch domineert Tunnel Of Love niet tijdens de twee shows in Los Angeles. De shows citeren uit het hele oeuvre van Springsteen van dat moment (en kijken al even vooruit naar de twee zwakke platen die in 1992 zouden verschijnen), maar klinken totaal anders omdat de power van de E-Street Band is vervangen door een uiterst sobere akoestische begeleiding.
Ik ben zeer verknocht aan het volle en energieke geluid van de E-Street Band, maar ook de sobere solo uitvoeringen van de songs van Bruce Springsteen komen flink aan. Dat wordt nog eens extra versterkt door de zware periode die Springsteen in 1990 doormaakte. De persoonlijke misère had er stevig ingehakt, maar ook het enorme succes van Born In The U.S.A. en de lange tournees die volgden hadden hun tol geëist. Je hoort het in de emotie die Springsteen op de twee avonden in 1990 in zijn stem legt.
Dat Bonnie Raitt en Jackson Browne aan het eind van de show opduiken is een bonus, maar diepe indruk heeft Springsteen dan al lang gemaakt. The Christic Shows in The Shrine in Los Angeles zijn niet te vergelijken met de show van vorige week in Den Haag, maar de impact en bewondering zijn even groot.
Over een week of wat haal ik de opnames van de set van vorige week wel op, maar voorlopig geniet ik van de unieke opnamen van ruim 25 jaar geleden, toen Bruce Springsteen ook al The Boss was. Erwin Zijleman
Fragmenten van The Christic Shows kunnen worden beluisterd op http://live.brucespringsteen.net/live-music/0,14250/Bruce-Springsteen-mp3-flac-download-11-16-90-The-Christic-Shows-at-The-Shrine-Los-Angeles-CA.html. De opnames kunnen hier ook worden gekocht in digitale (verschillende formaten) of fysieke vorm (cd).
Ik had begrepen dat opnames van de show verkrijgbaar zouden zijn via de website http://live.brucespringsteen.net, maar voor de set van vorige week moeten we nog een aantal weken geduld hebben (er staat overigens wel een mooie set uit Barcelona, opgenomen in mei).
Op deze site kwam ik wel ander moois tegen, namelijk opnames van twee solo optredens uit 1990. Op 16 en 17 november 1990 stond Bruce Springsteen ter ondersteuning van The Christic Institute Benefit in The Shrine Auditorium in Los Angeles en deze shows zijn nu eindelijk beschikbaar.
Het was geen makkelijke tijd voor Springsteen. Dat zijn huwelijk met actrice Julianne Phillips in 1988 op de klippen zou lopen was eigenlijk al duidelijk op het in 1987 verschenen Tunnel Of Love, maar in 1990 leek Springsteen ook te hebben gebroken met zijn tot op dat moment onafscheidelijke E-Street Band. Springsteen maakte in 1990 immers twee platen met een aantal andere muzikanten. Deze platen zouden nog twee jaar op de plank liggen en wat mij betreft waren het uiterst zwakke Human Touch en Lucky Town hier voorgoed blijven liggen.
Op het moment van de concerten in Los Angeles was Tunnel Of Love de meest recente Springsteen plaat en persoonlijk vind ik het zijn beste (maar daar sta ik redelijk alleen in denk ik). Toch domineert Tunnel Of Love niet tijdens de twee shows in Los Angeles. De shows citeren uit het hele oeuvre van Springsteen van dat moment (en kijken al even vooruit naar de twee zwakke platen die in 1992 zouden verschijnen), maar klinken totaal anders omdat de power van de E-Street Band is vervangen door een uiterst sobere akoestische begeleiding.
Ik ben zeer verknocht aan het volle en energieke geluid van de E-Street Band, maar ook de sobere solo uitvoeringen van de songs van Bruce Springsteen komen flink aan. Dat wordt nog eens extra versterkt door de zware periode die Springsteen in 1990 doormaakte. De persoonlijke misère had er stevig ingehakt, maar ook het enorme succes van Born In The U.S.A. en de lange tournees die volgden hadden hun tol geëist. Je hoort het in de emotie die Springsteen op de twee avonden in 1990 in zijn stem legt.
Dat Bonnie Raitt en Jackson Browne aan het eind van de show opduiken is een bonus, maar diepe indruk heeft Springsteen dan al lang gemaakt. The Christic Shows in The Shrine in Los Angeles zijn niet te vergelijken met de show van vorige week in Den Haag, maar de impact en bewondering zijn even groot.
Over een week of wat haal ik de opnames van de set van vorige week wel op, maar voorlopig geniet ik van de unieke opnamen van ruim 25 jaar geleden, toen Bruce Springsteen ook al The Boss was. Erwin Zijleman
Fragmenten van The Christic Shows kunnen worden beluisterd op http://live.brucespringsteen.net/live-music/0,14250/Bruce-Springsteen-mp3-flac-download-11-16-90-The-Christic-Shows-at-The-Shrine-Los-Angeles-CA.html. De opnames kunnen hier ook worden gekocht in digitale (verschillende formaten) of fysieke vorm (cd).
18 juni 2016
Radiohead - A Moon Shaped Pool
Ruim een maand geleden was er bijna uit het niets nieuw werk van Radiohead en A Moon Shaped Pool was in no-time de meest besproken plaat van dat moment.Niet veel later stond de band ook nog eens in Nederland op het podium, maar inmiddels is de Radiohead storm weer wat gaan liggen.
Die storm mag weer aanwakkeren, want inmiddels is de nieuwe plaat van Radiohead ook fysiek verkrijgbaar en kan ook een ieder die niets heeft met digitale muziek van het laatste werk van de Britse band genieten.
A Moon Shaped Pool volgt op een stilte die bijna vijf jaar duurde en is de opvolger van The King Of Limbs. Dat was overigens een plaat die ik na enige gewenning best kon waarderen, maar die ik na het schrijven van mijn recensie op deze BLOG volgens mij nooit meer heb gedraaid.
Muziek van Radiohead beluister ik sowieso maar zelden en als ik al een plaat van de band opzet is het vrijwel altijd het geweldige The Bends uit 1995. Ik begon dus zeker niet met hooggespannen verwachtingen aan de beluistering van A Moon Shaped Pool, maar wat is dit een mooie en bijzondere plaat.
Radiohead maakte na The Bends vooral muziek die bij mij tegen de haren in streek, maar de nieuwe plaat van de Britse band is verrassend toegankelijk. Dat betekent nog niet direct dat A Moon Shaped Pool ook een makkelijke plaat is, want de songs op de plaat zitten vol bijzondere verrassingen.
De nieuwe plaat van Radiohead klinkt verrassend toegankelijk omdat veel songs op de plaat geworteld lijken in Britse folk, waarbij met name de muziek van John Martyn met enige regelmaat opduikt als referentiemateriaal. Radiohead maakt van deze songs typische Radiohead songs door de spannende en bijzonder fraaie arrangementen en de zo kenmerkende zang van Thom Yorke.
In de arrangementen is een belangrijke rol weggelegd voor de strijkers van de London Contemporary Orchestra, die zorgen voor prachtige spanningsbogen. Zeker bij beluistering met de koptelefoon hoor je dat ook de andere instrumenten op de plaat zorgen voor prachtige accenten. Zeer incidenteel is geweldig gitaarwerk te horen, zo nu en dan bewandelt de elektronica zeer avontuurlijke wegen en tenslotte zorgt wonderschoon pianospel meer dan eens voor een bijna serene rust.
A Moon Shaped Pool is een behoorlijk ingetogen plaat, maar wat gebeurt er onder de op het oog kalme oppervlakte verschrikkelijk veel en wat is het allemaal mooi en bijzonder. Radiohead vond zich op bijna al haar vorige platen opnieuw uit, maar op A Moon Shaped Pool klinkt de band vooral als zichzelf en is citeren uit het eigen verleden eens geen probleem.
Ik heb A Moon Shaped Pool inmiddels talloze keren gehoord en iedere keer hoor ik weer nieuwe dingen en word ik weer verrast door de schoonheid van de songs, de vocalen en de instrumentatie. Volgens mij heeft Radiohead een plaat gemaakt die ik net zo vaak zal gaan beluisteren als het tot voor kort onaantastbaar geachte The Bends. Voor mij een enorme verrassing. Erwin Zijleman
Die storm mag weer aanwakkeren, want inmiddels is de nieuwe plaat van Radiohead ook fysiek verkrijgbaar en kan ook een ieder die niets heeft met digitale muziek van het laatste werk van de Britse band genieten.
A Moon Shaped Pool volgt op een stilte die bijna vijf jaar duurde en is de opvolger van The King Of Limbs. Dat was overigens een plaat die ik na enige gewenning best kon waarderen, maar die ik na het schrijven van mijn recensie op deze BLOG volgens mij nooit meer heb gedraaid.
Muziek van Radiohead beluister ik sowieso maar zelden en als ik al een plaat van de band opzet is het vrijwel altijd het geweldige The Bends uit 1995. Ik begon dus zeker niet met hooggespannen verwachtingen aan de beluistering van A Moon Shaped Pool, maar wat is dit een mooie en bijzondere plaat.
Radiohead maakte na The Bends vooral muziek die bij mij tegen de haren in streek, maar de nieuwe plaat van de Britse band is verrassend toegankelijk. Dat betekent nog niet direct dat A Moon Shaped Pool ook een makkelijke plaat is, want de songs op de plaat zitten vol bijzondere verrassingen.
De nieuwe plaat van Radiohead klinkt verrassend toegankelijk omdat veel songs op de plaat geworteld lijken in Britse folk, waarbij met name de muziek van John Martyn met enige regelmaat opduikt als referentiemateriaal. Radiohead maakt van deze songs typische Radiohead songs door de spannende en bijzonder fraaie arrangementen en de zo kenmerkende zang van Thom Yorke.
In de arrangementen is een belangrijke rol weggelegd voor de strijkers van de London Contemporary Orchestra, die zorgen voor prachtige spanningsbogen. Zeker bij beluistering met de koptelefoon hoor je dat ook de andere instrumenten op de plaat zorgen voor prachtige accenten. Zeer incidenteel is geweldig gitaarwerk te horen, zo nu en dan bewandelt de elektronica zeer avontuurlijke wegen en tenslotte zorgt wonderschoon pianospel meer dan eens voor een bijna serene rust.
A Moon Shaped Pool is een behoorlijk ingetogen plaat, maar wat gebeurt er onder de op het oog kalme oppervlakte verschrikkelijk veel en wat is het allemaal mooi en bijzonder. Radiohead vond zich op bijna al haar vorige platen opnieuw uit, maar op A Moon Shaped Pool klinkt de band vooral als zichzelf en is citeren uit het eigen verleden eens geen probleem.
Ik heb A Moon Shaped Pool inmiddels talloze keren gehoord en iedere keer hoor ik weer nieuwe dingen en word ik weer verrast door de schoonheid van de songs, de vocalen en de instrumentatie. Volgens mij heeft Radiohead een plaat gemaakt die ik net zo vaak zal gaan beluisteren als het tot voor kort onaantastbaar geachte The Bends. Voor mij een enorme verrassing. Erwin Zijleman