31 oktober 2020

Eels - Earth To Dora

Ondanks het inmiddels beproefde recept en de molensteen van het alweer bijna 25 jaar oude debuut, heeft Eels een prima album afgeleverd dat echt de nodige luisterbeurten verdient
Mark Oliver Everett neemt zo nu en dan afstand van het uit duizenden herkenbare Eels geluid, maar er zijn ook albums waarop hij het nadrukkelijk omarmt. Earth To Dora valt in de laatste categorie. Het is een album dat je direct mee terugneemt naar de zomer van 1996, toen Eels opdook met het inmiddels tot een klassieker uitgegroeide Beautiful Freak. Dat is misschien een zwaktebod, maar voor mij werkt het nog altijd. Earth To Dora is een album dat makkelijk verleidt met een zo bekend geluid, maar het is ook een album dat tot leven komt wanneer je er wat vaker naar luistert. Zeker niet het beste album van Eels, maar absoluut een hele aangename.


Bij ieder nieuw album van Eels neem ik me voor om voor de afwisseling eens niet te beginnen over Beautiful Freak, het debuut van de band rond de Amerikaanse muzikant Mark Oliver Everett. Beautiful Freak vierde dit jaar immers alweer zijn vierentwintigste verjaardag en is bovendien onderdeel van een inmiddels behoorlijk indrukwekkend oeuvre. 

Objectief gezien is Beautiful Freak misschien niet eens het beste van album van Eels, maar het is voor mij de soundtrack van een periode. Het was bovendien de eerste kennismaking met het zo karakteristieke en inmiddels uit duizenden herkenbare geluid van Eels. 

De band, of feitelijk het alter ego van Mark Oliver Everett, ook bekend als E, grijpt op het grootste deel van haar albums terug op het geluid van Beautiful Freak. Het heeft er voor gezorgd dat ik alle albums van de band heb omarmd, maar als ik er een moet kiezen, kies ik toch altijd weer voor het debuut uit 1996. 

De naam van het debuut van Eels is inmiddels al weer vele malen gevallen en dat is ook niet zo gek, want, meer dan zijn directe voorgangers, roept het deze week verschenen Earth To Dora onmiddellijk herinneringen op aan het album dat de zomer van 1996 zo bijzonder inkleurde. Mark Oliver Everett koos op het twee jaar geleden verschenen en absoluut sterke The Deconstruction voor een wat steviger aangezet geluid met hier en daar wat elektronica en maakte bovendien een aardedonker album. Op Earth To Dora keert Eels weer terug naar het meer organische geluid dat op zoveel Eels albums is te horen, inclusief de onmisbare xylofoon. 

Mark Oliver Everett is zeker geen muzikant die het leven door een roze bril bekijkt. De Amerikaanse kant heeft de zware thema’s nooit geschuwd en putte hierbij uit de nodige persoonlijke levenservaring. Ook Earth To Dora is zeker geen album vol zonnestralen, maar vergeleken met de meeste andere Eels albums is het een behoorlijk optimistisch album. En dat in deze tijd. 

Ondanks het als een molensteen om zijn nek hangende debuut kan Mark Oliver Everett over het algemeen rekenen op positieve recensies. Dit keer lijken de critici wat zuinig, maar op een of andere manier bevalt Earth To Dora me wel, al is het maar omdat het album me vaak mee terugneemt naar de zomer van 1996. Earth To Dora is een relatief makkelijk album met songs die zijn te omschrijven als vintage Eels. 

Grote vraag is natuurlijk of Earth To Dora ook na een paar keer horen nog net zo vermaakt of dat de heimwee naar Beautiful Freak inmiddels zo hevig is dat het pijn doet. Ik geef het album voorlopig het voordeel van de twijfel, want ook bij herhaalde beluistering voelt het allemaal nog goed en is Earth To Dora van Eels een prima soundtrack voor Halloween in corona tijd. 

Als ik Earth To Dora probeer te classificeren in het fraaie oeuvre van de band kom ik vooralsnog ergens in de middenmoot uit. Dat klinkt misschien mager, maar het is wat mij betreft een prima prestatie, al is het maar omdat het album, meer dan een aantal van zijn voorgangers, voortborduurt op successen uit het verleden. Om die reden zal Earth To Dora waarschijnlijk wat makkelijker worden afgeschreven dan de meeste andere Eels albums van recente datum, maar geef het album een kans en je zult horen dat het zeker niet tegen valt. Erwin Zijleman


Earth To Dora van Eels is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

30 oktober 2020

Laura Veirs - My Echo

Laura Veirs staat garant voor mooie albums en levert er met My Echo wederom een af die er in vocaal, muzikaal, productioneel, compositorisch en tekstueel opzicht uitspringt
Laura Veirs schreef voor My Echo een serie songs die het einde van haar huwelijk met Tucker Martine voorspelden. In muzikaal opzicht is de chemie tussen de twee gelukkig nop optimaal, want Laura Veirs vertrouwt voor haar albums al heel wat jaren op de vaardigheden van de topproducer. Die levert ook op My Echo weer vakwerk af, want het album klinkt fantastisch. In combinatie met de sterke songs, de persoonlijke teksten en de mooie stem van Laura Veirs levert het wederom een album op dat laat horen dat Laura Veirs als singer-songwriter met de allerbesten mee kan, iets dat de Amerikaanse muzikante inmiddels al zo’n 20 jaar doet.


Laura Veirs dook op toen het huidige millennium begon en levert daarom inmiddels al zo’n 20 jaar albums af. Als ik kijk naar het stapeltje albums dat de Amerikaanse singer-songwriter inmiddels op haar naam heeft staan, zie ik een heel mooi en zelfs indrukwekkend mooi stapeltje. Ik tel zo zeven albums die ik de afgelopen twintig jaar onder mijn favorieten heb geschaard en dat is een zeer respectabel aantal. 

Het zijn albums die Laura Veirs voor een belangrijk deel maakte met topproducer en echtgenoot Tucker Martine. Deze Tucker Martine is ook op My Echo weer van de partij, maar waar de muzikale samenwerking tussen Laura Veirs en Tucker Martine nog steeds bloeit, liep hun huwelijk de afgelopen jaren scheurtjes op. Toen Laura Veirs de songs voor My Echo schreef, wist ze zelf al dat haar huwelijk ten einde liep. Ze noemt My Echo daarom zelf geen breakup album, maar een “disintegration album”. 

Het huwelijk sneuvelde uiteindelijk voor het nieuwe album was afgerond, wat hier en daar wordt beschreven als een unieke situatie, een breakup album waarop beide partijen aan meewerken. Dat is natuurlijk helemaal niet nieuw, de leden van ABBA en Fleetwood Mac weten er alles van, maar gewoon is het zeker niet. 

Naast Tucker Martine kon Laura Veirs ook een aantal muzikanten van naam en faam naar de studio halen, onder wie topkrachten als Bill Frisell, M. Ward en Jim James. My Echo, dat overigens voor de coronapandemie werd opgenomen, is buiten de nieuwe thematiek een echt Laura Veirs album geworden. De Amerikaanse muzikante schrijft lekker in het gehoor liggende songs en beschikt over een aangenaam en aansprekend stemgeluid. 

De huwelijkse chemie tussen Laura Veirs en Tucker Martine is misschien uitgewerkt, maar met de muzikale chemie zit het op My Echo nog helemaal goed. Ook het nieuwe album van Laura Veirs is weer prachtig ingekleurd en geproduceerd, wat voor een belangrijk deel de verdienste is van Tucker Martine, die niet alleen een vakkundig producer is, maar ook een begenadigd multi-instrumentalist. 

Alles komt prachtig uit de speakers en ook dit keer staat de mooie stem van Laura Veirs centraal. De instrumentatie is er in de basis een zonder al teveel tierelantijntjes, maar uiteindelijk zijn de meeste songs op My Echo toch rijkelijk versierd, onder andere door de inzet van strijkers en blazers. 

My Echo is zoals gezegd een typisch Laura Veirs album. De Amerikaanse muzikante opereert inmiddels al zo’n 20 jaar in een overvolle vijver, maar ook My Echo springt er in alle opzichten weer uit binnen het enorme aanbod in het genre. Waar Laura Veirs op haar vorige album wat meer de kant van de pop op leek te gaan, keert ze met My Echo toch weer terug naar haar eerdere albums, al bevat ook My Echo een enkel uitstapje richting pop of rock. 

Het is niet eens zo makkelijk om te beschrijven wat een album van Laura Veirs zo goed en bijzonder maakt, maar ondertussen blijft het album hier maar uit de speakers komen en ben ik steeds meer onder de indruk van de sterke songs, de aansprekende zang en de bijzonder fraaie instrumentatie en productie. Het huwelijk van Laura Veirs is inmiddels definitief gestrand, maar ik hoop Tucker Martine toch weer terug te horen op het volgende album van de Amerikaanse muzikante, dat ongetwijfeld weer van hoog niveau zal zijn. Erwin Zijleman

De muziek van Laura Veirs is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://lauraveirs.bandcamp.com/album/my-echo,


My Echo van Laura Veirs is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

Keaton Henson - Monument

Monument van Keaton Henson is er een voor de donkerste herfstavonden, maar voorziet deze donkere herfstavonden van muziek vol pracht, emotie, zeggingskracht en avontuur
Ik moest een paar jaar geleden flink wennen aan de muziek van de Britse muzikant Keaton Henson en met name aan zijn zang, maar bij beluistering van het deze week verschenen Monument viel alles direct op zijn plek. Monument is een donker album vol emotie, dat stil staat bij de ziekte en aankomende dood van de vader van Keaton Henson. De meeste songs op het album zijn uiterst ingetogen en op het eerste gehoor subtiel ingekleurd, maar Keaton Henson is ook dit keer een meester in het subtiel optuigen van zijn songs. Je moet er absoluut voor in de stemming zijn, want het is een album vol melancholie, maar op het juiste moment is het ook een album van een unieke schoonheid.


Het in 2013 verschenen Birthdays was mijn eerste kennismaking met de muziek van de Britse muzikant Keaton Henson. Absoluut een fascinerend album, maar met name de zang streek bij mij net wat teveel tegen de haren in, waardoor ik uiteindelijk toch niet voldoende kon genieten van het album, dat me in alle opzichten net wat teveel was. 

Het gekke was dat dit genieten wel lukte met het in 2016 verschenen Kindly Now. De zang zat mij dit keer veel minder in de weg, terwijl de bijzonder fraaie instrumentatie vol klassieke invloeden de songs van de Britse muzikant steeds weer naar grote hoogten tilde. Ik noemde in mijn recensie van Kindly Now onder andere Jeff Buckley, Elliott Smith en Gavin Friday als vergelijkingsmateriaal en dan weet je dat het goed zit. 

 Keaton Henson liet vorig jaar weer van zich horen met het door hem gecomponeerde neoklassieke album Six Lethargies, waarop hij overigens zelfs niet was te horen, maar keert nu weer terug met een singer-songwriter album. Monument laat het inmiddels van Keaton Henson bekende geluid horen, al klinkt het nieuwe album van de Britse muzikant weer wat intiemer en intenser en komt de zang nog wat harder binnen. Waar me dit een paar jaar geleden nog flink in de weg zat, vind ik het inmiddels prachtig. 

Monument opent met akoestische gitaren en de zo karakteristieke stem van de Britse muzikant en het is vanaf de eerste noten raak. Keaton Henson zingt in de openingstrack van zijn nieuwe album fluisterzacht, maar ook vol emotie, waardoor het album je direct in een wurggreep heeft. De Britse muzikant maakte op Kindly Now indruk met een bijzonder fraaie instrumentatie vol klassieke accenten en ook op Monument is de instrumentatie van een bijzondere schoonheid. 

Monument is een zeer persoonlijk album, waarop Keaton Henson terugkijkt op het leven met zijn vader. De vader van de Britse muzikant was ernstig ziek toen hij aan het album begon en overleed vlak nadat het album werd afgerond. Het levert een mooi en emotievol eerbetoon op aan zijn vader en verwerkt op hetzelfde moment het proces van ziekte en aankomend afscheid. 

Monument wordt gedragen door de emotie op het album, maar ook in muzikaal opzicht is het wonderschoon. De instrumentatie is zoals gezegd vaak nog wat soberder dan die op het vorige album van de Britse muzikant, maar er is ook dit keer heel veel moois verstopt in de meestal subtiele klanken. Zo is het gitaarspel op het album bijzonder trefzeker, maar ook de andere accenten, waaronder die van piano, strijkers, blazers, percussie en elektronica kleuren het geluid op Monument niet alleen eigenzinnig maar ook prachtig in. 

Zeker bij beluistering met de koptelefoon hoor je goed hoe mooi alles is gearrangeerd en hoe mooi het kleurt bij de zang van Keaton Henson, die me een paar jaar geleden nog wat tegen stond met zijn stem, maar die op Monument zang van grote schoonheid laat horen. 

Ook in tekstueel opzicht maakt Monument indruk. Het is af en toe zo persoonlijk dat je je bijna bezwaard voelt als toehoorder, maar de intieme teksten voorzien het album ook van kracht. Een somber en donker gekleurd album als dit doet het natuurlijk uitstekend op de stormachtige en natte herfstavonden van het moment, maar het is ook een album dat je tot op de laatste noot wilt uitpluizen. Erwin Zijleman


Monument van Keaton Henson is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

29 oktober 2020

Loma - Don't Shy Away

Het debuut van de gelegenheidsband Loma was tweeënhalf jaar geleden van een bijzondere schoonheid, maar het tweede album van de band is alleen maar mooier en indrukwekkender
Bij een gelegenheidsband moet je altijd maar afwachten hoe de samenwerking uitpakt, maar de samenwerking tussen Shearwater voorman Jonathan Meiburg en de twee leden van het duo Cross Record bleek begin 2018 zeer geslaagd. Als Loma leverde het drietal een album af dat niet in een hokje was te duwen, maar dat wel een onuitwisbare indruk maakte. Het debuut van Loma werd zo positief ontvangen dat een tweede album niet uit kon blijven en dat album is er nu. Don’t Shy Away klinkt wat consistenter dan het debuut van Loma, maar de muziek van het Amerikaanse drietal is nog net zo ongrijpbaar en nog net zo betoverend mooi.


Een paar jaar geleden hoorde Shearwater voorman Jonathan Meiburg het tweede album van het Amerikaanse duo Cross Record. Hij was zo onder de indruk dat hij Emily Cross en Dan Duszynski rekruteerde als support-act voor een tour van Shearwater. Hier bleef het niet bij, want aan het begin van 2018 debuteerden Jonathan Meiburg, Emily Cross en Dan Duszynski als de gelegenheidsband Loma. 

