30 september 2020

Thurston Moore - By The Fire

Thurston Moore levert wederom een geweldig soloalbum af en het is er heen met flarden van behoorlijk toegankelijke rocksongs, maar vooral heel veel fenomenaal gitaarwerk
Sinds het uit elkaar vallen van Sonic Youth timmert Thurston Moore stevig aan de weg met soloalbums. Hij maakte een tweetal behoorlijk toegankelijke albums en een hele experimentele. By The Fire kan beide kanten op. Thurston Moore begint op zijn nieuwe album met enige regelmaat aan lekker in het gehoor liggende rocksongs, maar hij blijft natuurlijk ook een geweldig gitarist die het experiment niet schuwt. Met name de langere tracks op het bijna anderhalf uur durende album grossieren in fenomenaal gitaarwerk dat varieert van subtiel tot stevig. Het zorgt ervoor dat ook By The Fire weer een geweldig album is dat de aandacht verrassend makkelijk anderhalf uur vasthoudt.



Thurston Moore kennen we natuurlijk vooral van zijn band Sonic Youth, waarmee de Amerikaanse muzikant tussen 1982 en 2009 een enorme stapel geweldige albums maakte. In 2011 kwam er een einde aan het huwelijk tussen Thurston Moore en medebandlid Kim Gordon en viel helaas ook het doek voor Sonic Youth; een Rumours van de Amerikaanse noiserock band zat er helaas niet in. 

Thurston Moore zat gelukkig niet bij de pakken neer, maar ging verder met het maken van soloalbums, waarvan hij er al een aantal op zijn naam had staan. Nu waren die soloalbums sinds het uitstekende Psychic Hearts uit 1995 vooral erg wisselvallig, maar het in 2014 uitgebrachte The Best Day bleek van een hoog niveau en herinnerde aan de beste dagen van Sonic Youth, iets wat overigens ook gold voor het in 2017 verschenen Rock N Roll Consciousness, dat nog wat toegankelijker was. 

Vorig jaar kwam Thurston Moore op de proppen met Spirit Counsil en dit bleek veel zwaardere kost. Het instrumentale album bevatte slechts drie tracks, maar voor deze drie tracks had Thurston Moore maar liefst tweeënhalf uur de tijd nodig. Spirit Counsil is, als je er voor in de stemming bent, een interessant album, maar zelf prefereer ik toch de Thurston Moore songs met een kop en een staart. 

Op het deze week verschenen By The Fire zijn deze songs met een kop en een staart weer te vinden. Ook dit keer neemt Thurston Moore ruim de tijd voor zijn muziek, want By The Fire duurt bijna anderhalf uur, terwijl de lengte van de negen tracks op het album varieert van bijna 5 tot bijna 17 minuten. 

Thurston Moore wordt op By The Fire bijgestaan door voormalig My Bloody Valentine bassiste Deb Cooge, gitarist James Sedwards (Nought), de uit de hoek van de experimentele elektronica bekende Jon Leidecker en drummers Steve Shelley (Sonic Youth) en Jem Doulton. Zeker in de eerste tracks op het album laat Thurston Moore een opvallend toegankelijk geluid horen en By The Fire valt bovendien op door een hecht bandgeluid.

By The Fire opent met twee lekker in het gehoor liggende rocksongs vol geweldig gitaarwerk, maar ook aansprekende zang. Het is het gitaarwerk dat we van Thurston Moore kennen en het kleurt de eerste tracks van het album prachtig in en veelzijdig in. Het herinnert absoluut aan het werk van Sonic Youth, maar het sluit ook naadloos aan op de vorige soloalbums van Thurston Moore. 

Zeker door het geweldige gitaarwerk zijn de songs van Thurston Moore veel interessanter dan doorsnee rocksongs en omdat de Amerikaanse muzikant de tijd neemt voor zijn songs valt er veel te genieten van dit gitaarwerk, dat werkelijk alle kanten opschiet en varieert van subtiele gitaarloopjes en angstaanjagend hoge gitaarmuren tot experimenteler werk.

Zeker in de langere tracks op het album verliest Thurston Moore de rocksong met een kop en een staart wel eens uit het oog, maar het fenomenale gitaarwerk houdt de aandacht moeiteloos vast en wanneer de gitaren zijn uitgeraasd weet Thurston Moore de wat toegankelijkere songstructuren vaak toch weer verrassend snel te vinden, waardoor By The Fire zich ondanks het experiment makkelijk opdringt. 

Sonic Youth opereerde vaak binnen een vast stramien, maar op By The Fire gaat Thurston Moore helemaal los en sleept hij er een breed palet aan invloeden bij. Het slaat af en toe behoorlijk door richting experiment, maar het is experiment met muzikaal vuurwerk om je vingers bij af te likken. By The Fire vraagt nog wel wat tijd om alle geheimen te ontrafelen, maar dat Thurston Moore een geweldig album heeft afgeleverd is voor mij al lang zeker. Erwin Zijleman


By The Fire van Thurston Moore is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

29 september 2020

Lydia Loveless - Daughter

Na een afwezigheid van vier jaar keert Lydia Loveless terug met een wat donker gekleurd, maar ook mooi en intens breakup album dat mee kan met de beste rootsalbums van het moment
Daughter, het nieuwe album van de Amerikaanse singer-songwriter Lydia Loveless, krijgt vooralsnog verrassend weinig aandacht, terwijl het album wat mij betreft absoluut thuis hoort tussen de interessantste albums van deze week. Lydia Loveless schoof de afgelopen jaren wat op richting countrypop, maar Daughter vind ik toch vooral een rootsalbum. De instrumentatie is prachtig, de zang geweldig en ook de wat donker gekleurde songs van Lydia Loveless maken stuk voor stuk indruk. Ik vond haar vorige twee albums echt heel erg goed, maar Daughter is nog net een stukje beter en is nog lang niet uitgegroeid. Hoogste tijd om Lydia Loveless te scharen onder de smaakmakers in het genre.


Lydia Loveless dook een jaar of tien geleden op met lekker rauwe countrymuziek, die hier en daar niet geheel ten onrechte werd voorzien van het label countrypunk, al kon de destijds piepjonge Amerikaanse muzikante ook uitstekend uit de voeten met traditioneler klinkende country tranentrekkers. 

Ik vond de eerste twee albums van Lydia Loveless vooral aardig, maar met Somewhere Else uit 2014 en Real uit 2016 leverde de muzikante uit Columbus, Ohio, twee geweldige albums af. Het zijn albums die in Nederland niet zo gek veel deden en ook in de Verenigde Staten wist helaas lang niet iedere liefhebber van country en countrypop de muziek van Lydia Loveless op de juiste waarde te schatten. 

Het zijn albums die overigens een stuk minder rauw klonken dan de eerste twee albums van de Amerikaanse muzikante en die niet misstonden in het hokje countrypop, al bleef Lydia Loveless wat mij betreft altijd aan de juiste kant van de streep met haar fraai klinkende en prachtig gezongen songs. 

Deze week verscheen, na een stilte van vier jaar, een nieuw album van Lydia Loveless, Daughter. Het is een album dat tot dusver nauwelijks aandacht krijgt, maar ik vind het een erg sterk album, dat zeker niet onder doet voor zijn twee voorgangers.

Lydia Loveless ging na de release van Real door diepe dalen, met name door een echtscheiding. Het heeft zijn sporen nagelaten op Daugher, dat nog een aantal open wonden bevat. Persoonlijke misère levert vaak mooie albums op en dat gaat ook weer op voor Daughter, dat ik nu al het beste album van Lydia Loveless tot dusver durf te noemen. 

Lydia Loveless heeft de rock, die nog een voorname rol speelde op haar eerste albums, grotendeels achter zich gelaten en verwerkt op Daughter vooral invloeden uit de country en de pop, al is het gitaarwerk hier en daar lekker stevig. Met invloeden uit de pop gaat Lydia Loveless overigens voorzichtig om, waardoor ze zeker niet klinkt als de gemiddelde countrypop zangeres. 

Daughter is een zeer smaakvol ingekleurd album met rootsmuziek als belangrijkste bestanddeel en als er al pop aan te pas moet komen kiest Lydia Loveless niet voor de overgeproduceerde pop van dit moment, maar voor de pop zoals die in de jaren 70 in California werd gemaakt. 

Hierbij moet de naam van Fleetwood Mac zeker genoemd worden, al is het maar omdat de stem van Lydia Loveless soms wel wat heeft van Stevie Nicks. De Amerikaanse singer-songwriter beschikt over een stem die meerdere kanten op kan. Naast Stevie Nicks hoor ik immers ook wel wat van Allison Moorer, zeker wanneer Lydia Loveless wat meer country in haar muziek stopt, terwijl de songs met een net wat rauwer randje herinneringen oproepen aan Kirsty MacColl. Ik vond Lydia Loveless op haar vorige twee albums al een uitstekend zangeres, maar op Daughter zingt ze nog veel mooier en vooral ook doorleefder. 

In vocaal opzicht is het smullen, maar ook het geluid op het door de van Norah Jones, Ryan Adams maar vooral van Wilco bekende Tom Schick geproduceerde album klinkt prachtig en tilt Daughter een flink stuk boven de middelmaat uit. Het is een mooi vol en warm geluid, waarin vooral de gitaren mogen excelleren en de perfecte basis wordt gelegd voor de bijzondere stem van Lydia Loveless, die tien songs lang indruk maakt en een album aflevert dat echt alle aandacht verdient, zeker van liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek. Erwin Zijleman

De muziek van Lydia Loveless is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://lydialoveless.bandcamp.com.

   

28 september 2020

Mint Field - Sentimiento Mundial

De Mexicaanse band Mint Field kiest op haar tweede album voor een wat meer ingetogen en experimenteler geluid, dat nog wat meer intrigeert dan het geluid op het prima debuut
Bij muziek uit Mexico denk ik aan van alles, maar niet aan de muziek die Mint Field maakt. De Mexicaanse band debuteerde tweeënhalf jaar geleden met een bonte mix van onder andere Krautrock, psychedelica, dreampop, noiserock en shoegaze en combineert al deze ingrediënten dit keer in een nog wat subtieler geluid, dat misschien nog wel meer benevelt en bezweert. Het geluid van Mint Field, met een hoofdrol voor het fraaie gitaarwerk en de dromerige stem van Estrella del Sol Sánchez maakte tweeënhalf jaar geleden voldoende indruk voor een plek in mijn jaarlijstje en daarin hoort ook opvolger Sentimiento Mundial zeker thuis.


Het ontgaat ons hier in Nederland bijna volledig, maar Mexico heeft een zeer rijke muziekscene, die met name bloeit in de steden Tijuana en Mexico City. Tijuana bracht ons tweeënhalf jaar geleden het prachtige debuut van het Mexicaanse duo Mint Field. Op Pasar De Las Luces benevelden Estrella del Sol Sánchez en Amor Amezcu de luisteraar met een fascinerende mix van met name dreampop, shoegaze, slowcore, psychedelica, noiserock en Krautrock. Het was een mix die uiteindelijk goed was voor een plek in mijn jaarlijstje en mijn jaarlijstje was zeker niet het enige lijstje waarin het album opdook. 

Mint Field opereert inmiddels vanuit Mexico City en Amor Amezcu is niet meer van de partij. Estrella del Sol Sánchez tekent nog altijd voor prachtige gitaarlijnen en heerlijk zweverige zang en heeft gezelschap gekregen van bassist Sebastian Neyra en drummer Callum Brown, die in het verleden speelde in de band Ulrika Spacek. Sentimiento Mundial werd opgenomen in Londen, waar de ook van Ulrika Spacek bekende Syd Kemp aanschoof als producer. 

Mint Field heeft op haar tweede album niet alleen een andere samenstelling, maar maakt ook net wat andere muziek. Alle genoemde ingrediënten van het debuut van de Mexicaanse band spelen ook een rol op Sentimiento Mundial, maar de balans is net wat anders. Op haar tweede album kiest Mint Field voor een wat subtieler, experimenteler en ook meer ingetogen geluid. De instrumentatie op het album is wat atmosferischer en minimalistischer, wat weer wordt gecompenseerd door de nadrukkelijker aanwezige ritmesectie. 

Het gitaarwerk van Estrella del Sol Sánchez bepaalt nog altijd voor een belangrijk deel het geluid van Mint Field. Ze tekent met name voor fraaie gitaarlijnen die herinneren aan de hoogtijdagen van de dreampop, maar de Mexicaanse muzikante schuwt ook het gruizige shoegaze achtige gitaarwerk niet en kan bovendien psychedelische en experimentele klanken ontlokken aan haar gitaar. 

Naast de subtiel spelende ritmesectie wordt het geluid van Mint Field hier en daar subtiel ingekleurd met strijkers, blazers en elektronica. Het levert een geestverruimend klankentapijt op, dat wat experimenteler in elkaar steekt dan het geluid op het debuut van Mint Field. Ondanks de incidentele maar wel met grote regelmaat terugkerende gitaarexplosies is Sentimiento Mundial vooral een dromerig en atmosferisch album, maar door de dynamiek is het ook een spannend album. 

De bezwerende klanken op het album zijn prachtig en zitten vol bijzondere details en het zijn klanken die verder worden verder versterkt door de zachte zang van Estrella del Sol Sánchez, die gelijke delen Margo Timmins (Cowboy Junkies), Julee Cruise (Twin Peaks seizoen 1 soundtrack), Hope Sandoval (Mazzy Star) en Elizabeth Fraser (Cocteau Twins) combineert in haar stem, maar die door de Spaanstalige teksten ook een duidelijk eigen geluid heeft. 

Mint Field trok tweeënhalf jaar geleden makkelijk de aandacht en heeft een moedige stap gezet door een experimenteler en wat introverter album uit te brengen. Het is een album dat zich misschien niet zo snel opdringt als zijn voorganger, maar het is ook een album dat bijna eindeloos aan kracht blijft winnen. Bijzonder fascinerende muziek uit Mexico. Erwin Zijleman

De muziek van Mint Feld is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://mintfield.bandcamp.com/album/sentimiento-mundial.


Sentimiento Mundial van Mint Field is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

Boek: Dieuwertje Heuvelings - Auxiety

Dieuwertje Heuvelings debuteert met een buitengewoon knap geschreven roman, die ook nog eens een inkijkje geeft in de door streamingdiensten gedomineerde muziekindustrie
Auxiety is de debuutroman van Dieuwertje Heuvelings en het is een knap debuut. Het is een vlot geschreven roman, die het leven van drie personages fraai uitwerkt en steeds verder in elkaar vlecht. Auxiety biedt ook een inkijkje in de muziekindustrie van het moment en het is geen inkijkje om vrolijk van te worden, al mogen we ook best blij zijn met de eindeloze hoeveelheid muziek die tegenwoordig voor iedereen binnen handbereik is. Auxiety richt zich voor een deel op zaken waar ik niets mee heb. Playlists, Nederlandse hiphop en straattaal bijvoorbeeld. Desondanks heb ik het knappe debuut van Dieuwertje Heuvelings in een keer uitgelezen.
Ik heb echt helemaal niets met playlists. Als ik naar muziek luister, luister ik vrijwel uitsluitend naar albums, niet naar losse tracks. Een album is voor mij nog altijd veel meer dan de som der delen. Op een goed album draaien de radartjes van de losse tracks in elkaar en vormen ze iets magisch. Een playlist degradeert muziek voor mij tot behang en behang heeft niets magisch. Ik heb ook niets met hiphop in het algemeen en Nederlandse hiphop in het bijzonder. Nederlandstalige muziek strijkt bij mij al vaak tegen de haren in, maar Nederlandse hiphop vind ik bijna ondraaglijk. Dat ligt aan mij en niet aan de muziek, maar ik kan mezelf op dit punt niet veranderen. Tenslotte begrijp ik niets van straattaal. Straattaal klinkt voor mij als Chinees. Af en toe denk ik een woord te begrijpen, maar dan betekent het toch iets heel anders. 

Ondanks het bovenstaande heb ik Auxiety, de debuutroman van de Nederlandse schrijfster Dieuwertje Heuvelings, met heel veel plezier en bewondering gelezen. Ondanks het bovenstaande, want playlists, Nederlandse hiphop en straattaal zijn drie belangrijke elementen in het boek. 

“Auxiety” is een ander cruciaal element in de roman van Dieuwertje Heuvelings. Auxiety wordt aan het begin van het boek beschreven als “een gevoel van ongemakkelijkheid, nervositeit, schaamte over je muzieksmaak en of kennis” of “een aandoening gekenmerkt door overmatige blootstelling aan de muziekindustrie”. Herkenbaar, ook voor mij, maar het is vast een stuk vervelender als je je brood moet verdienen in de muziekindustrie. 

Dieuwertje Heuvelings verdiende haar brood in de muziekindustrie. Ze werkte voor Spotify en was verantwoordelijk voor de playlists, die langzaam maar zeker steeds belangrijker werden, waardoor de van alle kanten komende druk op haar schouders steeds groter werd. Auxiety is vast voor een belangrijk deel gebaseerd op persoonlijke ervaringen van Dieuwertje Heuvelings, maar alles is gegoten in romanvorm. 

In Auxiety draait alles om drie personen. Wytske die bij de streamingdienst Lyssna verantwoordelijk is voor de belangrijke playlists, Amir die als Strijder een carrière als rapper van de grond probeert te krijgen en Isaiah, die als A&R manager werkt bij een platenmaatschappij. Alle drie krijgen ze te maken met de ups en downs van het werken in de muziekindustrie en langzaam maar zeker raken hun levens meer en meer vervlochten, tot alles op dramatische wijze uit elkaar klapt. 

De debuutroman van Dieuwertje Heuvelings is misschien voor een deel fictie, maar iedereen die de muziekindustrie een beetje kent heeft snel door wie er schuil gaan achter de fictieve personages in het boek. Auxiety geeft daarom een mooi inkijkje in de door streaming diensten gedomineerde muziekindustrie (dat werkelijk alle albums tegenwoordig op vrijdag worden uitgebracht zouden we wel eens te danken kunnen hebben aan playlists als Spotify’s New Releases playlist), maar het is ook een knap geschreven roman, die ik in één keer heb uitgelezen en die ook andere grote maatschappelijke thema’s niet uit de weg gaat. Absoluut een aanrader en het wordt vast alleen maar beter als je wel wat hebt met playlists, Nederlandse hiphop en straattaal. Erwin Zijleman


27 september 2020

Fleet Foxes - Shore

De herfst is begonnen en Fleet Foxes levert de soundtrack, die weer wat dichter tegen het vroege werk van de band kruipt, maar het avontuur van het vorige album niet is vergeten
Precies op het moment dat de herfst begon dook Fleet Foxes, vrijwel uit het niets, op met een nieuw album. Het is een album dat wat minder het experiment opzoekt dan het vorige album van de band en weer wat meer klinkt als de eerste twee albums. Fleet Foxes is het avontuur echter niet helemaal vergeten en kleurt de songs op haar nieuwe album prachtig in. Het zijn songs die hier en daar herinneren aan folkrock uit een verleden, maar Fleet Foxes heeft ook eigentijdse accenten verstopt in haar muziek. De instrumentatie is, net als de koortjes, prachtig, de zang is karakteristiek en de songs zijn niet alleen aangenaam, maar ook bijzonder mooi. En ze worden alleen maar mooier.


Bijna uit het niets is vorige week, precies bij de start van de herfst, een nieuw album van de Amerikaanse band Fleet Foxes verschenen. Shore is de opvolger van het ruim drie jaar geleden verschenen Crack-Up, dat experimenteerde met wat nieuwe invloeden, waaronder invloeden uit de jazz en de progrock. Het is een lijn die niet wordt doorgetrokken op Shore, want het nieuwe album van Fleet Foxes lijkt weer wat meer op de eerste twee albums van de band. 

Het terecht bejubelde debuut van de band uit Seattle, Washington, is inmiddels twaalf jaar oud en Fleet Foxes is met Shore toe aan haar vierde album. Heel productief is de band misschien niet, maar met de kwaliteit zit het tot dusver wel goed. Shore gaat daar niets aan veranderen, want ook het nieuwe album van Fleet Foxes is weer een uitstekend album. 

Het ongebreidelde experiment van het vorige album wordt dit keer grotendeels achterwege gelaten, maar het is zeker niet zo dat Fleet Foxes fantasieloos voortborduurt op het geluid van haar eerste twee albums. Shore combineert de schoonheid en nostalgie van de eerste twee albums van de band wel degelijk met het nodige avontuur, al staan de aangenaam in het gehoor liggende songs dit keer centraal. 

De release van Shore viel samen met de start van de herfst en dat is niet voor niets. Fleet Foxes heeft met haar nieuwe album immers een perfecte soundtrack voor het net begonnen seizoen afgeleverd. Het is een soundtrack die, net als de eerste twee albums van Fleet Foxes, met veel gevoel invloeden uit het verleden verwerkt. Folkrock en Westcoast pop hebben hun sporen nagelaten in de songs op Shore, maar Fleet Foxes is zeker geen band die in het verleden is blijven steken. 

Zeker wanneer de koortjes herinneren aan Crosby, Stills & Nash en The Beach Boys doet Shore wat nostalgisch aan, maar Fleet Foxes klinkt minstens net zo vaak eigenzinnig en eigentijds en roept bij mij ook met grote regelmaat associaties op met de muziek van de Britse band Elbow. Het heeft alles te maken met de instrumentatie die de invloeden van lang geleden voorziet van een bijzonder eigentijds klankentapijt. 

Shore dook deze week op uit het niets, maar het is een album dat zeker niet in een vloek en een zucht is gemaakt. Er is hoorbaar heel veel aandacht besteed aan de arrangementen en instrumentatie, waarin van alles opduikt, variërend van een prachtige vrouwenstem en een kinderkoor tot steeds weer andere fraaie accenten van uiteenlopende instrumenten, met vaak een hoofdrol voor de ritmes. 

Waar voorganger Crack-Up het je nog wel eens lastig maakte, streelt Shore continu het oor. Hier en daar drijft een donkere wolk voorbij, maar de herfst van Fleet Foxes is ook een Indian summer, waarin de zon nog bijzonder aangenaam kan schijnen. Het kabbelt allemaal zo aangenaam voort dat ik me bij eerste beluistering nog afvroeg of het nieuwe album van de Amerikaanse band nog wel onderscheidend genoeg is, maar hoe vaker ik naar Shore luister hoe mooier en veelzijdiger het album wordt. Vooral de tweede helft van het album is van een enorm hoog niveau.. 

De instrumentatie en arrangementen zijn werkelijk prachtig en leggen steeds meer avontuur bloot, maar ook de bijzondere stem van voorman Robin Pecknold, die overigens ook de meeste instrumenten bespeelde, draagt nadrukkelijk bij aan de schoonheid van het volgende prachtalbum in het oeuvre van Fleet Foxes. Erwin Zijleman

De muziek van Fleet Foxes is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://fleetfoxes.bandcamp.com/album/shore.


Shore van Fleet Foxes is (volgend jaar) verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

26 september 2020

Prince - Sign 'O' The Times, Deluxe edition

De kluizen van de Paisley Park Studios zijn geopend voor een prachtige reissue van Prince zijn meesterwerk Sign ‘O’ The Times en het is een ware schatkist die wordt geopend
Prince presteerde in 1987 op de toppen van zijn kunnen. Zijn concerten in Utrecht en Rotterdam behoren tot het beste dat ooit op de Nederlandse podia te zien en te horen is geweest en 1987 was natuurlijk ook het jaar waarin zijn meesterwerk Sign ‘O’ The Times verscheen. Op het dubbelalbum komt alles dat Prince in de voorliggende jaren had gedaan samen. Stuwende funk, zwoele soul, opzwepende rock, inventieve pop en nog veel meer komen samen op een album dat moet worden geschaard onder de onbetwiste klassiekers uit de geschiedenis van de popmuziek. De meest luxe reissue van Sign ‘O’ The Times bevat ruim 8 uur muziek. Natuurlijk is er een fraai geremasterde versie van het album, maar hiernaast is er ook een enorme hoeveelheid bonusmateriaal, waaronder veel interessant materiaal, en als kers op de taart een registratie van een van de concerten die het genie uit Minneapolis gaf in Utrecht. Genieten dus.


Meestal bewaar ik reissues voor later in de week, maar voor de heruitgave van mijn favoriete album van Prince maak ik graag een uitzondering. Sign ‘O’ The Times verscheen in het voorjaar van 1987. Het was een album waar ik om meerdere redenen al een aantal maanden enorm naar uit keek. Het jaar ervoor had ik Prince, nog met zijn band The Revolution, aan het werk gezien in de Rotterdamse Ahoy en het was een van de beste concerten die ik tot op dat moment had gezien (en dat is het overigens nog steeds). Bovendien had ik na dit memorabele concert flink wat LP’s van de muzikant uit Minneapolis in huis gehaald en was ik aardig in de ban geraakt van de muziek van Prince. Sign ‘O’ The Times werd ook nog eens voorafgegaan door de titeltrack, die opzien baarde door de op dat moment atypische videoclip (veelvuldig te zien op MTV), maar nog veel meer door de muziek. 

Op 31 maart 1987 kon het dubbelalbum Sign ‘O’ The Times dan eindelijk worden opgehaald in de lokale platenzaak en kon voor het eerst kennis worden gemaakt met het 80 minuten durende album. Prince had in 1987 al een aantal uitstekende albums op zijn naam staan, maar op Sign ‘O’ The Times presteerde hij op de toppen van zijn kunnen. Het dubbelalbum laat alle kanten van het uit duizenden herkenbare Prince geluid horen. Het album bevat hoogstaande pop, stuwende funk, zwoele soul en meeslepende rock (en ook nog wat jazz en blues) en alles klink net wat urgenter en eigenzinniger dan op de vorige albums van de Amerikaanse muzikant. 

Ook in productioneel opzicht was Sign ‘O’ The Times in 1987 een opzienbarend album met een geheel eigen geluid. Veel albums uit de jaren 80 klinken inmiddels wat gedateerd, maar het geldt niet voor het album van Prince. Prince liet ook op Sign ‘O’ The Times weer horen dat hij zijn klassiekers in de soul en funk kende, maar hij experimenteert er ook driftig op los, onder andere in de ritmes, en legt het fundament voor het unieke Prince geluid, waarmee hij nog decennia vooruit zou kunnen. 

Zelf ben ik altijd een groot fan van de gitarist Prince geweest en ook die laat op Sign ‘O’ The Times nadrukkelijk van zich horen, onder andere in het ruim zes minuten durende I Could Never Take The Place Of Your Man en in het bezwerende The Cross, een van de indrukwekkendste tracks op het album. Maar ook de blazers en de keyboards spatten uit de speakers, terwijl het drumgeluid volkomen uniek klinkt.

Sign ‘O’ The Times voegde een flink aantal geweldige songs toe aan het oeuvre van de Amerikaanse muzikant, waardoor er na de release van Sign ‘O’ The Times reikhalzend werd uitgekeken naar nieuwe concerten van Prince in Nederland. Die werden in mei aangekondigd, maar of Prince ook daadwerkelijk zou komen moest je destijds maar afwachten. Uiteindelijk gaf Prince in 1987 maar liefst zeven concerten in Nederland, waarvan vier in de stadion de Galgenwaard in Utrecht en drie in de Rotterdamse Ahoy. 

Ik was bij de eerste twee concerten in Utrecht (en later nog een keer in Ahoy) en het zijn concerten die me misschien niet zo van mijn sokken bliezen als dat zo memorabele concert in Ahoy in 1986, maar in muzikaal en visueel opzicht behoort het absoluut tot het beste dat ik ooit heb gezien. De tweede en ook beste avond in de Galgenwaard duikt nu op in de meest luxe uitvoering van de reissue van Sign ‘O’ The Times en hoewel het bijna onmogelijk is om de energie en genialiteit van een optreden van Prince te vangen in een opname, laten de drie LP’s, ondanks het niet altijd geweldige geluid, goed horen waarom de concerten destijds met lyrische recensies werden beloond. 

Met het originele album (2 LP's) en de live-registratie (3 LP's) hebben we nog niet eens de helft van de meest luxe editie van de reissue van Sign ‘O’ The Times, die ruim 8 uur muziek bevat, te pakken, want de erven Prince pakken flink uit met 13 LP’s, een DVD en een fraai boekwerk. De overige acht LP’s zijn gevuld met bonusmateriaal. Dat vind ik lang niet altijd het meest interessante onderdeel van lijvige reissues als deze, maar uit de kluizen van de Paisley Park Studios is heel veel moois gekomen. Remixen en 12 inch versies (verdeelt over 3 LP's) kunnen mij over het algemeen niet zo boeien, maar vanaf het moment dat een stokoude versie van I Could Never Take The Place Of Your Man (uit 1979!) opduikt zat ik op het puntje van mijn stoel en dat hield ik 5 LP's vol. 

Prince presteerde in de tweede helft van de jaren tachtig op de toppen van zijn kunnen, bracht aan de lopende band albums uit, maar liet ook veel moois op de plank liggen. Het bonusmateriaal op de luxe editie van Sign ‘O’ The Times is niet allemaal even goed als de songs die het album wel haalden, maar als Prince in plaats van een dubbelalbum drie of zelfs vier of vijf LP’s had willen vullen in 1987, had dat best gekund. Het maakt de soundtrack van de late jaren 80 nog wat mooier dan hij al was.

Een fraaie reissue als deze heeft maar één nadeel en dat is dat de meest luxe box-set een klein vermogen kost. Je kunt natuurlijk ook kiezen voor een van de minder uitgebreide versies van Sign ‘O’ The Times en de rest op de streaming media beluisteren. Zelf had ik het liefst het originele album en het concert in Utrecht gehad, maar die versie is er helaas niet. Veel Prince fans zullen daarom diep in de buidel tasten, maar welke versie je ook kiest, je krijgt altijd waar voor je geld. Erwin Zijleman


De verschillende versies van de 2020 editie van Sign 'O' The TImes van Prince zijn verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

25 september 2020

Deradoorian - Find The Sun

Deradoorian maakt het je ook dit keer niet makkelijk met een album dat bezweert en betovert, maar dat af en toe ook stevig experimenteert of aardedonkere wolken over laat drijven
Angel Deradoorian debuteerde vijf jaar geleden met een album dat de fantasie stevig prikkelde maar je ook weinig vaste grond onder de voeten bood. Vergeleken met dat album is Find The Sun redelijk toegankelijk al is dat in het geval van Deradoorian een zeer relatief begrip. Find The Sun is vaak psychedelisch, soms folky en soms compleet ongrijpbaar. De muziek is soms zweverig en soms aards en dat geldt ook voor de karakteristieke zang van Angel Deradoorian. Find The Sun is een album waarop heel veel te ontdekken valt, maar je moet er wel voor open willen staan. Ik wil dat en heb daar vooralsnog geen spijt van gekregen.


Angel Deradoorian droeg op eigenzinnige wijze bij aan albums van onder andere Dirty Projectors, Flying Lotus en Avey Tare, voor ze in 2015 begin aan een solocarrière. De start van deze solocarrière was minstens even eigenzinnig, want het vijf jaar geleden onder de naam Deradoorian uitgebrachte The Expanding Flower Planet, was een volstrekt ongrijpbaar album. Het was een album dat zoveel kanten op schoot en zoveel invloeden verwerkte dat je het spoor keer op keer volledig bijster was, tot het kwartje na vele pogingen dan eindelijk viel. 

Toen in 2017 het tweede album van Deradoorian verscheen was ik kennelijk nog niet klaar met het zo fascinerende debuut, want Eternal Recurrence is me nooit opgevallen. Find The Sun, het derde album van (Angel) Deradoorian heb ik al wel een tijd op het netvlies staan, want het album werd dit jaar al een paar keer aangekondigd, maar steeds weer uitgesteld. Deze week is Find The Sun dan eindelijk verschenen en na het fascinerende The Expanding Flower Planet verwachte ik geen lichte kost. Dat krijg je ook niet op Find The Sun, al lijkt het album wel wat toegankelijker dan het debuut van Deradoorian. 

Toegankelijk is echter een relatief begrip, want ook Find The Sun is een album waarop het in eerste instantie zoeken is naar houvast. Find The Sun opent dromerig en psychedelisch. Deradoorian smeedt in de eerste tracks op het album zweverige en aardse klanken aan elkaar en combineert dat met de wat zweverige zang van Angel Deradoorian. Het doet me meer dan eens denken aan de psychedelica uit de jaren 60 en 70, al heeft de muziek ook een wat donkere ondertoon die weer wat meer bij muziek van recentere datum past. Deradoorian kan echter net zo goed uit de voeten met invloeden uit de Krautrock en voegt stiekem nog veel meer toe.

Waar het debuut van Deradoorian alle kanten op schoot en bij voorkeur ook nog op hetzelfde moment, heeft Find The Sun een betrekkelijk consistent geluid. Het is een wat ingetogen geluid, waarin alleen de drummer het tempo opvoert, maar de rest van de instrumenten en de zang vooral dromerig klinken. Het klinkt zoals gezegd niet heel ontoegankelijk, maar echt makkelijk maakt Deradoorian het je ook niet. 

Waar je bij haar debuut het idee had dat je naar tien songs tegelijk aan het luisteren was, hebben de songs op Find The Sun in de meeste gevallen een kop en een staart, met hier tussenin met enige regelmaat een langgerekt lijf. Zeker de eerste paar songs op het album zijn bezwerend en behoorlijk donker, waardoor het album de titel van het album geen recht doet, maar wanneer de zang van Angel Deradoorian wat helderder klinkt en ook de instrumentatie wat minder zwaar is aangezet, breekt na een aantal tracks voorzichtig de zon door op het nieuwe album van Deradoorian. 

Psychedelica wordt hier en daar verrijkt met folk en dat klinkt een stuk minder zwaar dan de openingstracks, maar het kan zomaar omslaan in experiment. Net als The Expanding Flower Planet is ook Find The Sun een album dat het je meestal niet makkelijk maakt, maar dit keer was ik toch na een paar keer horen gewend aan het bijzondere geluid van de Amerikaanse muzikante. Het is een geluid dat nog lang nieuwe dingen laat horen, waardoor ik nog lang niet klaar ben met de muziek van Deradoorian. Find The Sun is zeker niet geschikt voor alle momenten, maar zo op zijn tijd valt er veel moois te ontdekken op dit bijzondere album. Erwin Zijleman

De muziek van Deradoorian is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://deradoorian.bandcamp.com/album/find-the-sun.


Find The Sun van Deradoorian is verkrijgbaar via de Mania webshop:
   

Emma Kupa - It Will Come Easier

Emma Kupa verrast op It Will Come Easier met een bijzonder geluid dat soms folky klinkt en soms niet en dat vaak schuurt, maar wel op een aangename en interessante wijze
Emma Kupa speelde in een aantal bands en maakte ook al een soloalbum, maar It Will Come Easier is mijn eerste kennismaking met haar muziek. Het is muziek die soms wat tegen de haren instrijkt, deels door de bijzondere instrumentatie op het album en deels door de bijzondere en wat onvaste stem van de Britse muzikante. Die bijzondere stem en veelkleurige instrumentatie zijn op hetzelfde moment de sterke punten van het album van Emma Kupa. It Will Come Easier klinkt direct bijzonder. Niet iedereen zal het mooi vinden, maar als je vatbaar bent voor de muzikale kunsten van Emma Kupa, en ik ben dat absoluut, wordt dit album steeds interessanter.


Er zijn tijden geweest waarin vrouwelijke singer-songwriters een curiositeit waren in de op dat moment nog vrijwel volledig door mannen gedomineerde muziekindustrie, maar tegenwoordig is dat gelukkig helemaal anders. Het betekent wel dat het momenteel lastig kiezen is voor liefhebbers van vrouwelijke singer-songwriters; een groep waartoe ik mezelf absoluut reken. Alleen de afgelopen week kon ik al kiezen uit minstens een handvol prima albums van jonge vrouwelijke singer-songwriters en dat kiezen was zeker niet makkelijk. 

Bij beluistering van It Will Come Easier van Emma Kupa was ik er echter snel uit. De Britse singer-songwriter laat op haar tweede soloalbum immers een bijzonder eigen geluid horen en het is een geluid dat aangenaam schuurt. 

Ik had nog nooit van Emma Kupa gehoord, maar ze draait al een tijdje mee en maakte deel uit van mij eveneens onbekende bands als Mammoth Penguins en Standard Fare. Met It Will Come Easier heeft de Britse muzikante een album gemaakt dat je makkelijk op het verkeerde been zet. 

In de openingstrack van het album, overigens haar tweede album, solliciteert Emma Kupa nadrukkelijk naar een plekje binnen de grote groep vrouwelijke singer-songwriters in het indierock segment. Het is een vrij ruwe track met wat nonchalante en onvaste vocalen, al hoor je in het melodieuze refrein een vleugje Fleetwood Mac. 

In de tweede track duikt een banjo op en hoor je dat Emma Kupa ook als folky uit de voeten kan, al klinkt haar bijzondere stem in een folky song wat atypisch. Het schuurt op een of andere manier wat en dat bevalt me wel. 

It Will Come Easier put veel vaker uit de archieven van de folk, maar Emma Kupa klinkt anders dan anderen. In muzikaal opzicht hoor ik zo nu en dan raakvlakken met de muziek van de Britse singer-songwriter Kathleen Williams en ook in de stem van Emma Kupa hoor ik wat van deze Kathleen Williams, tot de vocalen wat onvaster klinken en toch weer een andere kant op schieten. 

De zang van Emma Kupa strijkt, zeker bij eerste beluistering met enige regelmaat wat tegen de haren in, maar na enige gewenning vind ik de zang op het album even mooi als bijzonder. Het is bovendien zang die het album van Emma Kupa voorziet van een eigen geluid en dus van onderscheidend vermogen. Waar Britse folk me vaak net wat te braaf klinkt, hoor ik de bijzondere zang van Emma Kupa ook veel emotie en ook dat is wat mij betreft een pré. 

Ook de instrumentatie op It Will Come Easier is absoluut onderscheidend. Emma Kupa verzamelde flink wat muzikanten om zich heen en tekent voor een geluid dat meerdere kanten op schiet en zeer gevarieerd wordt ingekleurd, onder andere met zeer uiteenlopende snareninstrumenten, strijkers en keyboards. 

Ik kan me heel goed voorstellen dat lang niet iedereen gecharmeerd zal zijn van de stem van de Britse singer-songwriter en ook het wat bonte stijlen en klankenpalet zal mogelijk niet bij iedereen in de smaak vallen, maar ik vind het tweede soloalbum van Emma Kupa steeds leuker worden. In eerste instantie was ik vooral gecharmeerd van het eigenzinnige geluid op It Will Come Easier, maar iedere keer als ik naar het album luister valt er meer op zijn plek en hou ik nog wat meer van dit bijzondere album, dat absoluut schuurt, maar wel op aangename wijze. Erwin Zijleman

It Will Come Easier van Emma Kupa is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van haar label: https://fikarecordings.bandcamp.com/album/it-will-come-easier.


It Will Come Easier van Emma Kupa is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

24 september 2020

Liz Longley - Funeral For My Past

Liz Longley slaat op Funeral For My Past haar vleugels uit en levert een album af met een veelheid aan invloeden, een fraai geluid en natuurlijk haar geweldige stem
Liz Longley opereerde een jaar of vijf geleden nog voornamelijk vanuit het hokje country, maar blijkt op Funeral For My Past van vele markten thuis. Country, blues, jazz, gospel, pop en vooral soul en rock spelen een belangrijke rol op een album dat geweldig klinkt, dat vol staat met aansprekende songs en dat natuurlijk wordt gedragen door de warme en krachtige stem van Liz Longley. Liefhebbers van een sober geluid zonder opsmuk zijn bij Liz Longley absoluut aan het verkeerde adres, maar muziekliefhebbers die geen moeite hebben met op alle vlakken net wat meer, hebben met Funeral For My Past van Liz Longley een prima album in handen.



Alweer ruim vijf jaar geleden liep ik bij toeval tegen het titelloze album van de Amerikaanse singer-songwriter Liz Longley aan. Het bleek niet het eerste album van de muzikante uit Nashville, maar wel haar meest ambitieuze en beste tot op dat moment. 
Minstens even toevallig kwam ik vorige week in aanraking met haar nieuwe album, Funeral For My Past. Het is de opvolger van het in 2016 verschenen Weightless, dat ik destijds niet heb opgemerkt. 

Ik was eerlijk gezegd alweer vergeten hoe de muziek van Liz Longley precies klonk, maar inmiddels weet ik weer dat haar album uit 2015 zich grotendeels bewoog binnen de kaders van de contemporary country en countrypop uit Nashville, Tennessee. Ondanks dit strakke keurslijf wist Liz Longley op te vallen met een geweldige stem en ijzersterke songs. 

Liz Longley woont nog steeds in Nashville, maar Funeral For My Past klinkt duidelijk anders dan haar album uit 2015. Ook op Funeral For My Past hoor ik nog wel wat invloeden uit de country zoals die in Nashville wordt gemaakt, maar over het algemeen genomen bestrijkt Liz Longley op haar nieuwe album een veel breder palet. 

Funeral For My Past is een Americana album in ruimste zin van het woord, maar het is ook een rockalbum en een popalbum. Vrijwel alle genres binnen de Americana komen aan bod, maar Funeral For My Past klinkt in eerste instantie vooral soulvol. Liz Longley liet vijf jaar geleden horen dat ze beschikt over een stem die is gemaakt voor country, maar het soulvolle repertoire op har nieuwe album past minstens net zo goed. 

De krachtige en warme stem van Liz Longley was het sterkste wapen op haar album uit 2015 en het is ook het sterkste wapen op Funeral For My Past. Liz Longley klinkt in de openingstrack zwoel en funky, maar ze kan ook uitstekend uit de voeten met powerballads vol soul. 

Met soul hebben we een belangrijk bestanddeel van het nieuwe album van Liz Longley te pakken, maar het album bestrijkt zoals gezegd een breed palet. Liz Longley flirt op Funeral For My Past met soul, funk en gospel, maar gaat ook aan de haal met country, jazz, blues en zeker ook rock, met hier en daar zelfs uitstapjes richting indie-rock. Hier en daar mogen de gitaren flink uithalen en ook binnen het gitaargeweld blijft de krachtige stem van Liz Longley makkelijk overeind. 

Funeral For My Past bestrijkt niet alleen een breed palet qua invloeden, maar varieert ook makkelijk over de tijd. Een aantal tracks op het album doet wat nostalgisch aan, maar Liz Longley kan ook fris en eigentijds klinken en kan hier en daar mee met de jonkies in het indie-rock segment. 

Over één ding hebben we het nog niet gehad en dat zijn de songs op het album. Het zijn songs die niet alleen opvallen door een mooi verzorgde instrumentatie, een gloedvolle productie, een veelheid aan invloeden en een geweldige stem, maar het zijn ook songs die zich bijzonder makkelijk opdringen en zich vervolgens als een warme deken om je heen slaan. 

De criticus zal beweren dat het allemaal mooi en verzorgd, maar vaak ook wel wat glad klinkt. Dat is absoluut waar, maar het zit me bij Liz Longley echt geen moment in de weg en bovendien kan de muziek van de Amerikaanse muzikante hier en daar ook prachtig ontsporen. Geweldig album wat mij betreft. Erwin Zijleman

De muziek van Liz Longley is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://lizlongleymusic.bandcamp.com/album/funeral-for-my-past-3.

   

23 september 2020

Fenne Lily - BREACH

De jonge Britse singer-songwriter Fenne Lily debuteerde twee jaar geleden zeer verdienstelijk, maar zet een reuzenstap op haar tweede album dat in alle opzichten indrukwekkende groei laat horen
Het is druk in het land van de jonge vrouwelijke singer-songwriter, waarin de jonge Britse muzikante Fenne Lily zicht twee jaar geleden onder de beloften schaarde. Met haar tweede album schaart de singer-songwriter zich onder de smaakmakers in het genre. BREACH staat vol met fluisterzachte popliedjes die soms voorzichtig mogen ontsporen met gruizige gitaren, maar die ook folky kunnen klinken. Het zijn prachtig ingekleurde popliedjes die worden gedragen door de mooie stem van Fenne Lily, die de luisteraar continu onderdompelt in flink wat melancholie. BREACH is een mooi en avontuurlijk album dat ook nog eens beschikt over flink wat groeipotentie.



On Hold, het debuut van de jonge Britse singer-songwriter Fenne Lily, lag twee jaar geleden een aantal maanden op de stapel, maar toen het album hier eenmaal van af was gekomen, was ik direct behoorlijk onder de indruk. 

Fenne Lily, die op haar 16e al een miljoenenpubliek bereikte met een video op YouTube, leverde met het deels door de van PJ Harvey bekende John Parish geproduceerde On Hold een echt breakup album af en het was een intens breakup album van een bijzondere schoonheid. Het leverde de jonge Britse singer-songwriter onder andere de vergelijking op met Laura Marling en dat is een vergelijking waar je mee thuis kunt komen. 

BREACH, het tweede album van Fenne Lily ligt voor een belangrijk deel in het verlengde van haar debuut, maar klinkt ook rijker en volwassener. De singer-songwriter uit Bristol haalde na het in eigen beheer uitgebrachte debuut een platencontract binnen bij het aansprekende label Dead Oceans, dat ook onder andere Phoebe Bridgers onder contract heeft staan. 

BREACH doet me wederom denken aan Laura Marling, maar ook meer dan eens aan het laatste album van Phoebe Bridgers. Net als Phoebe Bridgers kan Fenne Lily uitstekend uit de voeten met fluisterzachte popsongs, maar schuwt ze ook wat gruiziger klinkende songs niet. Zowel Phoebe Bridgers als Fenne Lily zijn verder niet vies van flink wat melancholie in hun muziek. 

Na het breakup album On Hold ging Fenne Lilly op BREACH op zoek naar zichzelf, waarbij ze in Berlijn het isolement verkoos op een moment dat een pandemie nog vooral iets uit een Hollywood film was. Ook bij beluistering van BREACH wordt snel duidelijk dat de Britse muzikante het leven meestal niet door een roze bril bekijkt, wat het album voorziet van een wat donkere sfeer.

Ik hou persoonlijk wel van fluisterzachte popliedjes met hier en daar een gruizig uitstapje en vrijwel continu een flinke dosis weemoed en melancholie en vind BREACH dan ook een bijzonder mooi album. Het is een album dat zoals gezegd voortborduurt op het debuut van de jonge Britse singer-songwriter, maar BREACH is veel mooier en een stuk veelzijdiger ingekleurd. 

Fenne Lily werkte op haar debuut met de gerenommeerde producer John Parish en kon ook voor haar tweede album een beroep doen op producers van naam en faam. Fenne Lily produceerde haar nieuwe album grotendeels samen met Brian Deck (Modest Mouse, Iron & Wine, Gomez), maar ook Steve Albini zette nog wat puntjes op de i. 

Ik vergeleek BREACH hierboven met het laatste album van Phoebe Bridgers, maar naast overeenkomsten zijn er ook verschillen tussen de Britse en de Amerikaanse singer-songwriter. Fenne Lily heeft vergeleken met haar Amerikaanse soortgenoot een minder onderscheidende stem, maar ze is de betere zangeres. Bovendien bevat BREACH meer invloeden uit de folk en is de muziek van Fenne Lily ondanks de donkere tinten wat sprookjesachtiger dan die van Phoebe Bridgers. 

Belangrijkste overeenkomst tussen de twee is dat beiden in het genre mee kunnen met de besten. BREACH laat vergeleken met het debuut van Fenne Lily flinke groei horen en is een album dat mij twaalf songs lang vrij makkelijk overtuigt. Zowel in de instrumentatie als in de songs en de teksten (vol woordspelingen en cynisme) heeft de muzikante uit Bristol bovendien zoveel moois verstopt dat BREACH nog wel even doorgroeit ook. Bijzonder sterk album al met al. Erwin Zijleman

De muziek van Fenne Lily is ook verkrijgbaar via haar bandcamp pagina: https://fennelily.bandcamp.com/album/breach.


BREACH van Fenne Lily is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

22 september 2020

Native Harrow - Closeness

Native Harrow maakt wederom indruk met een beetje Britse folk, een beetje Laurel Canyon folk, prachtige klanken, bijzonder aangename songs en de prachtstem van Devin Tuel
Happier Now, het derde album van Native Harrow, haalde vorig jaar mijn jaarlijstje en met Closeness doet het Amerikaanse duo ook dit jaar een gooi naar een hoge notering. Native Harrow maakt muziek die in het hokje folk past en het is folk met zowel Britse als Amerikaanse (Laurel Canyon) invloeden. Closeness wordt gedragen door de geweldige stem van Devin Tuel, maar ook de veelkleurige instrumentatie op het album maakt keer op keer indruk, net als de songs die hier en daar ook wat buiten de lijntjes van de folk durven te kleuren. Happier Now was me vorig jaar zeer dierbaar, maar na een paar keer horen komt Closeness al aardig in de buurt.


Closeness is het vierde album van het Amerikaanse duo Native Harrow en mijn tweede kennismaking met de muziek van Devin Tuel en Stephen Harms. Happier Now, het derde album van Native Harrow, was net iets meer dan een jaar geleden mijn eerste kennismaking met het tweetal uit Lyndell, Pennsylvania, en het was een kennismaking die me uitstekend beviel. 

Op Happier Now werd vorig jaar het etiket folk-rock geplakt, maar ik hoorde in de muziek van Native Harrow toch vooral invloeden uit de folk, waarbij echo’s van de Britse folk uit de jaren 70 hand in hand gingen met die van de Laurel Canyon folk uit dezelfde periode. Native Harrow beschrijft ook Closeness als folk-rock, maar ook dit keer hoor ik vooral invloeden uit de folk. 

Devin Tuel en Stephen Harms putten ook dit keer zowel uit de archieven van de Britse folk als die van de Laurel Canyon folk, waardoor Closeness in het verlengde ligt van de voorganger die me vorig jaar zo goed beviel. Closeness bevalt me minstens even goed. 

Native Harrow beschikt met Devin Tuel en Stephen Harms twee muzikanten die prima uit de voeten kunnen op uiteenlopende gitaren, waardoor Closeness is voorzien van een warm geluid. Stephen Harms tekent bovendien voor de nodige toetsen. bassen en strijkers, waardoor het tweetal alleen een drummer in hoefde te huren voor het nieuwe album. 

Net als zijn voorganger is ook Closeness voorzien van een geluid dat vaak associaties oproept met muziek uit een ver verleden, waarbij invloeden uit de Britse en Laurel Canyon folk domineren, maar het tweetal uit Pennsylvania durft ook te experimenteren met een eigentijdser geluid, zoals in het fraaie Same Every Time, dat een sprong in de tijd maakt van een aantal decennia of in de slottrack die rijkelijk is versierd met strijkers. 

Gitaren domineren zoals gezegd op Closeness, maar door af en toe over te schakelen op piano, orgels en keyboards (waaronder een antieke mellotron), brengt Native Harrow voldoende variatie aan in haar muziek. Het geluid van het Amerikaanse duo is mooi en verzorgd en in de meeste songs betrekkelijk ingetogen, al mag het af en toe net wat steviger en komt de folk-rock toch nog even binnen bereik. 

Het betrekkelijk ingetogen geluid geeft de stem van Devin Tuel alle ruimte en dat is een wijs besluit. De stem van Devin Tuel was wat mij betreft immers het sterkste wapen op het vorige album van Native Harrow en dat is op Closeness niet anders. Devin Tuel heeft een stem die gemaakt is voor de genres waarin het duo zich vooral beweegt, maar haar stem kan ook verrassend soulvol klinken, wat in Carry On fraai wordt onderstreept door ook nog een gospel koortje toe te voegen aan het warme geluid van de band. 

De muziek van Native Harrow werd vorig jaar vooral als mooi maar hier en daar ook wel als wat saai bestempeld. Ik vond het zelf overigens geen moment saai, maar juich de voorzichtige uitstapjes buiten de gebaande paden op het album zeker toe. Ook met deze uitstapjes blijft Closeness vaak hangen in de jaren 70, overigens zonder ook maar een moment retro te klinken. 

Als het allemaal net wat eigentijdser klinkt hoor ik wat flarden Cowboy Junkies in het geluid van de band, wat mijn oordeel over Closeness nog wat positiever maakt. Ik vond Happier Now vorig jaar goed genoeg voor mijn jaarlijstje en ook Closeness zal hierin ook zeker niet misstaan, al is het maar omdat de inkleuring nog net wat mooier is en Devin Tuel nog net wat zelfverzekerder zingt. Erwin Zijleman

De muziek van Native Harrow is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://nativeharrow.bandcamp.com.


Closeness van Native Harrow is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

21 september 2020

Victoria Bailey - Jesus, Red Wine & Patsy Cline

De Californische Victoria Bailey debuteert met een fraai getiteld album dat niets moet hebben van moderne countrypop, maar de country uit vervlogen tijden omarmt
Luister naar Jesus, Red Wine & Patsy Cline van de Californische muzikante Victoria Bailey en je hoort de countrymuziek die een aantal decennia geleden werd gemaakt. De jonge Amerikaanse singer-songwriter kiest voor een warm en authentiek countrygeluid waarin geen plaats is voor invloeden uit de pop. Ook in haar stem klinkt het verleden door, zeker wanneer Victoria Bailey zingt met een fraaie snik. In de Verenigde Staten kan Jesus, Red Wine & Patsy Cline rekenen op positieve recensies. Of we ook in Nederland vallen voor de charmes van de Californische muzikante zal de tijd leren, maar het zou zeker niet onterecht zijn. Prima countryalbum.


Mijn aandacht werd in eerste instantie getrokken door de bijzondere titel, vervolgens door de al even bijzondere cover art en tenslotte door een aantal hele positieve recensies in de Verenigde Staten. Het was allemaal voordat ik ook maar een noot had gehoord van het debuut van de Amerikaanse singer-songwriter Victoria Bailey, waardoor mijn verwachtingen toch wel enigszins hooggespannen waren. Jesus, Red Wine & Patsy Cline heeft echter moeiteloos aan deze verwachtingen voldaan. 

Victoria Bailey komt voor de afwisseling eens niet uit Nashville, maar opereert vanuit Huntington Beach, California, waar ze geboren en getogen is. Jesus, Red Wine & Patsy Cline heeft zich daarom niet in het keurslijf van de Nashville countrypop hoeven persen, waardoor Victoria Bailey zich weet te onderscheiden van heel veel leeftijdsgenoten in het genre. 

De jonge Amerikaanse singer-songwriter blijft op haar fraai getitelde debuutalbum ver verwijderd van de countrypop van dit moment, maar dompelt zich volledig onder in de country uit vervlogen tijden. Jesus, Red Wine & Patsy Cline herinnert aan de countrymuziek die in de jaren 70 werd gemaakt, ook in de thuisstaat van Victoria Bailey. De jonge Amerikaanse muzikante kreeg de countrymuziek thuis met de paplepel ingegoten en kent haar klassiekers. Invloeden van alles tussen (natuurlijk) Patsy Cline en Emmylou Harris zijn hoorbaar op een album dat klinkt als de countryalbums van weleer. 

Victoria Bailey kiest op haar debuut voor een even warm als authentiek geluid waarin de snareninstrumenten domineren, met een hoofdrol voor gitaren en de pedal steel, maar waarin ook fraaie orgels, strijkers en een mondharmonica opduiken. Het is een geluid dat herinnert aan vervlogen tijden en dat doet ook de stem van Victoria Bailey. De singer-songwriter uit California beschikt over een stem die gemaakt is voor traditionele countrymuziek en die niet bang is om de in de countrymuziek ooit zo gewaardeerde snik van stal te halen. 

Het bovenstaande suggereert misschien dat Jesus, Red Wine & Patsy Cline een wat oubollig klinkend album is, maar dat is zeker niet het geval. Het debuut van Victoria Bailey is vooral een tijdloos klinkend album, dat de flirts met pop, die in Nashville tegenwoordig gemeengoed zijn, niet nodig heeft. Liefhebbers van wat modernere of alternatievere country zullen het waarschijnlijk wat te traditioneel en wat te braaf vinden, maar ik hou er zo op zijn tijd wel van. 

Jesus, Red Wine & Patsy Cline is in muzikaal opzicht een bijzonder aangenaam en vakkundig in elkaar gesleuteld album met een rijk en veelkleurig geluid, waaraan Victoria Bailey niet alleen prima vocalen maar ook uitstekende songs toevoegt. De singer-songwriter uit Huntington Beach vertelt op haar debuut mooie verhalen, maar ze kan ook uit de voeten met de songs van anderen, wat ze op overtuigende wijze laat horen in haar vertolking van Tennessee van Johnny Cash. 

Victoria Bailey begeeft zich met haar veelbelovende debuut onder andere op het terrein van een singer-songwriter als Margo Price, maar persoonlijk vind ik Jesus, Red Wine & Patsy Cline aangenamer en overtuigender dan het laatste album van Margo Price. Ik betwijfel of het in Nederland wat gaat worden met Victoria Bailey, maar dit prima debuut mag ook hier best gehoord worden. Erwin Zijleman

Het album van Victoria Bailey kan worden verkregen via haar website: https://www.victoriabaileymusic.com/store.

   

20 september 2020

Gillian Welch - Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 2

Gillian Welch gooit er nog maar eens een verzameling restmateriaal tegenaan, maar dit is restmateriaal dat echt geen moment onder doet voor haar allerbeste werk
Rond Gillian Welch was het de afgelopen jaren vooral stil, maar dit jaar kan het niet op. Allereerst was er de samen met Dave Rawlings gemaakte serie lockdown covers en hierna volgde het eerste deel van Boots No. 2, The Lost Songs. Deel 3 volgt later dit jaar, maar deel 2 verscheen deze week. Ik vond het eerste deel van Boots No. 2, The Lost Songs al prachtig, maar het tweede deel is nog veel mooier en misstaat niet tussen het allerbeste werk van de singer-songwriter uit Nashville, Tennessee. De instrumentatie is prachtig, de zang is geweldig en de songs behoren tot de mooiste die Gillian Welch schreef. Wat een traktatie deze verzameling restjes.



Afgelopen zomer werden we twee keer verrast door Gillian Welch. Eerst met het samen met haar partner Dave Rawlings gemaakte All The Good Times en nog geen twee weken later met de release van Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 1. All The Good Times bevatte een tijdens de Amerikaanse lockdown opgenomen serie covers, terwijl het eerste deel van Boots No. 2, The Lost Songs restmateriaal bevatte van de twee albums die Gillian Welch aan het begin van het huidige millennium maakte. 

Gillian Welch liet een paar jaar geleden op Boots No. 1 al horen dat haar restmateriaal niet onder doet voor de muziek die ze wel heeft uitgebracht en het eerste deel van Boots No. 2 onderstreepte dat nadrukkelijk. Prettige bijkomstigheid was dat het ging om restmateriaal uit de tijd van Time (The Revelator) uit 2001 en Soul Journey uit 2003, twee van mijn persoonlijke favorieten in het oeuvre van Gillian Welch. 

Waar we vorige maand nog werden verrast door Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 1, komt het tweede deel niet als een verrassing. Vol. 2 werd immers vorige maand al aangekondigd, net als Vol. 3 dat ook nog dit jaar zal verschijnen. Dat Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 2 er aan zat te komen is misschien geen verrassing, maar de hoge kwaliteit van het album is dat wat mij betreft wel. 

De songs die Gillian Welch, uiteraard bijgestaan door Dave Rawlings, opnam tussen de release van Time (The Revelator) en Soul Journey in, had wat mij betreft niet misstaan als reguliere release. Sterker nog, de verzameling sterke songs op Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 2 had zomaar uit kunnen groeien tot een van de betere albums van Gillian Welch. 

In muzikaal opzicht is ook deze serie songs minder verrassend. Ook op Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 2 horen we het inmiddels uit duizenden herkenbare Gillian Welch geluid. Het is een geluid dat teruggrijpt op de folk zoals die aan het begin van de vorige eeuw werd gemaakt in de Amerikaanse Appalachen. Het is de folk die met name door Gillian Welch op de kaart werd gezet aan het eind van de jaren 90 en de eerste jaren van het huidige millennium, ook via haar bijdrage aan de soundtrack van de film O Brother, Where Art Thou? 

Ook de instrumentatie op Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 2 zal niemand verrassen. Ook de songs op deze tweede selectie restmateriaal uit de vroege jaren 00 zijn volledig akoestisch en betrekkelijk sober ingekleurd met vrijwel uitsluitend en overigens prachtig klinkende akoestische gitaren en incidenteel wat accenten van onder andere een mondharmonica en een elektrische gitaar. 

Natuurlijk horen we op Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 2 ook de uit duizenden herkenbare stem van Gillian Welch, hier en daar op de achtergrond ondersteund door Dave Rawlings. Over de vocale kwaliteiten van de singer-songwriter uit Nashville zijn de meningen verdeeld, maar mij weet ze iedere keer weer diep te raken. 

Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 2 moet dus haast wel in positieve zin opvallen door een serie uitstekende songs. Het is het soort songs dat we inmiddels al bijna 25 jaar van Gillian Welch kennen, maar de songs op Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 2 doen niet onder voor haar beste werk en hoe vaker ik ze hoor, hoe beter ze worden.

Gillian Welch staat zeker niet bekend om haar enorme productiviteit, maar dit jaar krijgen we er toch flink wat songs bij, waarvan die 15 van Boots No. 2, The Lost Songs, Vol. 2 mij vooralsnog het best bevallen, maar Vol. 3 moet nog komen. Dat 2020 een opvallend mooi Gillian Welch jaar is, is echter al lang zeker. Erwin Zijleman

De muziek van Gillian Welch is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://gillianwelch.bandcamp.com.


De drie delen van Boots No. 2, The Lost Songs zijn in eerste instantie alleen digitaal verkrijgbaar, maar aan het eind van het jaar verschijnt een fraaie box-set, die helaas alleen via de website van Gillian Welch verkrijgbaar is, waardoor rekening moet worden gehouden met forse portokosten en met een beetje pech douanekosten: https://gillianwelch.com.