De vanuit Atlanta, Georgia, opererende band Algiers was wat mij betreft goed voor een van de meest sensationele debuten van 2015.
De Brits/Amerikaanse band imponeerde op haar titelloze debuut met een nog niet eerder gebruikte combinatie van invloeden en met een urgentie die je genadeloos bij de strot greep.
Voor het omschrijven van de unieke combinatie van invloeden vertrouwde ik twee jaar geleden op een prachtig citaat van AllMusic.com, dat nog steeds relevant is: “Algiers' sound is rife with references that smear together in a soundscape that reasserts (not recombines) musical traditions in a visceral, militant, spiritual way: the striated post-punk of a Certain Ratio, the agit-prop funk attack of the Pop Group, angular, elastic guitar screes à la Gang of Four, the pulsing industrial crunch of Suicide, the hard psychedelic soul of the Temptations, raw Georgia gospel circa the Elders of Zion, John Lee Hooker's early boogie, and the lonesome wails of chain gangs and field hollers”.
Het is een citaat dat ik twee jaar geleden aanvulde met namen variërend van Moby en de Fine Young Cannibals tot The Birthday Party en Nina Simone, maar met het noemen van namen deed je het debuut van Algiers altijd tekort.
Op het onlangs verschenen tweede album van de band bouwt Algiers nadrukkelijk voort op het zo imponerende debuut. The Underside Of Power mist hierdoor misschien de sensatie van de totale verrassing van het debuut, maar wat is het weer een goede plaat.
Op The Underside Of Power heeft Algiers de tegenstrijdigheden in haar muzikale universum nog wat verder vergroot. De beats, industriële klanken en invloeden uit de postpunk zijn nog wat zwaarder, koeler, donkerder en dreigender, terwijl de met blues, soul en gospel doorspekte vocalen van Franklin James Fisher nog meer passie, emotie en woede laten horen.
Omdat alles op de tweede plaat van Algiers net wat zwaarder is aangezet, is The Underside Of Power net wat minder toegankelijk dan het ook al als een mokerslag aan komende debuut, maar als je eenmaal gewend bent aan het behoorlijk overweldigende geluid van de band, valt er op de nieuwe plaat van Algiers ontzettend veel te genieten.
In muzikaal opzicht heeft de band haar geluid verrijkt met nog wat extra invloeden, waaronder filmische klanken die hier en daar aan Ennio Morricone doen denken, en heeft het zoals gezegd de contrasten benadrukt. Het voorziet de muziek van Algiers van heel veel dynamiek en zeggingskracht en dat past vervolgens weer prachtig bij de geweldige zang van Franklin James Fisher die de emotie weer uit zijn tenen haalt.
Zeker op een warme zomerdag maakt Algiers muziek om bang van te worden, maar wanneer de zon ondergaat en het onweer losbarst zorgen hogepriester Franklin James Fisher en zijn kompanen voor een geluid dat je zo stevig bij de strot grijpt dat je je alleen maar kunt overgeven.
Bij eerste beluistering vond ik het allemaal wel heel heftig, maar inmiddels kan ik alleen maar concluderen dat Algiers haar zo bijzondere debuut met The Underside Of Power heeft overtroffen en dat mag een prestatie van formaat genoemd worden. Erwin Zijleman