26 maart 2025

Review: Lilian Hak - RESET

Het is heel lang stil geweest rond de Nederlandse muzikante Lilian Hak, maar deze week keert ze terug met RESET dat een veelkleurig en avontuurlijk geluid laat horen dat iets toevoegt aan alle muziek die er al is
De Nederlandse muzikante Lilian Hak maakte twintig jaar geleden twee uitstekende albums met toegankelijke maar ook spannende elektronische popmuziek. Hierna verloor ik haar uit het oog waardoor ik twee interessante albums heb gemist. Het deze week verschenen RESET heb ik gelukkig niet gemist, want ook het vijfde album van Lilian Hak is een hele mooie. Ook dit keer verwerkt de Nederlandse muzikante uiteenlopende invloeden in haar songs, die soms nostalgisch en filmisch klinken. In muzikaal opzicht zit het allemaal weer razend knap in elkaar en ook de zang van Lilian Hak is weer van hoog niveau. We hebben lang op RESET moeten wachten, maar het is wederom een indrukwekkend album.



Tussen de nieuwe albums van deze week kwam ik RESET van Lilian Hak tegen. Het is een naam waarvoor ik even terug in de tijd moest, want in 2004 en 2006 was ik zeer te spreken over de eerste twee albums van de Nederlandse muzikante. Op Silence Feels Safe (2004) en Love's Victory March (2006) maakte Lilian Hak aanstekelijke maar ook avontuurlijke of zelfs experimentele elektronische popmuziek, die niet onder deed voor de muziek die in het buitenland in dit genre werd gemaakt. 

Na deze twee albums kwam ik Lilian Hak alleen nog tegen op een album van de eveneens Nederlandse muzikante iET, die ik helaas ook wat uit het oog ben verloren. Ik had wat beter op moeten letten, want zowel van iET als van Lilian Hak verschenen sindsdien nog twee albums. Het zijn albums waar ik niet eens naar heb geluisterd en dat is zonde, want Lilian Hak maakte met Old Powder New Guns (2010) en Lust Guns & Dust (2013) twee interessante albums (naar die van iET ga ik nog luisteren). 

Het zijn albums waarop de elektronica een stapje terug deed ten gunste van een filmisch geluid dat bij vlagen zeer nostalgisch klonk en hier en daar invloeden van soundtracks van Spaghetti westerns liet horen. Het zijn twee albums die een veel beter lot hadden verdiend. De kans op eerherstel komt met het deze week verschenen RESET, dat na een stilte van twaalf jaar is verschenen. 

Het is goed dat Lilian Hak terug is, want ze heeft nog altijd veel te bieden. Ook op RESET laat ze een wat nostalgisch en met enige regelmaat ook filmisch geluid horen. Het is een geluid met in de openingstrack flink wat blazers, wat het album voorziet van soul. Het is slechts een van de vele invloeden die is te horen op het album, want ook invloeden uit de jazz, triphop en zeker ook de filmmuziek hebben hun weg gevonden naar het vijfde album van Lilian Hak en dat is nog lang niet alles. 

De Utrechtse muzikante werkt op RESET met meerdere producers en flink wat gastmuzikanten en dat is te horen. Het album klinkt fantastisch en laat een spannend en veelkleurig geluid horen, dat zich niet makkelijk in een hokje laat duwen. Het is een persoonlijk album geworden waarop Lilian Hak zoekt naar rust in een chaotische wereld, waarin we op persoonlijk niveau wel een reset kunnen gebruiken (overigens niet de great reset uit onzinnige complottheorieën). 

Het doet me af en toe denken aan de muziek van Portishead, zeker wanneer de ritmes belangrijk zijn, wat ook direct een compliment is voor de zang van Lilian Hak op het abum. De Nederlandse muzikante zingt vooral ingetogen, maar echt bijzonder mooi en met veel gevoel, hier en daar bijgestaan door de eerder genoemde iET. 

Zeker in de meest ingetogen tracks, die vaak een kosmisch soulgeluid laten horen, is de stem van Lilian Hak bijzonder mooi en verdient overigens ook de muziek een groot compliment, want wat wordt er met veel precisie gespeeld op het album. Het organisch en vaak soulvolle klinkende RESET is echt mijlenver verwijderd van de muziek die ik zo’n twintig jaar geleden van Lilian Hak leerde kennen, maar ook dit keer hoor je haar talent en klasse. RESET is ook nog eens een album dat anders klinkt dan de meeste andere albums van het moment, wat het nieuwe album van Lilian Hak nog wat knapper en bijzonderder maakt. Goed dat ze terug is. Erwin Zijleman


RESET van Lilian Hak is verkrijgbaar via de Mania webshop:


Review: Men I Trust - Equus Asinus

De Canadese band Men I Trust heeft met haar nieuwe album Equus Asinus een zwoel, dromerig en verleidelijk album gemaakt dat zomaar de soundtrack kan worden van hele mooie en zorgeloze lentedagen
Men I Trust uit Montreal heeft al een aantal albums op haar naam staan, maar slaat op het deze week verschenen Equus Asinus een wat andere weg in. Het tempo ligt wat lager en de muziek van de Canadese band klinkt ook wat minder elektronisch. Invloeden uit de folk en de dreampop hebben aan terrein gewonnen en wat lome en dromerige klanken domineren. Het past uitstekend bij de stem van zangeres Emma Proulx, die het verleidelijke karakter van de muziek van Men I Trust nog wat verder versterkt. Ik had nog niet eerder geluisterd naar muziek van Men I Trust, maar Equus Asinus klinkt heerlijk, zeker in de aangename lentezon van het moment.



Op basis van de covert art zou ik Equus Asinus (de wetenschappelijke naam van de ezel) van Men I Trust zeker niet geselecteerd hebben voor een plekje op de krenten uit de pop, maar als de Amerikaanse muziekwebsite Paste enthousiast is over een album, moet ik toch op zijn minst even luisteren. 

Het is sowieso niet de week van de mooie cover art, want ik heb deze week maar weinig covers gezien die ik ingelijst aan de muur zou willen hebben en een heleboel waar ik absoluut niet tegenaan zou willen kijken. Het is stiekem ook wel een voordeel van muziek luisteren via de streaming media platforms en toen ik het album via Spotify beluisterde beviel het me wel. Op datzelfde Spotify zag ik trouwens een kleine handvol albums van Men I Trust, een naam die bij mij echt geen belletje deed rinkelen. 

Het heeft er vast mee te maken dat de andere albums van Men I Trust een stuk elektronischer en een stuk meer uptempo klinken dan het deze week verschenen Equus Asinus en zelfs in het hokje electropop worden geduwd. Dat is een hokje waarin het nieuwe album van Men I Trust zeker niet thuis hoort. In welk hokje het album wel thuis hoort is niet zo makkelijk te zeggen. De muziek van Men I Trust bevat hier en daar invloeden uit de dreampop, maar ook invloeden uit de zwoele softpop en de folk hebben hun weg gevonden naar het geluid van de band. 

Men I Trust is overigens een drietal uit het Canadese Montreal dat bestaat uit Jessy Caron, Dragos Chiriac en Emmanuelle "Emma" Proulx. Ik heb de vorige albums van de band ook beluisterd en die klinken bij vlagen best aangenaam, maar het deze week verschenen nieuwe album van de band bevalt me een flink stuk beter. Het is voor een belangrijk deel de verdienste van de stem van Emma Proulx, die zacht en verleidelijk zingt. Het voorziet de muziek van Men I Trust van iets aangenaam zacht en lieflijks, wat het uitstekend doet in de inmiddels losgebarsten lente. 

Nu zijn er momenteel wel heel veel zangeressen die zacht en lieflijk zingen, maar de stem van Emma Proulx is mooier dan gemiddeld en deed mij onmiddellijk smelten. De zang is een van de belangrijkste sterke punten van Equus Asinus, maar er valt absoluut meer te genieten op het album. In muzikaal opzicht maakt de Canadese band makkelijk indruk met dromerige klanken, die de stem van Emma Proulx nog net wat mooier uit laten komen. 

Het zijn deels organische en deels elektronische klanken, maar het combineert allemaal prachtig. Het veelkleurige geluid van de synths valt op, maar ik heb ook wel wat met de mooie en zeer trefzekere baslijnen in de songs van Men I Trust. Het heeft af en toe een randje dreampop, maar Men I Trust laat zich door meerdere genres beïnvloeden en vermengt al deze invloeden in een bijzonder mooi geluid. 

Het is een geluid dat ook wel wat Frans aandoet en een aantal decennia geleden zomaar door Serge Gainsbourg geproduceerd had kunnen zijn. Serge Gainsbourg had overigens ook wel raad geweten met de stem van Emma Proulx, zeker als ze in de track Girl (2025) uiteindelijk kiest voor het Frans, dat haar stem nog wat zwoeler en verleidelijker maakt. Equus Asinus van Men I Trust komt nog wat beter tot zijn recht wanneer je op een mooie lentedag in het gras gaat liggen met dit album door de koptelefoon. De wereld ziet er vervolgens opeens een flink stuk mooier uit. Erwin Zijleman

De muziek van Men I Trust is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Canadese band: https://menitrust.bandcamp.com/album/equus-asinus.



25 maart 2025

Review: Cross Record - Crush Me

Emily Cross heeft na het vorig jaar verschenen album van Loma haar project Cross Record weer opgepakt en heeft met Crush Me een wat experimenteel en ongrijpbaar, maar ook mooi en interessant album afgeleverd
Cross Record was in het verleden een project van Emily Cross en Dan Duszynski, die ook zijn toegetreden tot de band Loma, maar is op het deze week verschenen Crush Me alleen een project van Emily Cross. We kennen haar van de zang op de albums van Loma en ook op het nieuwe album van Cross Record maakt ze indruk met haar stem. Crush Me is een behoorlijk experimenteel album, dat absoluut tijd vraagt van de luisteraar. Emily Cross doet met haar project Cross Record nadrukkelijk haar eigen ding en dat levert sfeervolle maar ook ongrijpbare muziek op. Cross Record zal de populariteit van Loma niet gaan benaderen, maar Crush Me is zeker de moeite waard.



De naam Cross Record ken ik eigenlijk alleen dankzij de verhalen rond de albums van de Amerikaanse gelegenheidsband Loma. De albums van Cross Record vielen een jaar of vijf geleden zeer in de smaak bij Shearwater voorman Jonathan Meiburg. Hij was zo onder de indruk van de muziek van het toenmalige echtpaar Emily Cross en Dan Duszynski dat hij ze meenam op tournee met Shearwater en niet veel later de gelegenheidsband Loma formeerde. 

Loma heeft inmiddels drie uitstekende albums op haar naam staan en lijkt momenteel actiever dan Shearwater en Cross Record. Deze week verscheen echter het vierde album van Cross Record, dat sinds het huwelijk van Emily Cross en Dan Duszynski op de klippen is gelopen alleen nog een project van eerstgenoemde is. Crush Me is voorzien van wat mij betreft weinig aansprekende cover art, maar de muziek van Cross Record, die ik volgens mij nog niet eerder had gehoord, valt me zeker niet tegen. 

De mooie stem van Emily Cross kennen we van de albums van Loma en bepaalt voor een belangrijk deel ook het geluid van Cross Record. Met haar eigen project maakt Emily Cross wel muziek die een stuk experimenteler is dan de muziek van Loma. Het is muziek die niet makkelijk is te slijten aan een breed publiek en het realiseren van het album bleek dan ook een flinke worsteling. 

De Amerikaanse muzikante verruilde Austin, Texas, voor het Britse Dorset en huurde vervolgens een appartement in Berlijn voor het opnemen van het album. Het proces verliep door een gebrek aan middelen uitermate moeizaam en toen het album eindelijk af was, leek het er op dat niemand het uit wilde brengen. Ik ben blij dat het uiteindelijk toch gelukt is, want Crush Me van Cross Record is een bijzonder album. 

Ik begrijp overigens wel dat de platenmaatschappijen niet stonden te springen, want Crush Me is zeker geen makkelijk album. Emily Cross heeft lak aan de conventies van de toegankelijke popsong en laat de muzikanten die meewerkten aan het album flink experimenteren en improviseren. De muziek op het album is mooi en interessant, maar het valt niet altijd mee om de structuur te ontdekken. 

Hetzelfde geldt eigenlijk voor de zang van Emily Cross. De Amerikaanse muzikante beschikt over een mooie en vaak fluisterzachte stem, maar net als de muziek op het album doet ook de stem van Emily Cross vooral haar eigen ding. Toch is Crush Me van Cross Record zeker geen ontoegankelijk album. De spannende en soms voorzichtig ontsporende klanken op het album zorgen voor een bijzondere sfeer en prikkelen uitvoerig de fantasie. 

Het is absoluut zoeken naar een song met een kop en een staart, maar door de mooie zang van Emily Cross wordt deze song nooit helemaal uit het oog verloren. Door het lage tempo en de zachte zang is Crush Me van Cross Record een album waarbij het op een of andere manier makkelijk ontspannen is, al gebeurt er in muzikaal opzicht ook zo veel op het album dat je net zo makkelijk op het puntje van de stoel kunt blijven zitten. 

Emily Cross zal met Loma ongetwijfeld succesvoller zijn dan met haar eigen project, maar Crush Me van Cross Record is een album dat het absoluut verdiend om gehoord te worden. En hou het niet bij één keer, want pas nu ik het album meerdere keren heb gehoord begin ik het langzaam maar zeker op de juiste waarde te schatten. Erwin Zijleman

De muziek van Cross Record is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikante: https://crossrecord.bandcamp.com/album/crush-me.


