06 februari 2025

Review: Johnny Lloyd - Punchline

In het lijstje met de namen van de grote songwriters van het moment komt de naam Johnny Lloyd waarschijnlijk niet al te vaak voor, maar de Britse muzikant hoort absoluut thuis in dit lijstje
Johnny Lloyd ontdekte ik een jaar of zes geleden min of meer bij toeval, maar vervolgens was de Britse muzikant wel goed voor drie jaarlijstjesalbums op rij. Sindsdien bracht hij een hoop materiaal uit in de vorm van ‘tussendoortjes’, maar op Punchline keert de briljante singer-songwriter Johnny Lloyd weer terug. Punchline klinkt als de spreekwoordelijke omgevallen platenkast, maar de Britse muzikant geeft ook zijn eigen draai aan alle invloeden uit het verleden en komt wederom op de proppen met songs die je eindeloos wilt koesteren. Johnny Lloyd was voor mij wat uit beeld de afgelopen jaren, maar met Punchline is hij gelukkig weer helemaal terug.



Ik probeerde het in 2019 heel vaak met Next Episode Starts In 15 Seconds, het officiële debuutalbum van de Britse muzikant Johnny Lloyd. Heel lang hoorde ik niet zo heel veel in de songs van Johnny Lloyd, tot ik ze opeens briljant vond en Next Episode Starts In 15 Seconds begon te koesteren. 

De Britse muzikant speelde voordat hij begon aan een solocarrière in Britse bands als Tribes en Operahouse, maar trok uiteindelijk vooral de aandacht met zijn wat roekeloze levensstijl, zijn psychische problemen en zijn relatie met de Britse actrice Billie Piper. De persoonlijke songs op het debuutalbum van Johnny Lloyd deden wel wat denken aan Elliott Smith, al vond ik de voor een belangrijk deel akoestische songs op het album ook typisch Brits. 

Johnny Lloyd haalde met zijn debuutalbum mijn jaarlijstje en herhaalde dit kunstje in 2020 en 2021 met de albums Cheap Medication en La La La, die nog beter en veelzijdiger waren dan het fantastische debuutalbum. Tussen de genoemde drie albums in maakte de Britse muzikant nog een handvol andere albums gevuld met onder andere ruwe demo’s en songs voor soundtracks van tv-series. Ook na La La La is nog heel veel muziek van Johnny Lloyd verschenen, maar omdat het vooral ging om EP’s en soundtracks zijn ze mij niet opgevallen. 

Ik ga er nog zeker naar luisteren, maar voorlopig gaat al mijn aandacht uit naar het deze week verschenen Punchline, dat wordt gepresenteerd als de echte opvolger van La La La uit 2021. Johnny Lloyd poseerde op de cover van zijn debuutalbum nog met zijn destijds zwangere vriendin Billie Piper, maar vorig jaar liep hun relatie op de klippen. Het heeft wel wat sporen nagelaten op het nieuwe album van de Britse muzikant, maar Punchline is zeker niet alleen een breakup album. 

Punchline opent verrassend opgewekt met blazers, maar het album bevat zeker niet alleen zonnestralen. Johnny Lloyd laat wel weer direct horen dat hij een geweldig songwriter is en dat houdt hij ook dit keer een album lang vol. De Britse muzikant laat zich ook op Punchline inspireren door een aantal decennia Britse en Amerikaanse popmuziek, waarbij ook dit keer Elliott Smith opduikt als vergelijkingsmateriaal, maar ook de nodige groten uit de Britse popmuziek voorbij komen. 

Als ik Punchline vergelijk met het inmiddels zes jaar oude Next Episode Starts In 15 Seconds moet ik concluderen dat Johnny Lloyd in deze zes jaar reuzenstappen heeft gezet. Op zijn debuutalbum klonken zijn songs nog als ruwe diamanten, maar op het nieuwe album van de Britse muzikanten schitteren ze uitbundig. De groei hoor je ook terug in de muziek, die voller en veelzijdiger klinkt, en zeker ook in de zang, die een stuk minder lo-fi klinkt dan zes jaar geleden. 

Johnny Lloyd is nog altijd behoorlijk onbekend, maar het grote publiek, dat hij al verdiende met Next Episode Starts In 15 Seconds, Cheap Medication en La La La moet er nu echt maar eens komen. Punchline is een tijdloos singer-songwriter album en het is een album dat vol staat met songs van een niveau dat maar weinigen gegeven is. Het is misschien gemaakt door een enfant terrible, maar dat zijn wel vaker de beste en meest interessante muzikanten. Punchline staat op lang niet alle releaselijsten deze week, maar het is echt een van de grote releases van de eerste week van de tweede maand van het jaar. Erwin Zijleman


Punchline van Johnny Lloyd is verkrijgbaar via de Mania webshop:


05 februari 2025

Review: Sophie van Hasselt - Care, Are You Free

De Nederlandse muzikante Sophie van Hasselt heeft met haar debuutalbum Care, Are You Free? een album afgeleverd dat mee kan met de beste indiefolk en indiepop albums van het moment, nationaal en internationaal
Ik had tot voor kort nog niet van Sophie van Hasselt gehoord, maar de Amsterdamse muzikante heeft me enorm verrast met haar debuutalbum Care, Are You Free?. Het is een album vol lekker in het gehoor liggende popsongs met songs een folky inslag, maar het zijn ook popliedjes vol bijzondere wendingen. Sophie van Hasselt heeft een veelkleurig album afgeleverd en het is een album dat je continu verrast met frisse maar ook eigenzinnige songs. Het sluit aan bij een aantal indiefolk en indiepop muzikanten van het moment, maar Sophie van Hasselt heeft ook een duidelijk eigen geluid. Wat een enorme aanwinst voor de Nederlandse popmuziek en wat een ijzersterk debuut.



Care, Are You Free? is het debuutalbum van de Nederlandse muzikante Sophie van Hasselt. Het is een album dat het deze week vooralsnog moet doen met bescheiden aandacht en dat is jammer. De muzikante uit Amsterdam heeft namelijk een uitstekend album afgeleverd. 

Het is een album dat zich beweegt tussen de grenzen van de indiefolk en de indiepop van het moment en dat zijn genres waarin het de afgelopen jaren flink dringen is. Sophie van Hasselt heeft over concurrentie daarom niet te klagen, maar wat mij betreft houdt ze zich met haar debuutalbum vrij makkelijk staande. 

Dat doet de Nederlandse muzikante in eerste instantie met haar stem. Het is een vaak wat zachte, maar ook zeer karakteristieke stem, die de songs op Care, Are You Free? voorziet van een herkenbaar eigen geluid. Ik denk dat niet iedereen gecharmeerd zal zijn van de stem van Sophie van Hasselt en haar bijzondere manier van zingen, maar zelf vind ik de zang op haar debuutalbum echt heel aangenaam en onderscheidend. 

De stem van de Amsterdamse muzikante geeft haar songs een folky karakter, maar de songs op Care, Are You Free? hebben ook het ruimtelijke en licht mysterieuze wat ook veel Scandinavische zangeressen hebben. Folk is een belangrijk bestanddeel van een aantal songs op het debuutalbum van Sophie van Hasselt, maar wanneer ze de akoestische klanken verruilt voor elektronica, verruilt Care, Are You Free? de indiefolk voor de indiepop, met hier en daar een knipoog naar de dansvloer. 

Ook in de uptempo songs klinkt de zang van Sophie van Hasselt wat mij betreft aansprekend en ook in deze tracks behoudt ze haar unieke karakter. De songs van de Amsterdamse muzikante vallen niet alleen op door de diversiteit ervan, maar ook door het frisse en avontuurlijke karakter er van. De songs van Sophie van Hasselt liggen lekker in het gehoor, maar het zijn ook songs vol bijzondere accenten en wendingen, die je op zeer aangename wijze op het verkeerde been zetten. 

Ik vind het niet eens zo makkelijk om de muziek van Sophie Hasselt te vergelijken met die van andere zangeressen in de genres waarin ze zich beweegt, maar Care, Are You Free? raakt in een aantal opzichten aan de muziek van Billie Eilish. In een aantal andere opzichten weer helemaal niet, wat het unieke karakter van de muziek van Sophie van Hasselt onderstreept. 

Care, Are You Free? is het debuutalbum van de Nederlandse muzikante, maar de kwaliteit en het talent spatten er wat mij betreft van af. Sophie van Hasselt houdt haar songs over het algemeen vrij ingetogen, wat wordt versterkt door de vrij zachte en ingehouden zang, maar de songs op haar debuutalbum sprankelen, waardoor ik blijf luisteren naar Care, Are You Free?. 

Beluister het album met de koptelefoon en je hoort nog veel meer fraaie details in de songs, in de instrumentatie en in de zang op het album. Het is dan ook niet overdreven om Sophie van Hasselt te scharen onder de grote talenten binnen de Nederlandse popmuziek van dit moment. Care, Are You Free? is bovendien een album dat ook over de potentie beschikt om internationaal potten te breken. Het maakt het extra jammer dat ik in de eerste week na de release nog maar heel weinig lees over dit in alle opzichten uitstekende album van eigen bodem. Erwin Zijleman


Care, Are You Free van Sophie ban Hasselt is verkrijgbaar via de Mania webshop:


Review: Sun Kil Moon - All The Artists

De muziek van Sun Kil Moon begon na een tijdje wat voort te kabbelen, maar op het deze week verschenen All The Artists weet de zo herkenbare stijl van de band rond Mark Kozelek me toch weer te overtuigen
Mark Kozelek maakte geweldige albums met zijn band Red House Painters, maakte een aantal uitstekende soloalbums en heeft inmiddels ook al flink wat prima albums met zijn band Sun Kil Moon op zijn naam staan. Na het fantastische Benji uit 2014 zakte het wat in en werd het wat mij betreft meer van hetzelfde of juist iets totaal anders, maar All The Artists bevalt me toch wel weer. Mark Kozelek laat zich dit keer vooral begeleiden door de piano en lijkt bij vluchtige beluistering bijna achteloos zijn verhalen te vertellen, maar de songs van Sun Kil Moon komen uiteindelijk toch tot leven, al is het maar door de mooie verhalen. Het is het niet zo goed als het totaal anders klinkende Benji, maar ik ben er wel blij mee.



Met het album Benji uit 2014 haalde Sun Kil Moon nog met heel veel overtuiging mijn jaarlijstje, maar hierna ben ik de Amerikaanse band redelijk snel uit het oog verloren, al besprak ik nog wel de albums die in 2015 en 2016 verschenen. 

De band rond singer-songwriter Mark Kozelek, die ook een aantal geweldige soloalbums maakte en in de jaren 90 bovendien prachtalbums maakte met zijn band Red House Painters, maakte op een gegeven moment wel heel erg veel albums en het waren albums die wat mij betreft minder aansprekend waren of niet meer zoveel toevoegden aan alles dat er al was, waaronder het geweldige debuutalbum Ghosts Of The Great Highway uit 2003. 

Ook als ik AllMusic.com moet geloven heb ik de afgelopen jaren een aantal wat mindere albums gemist, maar toen deze week een nieuw album van de band opdook, was ik toch wel weer nieuwsgierig. All The Artists is als ik goed geteld heb al het dertiende album van Sun Kil Moon, waardoor Mark Kozelek inmiddels een behoorlijk omvangrijk oeuvre heeft opgebouwd. 

Ondanks het feit dat ik de afgelopen tien jaar nauwelijks meer naar de muziek van Sun Kil Moon heb geluisterd, klonk All The Artists direct vertrouwd. Sun Kil Moon heeft altijd wat zwaarmoedige of op zijn minste weemoedige muziek gemaakt en dat is op het nieuwe album niet anders. 

All The Artists opent met een door piano gedomineerde track, waarin Mark Kozelek terug kijkt op zijn jeugd en zijn leven tot dusver. Het is een track die ook Nick Cave niet zou misstaan, maar door de herkenbare stem van Mark Kozelek is het onmiskenbaar Sun Kil Moon. De openingstrack met alleen piano en zang en incidenteel wat achtergrondzang klinkt als een tijdloze singer-songwriter song, maar dan wel met de donkere ondertoon en de bijzondere twist die al het werk van Mark Kozelek kenmerken. 

De muziek van de band klinkt op het eerste gehoor altijd wat saai, maar de songs dringen zich uiteindelijk toch op, iets dat herkenbaar is van een aantal van de vorige albums. Het recept van de openingstrack blijft ook op de rest van het album een beproefd recept. 

Ook op de rest van All The Artists horen we vooral vrij stevig aangezet pianospel en de mooie stem van Mark Kozelek, die mijmert over persoonlijke beslommeringen. Hier en daar worden wat keyboards en gitaren toegevoegd en verder is er af en toe de bijzondere achtergrondzang, maar over het algemeen genomen is de muziek op All The Artists vooral sober. 

Mark Kozelek kan prachtige songs schrijven over de pieken en dalen in het leven of de problemen in de wereld, maar ook de serveerster bij Starbucks kan zomaar het onderwerp van een song zijn, al wordt een en ander dan wel weer mooi geplaatst in de coronapandemie. 

Sun Kil Moon is nog altijd een band, maar All The Artists klinkt meer als een soloalbum van Mark Kozelek. Het is wat mij betreft geen probleem, want ik vind All The Artists een aansprekend album. Het is een album dat in de openingstrack misschien nog klinkt als Nick Cave, maar uiteindelijk hoor ik meer van Ben Folds, enerzijds vanwege de instrumentatie, maar ook zeker vanwege de prima songs en de donkere humor in de teksten. 

Ik liet zoals gezegd de meeste albums van Sun Kil Moon liggen de afgelopen jaren, maar All The Artists gaat hier de komende tijd nog veel vaker voorbij komen. Bijzondere muzikant toch deze Mark Kozelek. Erwin Zijleman



04 februari 2025

Review: Bonnie "Prince" Billy - The Purple Bird

Will Oldham toog voor het nieuwe album van zijn alter ego Bonnie "Prince" Billy naar Nashville, Tennessee, waar hij het verrassend lichtvoetige, maar ook bijzonder mooie en sfeervolle The Purple Bird opnam
Ik vond de muziek van de Amerikaanse muzikant Will Oldham in het verleden vaak behoorlijk donker en ook wel wat wisselend van kwaliteit. Het deze week verschenen The Purple Bird klinkt flink anders. De nieuwe songs van zijn alter ego Bonnie “Prince” Billy klinken verrassend opgewekt. Het zijn songs die werden opgenomen in Nashville met producer David Ferguson en die aansluiten bij de rijke traditie van de Amerikaanse muziekhoofdstad. De wat meer uptempo songs zorgen voor het goede gevoel, terwijl de meer ingetogen songs de schoonheid in de muziek van Will Oldham bloot leggen. Het schiet meerdere kanten op, maar dit album bevalt me wel.



De Amerikaanse muzikant Will Oldham is voor velen een cultheld, maar ik heb zelf lang niet altijd wat met zijn muziek. Het is heel veel muziek, want Will Oldham maakte muziek onder zijn eigen naam, onder de namen Palace Brothers, Palace Songs, Palace Music en Palace en natuurlijk onder de naam Bonnie “Prince” Billy. Onder die laatste naam maakt de Amerikaanse muzikant met afstand de meeste albums en het is inmiddels een enorme stapel. 

Tussen al die albums zitten er een handvol die ook ik reken tot albums die ik niet graag zou hebben gemist, waaronder natuurlijk het geweldige debuutalbum I See A Darkness uit 1999, maar ook het in 2023 verschenen Keeping Secrets Will Destroy You. Het deze week verschenen The Purple Bird is de echte opvolger van dit album, waardoor ik er met meer nieuwsgierigheid naar uit keek dan gebruikelijk bij nieuwe muziek van Will Oldham. 

Keeping Secrets Will Destroy You was een behoorlijk ingetogen album met zeer smaakvol ingekleurde songs, waarop de stem van Will Oldham prachtig combineerde met die van zangeres Dane Waters. Ik kom haar naam helaas niet tegen in de credits die horen bij The Purple Bird het ontbreken van de zangeres is niet het enige verschil tussen Keeping Secrets Will Destroy You en The Purple Bird. 

Het nieuwe album van Bonnie “Prince” Billy werd opgenomen in Nashville, waar Will Oldham een beroep deed op de gelouterde producer David Ferguson, die in het verleden werkte met Johnny Cash en John Prine, de afgelopen jaren achter de knoppen zat bij onder andere Johnny Blue Skies, Sierra Ferrell, Brit Taylor en Sturgill Simpson en in het verleden ook al meerdere keren samenwerkte met Will Oldham. 

David Ferguson drukt een stevig stempel op het album en sleept de muziek van Bonnie “Prince” Billy op The Purple Bird Nashville in, waarvoor hij de hulp inriep van een aantal topmuzikanten, onder wie bluegrass legende Tim O’Brien en zangeres Brit Taylor, die dit keer met enige regelmaat tekent voor de achtergrondvocalen die de stem van Will Oldham optillen. 

Een aantal songs op het album is wat voller ingekleurd met strijkers en blazers, maar de meeste songs op het album laten een redelijk ingehouden maar zeer smaakvol geluid horen. The Purple Bird laat de muziek horen die al talloze decennia wordt gemaakt in Nashville en die vooral liefhebbers van wat traditionelere Amerikaanse countrymuziek zal aanspreken. 

Ik ben zelf niet vies van wat modernere countrymuziek, maar Bonnie “Prince” Billy heeft op The Purple Bird veel te bieden. De inkleuring van de songs op het album is prachtig, de productie warm en sfeervol, de songs zijn stuk voor stuk bijzonder mooi en de zang van Will Oldham is net zo mooi als die op het vorige album en kruipt nog wat verder onder de huid wanneer Brit Taylor hem ondersteunt of de andere muzikanten tekenen voor fraaie harmonieën. 

In het verleden vond ik de albums van Will Oldham vaak wat wisselvallig, maar The Purple Bird opent bijzonder mooi en houdt het hoge niveau vervolgens makkelijk vast, ook als het nog een stuk uitbundiger wordt. Bonnie “Prince” Billy maakte in het verleden vaak behoorlijk zwaarmoedige muziek, maar veel songs op The Purple Bird zijn verrassend lichtvoetig, waardoor het album 45 minuten zeer aangenaam vermaakt en op hetzelfde moment song na song een verrassend hoog niveau aantikt. En zo word ik toch steeds meer fan van Will Oldham. Erwin Zijleman

De muziek van Bonnie "Prince" Billy is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://bonnieprincebilly.bandcamp.com/album/the-purple-bird.


The Purple Bird van Bonnie "Prince" Billy is verkrijgbaar via de Mania webshop:



03 februari 2025

Review: Eddie Chacon - Lay Low

Eddie Chacon moest lang teren op de ene wereldhit die hij aan het begin van de jaren 90 scoorde, maar met drie uitstekende soloalbums op rij krijgt de tweede jeugd van de Amerikaanse muzikant steeds meer glans
Ik had me tot dusver nog niet gewaagd aan de muziek van de Amerikaanse soulzanger Eddie Chacon. Ten onrechte, want de twee soloalbums die Eddie Chacon de afgelopen jaren maakte waren uitstekend en ook het deze week verschenen Lay Low mag er weer zijn. Op zijn derde soloalbum smeedt de Amerikaanse muzikant op fraaie wijze invloeden uit de soulmuziek uit het verleden en meer eigentijdse klanken aan elkaar. Het levert een sprankelend maar ook heerlijk zwoel en lui album op, dat nog wat verder wordt opgetild door de prima soulstem van Eddie Chacon. Lay Low krijgt net als zijn twee voorgangers uitstekende recensies en dat is volkomen terecht.



Eddie Chacon maakte aan het begin van de jaren 90 deel uit van het duo Charles & Eddie, dat in 1992 een wereldhit scoorde met Would I Lie To You? Het is zo’n oorwurm die bijna iedereen mee kan zingen, maar die mij destijds niet nieuwsgierig maakte naar de andere muziek van het Amerikaanse tweetal. Would I Lie To You? is volgens mij het enige serieuze wapenfeit van Charles & Eddie, die na hun wereldhit dan ook snel uit beeld verdwenen. 

Charles Pettigrew verloor in 2001 de strijd tegen kanker en Eddie (Chacon) dook pas weer op in 2020, toen zijn eerste soloalbum verscheen. Dat album, Pleasure, Joy And Happiness, kreeg verrassend goede kritieken, maar vanwege de associaties met Charles & Eddie heb ik destijds niet de tijd genomen om naar het album te luisteren. Ik kan me ook niet herinneren dat ik in 2023 heb geluisterd naar zijn tweede album Sundown, dat op nog positievere recensies kon rekenen. 

Deze week verscheen het derde album van Eddie Chacon en ook Lay Low is weer zeer warm onthaald. Hoogste tijd dus om Eddie Chacon de oorwurm die hij meer dan dertig jaar geleden maakte eindelijk te vergeven. Daar heb ik geen spijt van gehad, want Lay Low is inderdaad een uitstekend album. Het is een album dat uitnodigt tot luieren in de winterzon en wie wil dat nou niet. 

Lay Low is een lekker loom en zwoel klinkend album met een wat vintage soulgeluid. Verwacht geen dampende soul met blazers, maar eerder de wat meer kosmische soul die in de jaren 60 en 70 onder andere door Curtis Mayfield en met enige regelmaat door Marvin Gaye werd gemaakt. 

Eddie Chacon maakte zijn eerste twee albums met producer John Carroll Kirby, maar werkt op Lay Low met producer Nick Hakim, die ik alleen ken van Lianne La Havas en Nilüfer Yanya. Nick Hakim heeft de jaren 60 en 70 vibe in de muziek van Eddie Chacon versterkt, maar is er ook in geslaagd om van Lay Low een eigentijds klinkend soulalbum te maken. 

Lay Low is in muzikaal opzicht een soulalbum met een aangenaam nostalgisch tintje, maar het is ook een sprankelend album, dat niet alleen nostalgische gevoelens oproept, maar ook de fantasie prikkelt. De warme en wat broeierige klanken en de speelse ritmes dringen zich makkelijk op en zorgen er voor dat de prille winterzon van het moment een stuk warmer aanvoelt dan hij in werkelijkheid is. 

In muzikaal en productioneel opzicht spreek Lay Low wat mij betreft zeer tot de verbeelding, maar Eddie Chacon blijkt ook een prima soulzanger. De Amerikaanse muzikant beschikt over een soulstem die het uitstekend doet in het soort muziek die hij maakt op Lay Low en die wat mij betreft meer overtuigt dan de stemmen van de vele, vaak wat schreeuwerige, jonge soulzangeres van het moment. 

Met acht songs en een kleine 29 minuten muziek vind ik het derde album van Eddie Chacon wat aan de korte kant, zeker omdat ik na die acht tracks nog lang niet klaar ben met de muziek en de stem van de Amerikaanse muzikant, maar dat is het enige smetje wat mij betreft. 

Lay Low van Eddie Chacon bewijst nog maar eens dat resultaten uit het verleden niets zeggen over resultaten in de toekomst, want de Amerikaanse soulzanger laat op zijn derde soloalbum horen dat hij veel meer is dan een inmiddels vergeten one-hit-wonder uit de jaren 90. Erwin Zijleman

De muziek van Eddie Chacon is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://eddiechaconofficial.bandcamp.com/album/lay-low.


Lay Low van Eddie Chacon is verkrijgbaar via de Mania webshop:



02 februari 2025

Review: Rush - Moving Pictures (1981)

De Canadese band Rush heeft een flinke stapel uitstekende albums op haar naam staan, waarvan Moving Pictures uit 1981 door velen het hoogst wordt ingeschat en dat is misschien wel terecht
Toen in 1981 Moving Pictures van Rush verscheen was ik net begonnen met het luisteren naar andere muziek, waardoor ik het album tot voor kort veel minder goed kende dan met name 2112, Hemispheres en Permanent Waves. Tot voor kort, want geïnspireerd door een aantal lijstjes met de beste albums van 1981 heb ik Moving Pictures alsnog ontdekt. Rush heeft het jaren 70 albums van haar klassiekers uit de jaren 70 grondig gerenoveerd en klonk in 1981 een stuk frisser en moderner. Dat doet het album nog steeds, wat iets zegt over de kwaliteit van het album, waarop de drie Canadese muzikanten veertig minuten lang de pannen van het dak spelen. Weergaloos album.



Als tiener hield ik eerst van hardrock en later van progrock, destijds nog symfonische rock genoemd. Beide genres kwamen prachtig samen in de muziek van de Canadese band Rush. De eerste albums van de band vond ik al heel aardig, maar vanaf het vierde album, het in 1976 verschenen 2112, steeg Rush voor mij naar grote hoogten. 2112 werd gevolgd door een prima live-album, waarna de nagenoeg perfecte reeks A Farewell To Kings (1977), Hemispheres (1978) en Permanent Waves (1980) volgde. 

Mijn muzieksmaak veranderde vervolgens langzaam maar zeker, maar tot halverwege de jaren 80 bleef ik de muziek van het Canadese drietal volgen. Ik luisterde echter vooral naar 2112, Hemispheres en Permanent Waves, waardoor Moving Pictures (1981), Signals (1982) en Grace Under Pressure (1984) er wat bekaaid van af kwamen. Met name Moving Pictures wordt door velen gezien als het beste album van Rush, waardoor ik mijn favoriete Rush albums een keer heb laten staan en me heb gericht op het album uit 1981. 

Het is een album waarvan ik een aantal tracks ken uit de live setting, maar op het studioalbum klinken ze wat mij betreft nog veel beter. Rush klonk op de albums die in de jaren 70 verschenen als een band uit de jaren 70, maar op Moving Pictures omarmen Geddy Lee, Alex Lifeson en Neil Peart nog wat meer dan op Permanent Waves de jaren 80. 

Ondanks de koerswijziging is ook Moving Pictures een typisch Rush album, met het geweldige gitaarwerk van Alex Lifeson, de baslijnen en keyboards van Geddy Lee, het fenomenale drumwerk van Neil Peart en natuurlijk ook nog de zo karakteristieke hoge stem van Geddy Lee. Ook op Moving Pictures, dat opent met Rush klassieker Tom Sawyer, verwerkt de Canadese band invloeden uit de hardrock en de progrock, maar de songs op Moving Pictures klinken ook wat moderner dan op de Rush albums die er aan vooraf gingen. 

Het is deels de verdienste van de fris klinkende synths, maar het Canadese drietal verwerkt ook wat andere invloeden dan voorheen en speelt wat strakker. Het is gevangen in een weergaloze productie waarin je ieder detail hoort. In muzikaal opzicht verkeert de band op Moving Pictures in absolute topvorm. De baslijnen van Geddy Lee zijn fantastisch, het gitaarwerk van Alex Lifeson is veelkleurig en drummer Neil Peart speelt de pannen van het dak met zijn onnavolgbare drumwerk. 

Het album opent met een aantal wat compactere songs, maar in het bijna elf minuten durende The Camera Eye schotelt Rush ons een epos voor zoals alleen de Canadese band die kan maken en in het verleden ook maakte. Dit keer wel voorzien van een jaren 80 sausje, want hoewel Moving Pictures in heel veel opzichten een typisch Rush album is, lijkt de band het nieuwe decennium te hebben aangegrepen om haar geluid grondig te moderniseren, wat je nog wat beter hoort in de slottrack Vital Signs. Het is een track die lijkt geïnspireerd door het werk van The Police, maar Rush gooit er de muzikale genialiteit tegenaan die we van de band kennen. 

Moving Pictures was bij mij zoals gezegd een stuk minder bekend dan de albums die er aan vooraf gingen, maar ik begrijp inmiddels wel waarom velen juist dit album het beste album van Rush noemen. Het is een album dat volgende week de 44e verjaardag viert, maar vergeleken met de meeste andere albums van deze leeftijd klinkt het nog verrassend fris en urgent, wat iets zegt over de torenhoge kwaliteit van het album. Erwin Zijleman


Moving Pictures van Rush is verkrijgbaar via de Mania webshop:

Review: Rumer - In Session with Redtenbacher's Funkestra

De Britse zangeres Rumer doet op In Session geen echt nieuwe dingen, maar het album klinkt zeer aangenaam en wordt, net als de vorige albums van Rumer, opgetild door haar werkelijk prachtige stem
Met Seasons Of My Soul debuteerde Rumer in 2010 zeer veelbelovend en verrassend succesvol. Een klapper als haar debuutalbum is sindsdien wat mij betreft niet voorbij gekomen en ook In Session is er weer geen. Op hetzelfde moment is er niets mis met het nieuwe album van Rumer. De Britse zangeres laat zich begeleiden door een zeer competent spelende band, die de Rumer songs uit het verleden net wat anders inkleurt en zoals altijd zingt ze de sterren van de hemel in een prachtige productie. In Session voelt tegelijkertijd als een warm bad en als de warme deken die we in dit seizoen en met een rond warende griepgolf zo goed kunnen gebruiken met zijn allen. Lekker album dus, maar ik denk dat Rumer meer kan.



Mijn recensie van het debuutalbum van de Britse zangeres Rumer was tot eind 2023 met afstand de meest bezochte recensie op de krenten uit de pop en staat nog altijd in de top 10 met de recensies met de meeste bezoekers. Seasons Of My Soul werd aan het eind van 2010 de hemel in geprezen in alle Britse muziektijdschriften, maar was op dat moment nog niet verkrijgbaar in Nederland (het album verscheen in Nederland pas in februari). 

Toen Rumer ook nog eens de show stal in Hootenanny, de oudejaarsshow van Jools Holland, begon haar naam ook in Nederland rond te zingen, wat vele duizenden bezoekers naar de krenten uit de pop bracht. De hype die eind 2010 rond Rumer los barste was op zich best bijzonder, want de in Pakistan geboren Britse muzikante maakte nogal zoete popmuziek, die zowel aan The Carpenters als aan Burt Bacharach deed denken. 

De stem van Rumer bleek echter, net als die van Karen Carpenter, van een unieke schoonheid, waardoor ook ik me liet verleiden door Seasons Of My Soul, dat het zeker in de wintermaanden fantastisch deed. De carrière van de Britse muzikant heeft sinds het terecht zo geprezen debuutalbum helaas een wat grillig karakter en verloop. 

Boys Don’t Cry uit 2012 en Into Colour uit 2014 borduurden voort op het debuutalbum van Rumer, maar waren wat minder verrassend en wat mij betreft ook niet zo goed als Seasons Of My Soul. Vervolgens ging de Britse zangeres op This Girl's In Love: A Bacharach & David Songbook uit 2016 aan de haal met de songs van Burt Bacharach en Hal David. Het was een logische keuze, maar ook een keuze die eerder al door flink wat andere zangeressen was gemaakt. 

Nashville Tears uit 2020 met songs van countrymuzikant Hugh Prestwood was een stuk verrassender, maar hoewel Rumer het geluid op dit album voor een belangrijk deel bepaalde met haar prachtige stem begon ik zo langzamerhand wel weer te verlangen naar nieuwe songs van Rumer. Dit verlangen wordt helaas niet bevredigd met het deze week verschenen In Session. Het album bevat immers songs die wel al kennen van Rumer, zij het in net wat andere versies. 

Op In Session werkt Rumer samen met de Britse band Redtenbacher’s Funkestra. Op basis van de naam van deze band had ik een flinke funkinjectie verwacht op het album, maar dat valt wat tegen. Ook op In Session laat Rumer zich vooral begeleiden door overigens bijzonder trefzekere soulvolle en jazzy klanken en het zijn klanken die vooral zoet en loom klinken met hier en daar een funky accentje. 

Ook de versies van de Rumer songs op In Session doen daarom weer met grote regelmaat denken aan de muziek van The Carpenters, die tegenwoordig gelukkig wel op de juiste waarde worden geschat. In Session mag daarom best een tussendoortje worden genoemd, maar het is wel een tussendoortje met zang die het oor echt genadeloos streelt en ook in muzikaal opzicht heb ik er niets op aan te merken. 

Laat In Session uit de speakers komen en de gevoelstemperatuur stijgt met flink wat graden, waarna je ook nog eens wordt overvallen door een bijzonder aangenaam loom en dromerig gevoel. Met een stem als die van Rumer is het onmogelijk om een slecht album te maken, maar ik vind het nieuwe album van Rumer vooral een aangenaam album. Wel een bijzonder aangenaam album overigens. Helemaal goed dus, maar ik ben de volgende keer wel benieuwd of Rumer ons nog echt kan verrassen. Erwin Zijleman

De muziek van Rumer is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikante: https://rumer.bandcamp.com/album/in-session-feat-redtenbachers-funkestra.


In Session with Redtenbacher's Funkestra van Rumer is verkrijgbaar via de Mania webshop:




01 februari 2025

Review: The Yearlings - After All The Party Years

De Utrechtse band The Yearlings behoort al een jaar of 25 tot de best bewaarde geheimen van de Nederlandse popmuziek en laat ook op After All The Party Years weer horen dat het tot grootse dingen in staat is
Liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek met een stevige gitaarinjectie, die nog niet hebben geluisterd naar After All The Party Years van The Yearlings, lopen het risico een geweldig album te missen. De Utrechtse band maakte sinds de prille start van dit millennium slechts vier albums, maar ze zijn allemaal heel erg goed. Het vorige week verschenen vierde album is wat mij betreft de beste van het stel. De band kan nog altijd uitstekend uit de voeten met de inspiratie uit de Amerikaanse rootsmuziek, maar is dit keer ook niet vies van een wat stevigere rockinjectie, wat fantastisch uitpakt. Ik heb een mooi rijtje alt-country klassiekers in de kast staan, maar dit album is echt niet minder.



Van de Nederlandse band The Yearlings besprak ik ruim zes jaar geleden het album Skywriting. Ik noemde het na een stilte van een kleine veertien jaar verschenen derde album van de band een rootsplaat met internationale allure en dat was het absoluut. De mix van countryrock, rootsrock en alt-country riep bij mij associaties op met onder andere The Byrds, Big Star, The Eagles, Crosby, Stills, Nash & Young en van iets recentere datum The Jayhawks en dat is nogal wat. 

Het is wederom een tijdje stil geweest rond de Utrechtse band, maar met After All The Party Years verscheen vorige week eindelijk weer een nieuw album van The Yearlings, het vierde album in een kleine 25 jaar tijd. Heel productief is de Nederlandse band dus niet, maar met de kwaliteit van de eerste drie albums was niets mis en ook album nummer vier is weer een prachtalbum geworden. 

The Yearlings hadden dit keer maar een kleine minuut nodig om me compleet omver te blazen. Na een kleine minuut ontsporen immers de gitaren op het album en maakt de Utrechtse band de mooiste Amerikaanse rootsmuziek met een rockimpuls die ik de laatste tijd heb gehoord. Ook op haar nieuwe album citeert de band weer uit de archieven van de countryrock uit de jaren 70 en de alt-country uit de jaren 90, maar ook het wat stevigere gitaarwerk wordt niet uit de weg gegaan, wat de band ook wat richting American Underground en de muziek van bijvoorbeeld R.E.M. duwt. 

Openingstrack Medicine Ball klinkt als het soort Amerikaanse rootsmuziek en rockmuziek dat het in de jaren 90 heel goed deed op de Amerikaanse radiostations die je destijds tijdens een roadtrip opzocht, maar de songs van The Yearlings zijn een stuk memorabeler dan de meeste songs die je destijds op de radio hoorde. 

Het is de verdienste van het geweldige gitaarwerk van de gitaristen van de band, maar ook de ritmesectie van de band speelt fantastisch, terwijl de bijdragen van de toetsen en orgels zeer functioneel zijn. After All The Party Years is een album waarvan je alleen maar ongelooflijk blij kunt worden, maar het is ook een heel erg goed album. 

In iedere song tekent de band weer voor een net wat ander geluid. Het is over het algemeen een redelijk vol geluid met meerdere lagen gitaren, maar desondanks komt alles helder uit de speakers. Het is razend knap hoe de Utrechtse band schakelt tussen rootsmuziek en rockmuziek en het resultaat klinkt echt bijzonder lekker. 

In muzikaal opzicht is After All The Party Years niet te versmaden en de songs zijn allemaal even aansprekend, maar de band heeft nog meer te bieden. The Yearlings kan beschikken over meerdere getalenteerde zangers, die hun stemmen ook prachtig combineren in harmonieën, die me meer dan eens aan The Jayhawks doen denken. De harmonieën van The Jayhawks waren voor mij het hoogtepunt van de eerste alt-country golf, maar hetgeen The Yearlings er ruim 30 jaar tegenover zet is zeker niet minder. 

Zeker wanneer je After All The Party Years met wat steviger volume of met de koptelefoon beluistert komen de gitaren van alle kanten en als dan ook nog eens een pedal steel opduikt weet je echt niet meer waar je het moet zoeken. Iedereen die de vorige albums van The Yearlings kent, weet hoe goed de Nederlandse band is, maar op haar vierde album doet de band er ook nog eens een schepje bovenop. Hier moeten ze in de Verenigde Staten maar eens snel naar gaan luisteren, want zo goed als dit heb ik dit soort muziek al tijden niet meer gehoord. Erwin Zijleman

De muziek van The Yearlings is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Nederlandse band: https://theyearlings.bandcamp.com/album/after-all-the-party-years.


After All The Party Years van The Yearlings  is verkrijgbaar via de Mania webshop: