23 januari 2025

Review: Isbells - and the noise settles

Isbells kiest aan de hand van producer Chantal Acda weer voor een wat meer ingetogen en zeer sfeervol geluid, wat met and the noise settles een wonderschoon album voor donkerdere tijden oplevert
Isbells klonk op haar laatste twee albums wat uitbundiger dan in het verleden en leek een nieuwe richting in te slaan. Die richting wordt verlaten op het deze week verschenen and the noise settles, dat weer het ingetogen of zelfs sobere geluid van de vroege albums laat horen. Dat sobere is maar relatief, want in muzikaal opzicht gebeurt er van alles op het album, al moet je wel aandachtig luisteren om alle subtiele pracht te horen. Die pracht komt ook van de zang van Gaëtan Vandewoude en zeker ook van Chantal Acda die niet alleen als producer maar ook als zangeres bijdroeg aan het nieuwe album. Het is alweer het zesde album van Isbells en ik vind het de mooiste tot dusver.



De Belgische band Isbells is een vaste gast op de krenten uit de pop, want ik heb wel wat met de muziek van de band uit Leuven. Met het deze week verschenen and the noise settles levert de band alweer haar zesde album af en het is wederom een hele mooie. Bij Isbells denk ik in eerste instantie aan uiterst ingetogen of zelfs verstilde songs, maar op Sosei uit 2019 en vooral op Basegemiti uit 2023 hinkte Isbells wat op twee gedachten en was er zowel ruimte voor spaarzaam ingekleurde songs als voor wat uitbundiger klinkende songs. 

Ik heb op de albums van de Belgische band een hele duidelijke voorkeur voor de sober klinkende songs en ik ben dan ook heel erg blij met and the noise settles. Op haar nieuwe album kiest Isbells voor zeer ingetogen en bijzonder sfeervolle songs. Het grote gebaar van de vorige albums ontbreekt en heeft plaats gemaakt voor hele subtiele songs. Het zijn songs waarmee je je eindeloos wilt opsluiten in deze donkere tijden, bij voorkeur onder een warme deken. 

De muziek van Isbells op and the noise settles fungeert ook als een warme deken, want wat zijn de nieuwe songs van de band uit Leuven mooi. Voorman Gaëtan Vandewoude liet de productie van het album dit keer over aan Chantal Acda, die als zangeres altijd al een voorname rol heeft gespeeld op de albums van Isbells. Chantal Acda weet als geen ander hoe een sober maar zeer sfeervol folkalbum moet klinken en ook de productie van and the noise settles is prachtig. 

Er hebben nogal wat muzikanten meegewerkt aan het album, maar dat heeft zeker niet geleid tot een vol geluid. Alle bijdragen klinken even subtiel, maar uiteindelijk vallen alle puzzelstukjes in elkaar. Het geluid op het album lijkt op het eerste gehoor grotendeels organisch, maar wanneer je het album met de koptelefoon beluistert hoor je ook nog een laagje elektronica. 

De songs op het nieuwe album van Isbells hebben een folky karakter, maar door de blazers en zeker ook door het drumwerk bevatten de songs op and the noise settles ook absoluut invloeden uit de jazz. En de ene keer dat het album voorzichtig uitbarst hoor ik ook nog een Pink Floyd vibe. 

In muzikaal opzicht is het nieuwe album van Isbells een prachtig en fantasierijk album, maar ook de zang op het album is heel mooi. De fluisterzachte stem van Gaëtan Vandewoude kleurt fraai bij de subtiele maar bijzonder sfeervolle klanken en als Chantal Acda ook nog eens invalt met haar stem is de betovering van and the noise settles compleet. 

Ik ben wel wat jaloers op het muziektijdschrift Oor, die in haar recensie spreekt van een album van 90 minuten. Mijn versie en die op Spotify duren slechts 45 minuten, maar het is wel 45 minuten heel erg mooi. De subtiele klanken op het nieuwe album van Isbells zitten bovendien zo vol met details dat het geen probleem is om het album twee keer achter elkaar te beluisteren en zo toch nog aan de 90 minuten van Oor uit te komen. 

Ik vond de laatste twee albums van de Belgische band zeker niet slecht, maar heb een duidelijke voorkeur voor de eerdere en meer ingetogen albums. Het zijn albums die een vervolg krijgen op het stemmige and the noise settles, dat wat mij betreft het mooiste album van Isbells tot dusver is. Ook ik word zo langzamerhand een beetje moedeloos van de vele dagen zonder zon en de ellende in het nieuws, maar als ik me opsluit met het nieuwe album van Isbells is de wereld even warmer en mooier. Erwin Zijleman


and the noise settles van Isbells is verkrijgbaar via de Mania webshop:


22 januari 2025

Review: Willow Avalon - Southern Belle Raisin' Hell

Er verschijnen de afgelopen jaren heel erg veel countrypop albums, waardoor het niet meevalt om nog op te vallen, maar de jonge Amerikaanse countryzangeres Willow Avalon slaagt hier wat mij betreft glansrijk in
Southern Belle Raisin’ Hell van Willow Avalon is een album waarover je zeker niet te snel moet oordelen. Bij snelle beluistering was ik zelf niet zo gecharmeerd van de stem van de jonge Amerikaanse muzikante, terwijl dit na gewenning een van de sterke wapens van Willow Avalon is. Andere sterke wapens zijn haar aanstekelijke songs, haar bijzondere teksten en de voorliefde voor countrymuziek uit het verre verleden, waardoor Southern Belle Raisin’ Hell enerzijds klinkt als een countrypop album van deze tijd, maar anderzijds als een oorspronkelijk klinkend countryalbum uit de jaren 70. Als liefhebber van het genre ben ik benieuwd wat 2025 ons gaat brengen, maar de start met Willow Avalon is absoluut veelbelovend.



Ik had lange tijd niet zo heel veel of zelfs helemaal niets met countrypop. De met flink wat pop aangelengde countrymuziek was me meestal wat te glad, te zwaar aangezet en te plastic en had wat mij betreft te weinig te maken met de pure Amerikaanse rootsmuziek en alternatieve country die destijds mijn voorkeur hadden. Sinds een jaar of wat heb ik echter een enorme liefde ontwikkeld voor het genre en die is met name de afgelopen twee jaar alleen maar sterker geworden, waardoor countrypop albums de hoogste regionen van mijn jaarlijstje weten te bereiken 

Ook deze week verscheen er weer een album dat ik een jaar of tien geleden waarschijnlijk onmiddellijk aan de kant zou hebben geschoven, maar waar ik nu als een blok voor viel. Het gaat om Southern Belle Raisin’ Hell van de Amerikaanse muzikante Willow Avalon. Willow Avalon, geboren als Willow Martin, is de dochter van de eigenzinnige muzikant Jim White, waardoor ze de muziek met de paplepel kreeg ingegoten, al kwam haar muzikale talent vooral bij het lokale kerkkoor tot bloei. 

Ze groeide op in een ruraal deel van Georgia maar verliet het weinig stabiele ouderlijk huis al op 15-jarige leeftijd om haar geluk uiteindelijk in Los Angeles te zoeken. We zijn inmiddels ruim tien jaar verder en Willow Avalon lijkt haar geluk te hebben gevonden in de muziek. Na het uitstekende minialbum Stranger, dat begin vorig jaar verscheen, is er nu het debuutalbum Southern Belle Raisin’ Hell, dat wat mij betreft het eerste memorabele countrypop album is dat in 2025 is verschenen. 

Hoewel ik het genre de afgelopen jaren steeds meer ben gaan waarderen, kan ik zeker niet uit de voeten met alle soorten countrypop. De verhouding tussen country en pop moet in balans zijn, wat in mijn geval betekent dat er meer country dan pop is te horen op het album. Dat zit in het geval van Willow Avalon wel goed, want de muziek van de jonge Amerikaanse muzikante heeft zich stevig laten beïnvloeden door de countrymuziek die in de jaren 60 en 70 werd gemaakt door zangeressen als Dolly Parton, Tammy Wynette, Loretta Lynn en Lynn Anderson. 

Zeker de stem van Willow Avalon herinnert aan de grote countryzangeressen uit de jaren 60 en 70, maar ook in muzikaal opzicht lijkt ze meer te hebben met de countrymuziek uit het verleden dan met de met pop geïnjecteerde country uit het heden. Southern Belle Raisin’ Hell zit daarom dichter tegen Sierra Ferrell aan dan tegen Kacey Musgraves, maar toch vind ik het label countrypop wel passen bij de muziek van Willow Avalon. De songs van de Amerikaanse muzikante hebben immers iets lichtvoetigs en achter alle invloeden uit de country van weleer zit wel degelijk een randje eigentijdse pop. 

Zeker bij eerste beluistering vond ik de zang van Willow Avalon op het randje van country en kitsch, zeker wanneer ze wat bibbert met haar stem, maar inmiddels ben ik zeer gecharmeerd van haar stem. Southern Belle Raisin’ Hell is een album dat echt steeds beter wordt en dat is zowel de verdienste van de zang en de muziek als van de songs op het album. 

Ook in tekstueel opzicht heeft Willow Avalon wat te bieden. Ze citeert op fraaie wijze uit een aantal country clichés, maar heeft ook humor, getuige haar ode aan Dolly Parton die opent met de fraaie zin “Hey there, Dolly, I'm just like you, Got big titties and a big heart too”. En zo valt er steeds weer wat te beleven op het album, dat op fraaie en zeer aangename wijze een brug slaat tussen de countrymuziek uit vervlogen tijden en de countrypop van het moment. Ik kan er wel wat mee. Erwin Zijleman