Crush Me van Cross Record is verkrijgbaar via de Mania webshop:



24 maart 2025

Review: Tamino - Every Dawn's A Mountain

Every Dawn's A Mountain is vreemd genoeg mijn eerste kennismaking met de muziek van Tamino, maar het derde album van de Belgisch-Egyptische muzikant heeft een verpletterende indruk gemaakt
Tamino dook een paar jaar geleden op met de prachtige single Habibi en is sindsdien de wereld aan het veroveren. Het was me helemaal ontgaan, maar na eerste beluistering van zijn derde album Every Dawn's A Mountain ben ik helemaal bij de les. Het derde album van Tamino klinkt soms als een singer-songwriter album van een hele tijd geleden, maar het is ook een uniek klinkend album, al is het maar vanwege het veelvuldig gebruik van de oed op het album. Every Dawn's A Mountain wordt een volkomen uniek album door de stem van de Belgisch-Egyptische muzikant. Het is een stem die van alles met je doet en die, zeker ook in combinatie met de prachtige muziek, tien songs lang schittert.


Ook als je denkt dat je de ontwikkelingen in de popmuziek heel goed bij houdt mis je helaas wel eens wat. Ik moet eerlijk toegeven dat ik tot deze week echt nog nooit van Tamino had gehoord. Dat is best bijzonder, want de Belgisch-Egyptische muzikant debuteerde een jaar of negen geleden, bracht met Amir (2018) en Sahar (2022) twee uitvoerig geprezen albums uit en werd vergeleken met muzikanten die ik echt heel hoog heb zitten, onder wie Jeff Buckley en Radiohead. 

Ook het deze week verschenen Every Dawn's A Mountain stond oorspronkelijk niet op mijn lijstje en kwam er pas op nadat ik het album bij toeval hoorde in een lokale platenzaak. Inmiddels heb ik alle drie de albums van Tamino beluisterd en ben ik diep onder de indruk van zijn muziek. Amir en Sahar zijn in muzikaal opzicht fascinerende albums, staan vol met prachtige songs en worden vervolgens mijlenver opgetild door de geweldige stem van de Belgisch-Egyptische muzikant. 

Op Amir en Sahar moet ik misschien later nog eens terug komen, want deze week gaat alle aandacht uit naar Every Dawn's A Mountain. Tamino verruilde Antwerpen een paar jaar geleden voor Amsterdam, maar heeft zich inmiddels gevestigd in New York. Zijn nieuwe album werd opgenomen in Brussel, New Orleans en New York, maar kwam vooral ‘on the road’ tot stand. 

Tamino schreef de songs voor zijn nieuwe album met de oed, een twaalfsnarig instrument dat uit het Midden-Oosten stamt, en het geluid van dit bijzondere instrument speelt ook een centrale rol op Every Dawn's A Mountain. Het zorgt er voor dat het album anders klinkt dan andere albums in het genre.

De muziek van Tamino is in het verleden zoals gezegd vergeleken met de muziek van Jeff Buckley en dat begrijp ik wanneer ik luister naar de songs op het nieuwe album van de Belgisch-Egyptische muzikant. De songs van Tamino hebben een verrassende intimiteit, maar het zijn ook meeslepende songs. Het zijn songs die worden gedragen door een stem die je teder omarmt maar ook ruw bij de strot kan grijpen. Wat mij betreft hebben de songs van Tamino echter een uniek karakter en doe je hem met geen enkele vergelijking recht. 

Every Dawn's A Mountain bevat een aantal sobere songs met de oed als basis, maar de songs van Tamino kunnen ook worden verrijkt met stevig aangezette strijkers, wat zijn songs voorziet van vaart en dramatiek. Atmosferische klanken, fraaie koortjes en een prachtig duet met Mitski voegen nog wat extra glans toe aan de fraaie klanken op het album. 

De muziek is echt prachtig, maar ik vind de stem van Tamino nog een stuk indrukwekkender. De zang op Every Dawn's A Mountain varieert in kracht en tempo en steeds als je denkt dat de grenzen van het enorme bereik van de stem van Tamino wel zijn bereikt doet hij er nog een schepje bovenop. De muzikant uit New York klinkt af en toe als een singer-songwriter uit een ver verleden, maar Every Dawn's A Mountain is ook een album dat overloopt van hedendaagse urgentie. 

Tien songs lang maakt Tamino diepe indruk met prachtige persoonlijke songs, met muziek die zich als een warme deken om je heen slaat en met een stem die je voorgoed wilt koesteren. Ik schaam me diep dat ik de muziek van Tamino tot dusver niet had opgemerkt, maar het voordeel is dat ik er opeens drie fantastische albums bij heb. Van deze albums vind ik het zeer sfeervolle Every Dawn's A Mountain vooralsnog het mooist, maar ook Amir en Sahar zullen zonder enige twijfel uitgroeien tot persoonlijke favorieten. Erwin Zijleman


Every Dawn's A Mountain van Tamino is verkrijgbaar via de Mania webshop:


23 maart 2025

Review: Cat Power - Moon Pix (1998)

Cat Power maakte in 1995 en 1996 drie albums die nauwelijks werden opgemerkt, maar met het ruwe en intense Moon Pix zette zichzelf in 1998 op de kaart als een bijzondere en zeer talentvolle singer-songwriter
Halverwege de jaren 90 raakte ik langzaam maar zeker steeds meer geïnteresseerd in vrouwelijke singer-songwriters. Tussen mijn favoriete albums van vrouwelijke singer-songwriters uit dit decennium zit zeker Moon Pix van Cat Power. Het was het eerste album van het alter ego van Chan Marshall dat ik beluisterde en ik vind het nog altijd haar beste album. Moon Pix is ongepolijst en soms wat stekelig, maar het is ook een intiem en emotievol album, waarop Chan Marshall op bijzondere wijze de singer-songwriter in zichzelf ontdekt. Het oeuvre van de Amerikaanse muzikante is helaas wat wispelturig, maar het intense en indringende Moon Pix is en blijft een prachtig album.



De Amerikaanse muzikante Chan Marshall, beter bekend onder de naam Cat Power, leverde in 2018 met Wanderer een van haar beste albums tot dat moment af. Het is een album dat verscheen na een stilte van zes jaar en dat volgde op twee net wat mindere albums. 

Sindsdien ben ik helaas niet volledig overtuigd van de productie van Chan Marshall, want sinds Wanderer hebben we het moeten doen met een aardig tussendoortje met covers en een remake van het legendarische concert dat Bob Dylan in 1966 gaf in de Londense Royal Albert Hall. Het is het concert dat de boeken in is gegaan als het concert waarin Bob Dylan door iemand in het publiek Judas werd genoemd, al was dat feitelijk een paar dagen eerder in Manchester. Chan Marshall eert de oude meester op zich op fraaie wijze, maar uiteindelijk heb ik maar één keer geluisterd naar het meest recente album van Cat Power. 

Hoe anders was het in 1998, toen ik haar album Moon Pix ontdekte. Het was mijn eerste kennismaking met de muziek van Cat Power, maar het was al haar vierde album. Moon Pix was wel het album waarmee Chan Marshall doorbrak naar een groter publiek en waarop ze zich voor het eerst als folky singer-songwriter manifesteerde. Ik vind het nog altijd haar beste album, al heb ik ook wel wat met het eerder genoemde Wanderer en met het soulvolle en wat meer gladgestreken The Greatest uit 2006. 

Op Moon Pix klinken de songs van Cat Power nog een stuk ruwer en stekeliger en hoewel ik dat niet altijd aansprekend vind pakt het op het vierde album van Cat Power echt geweldig uit. Chan Marshall nam haar vierde album op in Australië en werd onder andere bijgestaan door twee leden van The Dirty Three (gitarist Mick Turner en drummer Jim White). 

Moon Pix is een album zonder opsmuk. Je hoort vooral de akoestische of elektrische gitaar, een subtiele ritmesectie en hier en daar een fluit. De sobere instrumentatie staat volledig in dienst van de zang van Chan Marshall. Het is een zang die in 1998 ook wel gemengde reacties opriep en in mijn omgeving had destijds echt niemand iets met de stem van Chan Marshall. 

Zelf was ik direct gecharmeerd van de wat ongepolijste maar ook mooie en emotievolle zang van Chan Marshall, die ook perfect past bij de even ongepolijste muziek op het album. Ook de songs van Cat Power op Moon Pix spraken me in 1998 onmiddellijk aan en zijn me nog steeds dierbaar. 

Het verhaal achter het album is ook mooi. Chan Marshall schreef de meeste songs voor het album in één nacht, nadat ze was ontwaakt uit een buitengewoon heftige en zeer beangstigende nachtmerrie. Het heeft gezorgd voor een serie zeer intense songs. Het zijn songs die zoals gezegd wat ongepolijst kunnen klinken, maar de songs op Moon Pix hebben ook een bijzondere ruwe schoonheid. 

Ik had om onduidelijke redenen al lang niet meer naar Moon Pix geluisterd, maar ben sinds kort weer helemaal in de ban van het album dat in 1998 zoveel impact had en dat een van de albums was die mijn liefde voor vrouwelijke singer-songwriters hebben aangewakkerd. De laatste jaren valt de muziek van Cat Power me toch wat tegen, maar ze heeft ook een aantal geweldige albums op haar naam staan, met wat mij betreft het beangstigend intense Moon Pix als onbetwist hoogtepunt. Erwin Zijleman


Moon Pix van Cat Power is verkrijgbaar via de Mania webshop:

Review: Ebba Åsman - When You Know

Ebba Åsman is een Zweedse muzikante, die dankzij haar trombonespel inmiddels bekend is in de jazzwereld, maar die op haar nieuwe album When You Know laat horen dat ze ook in andere genres uit de voeten kan
Zonder een NTR documentaire die ik op een zondagmiddag tijdens het zappen toevallig tegen kwam had ik waarschijnlijk nooit gehoord van de Zweedse muzikante Ebba Åsman. Dankzij deze documentaire raakte ik verknocht aan haar debuutalbum en sindsdien volg ik haar. Het levert deze week met When You Know weer een nieuw album op. Ebba Åsman beperkte zich op haar debuutalbum tot haar trombone, maar op When You Know zingt ze ook en dat doet ze zeer verdienstelijk. Ebba Åsman vermengt op haar nieuwe album invloeden uit de jazz, soul, R&B en hiphop en vermengt deze invloeden in eigenzinnige maar ook zeer toegankelijke songs. Een mooie stap weer van deze talentvolle Zweedse muzikante.



Een jaar of zes geleden zag ik een documentaire over een piepjonge Zweedse muzikante, die aan de Rotterdamse muziekopleiding Codarts studeerde. De documentaire (overigens nog steeds te zien op NPO Start) vertelde niet alleen een mooi verhaal over een jonge ambitieuze muzikante, maar trok ook de aandacht met prachtige muziek, waarin de trombone van Ebba Åsman, want dat was de hoofdpersoon in de documentaire, centraal stond. 

De muziek in de documentaire kwam van haar in 2019 verschenen debuutalbum Zoom Out, dat ik nog altijd met enige regelmaat beluister. Het is een instrumentaal jazzalbum en dat is zeker niet het soort album waar ik vaak naar luister, maar het prachtige trombonespel op het album doet iets met me en Zoom Out blijkt bovendien een album voor vele gelegenheden. 

Ik ben Ebba Åsman sindsdien blijven volgen, wat in het voorjaar van 2023 het (mini-)album Be Free opleverde. Het is een album dat wat meer buiten de lijntjes van de jazz kleurde, een wat voller geluid liet horen en ook invloeden uit de soul en R&B bevatte. Het trombonespel van Ebba Åsman, inmiddels een professioneel muzikante, was ook op Be Free weer sfeerbepalend. 

De Zweedse muzikante, die zich inmiddels weer in Zweden heeft gevestigd, keert deze week terug met When You Know, waarop ze volgende stappen zet. Ebba Åsman had van mij eindeloos albums als Zoom Out blijven maken, want dat is een album dat ik nog altijd intens koester, maar ook haar nieuwe stappen in de muziek zijn zeker interessant. 

Ook op When You Know speelt de trombone een belangrijke rol, maar waar zang op Zoom Out geen rol van betekenis speelde en op Be Free slechts een zeer beperkte rol, laat Ebba Åsman op When You Know horen dat ze zich ook als zangeres heeft ontwikkeld. When You Know is een veelzijdig album, waarop invloeden uit de jazz worden gecombineerd met invloeden uit de soul, R&B en hiphop. Ebba Åsman verrast op haar derde album met lome beats, soulvolle klanken en zeer overtuigende vocalen en verrast bovendien met lekker in het gehoor liggende popsongs, die ook durven te experimenteren. 

De Zweedse muzikante nam haar nieuwe album op in een cabin op het Zweedse platteland, terwijl de temperatuur buiten tot -30 daalde. Daar is niets van te merken op het album, want When You Know heeft een warm en soms zelfs wat broeierig geluid. De stem van Ebba Åsman speelt op haar nieuwe album een belangrijkere rol dan haar trombone, maar als ze haar trombone er bij pakt hoor je toch ook weer wat van de zo aangename en wat mij betreft magische sfeer op Zoom Out en Be Free. 

De Zweedse muzikante was pas 18 jaar oud toen ze haar debuutalbum opnam en is de afgelopen zes jaar enorm gegroeid. When You Know laat een zelfverzekerde muzikante horen, die nadrukkelijk haar eigen ding doet en een geluid heeft ontwikkeld dat eigenzinnig klinkt, maar dat ook een groot publiek aan moet kunnen spreken. 

Dat ik een enorm zwak heb voor het debuutalbum van Ebba Åsman zal inmiddels duidelijk zijn, maar ook When You Know bevalt me zeer, ook al is ook dit een album in een genre waar ik normaal gesproken niet vaak naar luister. Het was zes jaar geleden puur toeval dat ik aanraking kwam met de muziek van de Zweedse muzikante, maar Ebba Åsman is echt een groot talent, wat ook weer is te horen op het uitstekende When You Know, dat zich bij mij echt steeds meer opdringt. Erwin Zijleman

De muziek van Ebba Åsman is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Zweedse muzikante: https://ebbaasman.bandcamp.com/album/when-you-know-1.


When You Know van Ebba Åsman is verkrijgbaar via de Mania webshop:



22 maart 2025

Review: Japanese Breakfast - For Melancholy Brunettes (& sad women)

Michelle Zauner’s Japanese Breakfast keert bijna vier jaar na het prachtige Jubilee terug met For Melancholy Brunettes (& sad women), dat een duidelijk ander, maar wederom wonderschoon geluid laat horen
Ik vond het in 2021 verschenen Jubilee van Japanese Breakfast in eerste instantie een wat tegenvallend album, maar uiteindelijk groeide het uit tot een van mijn favoriete albums van dat jaar. Het deze week verschenen For Melancholy Brunettes (& sad women) wist me daarentegen onmiddellijk te betoveren. Michelle Zauner kiest op het nieuwe album van Japanese Breakfast voor een meer ingetogen geluid dat op bijzondere wijze is versierd met weelderige arrangementen die soms sprookjesachtig aan doen. Het is een geluid waarin de stem van Michelle Zauner nog wat beter tot zijn recht komt. De bijzonder mooie productie van topproducer Blake Mills is de kers op de taart. Prachtalbum.



Met Jubilee maakte Japanese Breakfast in de zomer van 2021 wat mij betreft een van de allerbeste albums van dat jaar, wat een top 3 notering in mijn jaarlijstje opleverde. Het derde album van Michelle Zauner leek op het eerste gehoor misschien vooral een feelgood popalbum, dat wat minder avontuurlijk klonk dan de twee albums die er aan vooraf gingen, maar de songs van de muzikante met zowel Amerikaanse als Zuid-Koreaanse wortels bleken over te lopen van de goede ideeën en verrassende invloeden. 

Ik raakte nog wat meer onder de indruk van Michelle Zauner toen ik haar boek Crying in H Mart: A Memoir had gelezen, waarin ze fraai uiting geeft aan de worstelingen die ze heeft gehad met haar deels Amerikaanse en deels Zuid-Koreaanse identiteit. Michelle Zauner heeft ons geduld sinds de zomer van 2021 helaas stevig op de proef gesteld, maar deze week keert ze terug met For Melancholy Brunettes (& sad women). 

Met tien songs en maar net een half uur muziek is het album aan de korte kant, maar de muzikante uit Philadelphia, Pennsylvania, heeft wederom vakwerk afgeleverd. Waar Jubilee bijna vier jaar geleden vooral koos voor pop, opent For Melancholy Brunettes (& sad women) voor een meer ingetogen geluid. Opener Here Is Someone is een folky track, maar het is wel een folky track die rijkelijk is versierd met orkestraties. 

Het levert een wat sprookjesachtig geluid op en het is een geluid dat uitstekend past bij de mooie stem van Michelle Zauner, die wat meer ingetogen zingt dan op haar vorige albums. Het geluid van de openingstrack wordt doorgetrokken in het eveneens prachtige Orlando In Love, dat ook opvalt door prachtige klanken van onder andere flink wat strijkers. Het is een geluid dat terugkeert in de meeste tracks op het album.

Wat direct opvalt bij beluistering van For Melancholy Brunettes (& sad women) is dat Michelle Zauner, die voor het eerst koos voor een professionele studio, dit keer veel meer aandacht heeft besteed aan de productie. Het album klinkt niet alleen bijzonder mooi, maar laat ook een gelaagd geluid horen vol bijzondere details. Het verraadt de hand van een producer van naam en faam en dat blijkt ook te kloppen, want niemand minder dan Blake Mills (Feist, Laura Marling, Jesca Hoop) produceerde het nieuwe album van Japanese Breakfast. 

For Melancholy Brunettes (& sad women) laat net als de vorige albums van Japanese Breakfast invloeden uit de jaren 80 horen en is niet vies van hier en daar wat donkere klanken, maar door de weelderige arrangementen klinkt de muziek van Michelle Zauner soms wat weemoedig maar geen moment deprimerend. 

Michelle Zauner en Blake Mills tekenen voor het grootse deel van de muziek op het album, maar de gelouterde producers wist ook werelddrummers als Matt Chamberlain en Jim Keltner naar de studio in Los Angeles te halen, wat nog wat extra glans toevoegt aan het zo mooie geluid. 

For Melancholy Brunettes (& sad women) klinkt totaal anders dan de terecht zo bejubelde voorganger Jubilee, maar ik vind het meer ingetogen en prachtig ingekleurde geluid van Japanese Breakfast, dat op zich net wat beter in mijn muzikale straatje past, minstens net zo mooi als de aanstekelijke en avontuurlijke pop op het vorige album. 

Michelle Zauner bewees met Crying in H Mart: A Memoir al dat ze uitstekend kan schrijven en ook de teksten op For Melancholy Brunettes (& sad women) zijn van hoog niveau. Michelle Zauner heeft ons lang laten wachten op de opvolger van Jubilee, maar maakt ook met haar vierde album weer diepe indruk. Erwin Zijleman

De muziek van Japanese Breakfast is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse en Zuid-Koreaanse muzikante: https://michellezauner.bandcamp.com/album/for-melancholy-brunettes-sad-women.


For Melancholy Brunettes (& sad women) van Japanese Breakfast is verkrijgbaar via de Mania webshop:



21 maart 2025

Review: Toria Wooff - Toria Wooff

Er zijn momenteel zoveel jonge vrouwelijke singer-songwriters dat een nieuw album makkelijk tussen wal en schip valt, maar dat mag wat mij betreft niet gebeuren met het wonderschone debuutalbum van Toria Wooff
Luister naar het debuutalbum van de Britse muzikante Toria Wooff en je waant je zo af en toe in de jaren 70, al is het niet direct duidelijk of je op het Britse platteland, in de Laurel Canyon bij Los Angeles of in Nashville bent. Toria Wooff kan uitstekend uit de voeten met ingetogen Britse folk, maar ze kan ook in andere genres uit de voeten en beschikt bovendien over het vermogen om genres te blenden. In muzikaal opzicht klinkt het allemaal uitstekend en ook de songs van Toria Wooff zijn uitstekend, maar de meeste indruk maakt ze wat mij betreft toch met haar stem. De vijver met jonge vrouwelijke singer-songwriters is overvol, maar Toria Wooff zou ik niet laten zitten.



Ik denk vaak dat ik wel even genoeg albums van jonge vrouwelijke singer-songwriters heb gehoord, maar dan duikt er toch weer een album op dat onmiddellijk een onuitwisbare indruk maakt. Het gebeurde me deze week met het titelloze debuutalbum van de Britse muzikante Toria Wooff. 

Het is een album dat opent met muziek die herinnert aan de Britse folk uit de jaren 70, maar naarmate de openingstrack vordert verschiet de muziek van Toria Wooff van kleur. De sobere klanken waarmee deze openingstrack opent worden verruild voor een veel voller klinkend geluid en ook de stem van Toria Wooff klinkt opeens anders, tot de track weer klein en folky eindigt. 

Toria Wooff begint op haar album wel vaker met stemmige akoestische gitaarakkoorden en een mooie stem die gemaakt lijkt voor ingetogen folksongs, maar de Britse muzikante uit Lancashire laat zich niet beperken door de conventies van de folk van lang geleden. Het is knap hoe ze haart songs steeds weer op subtiele wijze een andere kant op weet te duwen. Wanneer een pedal steel opduikt maakt Toria Wooff opeens countrymuziek, met zang die bij dit genre past, maar het kan ook andere kanten op. 

De Britse muzikante blijft ver verwijderd van de indiepop van dit moment, want er zitten altijd wel wat invloeden uit de folk of de country in haar songs. Het zijn songs die altijd opvallen door bijzonder mooie muziek. In deze muziek vallen de prachtige bijdragen van gitaren op, maar ook de pedal steel, de trompet en de strijkers zorgen er voor dat het debuutalbum van Toria Wooff song na song de aandacht trekt met bijzonder mooie klanken, waarbij ook de bijdragen van keyboards en orgels niet mogen worden vergeten.

Ik heb wel wat met de uiterst ingetogen klanken op het album, maar ook als het geluid langzaam maar zeker voller wordt, valt de muziek op het album in positieve zin op. Het is knap hoe Toria Wooff haar stem laat aansluiten op de muziek, want ze kan echt prachtig ingetogen zingen, maar ook als de vollere klanken meer kracht van haar stem vragen blijft ze makkelijk overeind. 

Soms klinkt het debuutalbum van Toria Wooff typisch Brits, maar het kan ook veel Amerikaanser klinken, waarbij het zowel de kant van de Laurel Canyon als de kant van Nashville op kan gaan. Toria Wooff schakelt op intrigerende wijze tussen uiterst ingetogen en net wat vollere klanken en tussen verschillende genres, maar de Britse muzikante beweegt zich ook op fascinerende wijze door de tijd. Haar debuutalbum heeft meer dan eens een duidelijke jaren 70 feel, maar kan ook verrassend eigentijds klinken. 

Het nadeel van deze diversiteit in de songs van Toria Wooff kan zijn dat haar muziek bij liefhebbers van alle genres die ze bestrijkt tussen wal en schip valt. Zelf denk ik dat het debuutalbum van Toria Wooff bij al deze groepen in de smaak moet kunnen vallen. Het eerste album van Toria Wooff is een prachtig ingetogen folkalbum, een sfeervol countryalbum en een tijdloos singer-songwriter album. 

Het is een album dat hier en daar het etiket (indie)pop opgeplakt heeft gekregen, maar dat is niet terecht. Ik zou het album zelf een folkalbum of een rootsalbum noemen, maar met slechts één etiket doe je dit uitstekende debuutalbum tekort. Ik lees nog bedroevend weinig over het debuutalbum van Toria Wooff, maar dit is echt een hele mooie. Erwin Zijleman

De muziek van Toria Wooff is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikante: https://toriawooff.bandcamp.com/album/toria-wooff.


The Joy Of Coincidences van Bianca Steck is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Weaving - Webs

Het ene moment waan je je in een film van David Lynch, het volgende moment in de jaren 50, in de jaren 80 of toch weer in het heden, wat van Webs van Weaving een interessant en bijzonder album maakt
Webs is mijn eerste kennismaking met de muziek die de Amerikaanse Derek Weaving maakt onder de naam Weaving en het is een kennismaking die naar meer smaakt. De muziek van de muzikant uit Brooklyn is niet eens zo makkelijk te omschrijven. Het is muziek die deels past in het hokje Amerikaanse rootsmuziek, maar die er vervolgens invloeden uit een aantal decennia popmuziek bij sleept. Die invloeden gaan terug tot de jaren 50, maar toch klinkt Webs zeker niet gedateerd. Webs is een album dat anders klinkt, maar het is ook een album met een serie uitstekende songs, die ook nog eens prachtig worden uitgevoerd. Een interessante ontdekking wat mij betreft.



Weaving is een project van de Amerikaanse muzikant Derek Weaving, die deze week debuteert met het album Webs. Mijn eerste kennismaking met de muziek van Weaving was de single Moon en dat is een single die makkelijk de aandacht trekt. De muzikant uit Brooklyn maakt in Moon muziek die vooral lijkt geïnspireerd door muziek uit de jaren 50 en 60. Dat zit hem vooral in de muziek, maar ook de zang van Derek Weaving doet wat nostalgisch aan. 

De single krijgt een uniek eigen karakter door de bijzondere vrouwenstemmen die worden toegevoegd. Het is een single die perfect gepast zou hebben op de soundtrack van de eerste seizoenen van Twin Peaks, maar ook in iedere andere film of serie van David Lynch zou Moon niet hebben misstaan. Het heeft af en toe ook wel wat van de muziek van The Handsome Family en dat is een naam die vaker opkomt bij beluistering van Webs. 

Op het debuutalbum van Weaving maakt Derek Weaving muziek met flink wat invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek, maar net als de muziek van The Handsome Family maakt Weaving muziek die op een of andere manier uit een andere tijd lijkt te komen. Dat heeft alles te maken met de wat nostalgisch aandoende klanken op het album, al is Webs in veel opzichten niet eens zo heel ver verwijderd van veel eigentijdser klinkende singer-songwriter albums. 

Zeker wanneer de pedal steel een voorname rol speelt, en dat is in flink wat tracks het geval, is Webs een heerlijk klinkend Amerikaans rootsalbum, dat door de inzet van net wat meer keyboards, accenten van vrouwenstemmen en een liefde voor muziek uit de jaren 50 en 60 ook een origineel geluid laat horen. Het doet me af en toe ook wel wat denken aan de vroege albums van M. Ward, maar als je me zou vertellen dat Webs een obscure parel uit de jaren 50 is zou ik het ook geloven. 

Derek Weaving is niet vies van flink wat melancholie in zijn songs en die melancholie past ook wel bij zijn stem, die niet is gemaakt voor vrolijke meezingers. Zeker wat later op de avond doet Webs wonderen en zeker wanneer de zangeressen invallen waan je je in een andere tijd. 

Ik luister niet heel vaak naar het soort muziek dat wordt gemaakt op Webs van Weaving, maar sinds ik het album voor het eerst hoorde ben ik stiekem wel een beetje verslaafd geraakt aan de nostalgische en melancholische songs van de muzikant uit Brooklyn. Het is een album dat interessanter wordt wanneer je er vaker naar luistert. Dan hoor je dat zowel de muziek op het album, met een hoofdrol voor gitaren en de pedal steel, en de zang op Webs heel mooi zijn. Je hoort bovendien dat Derek Weaving mooie en interessante songs schrijft. 

Het zijn songs die in eerste instantie vooral uit de jaren 50 en 60 leken te komen, maar Webs heeft ook zeker een jaren 80 vibe en misstaat bovendien niet in het heden. Webs is een sfeervol en stemmig album dat het uitstekend doet op de nog koude en donkere avonden van het moment, maar ook in de lentezon doet het album het verrassend goed. 

Webs van Weaving klinkt af en toe als de spreekwoordelijke omgevallen platenkast, maar het album klinkt ook verrassend consistent. Liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek die niet bang zijn voor een bijzondere twist hebben er met Webs van Weaving een interessant album bij. Erwin Zijleman



20 maart 2025

Review: Moreish Idols - All In The Game

Moreish Idols is het zoveelste nieuwe Britse bandje dat een link heeft met producer Dan Carey, maar op haar debuutalbum All In The Game laat de band een origineel geluid met een aantal verrassende invloeden horen
De Britse band Moreish Idols heeft zich op haar debuutalbum onder andere laten beïnvloeden door invloeden uit de Canterbury scene en dat zijn invloeden die niet al te vaak meer te horen zijn. Het zorgt er voor dat All In The Game anders klinkt dan de meeste andere albums van het moment. De Britse band laat zich door veel meer beïnvloeden en laat een geluid horen dat zowel opwindend als rustgevend kan klinken. Het is een mooie tegenstelling die er voor zorgt dat het debuut van Moreish Idols het ene moment muziek bevat waarbij het heerlijk wegdromen is, waarna je het volgende moment weer op het puntje van je stoel zit. Het is een album waar wat mij betreft best wel wat drukker over gedaan mag worden.



De Britse producer Dan Carey begon ongeveer tien jaar geleden met de nodige ambitie het platenlabel Speedy Wunderground, dat sindsdien aardig aan de weg timmerde. Dan Carey timmerde nog veel steviger aan de weg als producer van albums van onder andere Kae Tempest, Bat For Lahes, Goat Girl, Fontaines D.C., Caroline Polachek, Wet Leg en Squid en is inmiddels een van de meest gevraagde producers van het moment. 

De producer is ook van de partij op het debuutalbum van de Britse band Moreish Idols, die onderdak heeft gevonden bij het Speedy Wunderground label. Ik kwam de naam van de band tegen in de week van de release van All In The Game, dat op de website waarvan ik de naam ben vergeten het label postpunk kreeg opgeplakt. Omdat ik ben uitgekeken op alles dat de huidige postpunk golf heeft voortgebracht liet ik het album liggen, maar het debuutalbum van Moreish Idols heeft maar zeer zelden iets met postpunk te maken. 

De muziek van de band uit Londen bevat in een enkele track misschien wel wat invloeden uit de postpunk, maar invloeden uit het genre spelen op All In The Game zeker geen voorname rol. Het is niet eens zo makkelijk om aan te geven welke invloeden dan wel een belangrijke rol spelen op het album. 

Af en toe heeft het wel wat van de muziek die in de jaren 70 in de Canterbury scene werd gemaakt door bands als Caravan. In deze Canterbury scene werden invloeden uit de jazz, (prog-)rock en psychedelica vermengd tot een uniek geluid. Het is een geluid dat invloed heeft gehad op het geluid van Moreish Idols, dat echter ook wel raakt aan het geluid van bands van het moment als Black Country, New Road en Black Midi. 

De muziek van Moreish Idols klinkt het opwindendst wanneer wat tegendraadse bijdragen van de saxofoon een voorname rol spelen, maar de muziek van de band uit Londen kan ook verrassend gezapig klinken. Aangenaam gezapig overigens, want ik ben zeer gecharmeerd van All In The Game. 

Zeker wanneer de band een redelijk ingetogen en wat loom geluid neerzet zijn invloeden uit de jaren 70 belangrijker dan invloeden uit het heden. In dit geluid domineren fraaie gitaarakkoorden, die de muziek van de band ook een folky karakter geven. Het wordt gecombineerd met een wat psychedelisch spelende ritmesectie, jazzy saxofoonspel en synths die juist weer doen denken aan de progrock uit vervlogen tijden met hier en daar een vleugje uit de Berlijnse periode van Bowie. Het vloeit fraai samen met wat dromerige zang en op zijn tijd mooie harmonieën. 

Omdat ik hectische postpunk met een irritante praatzanger had verwacht werd ik totaal verrast door de ingetogen en vaak wat dromerige klanken van Moreish Idols. All In The Game is sindsdien een graag geziene gast in de cd speler, zeker als ik even behoefte heb aan rust. Het betekent overigens zeker niet dat de muziek van de Britse band saai is, want het tempo wordt ook wel degelijk opgevoerd op het album, dat zich dan opeens beweegt richting de hoogtijdagen van een band als Pavement. 

All In The Game heeft er overigens ook voor gezorgd dat ik me weer wat verdiept heb in de muziek van de inmiddels bijna vergeten Canterbury scene, wat een bonus is. Alles waar Dan Carey zijn naam onder zet wordt momenteel groot en wat mij betreft gebeurt dit ook met Moreish Idols, dat een aangenaam maar ook interessant klinkend album heeft afgeleverd. Erwin Zijleman


The Joy Of Coincidences van Bianca Steck is verkrijgbaar via de Mania webshop:

19 maart 2025

Review: Caylee Hammack - Bed Of Roses

De Amerikaanse muzikante Caylee Hammack vertelt op haar tweede album Bed Of Roses mooie verhalen en vertolkt ze met hart en ziel met een krachtige stem en muziek die ook buiten de lijntjes van de countrypop kleurt
Bed Of Roses klinkt op het eerste gehoor een beetje als de country(pop) albums die in de jaren 90 of aan het begin van dit millennium werden gemaakt. Daar was ik niet altijd gek op, maar het tweede album van Caylee Hammack is ook een album waarover je niet te snel moet oordelen. De zang op het album is soms wat zwaar aangezet, maar Caylee Hammack is ook een prima zangeres. In muzikaal opzicht klinkt het soms wat mainstream, maar de muzikanten op het album leveren ook vakwerk. Caylee Hammack toont zich bovendien een prima songwriter, die de hoofdstukken uit haar gelijktijdig verschenen boek heeft vertaald naar een serie aansprekende songs.



Bed Of Roses van Caylee Hammack krijgt vooral zeer positieve recensies, maar zelf was ik niet direct overtuigd van het album. Het is een album dat ik zelf zou omschrijven als countrypop en daar ben ik zeker niet vies van. Het is bovendien countrypop die bestaat uit meer country dan pop, dus ook in dat opzicht zou het album me aan moeten spreken. Bij eerste beluistering vond ik Bed Of Roses echter wat mainstream klinken en bovendien had ik wat moeite met de krachtige stem van Caylee Hammack. 

Het zijn twee dingen waar ik kennelijk aan moest wennen, want nu ik het tweede album van Caylee Hammack meerdere keren heb gehoord vind ik het mainstream gehalte van Bed Of Roses wel meevallen en ook de stem van de Amerikaanse muzikante bevalt me inmiddels een stuk beter. 

Bed Of Roses is een wat ander countrypop album dan de albums die ik de afgelopen twee jaar heb omarmd in het genre en zit wat dichter aan tegen de albums die in de jaren 90 en 00 werden gemaakt in het genre. Bed Of Roses is een typisch Nashville countrypop album, maar het is er een die ook liefhebbers van wat traditioneler aandoende country varianten zal bevallen. 

Bed Of Roses is een bijzonder album, want het verscheen samen met een boek dat Caylee Hammack schreef met de Amerikaanse schrijfster Carolyn Brown. Het is een boek dat ‘coming of age’ als centraal thema heeft en dat is een thema dat het goed doet binnen de countrymuziek. Het album volgt de hoofdstukken van het boek en kan met een beetje worden gezien als de soundtrack bij het boek. 

Ik had eerlijk gezegd nog niet eerder van Caylee Hammack gehoord, maar er is hoorbaar veel geld gestoken in Bed Of Roses. De Amerikaanse muzikante kon een beroep doen op een dozijn songwriters en wist bovendien prima muzikanten en ervaren producers (Dann Huff en John Osborne) te strikken voor haar tweede album. 

Bed Of Roses klinkt met enge regelmaat als een typisch Nashville countrypop album, maar Caylee Hammack doet ook haar eigen ding. In muzikaal opzicht kan het meerdere kanten op, waardoor het album zich ook met enige regelmaat ver buiten de vaste kaders van de Nashville countrypop beweegt. Zeker in de wat meer ingehouden tracks klinkt het allemaal bijzonder smaakvol en maakt Caylee Hammack muziek die ook zal worden gewaardeerd door country liefhebbers die niet veel op hebben met countrypop. 

Wat voor de muziek geldt, geldt ook voor de zang van de Amerikaanse muzikante. Ik hou persoonlijk niet zo heel erg van de hele krachtige uithalen die Caylee Hammack in huis heeft, maar ze weet ook uitstekend te doseren en gaat slechts bij uitzondering vol op het orgel. 

Bed Of Roses van Caylee Hammack wist me niet zo makkelijk te overtuigen als een aantal andere recent verschenen countrypop albums, maar hoe vaker ik naar het album luister, hoe meer ik overtuig raak van de kwaliteiten van de Amerikaanse muzikante. Bed Of Roses gaat het in de Verenigde Staten ongetwijfeld heel goed doen, maar ook hier zouden liefhebbers van countrymuziek die niet vies zijn van een beetje pop best wel eens kunnen vallen voor de muzikale charmes van Caylee Hammack, die laat horen dat ze flink gegroeid is sinds de release van haar debuutalbum in 2020. Erwin Zijleman


Review: Sierra Hull - A Tip Toe High Wire

Sierra Hull kiest haar eigen weg op haar nieuwe album A Tip Toe High Wire, dat de bluegrass die haar zo dierbaar is trouw blijft, maar ook andere wegen binnen de Amerikaanse rootsmuziek verkent
Het oeuvre van Sierra Hull was me tot dusver grotendeels onbekend, maar haar nieuwe album A Tip Toe High Wire bevalt me wel. De Amerikaanse muzikante maakte in het verleden vooral bluegrass en invloeden uit dit genre spelen ook op haar nieuwe album een belangrijke rol. Je hoort het in het virtuoze snarenwerk van Sierra Hull en haar medemuzikanten en je hoort het in de mooie heldere stem van de Amerikaanse muzikante. Het is echter zeker niet alleen bluegrass dat is te horen op het album, waardoor het album voor een brede groep liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek interessant is. Een aangename verrassing wat mij betreft dit nieuwe album van Sierra Hull.



Ik heb in het verleden meer dan eens geluisterd naar de albums van de Amerikaanse muzikante Sierra Hull. Ik heb dat waarschijnlijk vooral gedaan op momenten dat ik niet erg vatbaar was voor de verleidingen van door bluegrass gedomineerde Amerikaanse rootsmuziek, want ik besprak nog niet eerder een album van Sierra Hull. 

Zeker op haar eerste albums maakte ze muziek met vooral invloeden uit de bluegrass, maar op de wat recentere albums van de Amerikaanse muzikante hoor je ook andere invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek. Het is niet anders op het onlangs verschenen A Tip Toe High Wire, dat ik bij eerste beluistering liet liggen omdat ik toen kennelijk ook niet in de stemming was voor bluegrass. 

Ook op haar nieuwe album maakt Sierra Hull zeker geen geheim van haar liefde voor het genre. Je hoort het in de songs die worden gedomineerd door virtuoos en razendsnel snarenwerk, maar het nieuwe album van Sierra Hull kan meerdere kanten op. Ook met de door invloeden uit de bluegrass gedomineerde songs op A Tip Toe High Wire is overigens helemaal niets mis, want het snarenwerk in deze songs is echt prachtig en hetzelfde kan gezegd worden van de heldere stem van Sierra Hull, die af en toe wel wat doet denken aan die van Alison Krauss. 

De Amerikaanse muzikante kan zelf uitstekend uit de voeten op de gitaar en de mandoline, terwijl de leden van haar band, met wie ze het album opnam, ook onder andere extra gitaren en viool toevoegen. Zeker als het snarenwerk de snelheidsrecords breekt en het de kant op gaat van muzikaal spierballenvertoon verlies ik de songs wat uit het oog, maar over het algemeen genomen zijn de songs van Sierra Hull op A Tip Toe High Wire van hoog niveau. 

Ook op haar nieuwe album laat Sierra Hull, die ook nog wordt bijgestaan door legendarische muzikanten als Béla Fleck en Tim O’Brien, horen dat ze binnen de Amerikaanse rootsmuziek op een breder terrein uit de voeten kan dan in het verleden, waardoor het album ook interessant is voor liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek die bluegrass bij voorkeur gedoseerd tot zich nemen. 

Ik reken mezelf ook tot deze groep, maar ik merk dat ik steeds enthousiaster wordt van het nieuwe album van Sierra Hull. Stiekem raak ik toch wel onder de indruk voor het hoogstaande snarenwerk op het album, maar het zijn vooral de songs van Sierra Hull en haar stem die mij steeds nadrukkelijker overtuigen van de kwaliteit van haar nieuwe album. 

Het is een album waar ik overigens naar ging luisteren nadat ik op meerdere websites de kop “Sierra Hull goes indie” was tegengekomen. Ik dacht even dat dit met de muziek op het album te maken had, maar het betekent alleen dat de Amerikaanse muzikante haar nieuwe album zelf heeft uitgebracht, wat overigens wel respect afdwingt. 

Met haar vorige album sloeg de Amerikaanse muzikante al een brug naar een breder publiek binnen de Amerikaanse rootsmuziek en dit doet ze nog wat nadrukkelijker op A Tip Toe High Wire, overigens zonder zich te vervreemden van de liefhebbers van bluegrass. Ik liet de albums van Sierra Hull tot dusver liggen, maar dat heeft het voordeel dat ik nu opeens een handvol prima albums heb ontdekt, want ook de pure bluegrass albums van de Amerikaanse muzikante zijn echt prima. Erwin Zijleman