De plaat lag hier al een tijd op de stapel. Een gitzwarte hoes met alleen het woord Hope. Het is de titel van de plaat en de naam van de band.
Lastig te googelen dus, maar inmiddels weet ik dat Hope een band is uit Berlijn en dat het debuut van de band live werd opgenomen in een verlaten sanatorium in de buurt van Berlijn.
De naam van de band doet misschien nog vermoeden dat Hope opgewekte muziek maakt, maar de kleur van de hoes zegt uiteindelijk veel meer over de muziek van de band uit Berlijn.
Hope maakt immers gitzwarte muziek en het is ook nog eens muziek die de temperatuur onmiddellijk een paar graden laat dalen. De band uit Berlijn heeft alvast de soundtrack gemaakt voor het laatste seizoen van Game Of Thrones, waarin de ijzige kou steeds verder oprukt en het daglicht langzaam maar zeker wordt verdreven.
Op het door Olaf Opal (The Notwist, Liquido) geproduceerde debuut van Hope domineren loodzware drums, diepe bassen, ijle synths en voornamelijk gruizige gitaren. Het is muziek die een koude wind door de kamer blaast, maar het is ook muziek die het verdient om aandachtig beluisterd te worden, want Hope bouwt haar geluidsmuren verrassend mooi op.
Het zijn geluidsmuren die soms hoog en dreigend zijn, maar het zijn ook geluidsmuren vol dynamiek en vol mooie details, waarin met name de drums en de gitaren een belangrijke rol opeisen.
De hoofdrol is echter weggelegd voor de frontvrouw van de band. Christine Borsch-Supan trekt in de openingstrack fel van leer met zang die de felheid van Patti Smith combineert met de donkere mystiek van Siouxsie Sioux, maar steekt in de tweede track Portishead’s Beth Gibbons naar de kroon met zang die garant staat voor kippenvel. Nu vind ik de muziek van Portishead al behoorlijk koel en donker, maar Hope draait de thermostaat nog flink lager en laat horen dat diepzwart nog best wat tinten donkerder kan.
De Duitse band maakt onder leiding van het indrukwekkende boegbeeld Christine Borsch-Supan muziek om bang van te worden, maar eenmaal bekomen van de schrik hoor je ook muziek van een bijna onwerkelijke schoonheid.
Producer Olaf Opal heeft een duister kunststukje afgeleverd en de muzikanten van de band raken steeds vaker een gevoelige snaar, maar het is Christine Borsch-Supan die uiteindelijk iedereen op de knieën krijgt. De zangeres uit Berlijn spreekt haar teksten uit als een hogepriester uit de duistere regionen zoals landgenote Nico dat ooit kon, maar bij de zangeres van Hope is iedere noot raak.
De acht tracks op het titelloze debuut van Hope zijn niet alleen aardedonker, maar zitten ook vol onderhuidse spanning. Het is spanning die steeds weer prachtig aan de oppervlakte komt en opbouwt tot de climax die steeds weer op andere wijze komt.
Hope vertrouwt in een aantal tracks op indrukwekkende gitaarmuren met een randje shoegaze, maar de band uit Berlijn durft ook verrassend subtiel te spelen. Na acht songs in iets meer dan een half uur ben je desondanks murw gebeukt door alle donkerere en dreigende klanken en heeft Christine Borsch-Supan haar bezwering met succes uitgesproken.
Het debuut van Hope is geen plaat voor een ieder die het leven uitsluitend door een roze bril wil bekijken, maar wanneer je niet bang bent voor aardedonkere muziek vol ruwe schoonheid is het debuut van de band uit Berlijn een debuut om te koesteren. Na één keer horen was ik diep onder de indruk, maar de plaat van de Duitse band groeit ook nog eens bij iedere luisterbeurt en brengt steeds meer detail aan in iets dat op het eerste gehoor nog gitzwart en ijskoud lijkt. Prachtplaat. Erwin Zijleman
Het debuut van Hope is onder andere verkrijgbaar via de website van de band: https://www.musicglue.com/thisishope/.