Het debuut van de band bleek van een bijzondere schoonheid en dook aan het einde van het jaar terecht op in een aantal jaarlijstjes. Zelf was ik ook onder de indruk van het debuut van Loma, dat bol stond van de invloeden. Ik noemde in mijn recensie onder andere dreampop, post-rock, chamber pop, folk, avant-garde en indierock, maar hiermee had ik slechts het topje van de ijsberg te pakken. Het debuut van Loma bleek vervolgens ook nog een album dat alleen maar mooier en indrukwekkender werd en uiteindelijk veel meer was dan de som van de best indrukwekkende delen. 

Loma leek lange tijd een eenmalig project, maar Jonathan Meiburg, Emily Cross en Dan Duszynski zullen absoluut gevleid zijn geweest door de uiterst lovende reacties en werden uiteindelijk door niemand minder dan Brian Eno over de streep getrokken om het buitengewoon fraaie debuut een vervolg te geven. Don’t Shy Away is deze week verschenen en laat horen dat het Amerikaanse drietal de toppen van hun samenwerking op het debuut van Loma nog lang niet had bereikt. Ondanks het feit dat ik zeer gecharmeerd was van het debuut van Loma, vond ik Don’t Shy Away direct bij eerste beluistering een stuk beter. 

Loma borduurt op haar tweede album voort op het geluid van het terecht zo bewierookte debuut, maar heeft alle invloeden dit keer geïntegreerd in een wat consistenter geluid. Het is een geluid dat bestaat uit een aantal cirkels. Binnenin zit de prachtige heldere stem van Emily Cross, die het oor continu zacht streelt, maar die ook constant zorgt voor verbazing en betovering. Om de stem van Emily Cross cirkelt een bijzonder smaakvolle en over het algemeen stemmige instrumentatie. Het is een instrumentatie die zowel dromerig als broeierig klinkt en die perfect past bij de mooie stem van de frontvrouw van de band. 

Hiermee zijn we er nog niet, want in de buitenste cirkel van het geluid zoekt Loma het avontuur op. Geen van de songs op het album klinkt alledaags en steeds weer duiken nieuwe geluiden en invloeden op in het bijzondere klankentapijt van de band. Het heeft soms het mysterieuze van Cocteau Twins of het experiment van Kate Bush, maar beide vergelijkingen zijn even treffend als onzinnig. 

Het geluid op Don’t Shy Away is misschien consistenter dan het geluid op het debuut van Loma, maar het schiet nog altijd meerdere kanten op, al is het maar omdat de band net zo makkelijk kiest als voor ambient achtige klanken, als voor eigenzinnige blazersarrangementen of stuwende synths. 

Het levert een luistertrip op die nog veel meer intrigeert dan die op het al zo fascinerende debuut van de band en die aan het eind ook nog gezelschap krijgt van fan van het eerste uur Brian Eno, die hoort dat het dit keer nog beter is. Alle reden dus om te hopen op een volgende samenwerking tussen Jonathan Meiburg, Emily Cross en Dan Duszynski, maar laat ik eerst het tweede album van Loma eens opschrijven voor mijn jaarlijstje. Erwin Zijleman

De muziek van Loma is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://lomamusic.bandcamp.com/album/dont-shy-away.


Don't Shy Away van Loma is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

28 oktober 2020

Louane - Joie De Vivre

Louane wordt gerekend tot de grote talenten van de Franse popmuziek en maakt dat ook op haar derde album weer waar met een mooi geluid, sterke songs en een heerlijke stem
Joie De Vivre is mijn derde kennismaking met de muziek van Louane en ook het derde album van de Franse muzikante is weer bijzonder aangenaam. Louane heeft een mooi en eigentijds geluid, schrijft lekker in het gehoor liggende songs met een vleugje Franse traditie en beschikt over een bijzonder aangenaam stemgeluid, waarin een dun laagje gruis de verleiding nog wat verder opvoert. Natuurlijk moet je van Franse popmuziek houden om uit de voeten te kunnen met het derde album van Louane, maar als je van Franse popmuziek houdt is ook Joie De Vivre weer een topalbum. Een van de grote talenten van de Franse popmuziek na de onaantastbare Zaz? Ik zeg nog steeds ja.


Ik heb mijn blik al een tijdje op Frankrijk gericht, maar het bleef de laatste maanden opvallend stil wanneer het gaat om de betere Franse popmuziek. Tot deze week dan, want deze week verscheen een nieuw album van Louane. Het is het derde album van de Franse muzikante, na het uitstekende Chambre 12 uit 2015 en het al even sterke titelloze album uit 2017. 

Louane, ook bekend als Louane Emera, maar geboren als Anne Peichert, dook vijf jaar geleden op in de Franse editie van The Voice en geldt sindsdien als een van de grote talenten van de Franse popmuziek. Nu ben ik over het algemeen niet zo onder de indruk van de oogst van de Nederlandse editie van het populaire tv-programma, maar voor Louane heb ik inmiddels twee albums een zwak. 

Daar kan ik inmiddels drie albums van maken, want ook het deze week verschenen Joie De Vivre bevalt me weer uitstekend. Op haar derde album trekt Louane de lijn van haar twee vorige albums door. De jonge Franse muzikante heeft respect voor de rijke tradities van het Franse chanson, maar is ook een kind van deze tijd. Ook op Joie De Vivre worden invloeden uit het verleden vermengd met eigentijdse popmuziek en is Louane net zo makkelijk een chansonnière als een zuchtmeisje. 

Het sterkste wapen van Louane is ook dit keer haar stem. Louane klinkt verleidelijk, maar heeft ook een laagje gruis op haar stembanden, waarmee ze zich moeiteloos onderscheid van al die zwoel zuchtende jonge zangeressen die Frankrijk rijk is. Het doet me af en toe wel wat denken aan de stem van Zaz, voor mij de onbetwiste smaakmaker binnen de Franse popmuziek van het moment. Vergeleken met Zaz kiest Louane minder vaak voor invloeden uit de traditionele Franse muziek en vaker voor invloeden uit de pop, maar ze blijft een heel album lang aan de goede kant van de streep. 

Louane neemt flink de tijd voor haar nieuwe album, want Joie De Vivre bevat maar liefst 19 songs (een kort intro en twee al even korte intermezzo’s meegeteld) en duurt meer dan 50 minuten. In die ruime 50 minuten wordt de stem van Louane alleen maar aantrekkelijker en ook de popliedjes van de jonge Française zijn stuk voor stuk aantrekkelijk. Soms flirt ze met het Franse chanson, soms met de dansvloer, soms met zonnige Franse pop en alles bindt Louane even makkelijk aan haar zegekar. 

Natuurlijk helpt het als je vatbaar bent voor Franse popmuziek, maar als je dit bent geeft Joie De Vivre keer op keer het vakantiegeval dat we zo gemist hebben de afgelopen maanden. Af en toe is het misschien wel heel erg lichtvoetig en mis je de doorleving, maar Louane is nog geen 25 en slaagt er op haar nieuwe album wel in om een eigen geluid neer te zetten, wat op haar eerste twee albums nog wel eens ontbrak. 

In vocaal opzicht klinkt het allemaal prachtig, zeker als de Franse muzikante haar meest schorre noten opzoekt, maar ook in muzikaal en productioneel opzicht beval het nieuwe album van Louane me uitstekend. En als Louane halverwege het album even de pop vergeet en toch het chanson en invloeden uit de traditionele Franse popmuziek opzoekt, hoor je dat er bij de Franse muzikante nog veel meer in het vat zit. Alle reden dus om uit te kijken naar album vier, maar die drie goede albums op rij neemt niemand Louane meer af. Erwin Zijleman


Joie De Vivre van Louane is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

27 oktober 2020

Lera Lynn - On My Own

Lera Lynn maakte (overigens voor de corona pandemie) volledig in haar uppie een nieuw album en het is in alle opzichten een prachtalbum geworden van deze zeer getalenteerde muzikante
Sinds het bekijken van het tweede seizoen van de aardedonkere tv-serie True Detective ben ik fan van Lera Lynn en sindsdien verrast ze me met geweldige albums. Het zijn albums die in alle opzichten worden overtroffen door het weergaloze On My Own, dat deze week is verschenen. Lera Lynn nam haar nieuwe album volledig in haar eentje op en tekende ook zelf voor de opname en productie. Het resultaat mag er zijn, want On My Own is een hoogstaand album. De instrumentatie en productie zijn bijzonder fraai en ook de songs op het album ontstijgen de middelmaat ruimschoots. De bijzonder mooie stem van Lera Lynn maakt er vervolgens prachtsongs van. Ik lees er vooralsnog weinig over, maar dit is er een voor de jaarlijstjes.


Mijn eerste kennismaking met de muziek van Lera Lynn stamt uit 2015 toen ze als melancholische nachtclub zangeres opdook in de duistere en beklemmende tv-serie True Detective. Nu zie ik wel vaker zangeressen in tv-series, maar Lera Lynn maakte direct een onuitwisbare indruk en maakte misschien nog wel meer indruk dan de overigens geweldige tv-serie zelf deed. Het verhaal ben ik al weer grotendeels vergeten, maar songs van de True Detective soundtrack als het fraaie Lately en het aardedonkere My Least Favourite Life zijn bij mij nog steeds goed voor kippenvel. 

Lera Lynn bleek in 2015 al een tweetal albums op haar naam te hebben staan en bracht vervolgens in 2016 het uitstekende Resistor uit, waarop de Amerikaanse singer-songwriter liet horen dat ze ook buiten het folky repertoire uit de voeten kon. Resistor werd twee jaar geleden gevolgd door het fraaie tussendoortje Plays Well With Others, waarop Lera Lynn tekende voor een aantal fraaie duetten met bevriende muzikanten. 

Deze week verscheen een nieuw album van Lera Lynn en het is een album dat in Nederland vooralsnog nauwelijks aandacht krijgt. Het is doodzonde, want On My Own is een prachtig album, dat het talent van Lera Lynn nog eens stevig onderstreept en dat bovendien klassen beter is dan zijn al heel behoorlijke voorgangers. 

Lera Lynn maakte On My Own in haar eentje. De muzikante uit Nashville, Tennessee, tekende niet alleen voor de vocalen en alle instrumenten, maar nam het album ook zelf op en was ook verantwoordelijk voor de productie. Dat klinkt als een album van de corona pandemie die ons sinds het voorjaar zo hard raakt, maar On My Own werd gemaakt voordat de pandemie ook in Nashville toesloeg. 

Je hoort goed dat Lera Lynn het album alleen heeft gemaakt. Het album straalt rust uit en klinkt bovendien intiemer dan het goed ontvangen Resistor. Lera Lynn kiest op On My Own vooral voor ingetogen songs en het zijn songs waarin melancholie meestal in overvloed voorradig is. De instrumentatie is mooi maar sober en vaak wat donker getint. Het kleurt prachtig bij de fluisterzachte zang van Lera Lynn, die nog net zo weemoedig klinkt als ze deed in die desolate bar in True Detective. 

Het mooist op On My Own zijn wat mij betreft de zich langzaam voortslepende songs met ingetogen en wat broeierige klanken en de prachtige stem van Lera Lynn, die laat horen dat ze in vocaal opzicht met de besten mee kan. 

Waar Lera Lynn op Resistor nog meerdere kanten op schoot, is On My Own een consistent klinkend album waarop schoonheid en melancholie hand in hand gaan. Dat betekent niet dat On My Own een eenvormig album is, wat ook dit keer durft Lera Lynn te variëren en vertrouwt ze net zo makkelijk op donkere gitaarlijnen als op elektronica (inclusief een ritmebox). Het zorgt ervoor dat On My Own je nog lang blijft verbazen en ondertussen steeds een beetje beter wordt. 

Lera Lynn krijgt met haar nieuwe album vooralsnog niet overdreven veel aandacht en hier in Nederland wordt het album vooralsnog zelfs doodgezwegen, maar wat is dit een goed en veelzijdig album. Dat de Amerikaanse singer-songwriter On My Own helemaal in haar eentje maakte, geeft dit fraaie album alleen maar meer glans. Erwin Zijleman


On My Own van Lera Lynn is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

26 oktober 2020

Wobbler - Dwellers Of The Deep

De Noorse band Wobbler levert met Dwellers Of The Deep een Yes album af dat de Britse band zelf niet maakte aan het begin van de jaren 70, maar waarvoor het zich niet had hoeven schamen
Er zijn maar weinig bassisten die zo spelen als Chris Squire van Yes dat kon, maar de bassist van de Noorse band Wobbler doet het. De band uit Oslo heeft sowieso goed geluisterd naar het oudere werk van Yes, maar klinkt absoluut niet als een Yes tribute band. Dwellers Of The Deep is een album dat imponeert met 45 minuten lang muzikaal vuurwerk, maar ook met mooie en bijzondere songs waarin de spanning fraai wordt opgebouwd. Het ademt de muziek van Yes uit de vroege jaren 70, maar Wobbler voegt ook absoluut iets toe aan alle invloeden uit het verre verleden. Liefde voor Yes helpt absoluut, maar ook liefhebbers van modernere progrock vallen zich geen buil aan dit geweldige album.


De afgelopen jaren deed de Noorse band Motorpsycho mijn oude liefde voor de muziek van Yes herleven met een indrukwekkende trilogie waarop het werk van de Britse symfonische rockband absoluut invloed heeft gehad. Invloeden van Yes zijn nog veel sterker hoorbaar op Dwellers Of The Deep van de eveneens Noorse band Wobbler. Het vijfde album van de band uit Oslo klinkt zelfs meer als Yes dan de Britse band zelf de afgelopen decennia deed. 

Direct vanaf de eerste noten dacht ik naar niet eerder uitgebracht werk van Yes uit de vroege jaren 70 te luisteren. Dat effect bereikt Wobbler vooral met het geweldige baswerk op Dwellers Of The Deep, dat absoluut schatplichtig is aan dat van meesterbassist Chris Squire. Het baswerk zou niet hebben misstaan op het beste werk van Yes, maar ook in het toetsenwerk en in de zang, hoor ik flink wat van Yes in haar jonge en beste jaren. 

Zonder liefde voor de muziek van Yes is Dwellers Of The Deep waarschijnlijk zware kost, maar ik vind het prachtig. Het vijfde album van Wobbler bevat absoluut elementen uit de muziek van Yes, maar de band uit Oslo voegt ook eigen invloeden toe aan haar muziek. Zo mag het gitaarwerk af en toe stevig ontsporen en is de muziek van de band bij vlagen ook behoorlijk psychedelisch, zeker als het orgel de hoofdrol opeist. 

Voor popsongs met een kop en een staart ben je in dit genre vaak aan het verkeerde adres en dat geldt ook voor Dwellers Of The Deep van Wobbler. Het album bevat drie kwartier muziek, maar bevat slechts vier songs, waarvan de eerste en de laatste respectievelijk 14 en 19 minuten klokken. Toch kiest Wobbler niet voor eindeloos gepiel in de ruimte. Net als Yes in haar jonge jaren verliest de band de structuren van de popsong nergens volledig uit het oog, maar zeker in de wat langere tracks is er natuurlijk wel alle ruimte voor muzikaal vuurwerk en experiment. 

Dat vuurwerk komt vooral van de toetsenist, die het geluid van Wobbler voor een belangrijk deel vult, maar ook de andere leden van de band spelen de pannen van het dak. De gitarist moet af en toe even op zijn beurt wachten, maar trekt vervolgens alle registers open. Minstens net zo goed is de ritmesectie, waarin met name de eerder al genoemde bassist imponeert met baswerk dat alleen de krachtpatsers onder de bassisten gegeven is. 

Dwellers Of The Deep is door alle associaties met het werk van Yes een feest van herkenning, maar Wobbler voegt met haar vijfde album ook iets toe aan de symfonische rock uit de vroege jaren 70. Het is knap hoe de Noorse band niet onmiddellijk doet verlangen naar de klassiekers van weleer, maar het is nog veel knapper hoe Dwellers Of The Deep aan de ene kant herinnert aan muziek van zo’n 50 jaar geleden, maar aan de andere kant toch ook fris en zeker urgent klinkt. 

Zeker in de laatste track gaan 19 minuten lang alle remmen los en krijg je een portie muzikaal vuurwerk over je heem gestort dat voor liefhebbers met een oude of jonge liefde voor symfonische rock of progrock maar lastig te weerstaan is. Motorpsycho leverde de afgelopen jaren drie prachtalbums vol invloeden uit de archieven van Yes op, maar dit album mag er best naast staan. Ik bak de geweldige box-set met de Steven Wilson remixes van Yes er maar weer eens bij, maar eerst nog een keer genieten van Dwellers Of The Deep van Wobbler. Erwin Zijleman

De muziek van Wobbler is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://wobbler.bandcamp.com/album/dwellers-of-the-deep.


Dwellers Of The Deep van Wobbler is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

25 oktober 2020

Adrianne Lenker - Songs / Instrumentals

Adrianne Lenker moest haar zegetocht met Big Thief begin dit jaar afbreken vanwege de corona pandemie, maar keert nu terug met twee bijzondere en vaak wonderschone albums
Wat doe je als muzikant als de tour van je band wordt geannuleerd en je relatie ook nog eens op de klippen loopt? Big Thief’s Adrianne Lenker koos voor de afzondering en nam uiteindelijk twee albums op. Instrumentals bevat sfeervolle improvisaties, die aan het einde van de dag werden opgenomen en de soundtrack van een lockdown zijn, maar het mooiste staat toch op Songs waarop Adrianne Lenker ontroert en imponeert met uiterst sobere songs. Het zijn songs zonder opsmuk, maar met heel veel emotie en het zijn songs die worden gezongen op een manier waarop alleen Adrianne Lenker dit kan. Daar moet je van houden, maar als je er van houdt is het 40 minuten lang goed voor kippenvel.


Op 8 maart stond Adrianne Lenker met haar band Big Thief in een uitverkocht Paradiso. Het was de eerste fase van een wereldtour die een zegetocht had moeten worden, maar er lag een virus op de loer en dit virus zou binnen een paar dagen korte metten maken met de tour van Big Thief. Adrianne Lenker sloot zich vervolgens op in een berghut in Massachusetts, waar ze niet alleen de pandemie probeerde te ontvluchten, maar ook een verbroken relatie wilde verwerken. 

Toen de songs in haar hoofd serieuzer werden vroeg ze Philip Weinrobe, een bevriend geluidstechnicus, aan te sluiten met een karrevracht aan apparatuur en werden twee albums opgenomen. De twee albums, Songs en Instrumentals, zijn deze week verschenen en het zijn albums waarvan de vlag de lading uitstekend dekt. 

Songs is voor mij het interessantste album van de twee. Ik heb Adrianne Lenker immers hoog zitten als zangeres en als songwriter. De albums van Big Thief duiken inmiddels enkele jaren op in mijn jaarlijstjes, met als hoogtepunt de dubbelslag van vorig jaar, en ook het twee jaar geleden verschenen soloalbum van Adrianne Lenker, Abysskiss, vond ik erg mooi. 

Helemaal onomstreden zijn de zangkwaliteiten van Adrianne Lenker niet. Hier thuis jaagt ze, mij uitgezonderd, echt iedereen de gordijnen in met haar stem en manier van zingen en ik lees wel vaker kritiek op de vocale prestaties van de Amerikaanse singer-songwriter. Het zal niet veranderen bij beluistering van Songs, dat ik van de eerste tot en met de laatste noot prachtig vind. 

Songs is gemaakt met eenvoudige middelen. Een akoestische gitaar, een stem en bescheiden opnameapparatuur waren het enige dat Adrianne Lenker in de berghut tot haar beschikking had, maar het is genoeg. Met bescheiden middelen heeft Adrianne Lenker immers de meeste impact, dat bewees ze al eerder. 

Songs grijpt je onmiddellijk bij de strot als je vatbaar bent voor de muziek van Adrianne Lenker. Het herinnert in muzikaal opzicht aan het vroege werk van bijvoorbeeld Joni Mitchell. Geen opsmuk, alleen pure klanken en heel veel emotie. Ondanks de bescheiden middelen weet de frontvrouw van Big Thief bijna veertig minuten indruk te maken en verveelt Songs geen seconde. 

Adrianne Lenker varieert met het tempo, varieert met het geluid van haar akoestische gitaar en varieert met haar stem, waardoor Songs zeker geen eenvormig album is. Het is overigens bijzonder hoe geluiden uit de omringende natuur vrijwel rimpelloos worden opgenomen in de intieme songs op het album en bijna klinken als instrumenten. 

Het is zo intiem en zo melancholisch dat het bijna pijn doet, maar de songs op het album zijn ook van een bijzondere en ruwe schoonheid. Songs zorgt bijna veertig minuten lang voor kippenvel en bevestigt voor mij voor de zoveelste keer het enorme talent van Adrianne Lenker, die met haar persoonlijke songs steeds dieper onder de huid kruipt. 

We zijn dan pas op de helft, want wanneer Songs eindigt begint Instrumentals. Adrianne Lenker sloot de dag in de berghut af met getokkel op haar akoestische gitaar, dat samenvloeide met geluiden uit de natuur en de windgongen in de berghut. Het lijkt soms wat vrijblijvend getokkel, maar Adrianne Lenker slaagt er in om een bijzondere sfeer te creëren, die haar gemoedstoestand in de berghut in Massachussetts misschien wel net zo goed typeert als haar songs. 

Instrumentals is aan het eind van de dag verrassend fraai muzikaal behang dat je even uit de krankzinnige wereld van het moment haalt, maar als ik echt geraakt wil worden door Adrianne Lenker, kies ik toch voor het wonderschone Songs dat het credo “less is more” nog maar eens zeer nadrukkelijk onderschrijft. Erwin Zijleman

De muziek van Adrianne Lenker is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://adriannelenker.bandcamp.com/music.


Songs & Instrumentals van Adrianne Lenker is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

   

24 oktober 2020

Bruce Springsteen - Letter To You

Een jaar na het uitstekende Western Stars is Bruce Springsteen terug met het eveneens erg goede Letter To You, waarop de gelouterde E-Street Band weer eens mag uitpakken
Bruce Springsteen steekt de afgelopen jaren in een grootse vorm. Die vorm had hij dit jaar eigenlijk weer op het podium moeten etaleren, maar voorlopig moeten we het doen met Letter To You. Het album werd in slechts een paar dagen tijd en nagenoeg live opgenomen met de voltallige E-Street Band in de huisstudio van Springsteen in New Jersey en reproduceert het krachtige live-geluid van de afgelopen jaren. Letter To You opent ijzersterk, zakt af en toe wel wat in, maar na het weer erg sterke slotakkoord kun je alleen maar concluderen dat Bruce Springsteen en zijn band een album hebben afgeleverd dat behoort tot de beste Springsteen albums sinds zijn reeks klassiekers uit de jaren 70 en 80, het weergaloze The Rising uit 2002 en het fraaie Western Stars van vorig jaar.



Een nieuw album van Bruce Springsteen is altijd iets om naar uit te kijken, maar ik probeer ook voorzichtig te zijn met mijn verwachtingen. Springsteen maakte zijn beste albums in de jaren 70 en 80 en is sinds Tunnel Of Love uit 1987 op het podium weliswaar alleen maar beter geworden, maar hoeveel echte klassiekers heeft hij nog uitgebracht sinds Tunnel Of Love, dat overigens mijn favoriete Springsteen album is? 
Ik tel er eigenlijk maar 1: The Rising uit 2002; het album waarmee Springsteen probeerde om 9/11 een plek te geven. 

De afgelopen jaren is het niveau van de albums van Bruce Springsteen echter flink gestegen. High Hopes uit 2014, dat objectief gezien een verzameling restjes was, was gewoon goed en het vorig jaar verschenen Western Stars vond ik zelfs veel meer dan gewoon goed. En nu is er dan Letter To You. 

Springsteen ging na de zeer succesvolle The River tour uit 2016 zijn eigen weg, maar trommelde voor Letter To You zijn E-Street Band weer op. De voltallige band nam zijn intrek in de huisstudio van Bruce Springsteen in New Jersey, waar Letter To You in een dag of vijf vrijwel live werd opgenomen. 

Letter To You bevat drie songs die nog op de plank lagen uit een ver verleden en negen nieuwe songs en het zijn voor een belangrijk deel songs die het uit duizenden herkenbare geluid van Bruce Springsteen en zijn E-Street Band laten horen. 

Letter To You opent fraai en ingetogen met het melancholische One Minute You’re Here, maar hierna gaat The E-Street Band los. Je hoort direct dat het een wijs besluit is geweest om het album vrijwel live op te nemen, want eindelijk is de ruwe energie van The E-Street Band weer eens gevangen op een studioalbum van Bruce Springsteen. Het bevalt me uitstekend. 

Letter To You is prachtig opgenomen en voorzien van het rijke en zo karakteristieke geluid van The E-Street band. Ook de gepassioneerde zang van Springsteen zelf knalt uit de speakers. Het voelt allemaal zo goed dat het niet zo erg is dat de songs op het nieuwe album van Springsteen niet allemaal even sterk zijn. Qua niveau van de songs sla ik Western Stars net wat hoger aan en Letter To You mist ook het monumentale van The Rising, maar alles bij elkaar genomen vind ik Letter To You een geweldig album. 

Het is een persoonlijk album waarop alles draait om Springsteen en zijn band. Muzikanten die elkaar voor een belangrijk deel al kennen sinds hun jeugd maar inmiddels ook met sterfelijkheid worden geconfronteerd. Springsteen haalt nog een keer uit naar Donald Trump, maar Letter To You gaat vooral over hemzelf en zijn band. 

Die band is op Letter To You uitstekend op dreef. Het geweldige gitaarspel van met name Nils Lofgren, het orgel van Charlie Giordano, de piano van Roy Bittan en natuurlijk de rake klappen van Max Weiberg, het komt allemaal prachtig uit de speakers, wat ook de verdienste is van de gloedvolle productie van Ron Aniello, inmiddels een vertrouwde naam op een Springsteen album. 

Wanneer Springsteen met Janey Needs A Shooter een song uit de vroege jaren 70 afstoft waan je je in de hoogtijdagen van zijn carrière, maar ook de nieuwe songs op het album zijn over het algemeen van hoog niveau. Aan het eind zakt het wel wat in moet ik zeggen, tot Springsteen met het Dylaneque Song For Orphans en het aan Roy Orbison herinnerende I’ll See You In My Dreams nog twee prachtsongs toevoegt aan zijn rijke catalogus. 

Hoe we Letter To You uiteindelijk moeten afmeten tegen de onbetwiste Springsteen klassiekers zal de tijd moeten leren, maar vooralsnog onderstreept Springsteen zijn uitstekende vorm met een tweede jaarlijstjesalbum op rij. En Letter To You moet nog beginnen met groeien. Erwin Zijleman


Letter To You van Bruce Springsteen is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

23 oktober 2020

Sam Roberts Band - All Of Us

Is Sam Roberts Band een 'guilty pleasure' of gewoon echt heel goed? Ik twijfelde de vorige twee keer nog wat, maar ik ben er inmiddels wel uit. Prachtalbum van deze geweldige band!
Laat All Of Us van Sam Roberts Band uit de speakers komen en een stortvloed aan buitengewoon aanstekelijke popliedjes trekt aan je voorbij. De Canadese band springt met reuzenstappen door de geschiedenis van de popmuziek en smeedt alle binnengehaalde invloeden aan elkaar in popliedjes die onmiddellijk goed zijn voor een glimlach. De een is nog onweerstaanbaarder dan de ander en ook als de band er wat kitsch bij sleept, blijft All Of Us het oor genadeloos strelen. Lang niet iedereen is overtuigd van de kwaliteiten van Sam Roberts Band, maar ik ben er wel uit. Ook dit album gaat weer heel vaak voorbij komen deze herfst en de seizoenen erna.



De Canadese singer-songwriter Sam Roberts is alweer toe aan het zevende album van zijn Sam Roberts Band. Ik ken de band zelf sinds album nummer vijf, het in 2014 verschenen Lo-Fantasy. Het is, net als het in 2016 verschenen zesde album TerraForm, een album dat ik maar moeilijk kon plaatsen. De muziek van Sam Roberts Band klonk op beide albums direct bij eerste beluistering bijzonder aangenaam, maar beide keren vroeg ik me ook af of Sam Roberts nu een muzikaal genie is of hooguit een 'guilty pleasure'. 

De critici zijn er ook nog steeds niet uit volgens mij. Uncut geeft het album in het onlangs verschenen december nummer (de timing begrijp ik nog steeds niet zo goed) een zeldzame 9, maar ik lees ook wel recensies waarin de nieuwe muziek van de band uit Montreal veel zuiniger wordt beoordeeld. Zelf ben ik er zo langzamerhand wel uit. Sam Roberts Band is een geweldige band en heeft ook met All Of Us weer een geweldig album afgeleverd. 

Ik heb het de laatste tijd met enige regelmaat over albums die zijn te typeren als een omgevallen platenkast, maar er zijn niet veel albums die dit predicaat net zo verdienen als All Of Us van Sam Roberts Band. Laat het nieuwe album van Sam Roberts Band uit de speakers komen en het ene na het andere memorabele popliedje komt voorbij. Het zijn stuk voor stuk popliedjes die je al jaren lijkt te kennen en al minstens even lang koestert, maar ze zijn echt allemaal gloednieuw. 

Sam Roberts en zijn medemuzikanten wandelen ook op All Of Us weer met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van de popmuziek. Zo lijkt de openingstrack de belangrijkste inspiratie in eerste instantie te zoeken in de synthpop, maar uiteindelijk is het toch een gitaarsong. Sam Roberts kent zijn klassiekers in de geschiedenis van de popmuziek, maar beheerst ook de kunst van het schrijven van geweldige popsongs. Het zijn popsongs met wonderschone melodieën en verslavende refreinen, die je direct opslaat in het geheugen. 

De songs op All Of Us zijn niet alleen van hoog niveau, ze worden ook nog eens prachtig uitgevoerd. Sam Roberts Band haalt ook op All Of Us weer alles uit de kast en is niet bang voor een beetje kitsch of bombast. Wat voor de instrumentatie geldt, geldt ook zeker voor de zang, niet al net zo onweerstaanbaar aangenaam is als de muziek op het album. 

Heel af en toe kruipt Sam Roberts Band heel dicht tegen de belangrijkste inspiratiebronnen aan, maar lang duurt dit nooit. Wanneer je een passage hebt geïdentificeerd als Beatlesque is Sam Roberts Band inmiddels al lang weer een of twee decennia verder en is het Londen van de jaren 70 verruild voor het New York van de jaren 70 of 80. 

Af en toe komen er ook wel eens invloeden voorbij die ik persoonlijk niet zou rekenen tot de goede smaak, bijvoorbeeld wanneer Sam Roberts Band wel erg zwaar tegen de radiovriendelijke Amerikaanse rockmuziek uit de jaren 80 aanleunt, maar het klinkt stiekem zo onweerstaanbaar lekker, dat je de band een enkele 'guilty pleasure' snel vergeeft. 

“Anthems of resilience” noemt Uncut het en veerkracht kunnen we inderdaad wel gebruiken in deze idiote tijden. Mijn vorige twee recensies van de albums van de band eindigde ik met de bewering dat de tijd zou leren of Sam Roberts Band nu echt goed is of niet. Die twijfel is nu weg. Wat een heerlijk album! Erwin Zijleman


All Of Us van Sam Roberts Band is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

Woodkid - S16

S16 van de Franse muzikant Woodkid laat zich beluisteren als een klassieke filmsoundtrack, maar dan met zang, en de bijbehorende beelden mag je er dit keer zelf bij bedenken
S16 is mijn eerste kennismaking met de muziek van de Franse muzikant Woodkid en het is een indrukwekkende. Het is aan album vol rijk georkestreerde en breed uitwaaiende klanken, die uitstekend zouden voldoen als filmsoundtrack, maar de Franse muzikant laat er af en toe zwaar aangezette elektronica doorheen snijden en maakt er popsongs van door zijn stem toe te voegen aan de stevige aangezette klanken. Het past prachtig bij de herfst en S16 is ook nog eens een album waarop zoveel gebeurt dat je maar nieuwe dingen blijft horen in de muziek van de Franse muzikant en beeldkunstenaar. Normaal gesproken niet helemaal mijn muziek, maar dit album laat me maar niet los.


S16 is het tweede album van de Franse muzikant Woodkid en mijn eerste kennismaking met de muziek van het alter ego van Yoann Lemoine. De Franse muzikant was in eerste instantie overigens vooral bekend als regisseur van videoclips en werkte onder andere voor Rihanna, Taylor Swift en Lana Del Rey. Sinds een paar jaar maakt hij als Woodkid muziek en dat heeft nu een bijzonder intrigerend album opgeleverd. 

S16 opent met zwaar aangezette elektronische klanken, die wat donker en industrieel aan doen. Het wordt gecombineerd met mooie vocalen, die de muziek van Woodkid wat minder zwaar maken, wat vervolgens wordt versterkt door rijk georkestreerde klanken die klassiek aandoen en het geluid van de Franse muzikant niet alleen voorzien van heel veel ruimte, maar ook van beeldend vermogen. 

In de eerste track zijn er nog de atypische elektronische accenten, maar in de tweede track domineert de combinatie van rijk georkestreerde muziek en een flinke bak elektronica. Het combineert uitstekend met de stem van de Franse muzikant, die me wel wat aan die van Antony (of Anohni) doet denken. Zeker wanneer de muziek wordt gedomineerd door klassieke klanken, luister je naar een rijk georkestreerde filmsoundtrack van een oude meester als John Barry, maar door de gevoelige zang van Yoann Lemoine blijven de tracks op S16 ook popsongs. 

Ik moest in het begin wel even wennen aan de bombastische klanken, zeker in combinatie met de zang. Er komt nogal wat uit de speakers zetten, maar hoe vaker ik naar S16 luister, hoe meer er op zijn plek valt. Zeker wanneer je het volume wat opvoert, hoor je goed hoeveel moois er is verstopt in de rijke instrumentatie op het album. 

Dat werkt vooral goed wanneer de klassieke klanken worden gecombineerd met zwaar aangezette en industrieel aandoende elektronica en dat is een recept dat meerdere malen wordt gebruikt op S16. 

Ik heb absoluut een zwak voor getergd klinkende zangeressen, maar met getergd klinkende zangers kan ik meestal veel minder. Zeker bij eerste beluistering van S16 had ik het idee dat het album zonder de zang misschien wel een stuk indrukwekkender zou zijn geweest, maar langzaam maar zeker begin ik de zang van Yoann Lemoine te waarderen en hoor ik niet alleen Antony, maar af en toe ook wel wat van David Sylvian, zeker wanneer de Fransman de hoge noten laat voor wat ze zijn. 

Het blijft zo dat ik lang niet altijd in de stemming ben voor dit album, maar er zijn momenten waarop de zwaar aangezette klanken wonderen doen en de met weemoed doorspekte vocalen precies op het juiste moment komen. Het is immers herfst en dan doet dit soort klanken het net wat beter dan in de andere drie seizoenen. Het is ook nog eens de herfst van een jaar dat er totaal anders uit ziet dan we een maar of 11 geleden konden vermoeden, waardoor de melancholische klanken van Woodkid nog wat beter tot zijn recht komen, zeker wanneer ze de ruimte vullen op een kille herfstavond en de Fransman nog een extra blik violen opent. 

En zo heeft S16 zich ontwikkeld tot een album dat eigenlijk alleen maar mooier en interessanter wordt, ook al bevindt het zich een stukje buiten mijn comfort zone. Interessante muzikant deze Woodkid. Erwin Zijleman


S16 van Woodkid is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

22 oktober 2020

Mipso -Mipso

Mipso voegt op haar zesde album ook wat modernere invloeden toe aan hun tot dusver behoorlijk traditionele Amerikaanse rootsmuziek en dat pakt verrassend fraai uit
De vorige vijf albums van de Amerikaanse band Mipso zijn me ontgaan, maar ik pikte eerder dit jaar wel het werkelijk geweldige soloalbum van bandlid Libby Rodenbough op. De goede vorm van dat album is meegenomen naar het nieuwe album van Mipso, dat invloeden uit de zeer traditionele Amerikaanse rootsmuziek op vakkundige en speelse wijze combineert met modernere invloeden. In muzikaal opzicht klinkt het geweldig, maar ook de zang op het album is geweldig, zeker wanneer Libby Rodenbough haar plekje in de spotlights opeist. Mipso is voor mij een nieuwe band, maar het is er absoluut een om in de gaten te houden.


Tussen de nieuwe releases van deze week kwam ik de naam Mipso tegen. Op een of andere manier zei de naam van de band me wel wat, al kwamen de vorige albums van de band me niet direct bekend voor. Pas toen ik de credits op de cover bekeek wist ik het. Mipso is de band van onder andere Libby Rodenbough, die in het voorjaar met Spectacle Of Love een buitengewoon aangenaam soloalbum afleverde. 

Het is een tijdloos singer-songwriter album dat helaas maar heel weinig aandacht heeft gekregen, maar dat ik nog zeker niet heb afgeschreven voor mijn jaarlijstje. Ook de muziek van Mipso bevalt me wel, al moet Libby Rodenbough als het gaat om de vocalen meestal genoegen nemen met de tweede viool op het album van de band. In muzikaal opzicht is haar rol wat belangrijker, want het vioolspel van de Amerikaanse singer-songwriter is vaak sfeerbepalend in het geluid van Mipso. 

Libby Rodenbough moet de leadvocalen in de eerste en uiteindelijk ook in de meeste tracks helaas laten aan Joseph Terrell. Dat is aan de ene kant jammer, maar de band beschikt ook in de persoon van deze Joseph Terrell over een uitstekend zanger. Maat als Libby Rodenbough in de vierde track voor het eerst de leadzang voor haar rekening neemt, weet ik direct weer wat ik zo goed vond aan haar soloalbum, want wat heeft ze een geweldige stem. 

Het nieuwe album van Mipso heeft geen titel meegekregen, maar het is al het zesde album van de band uit Chapel Hill, North Carolina. Het uitbrengen van een titelloos album betekent meestal dat een band een nieuwe start wil maken en dat gaat zeker op voor Mipso. De band begon een paar jaar geleden als behoorlijk traditionele bluegrass band, maar klinkt op haar nieuwe album een stuk moderner. 

Invloeden uit de traditionele Amerikaanse rootsmuziek hebben absoluut hun weg gevonden naar het nieuwe album van Mipso, maar de band is op haar zesde album ook niet vies van een vleugje pop en rock. Zeker in de wat gloedvoller en ook voorzichtig met elektronica ingekleurde songs, raakt Mispo redelijk ver verwijderd van haar voormalige muzikale basis, maar het album bevat ook een aantal wat traditioneler klinkende songs, waarin de liefde voor stokoude Amerikaanse rootsmuziek toch weer nadrukkelijk doorklinkt. Het doet me af en toe wel wat denken aan de muziek van The Lumineers en dat is een band die ik hoog heb zitten. 

Het is maar de vraag of Mipso zich met dit moderner klinkende album niet vervreemd van haar op meer traditionele rootsmuziek gerichte fanbase en het is ook maar de vraag of de band met de voorzichtige modernere invloeden een brug kan slaan naar een nieuw publiek, maar hoe vaker ik naar het nieuwe album van Mipso luister hoe meer ik gecharmeerd raak van het album. 

Vooral in muzikaal opzicht steekt het allemaal razendknap in elkaar en met name als Libby Rodenbough de leadzang voor haar rekening mag nemen is de verleiding compleet. Voor die verleiding pak ik haar soloalbum er weer eens bij, maar ook dit mooi gemaakte album van Mipso verdient wat mij betreft de aandacht van liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek met een twist. Erwin Zijleman

De muziek van Mipso is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://mipsomusic.bandcamp.com.


Mipso van Mipso is verkrijgbaar via de Mania webshop:

   

21 oktober 2020

Helena Deland - Someone New

Het valt niet mee om je als jonge vrouwelijke singer-songwriter in de indierock nog te onderscheiden van de talloze concurrenten, maar Helena Deland doet het met speels gemak
Het overkomt me niet zo heel vaak dat een debuutalbum direct bij eerste beluistering een verpletterende indruk maakt, maar het debuutalbum van de Canadese singer-songwriter Helena Deland deed het de afgelopen week. De muzikante uit Montreal slaagt er in om een bijzonder geluid neer te zetten dat onmiddellijk betovert en intrigeert en dat doet Helena Deland ook met haar stem en met haar songs. Het zijn songs die overlopen van avontuur en eigenzinnigheid, wat fraai combineert met de donkere klanken op het album en met de expressieve zang, die overigens ook prachtig en fluisterzacht kan zijn. Wat een talent deze Helena Deland en wat een goed debuut.


Helena Deland is een singer-songwriter uit het Canadese Montreal, die deze week debuteert met Someone New. Het is een debuutalbum dat indruk maakt door direct in de openingstrack al een paar keer flink van kleur te verschieten. 

De openingstrack en titeltrack van het debuut van Helena Deland opent met wat unheimische elektronische klanken en even opvallende en wat donker aanvoelende vocalen. Wanneer de gitaar invalt klinkt het opeens een stuk zonniger en ook de zang van de Canadese singer-songwriter klinkt opeens wat lichtvoetiger. Helena Deland laat het hier niet bij, want in de openingstrack van haar debuut verschiet ook het tempo nog een paar keer en wordt het gitaarwerk uiteindelijk nog een stuk steviger. Het was al bijna genoeg om me te overtuigen van de kwaliteiten van Helena Deland, maar ook de rest van het debuut van de muzikante uit Montreal heeft veel te bieden. 

We worden de afgelopen jaren overspoeld door jonge vrouwelijke singer-songwriters in het indierock segment, waardoor enige onderscheidend vermogen gewenst is. Helena Deland beschikt hier in ruime mate over. In de songs op Someone New gebeurt van alles. De Canadese muzikante experimenteert subtiel met donkere elektronica en al even donker gitaarwerk, dat weer wordt gecontrasteerd met bijzondere ritmes. 

Ook de stem van Helena Deland zorgt voor flink wat contrast in haar songs. Helena Deland kan fluisterzacht en bijna lieflijk zingen, maar ze beschikt ook over een expressieve stem, die net zo van kleur kan verschieten als de instrumentatie op haar debuutalbum. Het is een instrumentatie die soms geïnspireerd lijkt door postpunk uit vervlogen tijden, maar het geluid op Someone New sluit ook naadloos aan op de indierock van het moment. 

En net als je denkt te weten wat voor vlees je in de kuip hebt, kiest Helena Deland opeens weer voor een meer ingetogen song met een beetje folk en wat sprookjesachtige of juist klassiek aandoende klanken. 

De muziek van Helena Deland laat zich vergelijken met die van de meer eigenzinnige jonge vrouwelijke singer-songwriters die de afgelopen jaren zijn opgedoken, al kan ik niet direct een naam noemen die echt relevant vergelijkingsmateriaal oplevert. Wanneer Helena Deland wat hoger en soms wat onvaster zingt hoor ik misschien nog wel het meest van Big Thief, wat na een jaar met twee jaarlijstjesalbum en een soloalbum van frontvrouw Adrianne Lenker op komst een groot compliment is. 

Helena Deland heeft een serie songs opgenomen die de fantasie prikkelen en die opvallen door een bijzonder eigen geluid, dat op Someone New echt alle kanten op schiet. Het is een geluid met diepe bassen, dat ik met name door de koptelefoon geweldig vind klinken. Lagen die je door de diepe bassen ontgaan bij beluistering met een niet al te hoog volume komen bij beluistering met de koptelefoon op fraaie wijze tot leven en maken het debuut van Helena Deland nog wat mooier en indrukwekkender. 

Het is momenteel dringen in de vijver met jonge vrouwelijke singer-songwriters met een voorliefde voor indierock, maar het debuut van Helena Deland maakt direct bij eerste beluistering al indruk en wordt vervolgens alleen maar mooier en bijzonderder. Helena Deland schaart zich met dit prachtdebuut direct onder de smaakmakers in het genre. Erwin Zijleman

De muziek van Helena Deland is ook verkrijgbaar via bandcamp: https://helenadeland.bandcamp.com/album/someone-new.


Someone New van Helena Deland is verkrijgbaar via de Mania webshop: