Het uit Austin, Texas, afkomstige Okkervil River debuteerde in 2000 en is in de elf jaar die sindsdien zijn verstreken uitgegroeid tot een grote band. Dat ging niet zonder slag of stoot. De eerste platen van de band rond Will Sheff en Jonathan Meiburg, die ook de basis vormen van de in eerste instantie succesvollere band Shearwater, werden vooral genegeerd. Pas vanaf het in 2005 verschenen Black Sheep Boy wordt Okkervil River geprezen door de critici en omarmd door een grote groep muziekliefhebbers. Dat leverde na Black Sheep Boy het uitstekende The Stage Names (2007) op, waarna het in 2008 verschenen The Stand Inns eerlijk gezegd een klein beetje tegenviel. Het heeft de druk op de band waarschijnlijk flink opgevoerd, maar daar is weinig van te merken op het na een pauze van drie jaar (waarin de band overigens wel levende legende Roky Erickson begeleide op diens glorieuze comeback) verschenen I Am Very Far. I Am Very Far is in alle opzichten een grootse plaat van een grote band. Het is een plaat die zich niet direct laat vergelijken met zijn voorgangers. Op I Am Very Far keert Okkervil River een platenkast die is gevuld met 50 jaar aan klassiekers om, pikt het er het beste uit en smeedt al deze invloeden vervolgens aaneen in een even tijdloos als modern geluid. Het levert een plaat op die direct bij eerste beluistering vertrouwd klinkt, maar vervolgens alleen maar blijft verrassen. I Am Very Far is een plaat die in eerste instantie uitnodigt tot het benoemen van invloeden. Dat begint bij Talking Heads en XTC, gaat via The Band, The Doors, The Velvet Undergound en Wilco de kant op van The Arcade Fire en Pulp, maar schiet vervolgens zoveel kanten op dat je het spoor snel bijster bent. Een aantal tracks op I Am Very Far had niet misstaan op The Arcade Fire’s Funeral, maar tegenover een aantal redelijk bombastische tracks staan een aantal ingetogen en zich langzaam voortslepende tracks waarin Okkervil River met minimale middelen een maximaal effect bereikt. Op I Am Very Far heeft Okkervil River alle schroom van zich afgeschud en durft het zich te manifesteren als de grote band die het inmiddels een aantal jaren is. Het klinkt allemaal zo groots en imposant dat je op het eerste gehoor niet door hebt hoe gevarieerd I Am Very Far klinkt en hoe fraai het enorm grote aantal puzzelstukjes in elkaar valt. I Am Very Far is hierdoor een plaat die je vaak moet horen voordat je er een definitief oordeel over kunt vellen, maar dit oordeel kan uiteindelijk alleen maar positief zijn. Op I Am Very Far slaagt Okkervil River er in om haar geluid naar een hoger niveau te tillen, zonder dat dit ten koste is gegaan van het avontuur en de eigenzinnigheid die de band altijd heeft gekenmerkt. Een aantal decennia popmuziek trekt aan je voorbij, maar het jasje dat er om heen zit is fonkelnieuw. Okkervil River revancheert zicht op bijzonder knappe wijze voor het wat zwakkere The Stand Inns, maar overtreft ook nog eens alle andere platen uit het fraaie oeuvre dat de band inmiddels heeft opgebouwd. De zoveelste hele mooie plaat uit de lente van 2011. Waar houdt dit op? Erwin Zijleman