De Amerikaanse muzikant Joe Henry heeft de afgelopen 30 jaar een enorme staat van dienst opgebouwd als muzikant en producer.
De muzikant uit Charlotte, North Carolina, heeft inmiddels een flinke stapel uitstekende soloplaten op zijn naam staan en zat bij een nog veel groter aantal prachtplaten als producer achter de knoppen.
Onlangs verscheen Thrum; als ik goed geteld heb de veertiende soloplaat van Joe Henry. Het is een plaat die in een slechts vier sessies werd opgenomen met een aantal gelouterde muzikanten en het is een plaat waarvan de release perfect is getimed aan het begin van de herfst.
Ook Thrum is weer een plaat waar de kwaliteit van afdruipt en dat is inmiddels bijna vanzelfsprekend wanneer Joe Henry een nieuwe plaat uitbrengt. Het zorgt er op een of andere manier voor dat ik bij zijn laatste paar platen nooit meer onmiddellijk onder de indruk ben. Waar ik bij de meeste muzikanten alleen maar kan dromen van platen van het niveau van de platen van Joe Henry, verwacht ik van de Amerikaanse topmuzikant en producer altijd net iets meer. Eerlijk is dat niet, maar het zij zo.
Ook Thrum heeft dat meer overigens weer te bieden, al duurt het misschien even voor het aan de oppervlakte komt. Voordat het zover is maakt Thrum indruk met mooie en stemmige songs vol invloeden uit de folk en de jazz. Het zijn songs die prachtig kleuren bij het herfstlandschap van het moment en die door alle fraaie accenten minstens net zo veelkleurig zijn als dit herfstlandschap.
Met muzikanten als saxofonist Levon Henry (zoon van Joe), pianist Patrick Warren, gitarist John Smith, bassist David Piltch en meesterdrummer Jay Bellerose (absoluut een van de beste en meest avontuurlijke drummers van het moment) kun je alleen maar hele mooie muziek maken en dat doet Joe Henry dan ook op Thrum, waarna de pedal steel van Asa Brosius en een strijkkwartet zorgen voor de kers op de taart.
Thrum bevat met name uiterst ingetogen songs en het zijn songs die warm en stemmig klinken. Joe Henry tekende uiteraard zelf voor de productie en weet inmiddels hoe een plaat moet klinken. Ieder subtiel detail komt glaszuiver uit de speakers, maar Thrum is ook een warm en organisch klinkende plaat.
In muzikaal opzicht is het smullen. Het gitaarwerk is prachtig, de piano zorgt voor heerlijk kabbelende herfstbeekjes, de saxofoon staat garant voor zowel de scherpe als de lome randjes en de ritmesectie speelt zo mooi en avontuurlijk als een ritmesectie moet spelen (maar helaas maar zelden doet). Het klinkt allemaal direct mooi en stemmig, maar er is zoveel schoonheid en avontuur verstopt in de uiterst subtiele instrumentatie dat je steeds weer nieuwe dingen blijft horen en Thrum steeds indrukwekkender wordt.
Ook in vocaal opzicht is de nieuwe plaat van Joe Henry een indrukwekkende plaat. De Amerikaan heeft inmiddels wat gruis op zijn stembanden, maar combineert dit met veel blues en soul in zijn stem. Het doet me meer dan eens denken aan de stem van John Hiatt, soms aan die van Randy Newman, maar ook Van Morrisson is nooit ver weg.
Ook in muzikaal opzicht doet Thrum overigens wel wat denken aan de muziek van de Ierse singer-songwriter, maar als ik moet kiezen tussen de laatste plaat van Van Morrison en Joe Henry weet ik het wel en kies ik voor Thrum. Joe Henry moet met zijn laatste paar platen opboksen tegen irrealistisch hoge verwachtingen, maar ook met Thrum maakt hij ze weer waar. Knap. Erwin Zijleman