“Led Zeppelin en de Sex Pistols die besluiten om hun gitaar en bas in te ruilen voor accordeon, banjo, viool en mandoline, een week lang naar Bill Monroe luisteren en dan de studio induiken”. Kijk, dat is nou een citaat dat me nieuwsgierig maakt naar een plaat. Het citaat heeft betrekking op Where The Heather Don’t Grow van Black Jake & The Carnies; een plaat die tot mijn verbazing al in 2008 werd uitgebracht, maar nu een nieuwe kans krijgt. De waarschijnlijk nieuwe aanprijzing van de plaat maakte mij in ieder geval direct nieuwsgierig naar de muzikale verrichtingen van de band uit Ypsilanti, Michigan, en ik moet zeggen dat Where The Heather Don’t Grow me niet heeft teleurgesteld. Black Jake & The Carnies maken op hun debuut muziek die door henzelf wordt omschreven als “crabgrass”; een mix van bluegrass, Americana, Ierse volksmuziek en punk. Deze crabgrass wordt met akoestische instrumenten gespeeld, waarbij naast de al genoemde accordeon, banjo, viool en mandoline ook nogal uiteenlopende percussieinstrumenten opduiken, waaronder het fameuze wasbord. Door het akoestische instrumentarium klinkt de muziek van Black Jake & The Carnies vooral traditioneel en ligt de link met de punk in muzikaal opzicht niet direct voor de hand, maar Where The Heather Don’t Grow heeft absoluut een punky attitude en klinkt rauwer dan je op basis van de gebruikte instrumenten zou verwachten. Black Jake & The Carnies maken over het algemeen gitzwarte muziek, maar deze klinkt zo af en toe ook verrassend opgewekt. Met name wanneer de invloeden uit de Ierse volksmuziek een prominente plek krijgen moest ik zo af en toe denken aan de muziek van The Pogues, maar Black Jake & The Carnies hebben op Where The Heather Don’t Grow ook een duidelijke voorliefde voor de Amerikaanse murder ballad en klinken dan weer heel anders. Live moet de muziek van de Amerikanen een waar feest zijn, maar ook op de plaat blijft de muziek van Black Jake en zijn Carnies volledig overeind. Where The Heather Don’t Grow klinkt fris, gepassioneerd en anders, maar ook gedreven, duister en indringend. Het feit dat het debuut van Black Jake & The Carnies tot dusver niet is opgepikt verbaast me dan ook zeer. Laten we hopen dat Where The Heather Don’t Grow de zo verdiende tweede kans wel pakt, want dat dit in meerdere opzichten een memorabel debuut is is wat mij betreft zeker. Erwin Zijleman