Ik had tot dusver niet zo heel veel met de platen van de Ierse singer-songwriter Imelda May.
De muzikante uit Dublin imponeerde op haar tot dusver verschenen platen absoluut met haar soulvolle strot, maar in muzikaal opzicht vond ik het, mede dankzij haar zwak voor 80s new wave en rockabilly, allemaal net wat te lichtvoetig of te pompeus.
Er was helaas een liefdesbreuk voor nodig om Imelda May in een andere richting te bewegen. Het einde van haar huwelijk heeft Imelda May geïnspireerd tot een heuse breakup plaat en wie kan deze mooier produceren dan de gelouterde T-Bone Burnett?
De Amerikaanse topproducer heeft de nieuwe plaat van Imelda May prachtig ingekleurd en heeft de Ierse singer-songwriter een andere plaat laten maken dan we van haar gewend zijn.
Voor de fraaie inkleuring van Life. Love. Flesh. Blood kon T-Bone Burnett uiteraard een beroep doen op muzikanten die het liefdesverdriet van Imelda May op zeer doeltreffende wijze uit hun instrumenten kunnen laten komen.
Het gitaarwerk van topgitaristen als Marc Ribot en T-Bone Burnett, de piano van Patrick Warren, het orgel van Carl Wheeler en de drums van Jay Bellerose zijn zoals altijd prachtig en leggen een bijzonder fraaie basis waarop Imelda May kan schitteren.
Dat schitteren laat ze overigens ook nog over aan Jools Holland die los mag gaan op zijn piano en voor Jeff Beck, die tekent voor het meest indrukwekkende gitaarspel op de plaat.
Imelda May was op haar vorige platen niet vies van bombast, maar manifesteert zich op Life. Love. Flesh. Blood als een crooner van formaat. Het einde van haar huwelijk is haar overduidelijk niet in de koude kleren gaan zitten. In veel van de teksten staan liefdesverdriet en hartzeer centraal en zingt Imelda May met flink wat emotie en gevoel. Dat doet ze in een aantal tracks opvallend ingetogen, maar Imelda May gaat ook een paar keer helemaal los.De stem van de Ierse singer-songwriter doet nog altijd wat denken aan die van Chrissie Hynde, maar is soulvoller en veel krachtiger.
Life. Love. Flesh. Blood staat vol met aansprekende songs en het zijn songs die vol passie worden vertolkt. Dat laatste is uitsluitend de verdienste van Imelda May zelf, maar zonder T-Bone Burnett was Life. Love. Flesh. Blood nooit zo’n bijzondere plaat geworden.
De Amerikaanse producer heeft de plaat voorzien van een traditioneel aandoend rootsgeluid dat beelden van duistere en broeierige nachtclubs aan de oevers van de Mississippi op het netvlies tovert. Imelda May is in deze nachtclubs de zangeres en zingt al het leed dat haar is overkomen op indrukwekkende wijze van zich af.
Op hetzelfde moment heeft T-Bone Burnett hier en daar ook een randje Phil Spector en een randje Motown toegevoegd aan de plaat, wat Life. Love. Flesh. Blood voorziet van veel dynamiek, wat weer prachtig past bij alle dynamiek in de stem van de Ierse singer-songwriter.
Ik had zoals gezegd tot dusver niet zo heel veel met de platen van Imelda May, maar Life. Love. Flesh. Blood is in alle opzichten een prachtplaat. Erwin Zijleman