20 maart 2023

Portland - Departures

Door het vertrek van Sarah Pepels wordt er vooral getreurd bij de release van het tweede album van Portland, maar Departures is een mooi en sfeervol album vol betoverende klanken en wonderschone zang
Het debuut van de Belgische band Portland vond ik in 2019 net wat te weinig onderscheidend en ook wat braaf, maar op de uitvoering had ik niets aan te merken. Die uitvoering is nog wat beter op Departures, dat garant staat voor prachtige klanken en een aangenaam dromerige sfeer. Portland laat een bijzonder mooi geluid horen, dat ver boven het maaiveld uit steekt wanneer de stemmen van Jente Pironet en Sarah Pepels opduiken. Met name Sarah Pepels streelt het oor met haar stem en tilt de songs van Portland een flink stuk op. Het vertrek van de zangeres is een aderlating voor de Belgische band, maar dit uitstekende tweede album neemt niemand Portland meer af.


Your Colours Will Stain, het debuutalbum van de Belgische band Portland, vond ik in de herfst van 2019 een twijfelgeval. Portland verdiende met haar debuutalbum weliswaar een hoog rapportcijfer voor de uitvoering, maar in artistiek opzicht sprak het album me een stuk minder aan. De songs van de band rond Jente Pironet en Sarah Pepels kleurden wel erg netjes binnen de lijnen en klonken mij ook wel wat braaf in de oren, waardoor ik het debuutalbum van Portland uiteindelijk liet liggen, zij het met pijn in het hart. 

Deze week verscheen dan eindelijk Departures, het tweede album van de Belgische band, maar van feestvreugde is helaas geen sprake. Sarah Pepels, die vorig jaar nog prachtig bijdroeg aan het album van Glitterpaard, besloot een paar weken voor de release van het album om de band te verlaten, waardoor Jente Pironet er wat eenzaam bij zit op de nieuwe foto’s van de band. Op het album is Sarah Pepels gelukkig nog wel van de partij en het is een album dat in veel opzichten lijkt op zijn voorganger. 

Ook Departures is een album dat een zeer hoge waardering verdient wanneer het gaat om de uitvoering. Het album klinkt werkelijk prachtig en laat een warm en gloedvol geluid horen waarin de gitaren en de elektronica fraai in balans zijn. Het album is mooi geproduceerd en biedt alle ruimte aan de stemmen van Jente Pironet en Sarah Pepels, die allebei beschikken over een bijzonder mooi stemgeluid en bovendien over stemmen die perfect bij elkaar passen en elkaar fraai weten te versterken. Ook de songs van de Belgische band overtuigen bij eerste beluistering weer bijzonder makkelijk. Het zijn songs die zich als een warme deken om je heen slaan en die je bij eerste beluistering al jaren lijkt te kennen. 

Departures is echter ook een album zonder grote verrassingen. Jente Pironet en Sarah Pepels betreden vooral de platgetreden paden van de (indie)pop en kiezen bovendien uitsluitend voor songs waarin de ruwe randjes en scherpe kantjes ontbreken. Het zit me overigens wel een stuk minder in de weg dan bij Your Colours Will Stain. Departures is een album dat op zijn tijd tot behoorlijke hoogten weet te stijgen en dat internationaal mee kan met de beste albums in dit genre. Portland schuift misschien ook net wat meer op richting indie dan op haar debuutalbum, al zijn de verschillen niet heel groot. 

De meeste verleiding komt ook dit keer van de zang, die nog wat mooier is dan op het debuutalbum van de Belgische band. Ik heb een enorm zwak voor de stem van Sarah Pepels, maar ook Jente Pironet weet in vocaal opzicht zeer te overtuigen. Je moet de muziek van Portland misschien ook net wat vaker horen om tot een afgewogen oordeel te komen, want nu ik het album vaker heb gehoord, vind ik het tweede album van Portland vooral heel mooi. 

Zeker wanneer de muziek van de Belgische band op zijn mooist is, komen er wonderschone klankentapijten uit de speakers en wordt het nog een flink stuk mooier door de zang. Waar ik in 2019 twijfelde over het debuut van Portland, vind ik Departures uiteindelijk een bovengemiddeld goed album. Over de toekomst van de band moeten we ons helaas wel grote zorgen gaan maken, want het vertrek van Sarah Pepels zorgt voor een leegte die niet zomaar is op te vullen helaas. Erwin Zijleman


Departures van Portland is verkrijgbaar via de Mania webshop:


19 maart 2023

The Flaming Lips - The Soft Bulletin

De Amerikaanse band The Flaming Lips maakte met het geniale The Soft Bulletin volgens velen het beste album van 1999 of zelfs van het decennium en daar valt 24 jaar na dato weinig tot niets op af te dingen
The Flaming Lips uit Oklahoma City, Oklahoma, waren al heel wat jaren een cultband, toen de Britse en Amerikaanse muziekpers in 1999 het album The Soft Bulletin onthaalden met louter superlatieven. The Soft Bulletin werd vergeleken met het beste van The Beach Boys en nog wat andere klassiekers uit de muziekgeschiedenis, maar het was toch vooral een album waarop psychedelica en neo-psychedelica samen kwamen. The Soft Bulletin is misschien wel het meest toegankelijke album van de Amerikaanse band, maar het is ook een album dat van de eerste tot en met de laatste track sprankelt van avontuur. En in de afgelopen 24 jaar is het album echt alleen maar leuker en interessanter geworden.


De Amerikaanse band The Flaming Lips werd al aan het begin van de jaren 80 opgericht in Oklahoma City, Oklahoma, maar werd pas in 1999 omarmd door een breed publiek. Vanaf de tweede helft van de jaren 80 maakte de band een aantal niet direct opvallende albums met vooral psychedelische rockmuziek, maar vanaf het begin van de jaren 90 werden de albums van The Flaming Lips interessanter. 

Met de single She Don't Use Jelly van het in 1993 verschenen Transmissions From The Satellite Heart scoorde de band een bescheiden hit en werd The Flaming Lips een heuse cultband. Die status versterkte de Amerikaanse band met het in 1997 verschenen Zaireeka, dat feitelijk bestond uit vier losse albums, die je bij voorkeur op hetzelfde moment moest afspelen, wat op zijn minst een lastige opgave was. 

En toen werd het 1999 en verscheen midden in de zomer The Soft Bulletin. Het was een album dat niet overdreven veel verschilde van de albums die de band eerder in de jaren 90 had uitgebracht, maar de reactie van de critici sloeg compleet om. Met name de gerenommeerde Britse muziektijdschriften en Amerikaanse muziekwebsites bejubelden het album zeer uitvoerig en uiteindelijk zou The Soft Bulletin flink wat jaarlijstjes aanvoeren. 

Het had in 1999 veel van een hype, maar The Soft Bulletin is ook echt een geweldig album en wat mij betreft het beste album van The Flaming Lips. De hype rond de band zou aanhouden tot 2002 toen Yoshimi Battles The Pink Robots verscheen. Het is een album dat ik vrijwel net zo hoog aansla als The Soft Bulletin, maar met het laatstgenoemde album heb ik net iets meer. Na Yoshimi Battles The Pink Robots werd The Flaming Lips overigens al snel weer de cultband die het een paar jaar eerder was en dat imago heeft de band de afgelopen tien jaar alleen maar versterkt met wisselvallige en vaak wat obscuur aandoende albums. 

Terug naar 1999, toen The Soft Bulletin verscheen. Het is een jaar waarin het relatief nieuwe genre neo-psychedelica hot was en het album van The Flaming Lips paste perfect in dit genre. De muziek van de band uit Oklahoma City liet zich deels beïnvloeden door de psychedelica uit de jaren 60 en 70 en was ook zeker niet vies van Beatlesque songs, maar door het gebruik van flink wat elektronica klonk The Soft Bulletin ook onmiskenbaar als een album uit de jaren 90. 

The Soft Bulletin is net wat toegankelijker dan de meeste andere albums van The Flaming Lips, maar het is nog altijd een album vol avontuur. Het is ook een album met heerlijk melodieuze songs, die zijn voorzien van opvallend rijke orkestraties. Zeker bij beluistering met de koptelefoon gebeurt er zoveel dat het je met grote regelmaat duizelt, maar toch vind ik The Soft Bulletin niet over the top, wat wel geldt voor een aantal andere albums van de band. 

Voorman Wayne Coyne schreef voor The Soft Bulletin een aantal persoonlijke songs, waardoor de songs intenser klinken dan die op de vorige albums van de band. Het zijn songs die zich zoals gezegd nadrukkelijk hebben laten inspireren door de psychedelische popmuziek uit de jaren 60 en 70 en ook de invloeden van zowel The Beatles als The Beach Boys zijn duidelijk hoorbaar, maar The Flaming Lips namen in 1999 ook al een voorschot op de eenentwintigste eeuw, want wat klinkt dit album nog altijd fris en urgent. 

Ik luister de laatste jaren vooral naar Yoshimi Battles The Pink Robots en was The Soft Bulletin wat vergeten, maar bij de hernieuwde kennismaking was direct weer duidelijk waarom dit het beste album van 1999 was en eigenlijk is het album, dat van The Flaming Lips een paar jaar een hele grote band maakte, alleen maar beter en fascinerender geworden. Erwin Zijleman


The Soft Bulletin van The Flaming Lips is verkrijgbaar via de Mania webshop:


Emilíana Torrini & The Colorist Orchestra - Racing The Storm

De IJslandse muzikante Emilíana Torrini duikt na lange afwezigheid op met het Belgische The Colorist Orchestra en levert een bijzonder sfeervol maar ook zeer avontuurlijk album af dat makkelijk betovert
Emilíana Torrini werkte een paar jaar geleden al eens samen met het Belgische orkest The Colorist Orchestra en dit smaakte naar meer. Op Racing The Storm horen we, na Tookah uit 2013, eindelijk weer eens nieuwe songs van de IJslandse muzikante en ze zijn prachtig. Emilíana Torrini heeft een bijzondere stem en een bijzondere manier van zingen en het past prachtig bij de avontuurlijke klanken van het Belgische orkest dat de grenzen van de klassieke muziek en de chamber pop nadrukkelijk opzoekt. Racing The Storm is een veelkleurige luistertrip die zich van hoogtepunt naar hoogtepunt sleept en die laat horen dat Emilíana Torrini al lang niet meer in de schaduw staat van haar beroemdere landgenote Björk.


Mijn eerste kennismaking met de muziek van de IJslandse muzikante Emilíana Torrini stamt uit 1999, toen ik haar derde album Love In The Time Of Science kocht na een aantal zeer lovende recensies in met name Britse muziektijdschriften. Love In The Time Of Science deed in meerdere opzichten aan de muziek van haar landgenote Björk denken, maar klonk wel wat toegankelijker. Met deze beschrijving doe ik de muziek van Emilíana Torrini overigens wel wat te kort of zelfs flink te kort, want de muzikante uit Reykjavik zocht wel degelijk het experiment op haar doorbraakalbum en liet bovendien horen dat ze een veel betere zangeres is dan haar landgenote, die altijd dicht tegen mijn irritatiegrens zit en er vaak overheen gaat. 

Sinds Love In The Time Of Science is Emilíana Torrini niet erg scheutig met albums, maar alles dat ze maakt is heel erg goed. Fisherman’s Woman uit 2005, Me And Armini uit 2008 en Tookah uit 2013 vond ik allemaal even goed als het doorbraakalbum van de IJslandse muzikante, maar de afgelopen tien jaar leek het helaas stil rond Emilíana Torrini. Dat klopt niet helemaal, want in 2016 speelde ze een zeer prominente rol op een live-album van het Belgische orkest The Colorist Orchestra, waarop de songs van Emilíana Torrini centraal stonden, terwijl ze een jaar later was te horen op Music To Draw To: Satellite van Kid Koala. 

Objectief beschouwd krijgt Tookah uit 2013 echter pas deze week een opvolger met Racing The Storm. De samenwerking met The Colorist Orchestra uit 2016 smaakte voor Emilíana Torrini kennelijk naar meer, want het kleurrijke orkest rond multi-instrumentalisten Aarich Jespers en Kobe Proesmans is van de partij op het nieuwe album en kleurt de songs van de IJslandse muzikante zeer sfeervol in. 

Ook bij beluistering van Racing The Storm zal iedereen die de muziek van Emilíana Torrini niet kent onmiddellijk associaties hebben met de muziek van Björk. Zowel de stem, de tongval als de manier van zingen laten flinke overeenkomsten tussen de twee horen, maar waar Björk zich op haar laatste album compleet verloor in bombast en gekte, betovert Emilíana Torrini direct vanaf de eerste noten. 

Die betovering komt ook zeker van The Colorist Orchestra, want het orkest uit Antwerpen is zeker geen doorsnee orkest. Op Racing The Storm worden invloeden uit de klassieke muziek en de chamber pop op fraaie wijze gecombineerd, maar het Belgische orkest zoekt ook continu het avontuur met verrassende ritmes met een vleugje hiphop en met subtiele elektronische impulsen. 

In muzikaal opzicht betovert Racing The Storm elf songs en veertig minuten lang, maar de bijzonder fraaie klanken kleuren ook prachtig bij de bijzondere stem van Emilíana Torrini, die zich wat mij betreft definitief ontworstelt aan de vergelijking met Björk, die op haar laatste album koos voor vergelijkbare ingrediënten, maar geen moment in de buurt komt van de aangename betovering van Racing The Storm. De zang van de IJslandse muzikante streelt continu het oor en kronkelt zich soepel om de bijzondere klanken van het kleurrijke orkest heen. 

Het was echt veel te lang stil rond Emilíana Torrini, maar met het bijzondere Racing The Storm laat ze niet alleen horen dat ze terug is, maar levert ze wat mij betreft bovendien haar meest indrukwekkende album tot dusver af. Het album zet bovendien The Colorist Orchestra nog wat nadrukkelijker op de kaart. Erwin Zijleman

De muziek van Emilíana Torrini & The Colorist Orchestra is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de IJslandse muzikante en het Belgische orkest: https://emilianatorrinithecoloristorchestra.bandcamp.com/album/racing-the-storm.


