Ik was en ben zeer gecharmeerd van de eerste twee platen van de uit New York afkomstige band The Pains Of Being Pure At Heart.
Op het titelloze debuut van de band uit 2009 werden invloeden uit de shoegaze en dreampop op fraaie wijze vermengd met invloeden uit de indiepop, terwijl op het nog betere Belong uit 2001 wederom invloeden uit de shoegaze en dreampop een belangrijke rol speelden en dit keer werden gecombineerd met invloeden uit de 90s indierock.
Op het drie jaar geleden verschenen Days Of Abandon ging het helaas mis. Het zo aangename geluid van The Pains Of Being Pure At Heart was ontdaan van alle scherpe randjes en ging uiteindelijk het ene oor in en het andere weer uit.
Ik had dan ook geen hoge verwachtingen ten aanzien van de vierde plaat van de New Yorkse band en dat leek bij eerste beluistering van The Echo Of Pleasure terecht. Ook op de vierde plaat van The Pains Of Being Pure At Heart spelen invloeden uit de shoegaze en dreampop een bescheiden rol en kiezen de New Yorks voor een wat gepolijster geluid dan op de eerste twee platen.
Waar Days Of Abandon me drie jaar geleden ook bij een nieuwe kans niet wist te overtuigen, ben ik langzaam maar zeker wel onder de indruk geraakt van The Echo Of Pleasure. The Pains Of Being Pure At Heart leunt op haar nieuwe plaat nauwelijks meer op de invloeden uit de shoegaze en dreampop en heeft een nieuwe liefde gevonden in de postpunk en new wave uit de jaren 80.
The Echo Of Pleasure doet aan van alles en nog wat uit de jaren 80 denken, maar het knappe van de plaat is dat het niet eens zo makkelijk is om concrete namen te verbinden aan de invloeden op de nieuwe plaat. Alle invloeden zijn verstopt in heerlijk melodieuze en vrijwel zonder uitzondering lekker in het gehoor liggende songs.
Het is een kunstje dat de band ook op haar vorige plaat uitprobeerde, maar waar Days Of Abandon zouteloze popmuziek opleverde voelt The Echo Of Pleasure als een warm bad. Het is een warm bad dat de ene keer wordt gevuld met de heerlijke vocalen van zangeres Jen Goma, terwijl de andere keer voorman Kip Berman het voortouw neemt.
Invloeden uit de Britse new wave en postpunk domineren op de vierde plaat van The Pains Of Being Pure At Heart, maar hier en daar hoor je ook nog wel een vleugje shoegaze, dreampop of indierock. Net wat vaker hoor ik invloeden uit de 90s indiepop. Zeker wanneer blazers worden ingezet schuurt The Pains Of Being Pure At Heart tegen Belle & Sebastian aan in popliedjes die net wat zoeter zijn dan de rest.
Het is niet eens zo makkelijk uit te leggen waarom The Echo Of Pleasure een veel betere plaat is dan zijn voorganger. Qua ingrediënten en productie scheelt het misschien niets eens zo veel, maar waar de songs de vorige keer niets met me deden staat de nieuwe plaat van de New Yorkers vol met vrijwel onweerstaanbare popliedjes. Het is lastig om in te schatten hoe deze plaat gaat worden ontvangen, maar ik vind hem echt de moeite waard. Erwin Zijleman