Racing The Storm van Emilíana Torrini & The Colorist Orchestra is verkrijgbaar via de Mania webshop:



18 maart 2023

Genevieve Artadi - Forever Forever

Genevieve Artadi draait al een tijdje mee, maar vindt op Forever Forever de rust en de toegankelijke popsong, al zijn beiden op dit bijzonder fascinerende album zeer relatieve begrippen
Bij eerste beluistering van Forever Forever van Genevieve Artadi kon ik maar weinig met dit album, maar de muzikante uit Los Angeles heeft een album gemaakt dat zich steeds meer opdringt. Het is een album dat op eigenzinnige wijze invloeden uit de jazz en de elektronische muziek combineert, maar Genevieve Artadi sleept er nog veel meer bij. Zowel in muzikaal als in vocaal opzicht zal het voor menig muziekliefhebber even doorbijten zijn, maar alle energie die je in dit album steekt wordt dubbel en dwars terugbetaald. Forever Forever zat heel ver buiten mijn muzikale comfort zone, maar inmiddels kan ik er geen genoeg van krijgen en het album groeit maar door.


De Amerikaanse muzikante Genevieve Artadi is inmiddels een kleine twintig jaar actief in de muziek. Ze maakte deel uit van de duo’s Pollyn en KNOWER en bracht met Genevieve Lalala uit 2015 en Dizzy Strange Summer uit 2020 ook al twee soloalbums uit. Ik heb alles overigens pas voor het eerst gehoord nadat ik haar deze week verschenen derde soloalbum Forever Forever had beluisterd. 

De meeste muziek die de singer-songwriter en producer uit Los Angeles tot dusver heeft gemaakt werkt bij mij eerlijk gezegd vooral op de zenuwen en ook bij eerste beluistering van Forever Forever kon ik maar lastig chocolade maken van de muziek van Genevieve Artadi en kreeg ik er spontaan rode vlekken van. Op een of andere manier intrigeerde het album me echter wel en toen ik wat langer naar Forever Forever had geluisterd begon er steeds meer op zijn plek te vallen. 

Genevieve Artadi maakte tot dusver vooral door elektronica en pop gedomineerde muziek, maar ze is ook een geschoold jazzmuzikante. Dat is duidelijk te horen op haar nieuwe album, dat is voorzien van een flinke jazzinjectie, al is het wel een eigenzinnige jazzinjectie. Forever Forever klinkt een stuk organischer dan de muziek die de muzikante uit Los Angeles tot dusver maakte, maar ook op haar nieuwe album speelt elektronica een zeer voorname rol. 

Ik werd bij eerste beluistering zoals gezegd vooral nerveus van de muziek op Forever Forever en dat zal niet alleen bij mij het geval zijn. De songs van Genevieve Artadi zijn voorzien van springerige jazzy ritmes en het zijn bovendien songs die zowel in muzikaal opzicht als in vocaal opzicht lastig te doorgronden zijn. In muzikaal opzicht schiet het binnen de songs van de Amerikaanse muzikante soms alle kanten op, terwijl haar wat hoge stem en de bijzondere zanglijnen zeker in eerste instantie wat tegen de haren instrijken. 

De songs van Genevieve Artadi zijn songs waarin invloeden uit de jazz en de elektronische popmuziek op bijzondere wijze samenvloeien, maar het in Mexico opgenomen album bevat ook subtiele invloeden uit de Braziliaanse muziek, kan af en toe flink psychedelisch klinken en kan ook incidenteel de dansvloer opzoeken, een vleugje Prince oppikken of opschuiven richting progrock. 

Het levert een album op dat zich vrijwel continu flink buiten mijn muzikale comfort zone beweegt en dat vaak klinkt als een vat vol tegenstrijdigheden. Zo kan de muziek van Genevieve Artadi binnen een paar noten niet alleen van ouderwets naar hypermodern springen, maar ook van loom en zwoel naar tegendraads en eclectisch. Ondanks of misschien wel dankzij deze tegenstrijdigheden is het nieuwe album van Genevieve Artadi een album dat me uitstekend bevalt. 

Forever Forever van Genevieve Artadi werd gemaakt met flink wat gastmuzikanten en hoewel geen van de namen me iets zegt, is duidelijk te horen dat het gaat om gelouterde muzikanten. Alle instrumenten op het album klinken even mooi en sfeervol en met name het drumwerk is hier en daar weergaloos. 

Ook in vocaal opzicht wordt het nieuwe album van Genevieve Artadi alleen maar beter, want de stem van de muzikante uit Los Angeles is niet alleen bijzonder, maar ook mooi. Forever Forever is een album dat ik in 99 van de 100 gevallen niet zou hebben geselecteerd, want dit is een album dat je vaker moet horen en dat zeker bij eerste beluistering best even doorbijten is. Hierna wordt dit bijzondere album echt alleen maar mooier. Erwin Zijleman

De muziek van Genevieve Artadi is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://genevieveartadi.bandcamp.com/album/forever-forever.


Forever Forever van Genevieve Artadi is verkrijgbaar via de Mania webshop:



17 maart 2023

Miley Cyrus - Endless Summer Vacation

Miley Cyrus levert met Endless Summer Vacation een prima album af, dat doet verlangen naar, ja precies, een eindeloze zomer, maar ik heb het idee dat er met wat scherpere keuzes veel meer in had gezeten
Ik kom op YouTube wel eens filmpjes van Miley Cyrus tegen die laten horen hoe goed ze kan zijn. Op een of andere manier komt het er op haar albums wat mij betreft nooit helemaal uit. Het geldt ook weer voor Endless Summer Vacation, dat een prima album is met een aantal hele sterke songs, een aantal aangename songs en vooral hele goede zang. Miley Cyrus kan echter ook op haar nieuwe album weer niet kiezen en doet daarom alles dat ze leuk vindt en kan. Een blik producers voorziet iedere track van het juiste geluid met een bonte lappendeken als resultaat. Het luistert lekker weg en doet verlangen naar een lange en zorgeloze zomer, maar op het wereldalbum dat er echt in zit bij Miley Cyrus moeten we nog even wachten.


Een paar maanden geleden besprak ik The Hardest Part van Noah Cyrus en concludeerde ik dat Noah met haar debuutalbum in muzikaal opzicht direct een stuk interessanter is dan haar oudere en veel bekendere zus Miley. Nu vind ik The Hardest Part nog steeds een geweldig album, maar misschien deed ik Miley Cyrus vorig jaar wel wat te kort met mijn niet onderbouwde bewering. 

Miley Cyrus had natuurlijk een valse start door haar carrière te starten als hoofdpersoon in de vooral voor jonge tienermeisjes bedoelde TV-serie Hannah Montana. In deze serie speelde de jonge Cyrus telg, die de muziek met de paplepel kreeg ingegoten door haar vader en countrymuzikant Billy Ray Cyrus, een jonge popster en maakte ze de muziek die je van een tienerpopster verwacht. 

Nu was er wel direct vanaf het begin een groot verschil tussen Miley Cyrus en de meeste andere tienersteren, want Miley kan zingen. En hoe. Helaas vond ik de albums van Miley Cyrus tot dusver moeilijk te peilen en vooral wisselvallig. De ene keer maakte ze kauwgomballenpop, de volgende keer countrypop, dan weer naar R&B en hip-hop neigende muziek of dertien in een dozijn pop. En dan was er ook nog eens het krankzinnige Miley Cyrus & Her Dead Petz, waarop ze samenwerkte met The Flaming Lips en weer helemaal de andere kant op ging, wat overigens wel een grappig album opleverde. 

Ondertussen duiken er op YouTube af en toe geweldige covers of interessante samenwerkingen met hele grote muzikanten op, die laten zien dat Miley het echt wel kan. Zou het er dan eindelijk uit komen op het deze week verschenen Endless Summer Vacation? Ik heb het album inmiddels meerdere keren gehoord en ben er nog niet helemaal uit. 

Ook op haar nieuwe album laat Miley Cyrus weer horen dat ze een uitstekende zangeres is. De Amerikaanse muzikante beschikt over een krachtige stem met een lekker rauw randje en raakt de noten die ze moet raken. In vocaal opzicht heb ik dus niets te klagen, maar voor een topalbum is meer nodig. 

Kosten nog moeite zijn gespaard om van Endless Summer Vacation een mooi klinkend album te maken. De lijst met muzikanten die zijn te horen op het album is lang en de lijst met producers die bijdroegen aan het album is zo mogelijk nog langer. Het levert een album op dat klinkt als een goed gemaakt popalbum en zeker in de beste songs op het album kruipt Miley Cyrus richting Taylor Swift, die de lat voor de concurrentie hoog heeft gelegd. 

De keuze voor veel muzikanten, producers en songwriters maakt ook van Endless Summer Vacation weer een wat wispelturig album. Miley Cyrus maakt ook op haar nieuwe album weer weinig keuzes en eet van alle walletjes die ze tegen komt. Ik vind Endless Summer Vacation wel het meest geslaagde album van Miley Cyrus tot dusver, maar met zo’n stem en talent moet er meer in zitten denk ik. 

Mijn tip aan Miley Cyrus: kies voor het volgende album niet een heel blik producers, maar kies er één, met Aaron Dessner of Jack Antonoff als hele interessante opties. Kies verder voor een beperkt aantal genres en bij voorkeur voor één genre, met indiefolk, indiepop en countrypop als mijn persoonlijke voorkeuren. Nogmaals, Endless Summer Vacation is zeker niet slecht, maar bij Miley Cyrus zit er echt veel meer in dan een hele ruime voldoende. Erwin Zijleman


Endless Summer Vacation is verkrijgbaar via de Mania webshop:


16 maart 2023

I saw Les Monte - Trilogy

De Nederlandse band I saw Les Monte voltooit deze week met foxfires at the changing tree een in 2021 gestarte trilogie, wat in totaal 80 minuten bijzondere muziek oplevert, waarin je steeds nieuwe dingen blijft horen
Na machine & men uit 2021 en a dawn chorus uit 2022 bracht de Amsterdamse band I saw Les Montes deze week foxfires at the changing tree uit. Hiermee voltooit de band een trilogie die goed is voor 80 minuten bijzondere muziek. Het is muziek die niet in een hokje is te duwen en die evenmin is te vergelijken met de muziek van anderen. I saw Les Montes springt op haar drie albums van genre en naar genre en creëert een soms lastig te doorgronden, maar ook mooie en bijzondere soundtrack waarbij je zelf de beelden zal moeten verzinnen. Het kost even wat tijd om te wennen aan de muziek van de band, maar deze inspanning wordt uiteindelijk rijkelijk beloond.



De Nederlandse band I saw Les Monte (IsLM) begon in de herfst van 2021 aan een heuse trilogie. Het eerste deel van deze trilogie, machine & men, werd in het voorjaar van 2022 gevolgd door het tweede deel, a dawn chorus, en deze week is de trilogie compleet gemaakt met de release van foxfires at the changing tree (dat de band niet van titels met hoofdletters houdt zal inmiddels duidelijk zijn). 

Het completeren van de trilogie is een mooi moment om aandacht te besteden aan de bijzondere muziek van de Amsterdamse band. Het is muziek die de band zelf omschrijft als ‘a mix of (lyric) dream pop with a (sometimes) dark twist’. Dat klinkt redelijk toegankelijk, maar I saw Les Monte komt zeker niet op de proppen met lichtvoetige dreampop deuntjes, waarbij je aangenaam kunt wegdromen. 

Het eerste deel van de trilogie opent met mooie en atmosferische klanken, waarna de zang invalt. Het is zang die de muziek van het Amsterdamse trio voorziet van donkere accenten en het is zang die ik zeker bij eerste beluistering niet heel toegankelijk vond, maar die op den duur aan kracht wint. 

In muzikaal opzicht gaat het vervolgens alle kanten op. Door het lage tempo bevat de muziek van I saw Les Monte zeker invloeden uit de slowcore, maar ik hoor ook folk, elektronica, postrock, psychedelica en avant garde in de muziek van de Amsterdamse band. Het is muziek die zich niet of nauwelijks laat vergelijken met de muziek van anderen. Heel af en toe hoor ik wat van Pink Floyd, Talk Talk en Sparklehorse, maar het zijn vergelijkingen die de plank minstens net zo vaak compleet mis slaan. 

Zeker bij eerste beluistering is machine & mean een lastig te doorgronden album, maar het is een album dat na enige gewenning aan kracht wint en vervolgens veel toegankelijker en ook veel mooier blijkt dan bij eerste beluistering het geval was. Dat geldt ook voor a dawn chorus dat deels in het verlengde ligt van het eerste deel van de trilogie, maar dat ook andere wegen in slaat. 

Ook bij beluistering van a dawn chorus had ik af en toe associaties met de songs die Roger Waters schreef voor Pink Floyd en zijn soloalbums, maar de muziek van I saw Les Monte is veel verder verwijderd van de popsong met een kop en een staart. De Nederlandse band maakt muziek met meerdere gezichten, waardoor prachtige filmische geluidstapijten kunnen worden afgewisseld met donkere en lastiger te doorgronden passages. 

I saw Les Monte completeert haar trilogie deze week met foxfires at the changing tree, dat in het verlengde ligt van de eerste twee delen, maar ook weer net wat anders klinkt. Persoonlijk vind ik het derde deel overigens het beste deel van de trilogie, al zijn ook de eerste twee delen essentieel. 

Gebleven zijn ook op deel drie de filmische klanken, de liefde voor experiment, de verwijzingen naar de natuur en de verwijzingen naar de toekomst, maar de elektronica is dit keer wat zwaarder aangezet en hier en daar duikt zelfs een popsong met een kop en een staart op. In tegenstelling tot bij de eerste twee delen hoor ik dit keer wel wat van Radiohead, maar I saw Les Monte opereert wel in een ander muzikaal universum, waardoor de vergelijking al snel mank gaat. 

Met de drie inmiddels verschenen albums schotelt I saw Les Monte de luisteraar een kleine 80 minuten muziek voor. Het is muziek waar je even voor moet gaan zitten en waaraan je ook wel even moet wennen, maar uiteindelijk krijg je een fascinerende en steeds weer van kleur verschietende soundtrack, waarbij je zelf de beelden mag verzinnen. Absoluut de moeite van het ontdekken waard. Erwin Zijleman

De muziek van I saw Les Monte is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Nederlandse band. Hierop kun je ook een mooi boxje met de drie cd's uit de trilogie bestellen: https://isawlesmonte.bandcamp.com/music.




   

15 maart 2023

Frankie Rose - Love As Projection

Frankie Rose heeft, als lid van een aantal zeer aansprekende bands, een roemrucht verleden in de gruizige gitaarmuziek, maar op Love As Projection stelt ze haar nieuwe liefde, de synthpop, voor
Als liefhebber van bands als Dum Dum Girls en Vivian Girls kan Frankie Rose al sinds de start van haar solocarrière rekenen op mijn sympathie, maar tot dusver was ik nog niet heel erg onder de indruk van haar soloalbums. Het deze week verschenen Love As Projection vind ik een stuk beter en vooral omdat Frankie Rose kiest voor een weg die afwijkt van die van de bands waarvan ze in het verleden deel uitmaakte. Op haar nieuwe album maakt de Amerikaanse muzikante geen geheim meer van haar liefde voor de synthpop en heeft ze de gitaren grotendeels verruild voor synths. Het levert een avontuurlijk synthpop album vol groeipotentie op.


Frankie Rose heeft haar sporen in de muziek inmiddels ruimschoots verdiend en wordt door de Amerikaanse muziekwebsite AllMusic.com dan ook terecht een ‘indie icon’ genoemd. Ze maakte deel uit van bands als Fine Place, Beverly en Crystal Stilts, maar Frankie Rose is toch vooral bekend geworden als drummer van de bands Dum Dum Girls en Vivian Girls. 

De meeste bands waarvan Frankie Rose deel uit heeft gemaakt heb ik hoog zitten, maar desondanks heb ik haar eerste drie soloalbums niet besproken. Het in 2017 verschenen Cage Tropical heb ik wel opgepikt en hier was ik best enthousiast over, al moet ik eerlijk toegeven dat ik het album na 2017 nooit meer heb beluisterd (tot eerder deze week dan). 

Het deze week verschenen Love As Projection is de officiële opvolger van Cage Tropical, want de in 2019 verschenen remake van het album Seventeen Seconds van The Cure was wat mij betreft niet meer dan een tussendoortje, al vond ik het persoonlijk best een aardig tussendoortje. 

Het is denk ik fair om te zeggen dat Frankie Rose het niveau van haar bands nog niet heeft weten te evenaren of te benaderen op haar soloalbums, maar met Love As Projection doet de Amerikaanse muzikante een serieuze en wat mij betreft ook geslaagde poging. Dat heeft alles te maken met de koers die de muzikante uit New York kiest op haar nieuwe album. 

Zeker op haar vroege soloalbums bleef Frankie Rose over het algemeen dicht bij de muziek van het merendeel van haar bands en maakte ze licht gruizige gitaarmuziek, die naar mijn mening vaak net wat te weinig onderscheidend klonk. Op Cage Tropical schoof de muziek van Frankie Rose al wat op, maar op Love As Projection kiest de Amerikaanse muzikante vol voor haar nieuwe liefde, de synthpop. 

Dat klinkt een stuk lichtvoetiger dan haar vroegere werk en ook zeker lichtvoetiger dan het tussendoortje uit 2019 waarop de postpunk nog domineerde. Bij eerste beluistering van het album vroeg ik me zelfs af of Frankie Rose niet wat te ver is doorgeslagen richting lichtvoetige popmuziek, maar hoe vaker ik naar Love As Projection luister, hoe leuker ik het album vind. 

Frankie Rose laat zich op haar nieuwe soloalbum deels beïnvloeden door synthpop uit de jaren 80 en gooit er hier en daar een vleugje postpunk bij, maar de muzikante uit New York heeft ook een fris en eigentijds klinkend album gemaakt. Zeker wanneer het tempo laag wordt gehouden klinken de wolken synths die overdrijven bijzonder aangenaam en hetzelfde geldt voor de stem van Frankie Rose, die haar songs voorziet van een dromerige sfeer. 

Wanneer het tempo wat omhoog gaat kiest Love As Projection vol voor de (synth)pop en flirt het hier en daar opzichtig met de dansvloer. Het is dan bijna niet te geloven dat we Frankie Rose aan het werk horen, maar ze is het echt. Ik heb zelf een duidelijke voorkeur voor de wat minder uitbundige songs op het album, die bestaan uit meerdere lagen, al vind ik ook de uptempo synthpop van Frankie Rose goed te verteren. 

Liefhebbers van de gruizige gitaaralbums die de Amerikaanse muzikante in het verleden maakte met haar bands en in haar uppie hebben waarschijnlijk weinig met de nieuwe koers van Frankie Rose, maar zelf kan ik de opvallende koerswijziging van de inmiddels gelouterde Amerikaanse muzikante wel waarderen. Erwin Zijleman

De muziek van Frankie Rose is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://frankierose.bandcamp.com/album/love-as-projection.


Love As Projection van Frankie Rose is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Shalom - Sublimation

Iedere week duiken weer nieuwe jonge vrouwelijke singer-songwriters met een zwak voor indierock op, maar Shalom is met haar ruwe en zeer persoonlijke debuutalbum wat mij betreft een blijvertje
Op basis van de achtergrond van Shalom had ik een totaal ander debuutalbum verwacht dan het deze week verschenen Sublimation, maar ik vind het een sterk album dat bol staat van de belofte. De jonge muzikante uit Brooklyn maakt vooral gruizige indierock, maar ze schakelt af en toe moeiteloos over naar meer elektronisch ingekleurde popsongs. Het zijn songs met een hoog lo-fi en DIY gehalte, maar zeker bij herhaalde beluistering hoor je dat Shalom weet hoe je een goede popsong moet schrijven. Het zijn ook nog eens zeer persoonlijke popsongs, waarin de jonge Amerikaanse muzikante zich volledig bloot geeft. Er is nog niet heel veel aandacht voor, maar dit is een bijzonder debuut.


Shalom is een jonge muzikante die werd geboren in Maryland, opgroeide in Johannesburg in Zuid-Afrika, studeerde in New Brunswick, New Jersey en nu vanuit Brooklyn, New York haar eerste stappen in de muziek zet. Naar verluidt schreef ze pas in 2020 haar eerste songs, maar deze week verscheen al haar debuutalbum Sublimation op het eigenzinnige maar ook prestigieuze Saddle Creek label. 

Ik was direct zeer gecharmeerd van het debuutalbum van Shalom, al zijn niet alle songs op het album even goed. Sublimation laat echter horen dat de jonge Amerikaanse muzikante een grote belofte is voor de toekomst. Shalom laat op Sublimation horen dat ze de kunst van het schrijven van aansprekende popliedjes goed beheerst en ze laat bovendien horen dat ze zich niet laat vastpinnen op één genre. 

Sublimation opent met een behoorlijk gruizige en bovendien wat lo-fi achtige rocksong. Het is niet het genre dat je verwacht bij een jonge zwarte vrouw, maar Shalom is wars van het denken in hokjes en gelijk heeft ze. Sublimation bevat meer gruizige indierock songs, maar wanneer de gitaren deels plaats maken voor elektronica, kan Shalom ook de kant van de indiepop op. In een aantal wat soberder ingekleurde songs komt hier ook nog een folky kant bij, waardoor Sublimation absoluut een veelzijdig en veelkleurig album mag worden genoemd. 

Shalom werkt op haar debuutalbum samen met de Canadese producer Ryan Hemsworth, die de muzikante uit Brooklyn al volgt sinds haar eerste stappen in de muziek. Het is een naam die ik nog niet eerder ben tegengekomen, maar dat heeft waarschijnlijk alles te maken met het feit dat de Canadese muzikant en producer tot dusver vooral actief is in de hiphop en de elektronische muziek. Het zijn twee genres die hooguit subtiel hun invloed hebben nagelaten op het debuutalbum van Shalom, dat uiteindelijk nog het dichtst aan schuurt tegen de muziek van bijvoorbeeld Lucy Dacus en Phoebe Bridgers. 

In muzikaal opzicht rammelt de muziek van Shalom aangenaam en ook in vocaal opzicht zijn niet alle plooien gladgestreken. De jonge Amerikaanse muzikante is in technisch opzicht geen hele goede zangeres, maar de wat ruwe zang past prima bij haar songs. In muzikaal en vocaal opzicht doet Shalom haar eigen ding en dat doet ze ook in haar teksten die persoonlijk en verrassend eerlijk zijn. Sublimation is een ‘coming of age’ album van een jonge en zwarte queer vrouw en het is een ‘coming of age’ album met zowel ups als downs. 

Naar verluidt schudt Shalom de popliedjes uit haar mouw wanneer ze even gaat zitten met haar basgitaar. In een aantal songs hoor je dat ook wel, maar Sublimation bevat ook een aantal songs die overlopen van de belofte en een aantal echt goede songs. Bijna altijd zitten de songs van de jonge Amerikaanse muzikante veel beter in elkaar dan je bij vluchtige beluistering kunt vermoeden. 

Ook wanneer het me net wat teveel rammelt of wanneer ik het idee heb dat er een betere song in had gezeten door net wat meer rust te nemen, vind ik het debuutalbum van Shalom een interessant en zeker ook charmant album. Het is al jaren flink dringen in de wereld van de jonge vrouwelijke singer-songwriters met liefde voor indierock en indiepop, maar Shalom is wat mij betreft een aanwinst. Erwin Zijleman

De muziek van Shalom is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://okayshalom.bandcamp.com/album/sublimation.


Sublimation van Shalom is verkrijgbaar via de Mania webshop:



14 maart 2023

Lichen Slow - Rest Lurks

Arab Strap lid Malcolm Middleton werkt op Rest Lurks samen met Joel Harries en als Lichen Slow overtuigen de twee muzikanten met een zowel in muzikaal als in vocaal opzicht interessant en aangenaam album
Bij Malcolm Middleton denk ik direct aan het Schotse duo Arab Strap, maar hij maakte net zoveel albums onder zijn eigen naam. De albums van Malcolm Middleton en Arab Strap krijgen nu gezelschap van het eerste album van Lichen Slow. Het duo dat Malcolm Middleton samen met de Britse muzikant Joel Harries vormt, staat op Rest Lurks garant voor mooi klinkende en makkelijk in het gehoor liggende songs, die fraai worden ingekleurd door de totaal verschillende stemmen van de twee. Het album overtuigt makkelijk, maar beschikt ook absoluut over diepgang en avontuur. Lichen Slow voegt daarom zeker iets toe aan het solowerk van Malcolm Middleton en aan het werk van Arab Strap.


Lichen Slow is een project van de Britse muzikanten Joel Harries en Malcolm Middleton. Van Joel Harries had ik echt nog nooit gehoord, maar Malcolm Middleton kennen we natuurlijk van het legendarische Schotse duo Arab Strap, dat hij sinds de tweede helft van de jaren 90 vormt met Aidan Moffat. 
Arab Strap keerde in 2021, na een afwezigheid van ruim zestien jaar, terug met het verrassend sterke As Days Get Dark, maar Aidan Moffat en Malcolm Middleton hebben ook al vele jaren hun eigen projecten. 

Ik kan maar zelden echt goed uit de voeten met de soloprojecten van Aidan Moffat, al vond ik het kerstalbum dat hij in 2018 maakte met RM Hubbert echt geweldig, maar Malcolm Middleton maakte een aantal uitstekende soloalbums, met zijn solodebuut 5:14 Fluoxytine Seagull Alcohol John Nicotin uit 2003 voor mij als onbetwiste uitschieter. Ik moet eerlijk toegeven dat ik ook het solowerk van Malcolm Middleton het afgelopen decennium nauwelijks meer gevolgd heb, maar met zijn nieuwe project Lichen Slow trekt hij weer nadrukkelijk de aandacht. 

Het album opent prachtig met wat atmosferische en zeer stemmige klanken, die worden gecombineerd met de donkere stem van Malcolm Middleton, die hier en daar wordt bijgestaan door Quincey May Brown, die in een aantal tracks tekent voor fraaie achtergrondvocalen. De stem van Malcolm Middleton wordt na enige tijd afgewisseld met de stem van Joel Harries, die beschikt over een helder, krachtig en zeer karakteristiek stemgeluid, dat een extra dimensie toevoegt aan het geluid van Lichen Slow.

In een aantal tracks op het album neemt Joel Harries juist het voortouw en kleurt Malcolm Middleton de open ruimte in met zijn fraaie Schotse tongval. Het zijn twee totaal verschillende stemmen, maar ze vullen elkaar echt prachtig aan en wat mij betreft klinkt het gebruik van twee totaal verschillende stemmen nergens op het album onlogisch. 


Rest Lurks, het eerste wapenfeit van Lichen Slow, overtuigt in vocaal opzicht makkelijk, maar ook in muzikaal opzicht is het een interessant album. Het album is zeer sfeervol, maar over het algemeen ook behoorlijk uitbundig ingekleurd met zowel organische klanken als elektronica. Het zijn mooie en aangename maar vooral ook veelkleurige klanken, maar Malcolm Middleton en Joel Harries schuwen ook het avontuur niet, bijvoorbeeld door hier en daar te experimenteren met ritmes. 

Rest Lurks lijkt niet direct op de muziek van Arab Strap en doet me ook niet onmiddellijk denken aan de soloalbums van Malcolm Middleton die ik ken, maar het album klinkt op een of andere manier wel direct vertrouwd en aangenaam. Het heeft alles te maken met de lekker in het gehoor liggende en heerlijk melodieuze songs van het tweetal. Het zijn songs die niet direct in de tijd of in een genre zijn te plaatsen en die me ook niet direct doen denken aan de muziek van anderen, maar in mijn geval hadden de tijdloze songs op het album maar heel weinig tijd nodig om me te overtuigen. 

Mijn eerste beluistering van Rest Lurks van Lichen Slow viel samen met overtrekkende sneeuwbuien, waardoor ik het album direct bestempelde als een album voor de donkere seizoenen, maar ook in de lentezon blijkt het eerste album van Malcolm Middleton en Joel Harries het uitstekend te doen. Ik hoop echt dat er nog leven zit in Arab Strap, maar ook Lichen Slow hoop ik in de toekomst nog vaker tegen te komen. Erwin Zijleman

De muziek van Lichen Slow is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het Britse duo: https://lichenslow.bandcamp.com/album/rest-lurks.


Rest Lurks van Lichen Slow is verkrijgbaar via de Mania webshop:



13 maart 2023

Matt Andersen - The Big Bottle Of Joy

Matt Andersen en zijn band weten op The Big Bottle Of Joy de ruwe energie van hun live optredens perfect te vangen en serveren een heerlijke portie blues, soul en gospel met de geweldige zang als kers op de taart
Ik ken zeker niet alle albums van de Canadese muzikant Matt Andersen, maar alles dat ik tot dusver van hem gehoord heb is heel goed. Ook het deze week verschenen The Big Bottle Of Joy is een uitstekend album. Matt Andersen is een groot zanger met een heerlijk soulvolle strot, maar hij wordt ook nog eens bijgestaan door een band die 50 minuten lang de pannen van het dak speelt en door drie achtergrondzangeressen die nog flink wat extra power toevoegen. De mix van blues, soul en gospel klinkt heerlijk authentiek en klinkt bovendien alsof Matt Andersen en zijn band voor je neus op het podium staan. Ik was Matt Andersen weer even uit het oog verloren, maar dit is echt heel goed.


De Canadese muzikant Matt Andersen is een podiumdier met ook dit jaar een zeer goed gevulde agenda met optredens, maar hij heeft de afgelopen vijftien jaar ook een respectabel aantal albums uitgebracht. Ik ben zelf niet heel bekend met het oeuvre van Matt Andersen, want ik besprak op de krenten uit de pop tot voor kort alleen het in 2019 verschenen Halfway Home By Morning. 

Dat is een album waarop de Canadese muzikant en zijn band wat mij betreft indruk maakten met een authentiek klinkend geluid met vooral invloeden uit de blues en soul, met prachtig gitaarspel en met een heerlijk rauwe strot vol gevoel. Het is muziek die het op het podium geweldig doet, maar ik vond Halfway Home By Morning ook een erg sterk album. 

Desondanks verloor ik Matt Andersen al snel weer uit het oog, tot een paar weken geleden zijn nieuwe album The Big Bottle Of Joy op de mat plofte. Tussen Halfway Home By Morning en The Big Bottle Of Joy verscheen vorig jaar het album House To House en dat is een album dat ik niet had mogen missen. Het is een album waarop Matt Andersen de stroom heeft uitgeschakeld en alleen met een akoestische gitaar is te horen. Dat vraagt wat meer van zijn zang en die komt op het album op fraaie wijze uit de tenen. 

Op The Big Bottle Of Joy pakt Matt Andersen weer uit zoals hij deed op Halfway Home By Morning en doet hij er zelfs nog een flinke schep bovenop. Direct vanaf de eerste noten gaan de gitaren er lekker stevig in, speelt de ritmesectie lekker vet, vullen de piano en het orgel op fantastische wijze alle gaten, zingt Matt Andersen de sterren van de hemel en wordt zijn stem nog wat verder opgetild door de achtergrondzang van de zussen Reeny, Haliey en Micah Smith. 

The Big Bottle Of Joy is een studioalbum, maar heeft de ruwe energie van een live optreden, wat me zeker nieuwsgierig maakt naar de verrichtingen op het podium van Matt Andersen, die de komende maanden echter helaas alleen in Canada en de Verenigde Staten is te zien. Gelukkig is The Big Bottle Of Joy een goed alternatief, want de energie spat werkelijk uit de speakers en door de heldere productie lijkt het alsof Matt Andersen en zijn band bij je in de woonkamer staan. 

De muziek van de Canadese muzikant zit nog altijd vol invloeden uit de blues en de soul, maar ook invloeden uit de gospel hebben hun weg gevonden naar de muziek van Matt Andersen, die in muzikaal opzicht zijn vaderland verruilt voor het diepe zuiden van de Verenigde Staten. In muzikaal, maar zeker ook in vocaal opzicht, doet het hier en daar flink denken aan de muziek van Robert Cray, die echter stevig aan de bak moet om het niveau van Matt Andersen en zijn band te halen. Een enkele keer hoor ik ook wel wat van Joe Cocker trouwens, maar de stem van Matt Andersen is warmer en aangenamer. 

The Big Battle Of Joy is een album dat in muzikaal opzicht vooral put uit het verleden van de blues(rock) en soul, maar wat wordt er met veel energie, passie en plezier muziek gemaakt door Matt Andersen en zijn uitstekende band met een hoofdrol voor de twee geweldige toetsenisten, al doet de rest er nauwelijks voor onder. Ik ben zeker niet altijd in de stemming voor de energiebom van 50 minuten die Matt Andersen uit de speakers laat komen, maar als ik er voor in de stemming ben is The Big Bottle Of Joy van Matt Andersen echt 50 minuten lang genieten. Erwin Zijleman


The Big Bottle Of Joy van Matt Andersen is verkrijgbaar via de Mania webshop:


12 maart 2023

Air - Moon Safari (1998)

Net iets meer dan 25 jaar geleden verscheen Moon Safari van Air, dat nooit meer zou worden overtroffen door Nicolas Godin en Jean-Benoît Dunckel en terecht in de boeken is gekomen als meesterwerk
Moon Safari van Air kwam in 1998 als een donderslag bij heldere hemel en zorgde ervoor dat Parijs weer serieus werd genomen als muziekstad. Het album klonk in 1998 als geen enkel ander album en doet dat nog steeds niet. Het album heeft de tand des tijd verrassend goed doorstaan en is net als 25 jaar geleden van de eerste tot en met de laatste noot een zwoele en betoverende luistertrip. Invloeden uit de Franse filmmuziek en psychedelica vloeien prachtig samen met af en toe een flinke dosis Kraftwerk en met een aangename hoeveelheid folktronica, lounge en jazzy pop uit de jaren 90. Moon Safari was in 1998 een muzikale warme deken en dat is het album nog steeds.


Voor het laatste wapenfeit van het Franse duo Air moeten we inmiddels zo’n elf jaar terug in de tijd, want toen verscheen de door Nicolas Godin en Jean-Benoît Dunckel gemaakte soundtrack bij de film Le Voyage Dans La Lune. Zelfs was ik overigens al veel eerder afgehaakt, want alleen voor de eerste twee albums van Air tastte ik in de buidel (destijds nog de enige manier om een album te bemachtigen of zelfs te kunnen beluisteren). 

Naar de soundtrack bij The Virgin Suicides uit 2000 luister ik eigenlijk nooit meer, maar het debuutalbum van Air trek ik nog altijd met enige regelmaat uit de kast en vind ik nog altijd een geweldig album. Moon Safari verscheen in de eerste weken van 1998 en sloeg in als de spreekwoordelijke bom. Nicolas Godin en Jean-Benoît Dunckel maakten op het debuutalbum van Air op zich geen groot geheim van hun inspiratiebronnen, maar Moon Safari klonk in 1998 duidelijk anders dan de meeste andere albums van dat moment en is wat mij betreft nog altijd een album met een uniek eigen geluid. 

Nicolas Godin en Jean-Benoît Dunckel slaagden er op Moon Safari in om al hun inspiratiebronnen met elkaar te vermengen op een album dat aan de ene kant klinkt als een bonte lappendeken en aan de andere kant als één geheel. De belangrijkste inspiratiebron van de twee muzikanten uit Parijs was ongetwijfeld de Parijse legende Serge Gainsbourg, die in verschillende gedaanten terug komt op het album. Moon Safari laat hiernaast flink wat invloeden van Kraftwerk horen, bevat hier en daar sporen van de zwoele Franse filmmuziek uit de jaren 70, kan uit de voeten met nachtclub jazz en heeft ook nog wat geleend van de zoete melodieën van Burt Bacharach. 

Het komt allemaal samen in tien songs, die allemaal op net wat andere wijze het oor strelen. Van het filmische en instrumentale La Femme d’argent naar het zwoele en tegelijkertijd door Kraftwerk beïnvloede Sexy Boy, van de vooral organische folktronica van het door Bet Hirsch gedragen All I Need naar het futuristische Kelly Watch The Stars, van het beeldende en rijk georkestreerde Talisman naar het door de vocoder gedomineerde Remember, van het jazzy en wederom door Beth Hirsch gezongen You Make It Easy naar het sprookjesachtige en met een Burt Bacharach vibe gevoede Ce Matin-Là en van het subtiele en wederom beeldende New Star In The Sky naar het naar lounge neigende maar uiteindelijk vooral spannende Le Voyage de Pénelope. 

Moon Safari van Air was en is een album waarbij het heerlijk wegdromen is en dat het oor drie kwartier lang streelt met lome luistertrip, maar het is ook een album waarop ontzettend veel gebeurt en waarop de Parijse muzikanten Nicolas Godin en Jean-Benoît Dunckel laten horen dat ze tot grote dingen in staat moeten worden geacht. 

Met de kennis van nu vraag ik me af of dat er helemaal uit is gekomen, want ondanks het feit dat de twee Franse muzikanten een aardig oeuvre hebben opgebouwd en ook buiten Air hun sporen hebben verdiend, vind ik Moon Safari er heel ver bovenuit steken. Het is een album dat 45 minuten lang bijzonder lekker voortkabbelt, maar het is ook een album dat heel veel invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de popmuziek. En Moon Safari is een album dat nu nog minstens net zo lekker en eigenzinnig klinkt als in 1998, wat bijzonder knap is. Erwin Zijleman


Moon Safari van Air is verkrijgbaar via de Mania webshop:


Isolde Lasoen - Oh Dear

Isolde Lasoen maakte in 2017 met Cartes Postale een wereldalbum dat door bijna iedereen over het hoofd werd gezien, maar keert nu terug met Oh Dear dat van een bijna onwerkelijke schoonheid is
De Belgische muzikante Isolde Lasoen is bij onze Zuiderburen een van de bekendste drummers en al lange tijd vaste waarde bij Daan, maar iedereen die goed heeft opgelet weet dat ze in 2017 een bijzonder fascinerend soloalbum afleverde. Dat soloalbum krijgt deze week dan eindelijk een opvolger en wat is Oh Dear een mooi en fascinerend album. Het is een album waarvoor Serge Gainsbourg in katzwijm zou zijn gevallen en dat de luisteraar meevoert in een luistertrip die je het liefst nooit meer zou verlaten. De muziek op Oh Dear is om te janken zo mooi en als Isolde Lasoen begint te zingen is de betovering compleet. Haar debuut sneeuwde uiteindelijk wat onder, maar Oh Dear verdient een plekje in alle spotlights.


De Belgische muzikante Isolde Lasoen begon op 4-jarige leeftijd bij de majorettes van de fanfare van Maldegem, maar bleek al snel een zeer getalenteerd trommelaar. Na haar studie aan het conservatorium van Gent ging ze aan de slag als professioneel muzikant en speelde ze met alles en iedereen binnen de Belgische muziekscene en werd ze de vaste drummer bij Daan. In 2017 verraste Isolde Lasoen vriend en vijand met het in alle opzichten briljante Cartes Postale, waarop ze liet horen dat ze ook een getalenteerd songwriter en zangeres is. 

Met name op het Franstalige deel van haar debuutalbum klonk Isolde Lasoen als de meest getalenteerde muze van Serge Gainsbourg en tilde ze de muzikale erfenis van het Franse genie bovendien op succesvolle wijze de eenentwintigste eeuw in. Ik denk dat ik Cartes Postale met de kennis van nu een van de allerbeste albums van 2017 vind, maar het album kreeg uiteindelijk toch niet de waardering die het verdiende. 

Deze week keert Isolde Lasoen terug met haar tweede album Oh Dear. De Belgische muzikante kiest ook dit keer voor een mix van Engelstalige en Franstalige songs, maar heeft ze op haar tweede album door elkaar gezet. Het album opent met de Engelstalige titeltrack, maar desondanks sleept Isolde Lasoen je met haar muziek onmiddellijk het Parijs van de jaren 60 en 70 in. Serge Gainsbourg kijkt ook dit keer goedkeurend toe, maar op een of andere manier zijn Nicolas Godin en Jean-Benoît Dunckel van Air ook van de partij. 

Wanneer Isolde Lasoen in de tweede track het Engels verruilt voor het Frans en Bertrand Burgalat opduikt voor de tweede stem, is de associatie met de muziek van Serge Gainsbourg compleet, zeker wanneer de violen aanzwellen en Isolde Lasoen op haar lieflijkst zingt. Het klinkt allemaal aangenaam nostalgisch, maar Douce Mélancolie is ook een song van een bijna onwerkelijke schoonheid. 

Oh Dear staat vol met dit soort songs, want Isolde Lasoen weet het niveau van haar geweldige debuutalbum uiteindelijk vrij makkelijk te overtreffen en doet dit op alle fronten. In muzikaal opzicht is het tweede album van de Belgische muzikante een van de mooiste albums die ik de laatste tijd gehoord heb en ik ontdek steeds weer nieuwe dingen. 

Isolde Lasoen schakelt soepel tussen de Franse psychedelica en de Franse filmmuziek uit de jaren 60 en 70, maar sleept er ook Amerikaanse filmmuziek, flink wat jazz en een enkele keer zelfs wat progrock bij en heeft bovendien goed geluisterd naar het debuutalbum van Air, dat ik toevallig deze week ook veelvuldig heb beluisterd. 

Isolde Lasoen werkte de songs op Oh Dear in eerste instantie zelf uit en had daarbij genoeg aan haar geweldige drumwerk, de vibrafoon en haar stem, maar uiteindelijk werd het album vol, maar nergens overdadig, ingekleurd met wonderschone arrangementen van strijkers en blazers en de bijdragen van een soepel spelende band. 

Oh Dear brengt je vanaf de eerste noten in vervoering, maar het album wordt vervolgens mooier en mooier en is goed voor een gelukzalige luistertrip die zijn weerga niet kent. Het effect van deze luistertrip wordt nog eens versterkt door de prachtige zang van de Belgische muzikante, die hier en daar kiest voor honingzoete vocalen, maar ook altijd weet te ontroeren. 

Oh Dear is direct bij eerste beluistering een droom van een album dat talloze jaarlijstjes aan moet gaan voeren dit jaar, maar als je jezelf na afloop van deze mooie droom even knijpt, blijkt het tweede album van Isolde Lasoen gelukkig helemaal echt. Wat een weergaloos album. Erwin Zijleman

De muziek van Isolde Lasoen is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Belgische muzikante: https://isoldelasoen.bandcamp.com/album/oh-dear.


Oh Dear van Isolde Lasoen is verkrijgbaar via de Mania webshop: