30 juni 2023

Jess Kallen - Exotherm

De vijver met jonge singer-songwriters in het indie segment zit overvol, wat het voor nieuwkomers steeds lastiger maakt om op te vallen, maar Jess Kallen doet het met het eigenzinnige Exotherm
Door het idioot grote aanbod raak ik de laatste tijd wat uitgekeken op al die jonge en vooral vrouwelijke singer-songwriters met een voorliefde voor indierock, indiepop of indiefolk. Het onderscheidend vermogen laat zo langzamerhand wat te wensen over en dat is jammer, want ik ben gek op de genoemde genres. Ik veerde de afgelopen week wel enthousiast op bij beluistering van Exotherm van Jess Kallen. Het debuutalbum van de muzikant uit Los Angeles wijkt op zich niet zo heel veel af van al die andere albums in het genre, maar Jess Kallen doet alles net wat anders, wat een fris debuutalbum oplevert en het is een debuutalbum dat ook nog eens steeds wat leuker wordt.



Ik weet echt heel weinig over Jess Kallen, die deze week debuteert met het album Exotherm. Wat ik weet is dat Jess Kallen uit Los Angeles komt en zichzelf ziet als non-binair persoon. Verder weer ik dat Jess Kallen Exotherm grotendeels zelf heeft gemaakt en hierbij werd bijgestaan door producer Wolfy, wat weer het alter ego is van Madison Scheckel. Hier houdt het zo ongeveer mee op.

Ik weet misschien niet heel veel over Jess Kallen, maar ik weet wel dat het debuutalbum van de muzikant uit Los Angeles me aanspreekt. Dat is op zich bijzonder, want ik heb mezelf nog niet zo heel lang geleden beloofd om wat minder aandacht te besteden aan de vele albums van vooral jonge en vrouwelijke muzikanten in het indie segment. Jess Kallen sluit met Exotherm aan bij deze groep, maar het album heeft iets. 

Het is niet zo makkelijk om uit te leggen wat dit is. Jess Kallen beschikt om te beginnen over een mooi en bijzonder aangenaam stemgeluid. Het is een helder stemgeluid dat uitstekend past bij de afwisselend ingetogen en wat uitbundigere klanken op Exotherm. Ook in muzikaal opzicht is het debuutalbum van Jess Kallen een aangenaam album. Het is een album dat zich ergens op het snijvlak van indiepop, indierock en indiefolk bevindt. Het is tenslotte een album vol melodieuze popsongs, die vooral zijn ingekleurd met gitaren, die voorzichtig gruizig mogen klinken, maar nergens uit de bocht vliegen. 

Jess Kallen heeft een album gemaakt dat qua geluid uitstekend past binnen de huidige indierock, indiepop en indiefolk, maar Exotherm heeft zo af en toe ook wel een aangename 90s vibe. Exotherm is tenslotte een album vol met songs die direct een goed gevoel geven, maar die vervolgens ook blijven hangen. Wolfy heeft het album vervolgens voorzien van een productie die een lekker ruw klinkend album oplevert. 

Exotherm van Jess Kallen beschikt al met al over een flink aantal sterke punten, maar het zijn sterke punten die van toepassing zijn op flink wat albums in de overvolle genres. Ik hou het er dus maar op dat de som der delen bij Jess Kallen net wat beter uitpakt dan bij de meeste van haar concurrenten. Vergeleken met de meeste van deze concurrenten varieert de muzikant uit Los Angeles net wat meer, maar ook dit is geen uniek selling point van Exotherm. 

Het is kortom lastig om uit te leggen wat ik nu precies zo goed of onderscheidend vind aan het eerste album van Jess Kallen, maar ondertussen laat ik het album iedere keer weer door de speakers, koptelefoon of oortjes komen en iedere keer vind ik de stem van de Amerikaanse muzikant nog wat aangenamer en de songs op Exotherm nog wat leuker en interessanter. En dat houdt het albums inmiddels al een week vol.

Heel veel aandacht weet Jess Kallen nog niet te trekken met dit fraaie debuut en dat is jammer. Met de komkommertijd op komst is de kans dat Exotherm onder gaat sneeuwen behoorlijk groot, maar daarvoor is dit album te goed en is de belofte van Jess Kallen te groot. Exotherm is in meerdere opzichten een bovengemiddeld goed debuut en het is een debuut vol potentie. Ik zie Jess Kallen moeiteloos een interessant folkalbum maken, maar ook een rauw indierock album of een album vol met aantrekkelijke popsongs. Op Exotherm doet de muzikant uit Los Angeles van alles een beetje en dat klinkt tien songs en ruim een half uur lang echt bijzonder lekker. Prima debuutalbum! Erwin Zijleman

De muziek van Jess Kallen is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het label van de Amerikaanse muzikante: https://newprofessor.bandcamp.com/album/exotherm.



Lloyd Cole - On Pain

Lloyd Cole vierde zijn grootste successen alweer bijna veertig jaar geleden met zijn band The Commotions, maar ook zijn solowerk is tot op de dag van vandaag interessant, wat ook weer is te horen op het fraaie On Pain
Rattlesnakes van Lloyd Cole & The Commotions is een van mijn favoriete albums aller tijden en staat op eenzame hoogte in het oeuvre van de Britse muzikant. Ook de soloalbums van Lloyd Cole zijn in de meeste gevallen echter zeer de moeite waard en dit geldt zeker voor zijn nieuwe album On Pain. Het is een album dat opvalt door de bijzondere inzet van elektronica en door de mooie zang, die anders klinkt dan op het debuutalbum uit 1984. Lloyd Cole heeft nooit gestaan voor inhoudsloze deuntjes en dat staat hij nog steeds niet. Het zorgt er voor dat On Pain even wat tijd vraagt, maar uiteindelijk valt ook op dit nieuwe soloalbum van de Britse muzikant weer veel op zijn plek.



De Britse muzikant Lloyd Cole werd onlangs ergens een eendagsvlieg genoemd. Het is een flinke belediging van de songwriter en muzikant die bij een groot publiek misschien vooral bekend is van het debuutalbum van Lloyd Cole & The Commotions (Rattlesnakes), maar die sindsdien zeker niet stil heeft gezeten. 

Met Rattlesnakes leverden Lloyd Cole en zijn band in 1984 een van de beste en in ieder geval een van mijn favoriete albums van de jaren 80 af. Het is een album waarop echt alles klopt. De gitaren klinken aangenaam zonnig, maar contrasteren ook fraai met de melancholie in de stem van Lloyd Cole en zijn bitterzoete en vaak wat poëtische teksten. Rattlesnakes bevat bovendien een serie fantastische songs, die bijna veertig jaar na de release nog altijd staan als een huis. 

Rattlesnakes van Lloyd Cole & The Commotions werd terecht bedolven onder de positieve recensies en scoorde ook in commercieel opzicht behoorlijk goed, maar het debuutalbum hing ook als een molensteen om de nek van de Britse muzikant. Het lastige tweede album na een memorabel debuutalbum, het al in 1985 verschenen Easy Pieces, viel vies tegen en werd neergesabeld door de critici en door de fans van de band. Ik vind het stevig georkestreerde album lang niet meer zo slecht als destijds, maar het mag niet in de schaduw staan van het briljante Rattlesnakes. 

Mainstream, de in 1987 verschenen zwanenzang van Lloyd Cole & The Commotions, was nog wat minder interessant, maar sinds Lloyd Cole in 1990 begon aan een solocarrière nam het niveau van zijn albums weer snel toe. Het heeft inmiddels een stapeltje van zo’n vijftien albums opgeleverd, die misschien niet allemaal even goed en/of toegankelijk zijn, maar er zitten een aantal prima albums tussen, waarvan het in 1991 verschenen Don't Get Weird On Me Babe er voor mij net wat bovenuit steekt. 

Deze week wordt het oeuvre van de Britse muzikant uitgebreid met een volgend album, On Pain, de opvolger van het in 2019 uitgebrachte Guesswork. Het is een album dat je, net als alle voorgangers, niet moet vergelijken met het debuutalbum van Lloyd Cole & The Commotions. Op On Pain herinnert niets aan Rattlesnakes uit 1984. Het gitaargeluid van destijds heeft plaatsgemaakt voor een geluid dat voor een belangrijk deel bestaat uit synths en ook in de stem van Lloyd Cole hoor ik weinig meer terug uit het verleden. 

Wanneer je On Pain los ziet van de klassieker uit het verleden is het echter een verrassend sterk album. Lloyd Cole is nog altijd een uitstekend songwriter en heeft de songs op zijn nieuwe soloalbum bovendien fantasievol ingekleurd. De Britse muzikant zingt anders dan in het verleden, maar ik vind de zang op On Pain echt prima en misschien zelfs wel beter dan in zijn jonge jaren. De songs van Lloyd Cole beschikken zowel in muzikaal als in tekstueel opzicht vrijwel zonder uitzondering over meer diepgang dan je bij eerste beluistering zult horen en dat is op On Pain niet anders. 

Ik moest toch weer even wennen aan de muziek van Lloyd Cole, maar inmiddels ben ik toch weer zeer gecharmeerd van de songs van de Britse muzikant, die song na song laat horen dat hij behoort tot de betere songwriters van zijn generatie. Het illustreert nogmaals hoe idioot het is om Lloyd Cole weg te zetten als een eendagsvlieg. De Britse muzikant is weliswaar niet zo succesvol als de groten binnen de Britse popmuziek, maar op het oeuvre van Lloyd Cole mogen heel wat grote muzikanten inmiddels best jaloers zijn. Erwin Zijleman


On Pain van Lloyd Cole is verkrijgbaar via de Mania webshop:


29 juni 2023

Brennen Leigh - Ain't Through Honky Tonkin' Yet

Brennen Leigh maakt de countrymuziek en honky tonk zoals die vele decennia geleden werd gemaakt, maar Ain't Through Honky Tonkin' Yet staat in muzikaal en vocaal opzicht als een huis en bevat een serie geweldige songs
Toen ik ruim twee jaar geleden kennis maakte met de muziek van Brennen Leigh vond ik haar countrysongs veel te traditioneel klinken, maar uiteindelijk viel alles op zijn plek. Met het onlangs verschenen Ain't Through Honky Tonkin' Yet ging het niet anders. Brennen Leigh heeft een album gemaakt dat herinnert aan de albums van de grote countryzangeressen uit de jaren 60 en 70. Bijgestaan door een aantal prima muzikanten zingt Brennen Leigh de sterren van de hemel, want haar stem is gemaakt voor dit soort muziek. Ik moest wat barrières overwinnen, maar Ain't Through Honky Tonkin' Yet doet absoluut niet onder voor de moderner klinkende rootsalbums van dit moment.



Wanneer ik moet kiezen uit de vele albums die wekelijks verschijnen in het hokje Amerikaanse rootsmuziek, laat ik de wat traditionelere albums meestal links liggen. Dat is deels een kwestie van smaak, maar ik weet ook dat een wat traditioneler Amerikaans rootsalbum zich na een paar keer extra horen toch opeens genadeloos kan opdringen. Soms gaat dat heel snel, zoals bij het recent verschenen album van Kassi Valazza, maar meestal duurt het langer. 

De eerste vijf albums van de Amerikaanse singer-songwriter Brennen Leigh heb ik nooit opgemerkt, maar met het in 2020 verschenen Prairie Love Letter heb ik weken geworsteld. Ik ging pas overstag toen het album aan het eind van het jaar opdook in een aantal aansprekende jaarlijstjes, waarna ik toch nog viel voor de muzikale charmes van Brennen Leigh. Dat lukte vorig jaar weer niet met Obsessed With The West, dat Brennen Leigh maakte met de Amerikaanse countryband Asleep At The Wheel en ook het recent verschenen Ain't Through Honky Tonkin' Yet leek weer buiten de boot te vallen. 

Ook op haar nieuwe album maakt Brennen Leigh de Amerikaanse rootsmuziek zoals die decennia geleden werd gemaakt. Het is Amerikaanse rootsmuziek met vooral invloeden uit de countrymuziek en de honky tonk, maar Brennen Leigh sleept er ook nog wel wat andere invloeden bij. Het was me in eerste instantie net wat te traditioneel, maar de openingstracks Running Out Of Hope, Arkansas en Somebody's Drinking About You, die allebei keurig binnen de drie minuten blijven, deden ook wat met me. 

Dat was deels de verdienste van de muziek, waarin viool en steel gitaar domineren, maar ook de mooie verhalen die Brennen Leigh vertelt deden een duit in het zakje. Het zijn verhalen zoals ze al vele decennia worden verteld binnen de countrymuziek, maar Brennen Leigh vertelt ze met veel gevoel en overtuiging. Ook de zang van de Amerikaanse muzikante doet wat traditioneel aan, maar Brennen Leigh beschikt over een geweldige stem, die is geschapen voor de countrysongs die ze maakt. Het is een stem die uitstekend gedijt in het authentieke geluid op het album en die gemaakt is voor countrysongs met hier en daar een snik. 

Uiteindelijk heb ik mijn voorkeur voor net wat eigentijdser klinkende Amerikaanse rootsmuziek tijdelijk opzij gezet en heb ik Ain't Through Honky Tonkin' Yet vol omarmd. Daar heb ik geen spijt van gekregen, want net als Prairie Love Letter komt ook het nieuwe album van Brennen Leigh steeds harder binnen. Ik ben absoluut niet vies van de country(pop) zoals die moment in Nashville wordt gemaakt (Lucky van Megan Moroney is een van mijn favoriete albums van het moment), maar het authentieke geluid op Ain't Through Honky Tonkin' Yet heeft ook zeker wat. Op het nieuwe album van Brennen Leigh wordt met veel passie gemusiceerd en die passie hoor je ook in de zang van de muzikante uit Nashville, Tennessee. 

Ik had na mijn eerste aarzeling vrij snel een aantal favoriete songs op Ain't Through Honky Tonkin' Yet en nu ik het album vaker heb beluisterd zijn er nog een flink aantal favorieten bij gekomen. Ain't Through Honky Tonkin' Yet van Brennen Leigh klinkt vaak als een album dat ook vijftig jaar geleden gemaakt had kunnen worden, maar dat ook in 2023 nog uitstekend scoort, ook voor liefhebbers van wat eigentijdsere Amerikaanse rootsmuziek. Erwin Zijleman

De muziek van Brennen Leigh is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://brennenleigh.bandcamp.com/album/aint-through-honky-tonkin-yet.


Ain't Through Honky Tonkin' Yet van Brennen Leigh is verkrijgbaar via de Mania webshop:



28 juni 2023

feeble little horse - Girl With Fish

De Amerikaanse band feeble little horse verwerkt op Girl With Fish een aantal bekende invloeden uit met name de jaren 90, maar slaagt er desondanks in om opvallend fris en eigenzinnig te klinken
Het tweede album van feeble little horse uit Pittsburgh kan met name in de Verenigde Staten rekenen op uitstekende recensies. Dat is volkomen terecht, want op Girl With Fish maakt de Amerikaanse band indruk met een eigenzinnig geluid vol echo’s uit de jaren 90. Het is een geluid waarin gruizige gitaren worden gecombineerd met een aangename vrouwenstem. Dat is een beproefd recept, maar feeble little horse experimenteert er ook flink op los en voegt nog een aantal bijzondere invloeden toe aan de mix van shoegaze en indierock. Girl With Fish bevat slechts 26 minuten muziek, maar het album is ook 26 minuten leuk en interessant. Dit smaakt naar veel meer.



Girl With Fish van de Amerikaanse band feeble little horse (geen hoofdletters) verscheen aan het begin van deze maand en is me toen eerlijk gezegd niet opgevallen in het enorme aanbod van dat moment. Ik werd pas nieuwsgierig naar het album toen het Amerikaanse muziekplatform Paste het tweede album van de band uit Pittsburgh, Pennsylvania, vorige week in de top drie van haar lijst met de beste albums van de eerste helft van 2023 zette. Dat is misschien wat overdreven, maar Girl With Fish is absoluut een interessant album. 

Het is een album dat bij eerste beluistering onmiddellijk doet denken aan de indierock die in de jaren 90 werd gemaakt door bands met een vrouwelijk boegbeeld. Het nieuwe album van feeble little horse trekt de aandacht met gruizige gitaren, lekker stevige riffs en de bijna lieflijk klinkende stem van frontvrouw Lydia Slocum. Zeker wanneer feeble little horse gruizige gitaarmuren opbouwt citeert Girl With Fish niet alleen uit de archieven van de 90s indierock, maar zijn ook invloeden uit de shoegaze zoals die in de jaren 90 werd gemaakt duidelijk hoorbaar. 

De combinatie van gruizige gitaren en een aansprekende vrouwenstem verleidt wat mij betreft makkelijk, maar ik heb al heel veel jaren wat of zelfs veel met dit soort muziek. Het is muziek die sinds de jaren 90 in grote hoeveelheden is gemaakt, maar de songs van feeble little horse hebben iets bijzonders. De band trakteert de luisteraar op een aantal melodieuze en lekker in het gehoor liggende songs, maar zeker wanneer de gitaren vervormen is het ook een flinke bak herrie die de band ons voorschotelt. 

Girl With Fish is bovendien een album waarop het experiment zeker niet uit de weg wordt gegaan. In alle songs op het album betovert de Amerikaanse band met mooie melodieën en fraaie klanken, maar in iedere song zit ook wel een tegendraadse passage. Het zorgt er voor dat de songs van feeble little horse een stuk interessanter zijn dan die van de meeste anders bands die zich hebben laten inspireren door indierock en shoegaze uit de jaren 90. 

Ik was direct bij eerste beluistering zeer gecharmeerd van de stem van Lydia Slocum, maar ik vind Girl With Fish ook in muzikaal opzicht steeds interessanter worden, waarbij het veelzijdige gitaarwerk er voor mij uit springt. De band telt overigens twee gitaristen, wat in een aantal gevallen bijzondere patronen van gitaren oplevert. Shoegaze en indierock zijn zoals gezegd de belangrijkste genres waarin feeble little horse zich beweegt, maar Girl With Fish klinkt ook behoorlijk lo-fi en raakt, zeker wanneer het tempo laag ligt, ook aan de slowcore, met hier en daar ook nog een folky of psychedelisch uitstapje. 

Girl With Fish is een album waarop enorm veel gebeurt en dat is knap, zeker als je je bedenkt dat het album slechts 26 minuten duurt. Het zijn 26 minuten die ik zomaar over het hoofd had kunnen zien, maar zoals zo vaak zette Paste me op het goede spoor. Ondanks het feit dat het tweede album van de Amerikaanse band op het aansprekende Saddle Creek label is verschenen, is het in Nederland vooralsnog verrassend stil rond feeble little horse, dat niet alleen door Paste, maar ook door Pitchfork is bewierookt. Girl With Fish zou daarom zomaar onder kunnen sneeuwen in de zomerperiode waarin de festivals centraal staan, maar dit superleuke en eigenwijze album verdient echt een beter lot. Erwin Zijleman

De muziek van feeble little horse is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://feeblelittlehorse.bandcamp.com/album/girl-with-fish.


Girl With Fish van feeble little horse is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Micke Bjorklof & Blue Strip - Colors Of Jealousy

De Finse muzikant Micke Bjorklof en zijn band Blue Strip laten op Colors Of Jealousy horen dat ze al heel wat jaren aan de weg timmeren en inmiddels weten hoe een uitstekend blues(rock) album moet klinken
Direct wanneer de eerste noten van Colors Of Jealousy van Micke Bjorklof & Blue Strip uit de speakers komen maken de Finse muzikanten indruk met een authentiek blues(rock) geluid. Het is een geluid dat opvalt door geweldig gitaarwerk, maar ook de andere muzikanten van Blue Strip kunnen er wat van. Micke Bjorklof is ook nog eens een uitstekend zanger, die hier en daar wat aan Robert Cray doet denken. Colors Of Jealousy maakt makkelijk indruk met rauwe bluesy tracks, maar het is ook een veelzijdig album, waarop zeker ook gas terug wordt genomen. Ik ben niet heel erg thuis in het genre, maar hoor wel dat deze Finse muzikant en zijn band uitstekend op dreef zijn op dit heerlijke album.



Ik volg de ontwikkelingen binnen de bluesmuziek niet heel nauwgezet en het is daarom misschien niet zo gek dat ik nog nooit van Micke Bjorklof & Blue Strip had gehoord. Op de foto op de cover van het onlangs verschenen Colors Of Jealousy zie je dat deze Micke Bjorklof (eigenlijk Björklöf) al een tijdje geen jonge hond meer is, maar het verbaasde me toch wel toen ik las dat de Finse muzikant en zijn band al een jaartje of dertig aan de weg timmeren. Dat hoor je overigens direct wanneer je het nieuwe album beluistert, want Micke Bjorklof en zijn band klinken op hun nieuwe album als een goed geoliede machine. 

Colors Of Jealousy opent met een lekkere stevige bluesrock song, die klinkt alsof de wieg van Micke Bjorklof niet in Finland, maar in het diepe zuiden van de Verenigde Staten heeft gestaan. De openingstrack van het album doet me denken aan Robert Cray en dat is een van de weinige bluesmuzikanten die ik wel volg. Naast Robert Cray hoor ik ook wel wat van ZZ Top en ook die schaar ik onder mijn persoonlijke favorieten, waardoor ik direct gecharmeerd was van het nieuwe album van Micke Bjorklof & Blue Strip. 

Micke Bjorklof en Blue Strip pakken lekker uit met een vet bluesgeluid, waarin gitarist Lefty Leppanen volop de gelegenheid krijgt om te soleren, waarbij hij wordt begeleid door een zeer solide spelende ritmesectie. Het is direct smullen voor liefhebbers van blues(rock) met lekker veel stevig gitaarwerk, maar Colors Of Jealousy maakt ook in vocaal opzicht makkelijk indruk. Micke Bjorklof zingt met veel maar niet teveel bravoure en beschikt over een stem vol soul. Het is een stem die me met grote regelmaat doet denken aan die van Robert Cray en dat vind ik een van de betere stemmen in het genre, voor zover ik dat ken. 

De Finse muzikant en zijn band hadden van mij een album vol met de bluesrock stampers waarmee het album opent mogen maken, maar Colors Of Jealousy laat horen dat Micke Bjorklof & Blue Strip binnen de blues op een breed terrein uit de voeten kunnen. De Finse muzikanten maakten een paar jaar geleden een akoestisch album, maar ook het vooral elektronisch ingekleurde Colors Of Jealousy kan opschuiven richting veel meer ingetogen klinkende songs. Het ene moment scheuren de gitaren, de mondharmonica en het Hammond orgel er op los, maar Micke Bjorklof en zijn band kunnen ook flink gas terug nemen. Wanneer ze dat doen past de stem van de Finse muzikant zich moeiteloos aan en tovert Lefty Leppanen opeens de mooiste noten uit de snaren van zijn gitaar. 

Ik luister zoals gezegd niet heel vaak naar blues(rock) albums, waardoor ik ze vaak wat eenvormig vind klinken, maar dat gaat zeker niet op voor dit album, dat meerdere keren van kleur verschiet en steeds weer een net wat andere kant van het genre belicht. Ik vind veel albums in het genre niet alleen eenvormig, maar ook wat weinig vernieuwend. Ook Colors Of Jealousy is geen album dat de bluesmuziek volledig opnieuw uitvindt, maar het klinkt allemaal zo goed dat ik me daar niet heel druk om maak. 

Het moet vast een feest zijn om deze Finse ouwe rotten op het podium aan het werk te zien, maar ook als Colors Of Jealousy thuis door de speakers komt maken Micke Bjorklof & Blue Strip makkelijk indruk. De fans van het eerste uur weten dit al lang, maar ik weet zeker dat er veel meer muziekliefhebbers kunnen vallen voor dit uitstekende blues(rock) album, waar heel wat Amerikaanse muzikanten jaloers naar zullen luisteren. Erwin Zijleman

De muziek van Micke Bjorklof & Blue Strip is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van het label van de Finse muzikant: https://continentalrecordservices.bandcamp.com/album/colors-of-jealousy.


Colors Of Jealousy van Micke Bjorklof & Blue Strip is verkrijgbaar via de Mania webshop:



27 juni 2023

M. Ward - Supernatural Thing

Ik vond veel van de albums die M. Ward na 2010 uitbracht wat minder interessant, maar na de uitstekende dubbele worp uit 2020 steekt de Amerikaanse muzikant ook op Supernatural Things weer in een goede vorm
De Amerikaanse muzikant Matt Ward heeft de afgelopen 25 jaar, in meerdere gedaanten, een imposant oeuvre opgebouwd. Dat oeuvre werd in 2020 verrijkt met het indrukwekkende Migration Stories, dat ik reken tot de beste albums van de Amerikaanse muzikant. Ook het deze week verschenen Supernatural Thing valt me niet tegen. Het is dankzij de prominente rol van een aantal gastmuzikanten een zeer veelzijdig album, maar M. Ward heeft er niet alleen een geheel van gemaakt, maar heeft ook een typisch M. Ward album afgeleverd. Het is een bij vlagen lekker loom album, dat de zomeravonden van de afgelopen week bijzonder mooi inkleurde, maar dat ook nog wel een tijdje mee kan.



Matt Ward dook aan het eind van de jaren 90 op in de scene rond Howe Gelb (Giant Sand) in Tucson, Arizona. Hij maakte met name in de eerste tien jaar van het huidige millennium een aantal uitstekende soloalbums onder de naam M. Ward, waarvan ik persoonlijk Post-War uit 2006 de beste vind. In 2009 was hij te horen op het tot dusver enige album van de gelegenheidsband Monsters Of folk, die verder bestond uit Conor Oberst, Jim James en Mike Mogis en verder maakte hij de afgelopen vijftien jaar een respectabele stapel albums met actrice en muzikante Zooey Deschanel onder de naam She & Him. M. Ward is tenslotte een veelgevraagd sessiemuzikant, die de afgelopen twintig jaar op talloze albums is opgedoken. 

Tussen 2010 en 2020 raakte ik wat uitgekeken op de albums van M. Ward en ook de albums van She & Him klonken voor mij als meer van hetzelfde. In 2020 wist de muzikant uit Portland, Oregon, me echter twee keer te verrassen. Dat deed hij eerst met het uitstekende Migration Stories, dat ik reken tot de beste albums van M. Ward en hierna met Think Of Spring, een met zeer eenvoudige middelen opgenomen eerbetoon aan het album Lady In Satin van Billie Holiday. 

Deze week keert M. Ward terug met zijn twaalfde studioalbum, Supernatural Thing. Het is een album waar ik op voorhand niet veel vertrouwen in had vanwege het gekozen concept, maar het nieuwe album van M. Ward bevalt me echt uitstekend. Op Supernatural Thing werkt M. Ward samen met een flinke lijst aan gastmuzikanten. De gastenlijst is niet alleen groot, maar ook indrukwekkend, want met First Aid Kit, Scott McMicken, Neko Case, Gabriel Kahane, Jim James, Kelly Pratt en Shovels & Rope heeft M. Ward een aantal prima muzikanten en bijzondere stemmen verzameld. 

Supernatural Thing bevat niet alleen bijdragen van flink wat gastmuzikanten, maar is ook in muzikaal opzicht een bont geheel. M. Ward ziet het album zelf als de opvolger van zijn album Transistor Radio uit 2005, maar zelf hoor ik overeenkomsten met zo ongeveer alle vorige albums van de Amerikaanse muzikant. Supernatural Things, dat opvallende versies van David Bowie's I Can't Give Everything Away en Daniel Johnston's Story Of An Artist bevat, is in muzikaal en vocaal opzicht een wat wispelturig album, maar het is ook een typisch M. Ward album. 

Dat blijft het zelfs wanneer de Zweedse zussen van First Aid Kit de zang vrijwel volledig overnemen, want er is altijd wel een gitaarriedeltje of een zanglijn die aan M. Ward doet denken. Op voorhand verwachte ik op basis van het gekozen concept een album dat vlees nog vis zou zijn, maar M. Ward heeft er toch weer een mooi geheel van weten te smeden. Het is een geheel dat met zevenmijlslaarzen door de geschiedenis van de popmuziek stapt, maar dat toch klinkt als een eenheid. 

Ik was zoals eerder gezicht een tijdje wat uitgekeken op de muziek van M. Ward, maar na de twee overtuigende albums uit 2020, vind ik ook Supernatural Things weer een mooi en bovendien zeer aangenaam album. Ik verwacht overigens niet dat Supernatural Things zich uiteindelijk zal scharen onder de M. Ward klassiekers, maar binnen het aanbod van de afgelopen week wist de Amerikaanse muzikant me zeker op te vallen met een album waarbij het lekker wegdromen is, zeker wanneer ook nog wat blazers opduiken en jazzy accenten worden toegevoegd. Erwin Zijleman

De muziek van M. Ward is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://m-ward.bandcamp.com/album/supernatural-thing.


Supernatural Thing van M. Ward is verkrijgbaar via de Mania webshop:
LP, 29,99 euro
CD, 14,99 euro













26 juni 2023

Johana Samuels - Bystander

De Amerikaanse singer-songwriter Johanna Samuels debuteerde in 2021 knap met het aangenaam en eigenzinnig klinkende Excelsior! en zet nog wat extra stappen op haar nog betere tweede album Bystander
Johanna Samuels is nog niet heel bekend, maar in kleine kring timmert ze al even aan de weg. Haar prachtige debuutalbum Excelsior! had in 2021 wel wat meer aandacht verdiend en ook het deze week verschenen Bystander staat nog niet in de spotlights. Dat verdient het album wel, want het samen met Josh Kaufman gemaakte Bystander is niet alleen een uitstekend album, maar ook een album dat anders klinkt dan het merendeel van de andere albums in het genre. Johanna Samuels schrijft songs vol melancholie, maar ze klinken vaak verrassend zonnig. Het zijn songs die putten uit het verleden en het heden en die niet vies zijn van invloeden buiten de Amerikaanse rootsmuziek. Echt een groot talent deze Johanna Samuels.



Johanna Samuels debuteerde twee jaar geleden met Excelsior!, een album waaraan de muzikante uit Los Angeles lang had gewerkt. Dat was te horen, want Excelsior! was en is een bijzonder knap debuut, dat ook nog eens anders klonk dan alle andere albums die op dat moment in Nashville werden gemaakt. Johanna Samuels nam haar debuutalbum midden in de winter op in de Catskill Mountains in New York State, maar het door Sam Evian geproduceerde album klonk ook Californisch warm. 
De muzikante uit Los Angeles vermengde op fraaie wijze invloeden uit het verleden en het heden en voorzag haar zeer persoonlijke songs niet alleen van zonnige klanken, maar ook van een flinke dosis melancholie. 

Melancholie is ook een belangrijk bestanddeel van de songs op het deze week verschenen nieuwe album van Johanna Samuels. De Amerikaanse muzikante kwam na de korte euforie van de release van haar debuutalbum wederom in de ene na de andere corona lockdown terecht en dat had absoluut zijn invloed op de gemoedstoestand van de muzikante uit Los Angeles. 

Vrij snel na de release van Excelsior! vertrok ze samen met producer (Cassandra Jenkins, Anaïs Mitchell, The Hold Steady, Charlotte Cornfield) en muzikant (Bonny Light Horseman) Josh Kaufman naar een studio in Woodstock, New York, waar ze samen met drummer Matt Barick (The Walkmen) de basis van de songs op Bystander opnam. Later werden nog bijdragen van een beperkt aantal gastmuzikanten, onder wie Madison Cunningham en Thomas Bartlett, toegevoegd, maar Bystander is een intiem album gebleven. 

Ook het nieuwe album van Johanna Samuels zal het etiket Amerikaanse rootsmuziek opgeplakt krijgen, maar ook op haar tweede album maakt de singer-songwriter uit Los Angeles muziek die ver verwijderd is van de standaard rootsmuziek zoals die in Nashville wordt gemaakt. Net als op Excelsior! schuift Johanna Samuels ook op Bystander met enige regelmaat op richting Californische pop, maar het blijft pop met een rootsy ondertoon. 

Het album klinkt net als zijn voorganger warm en gloedvol en verwerkt ook op vergelijkbare wijze invloeden uit het verleden en het heden. De warme klanken contrasteren op bijzondere wijze met de teksten, waarin de nodige persoonlijke strubbelingen de revue passeren. Johanna Samuels laat ook op haar nieuwe album horen dat ze een getalenteerd songwriter en een prima zangeres is, die ook nog eens beschikt over een bijzonder stemgeluid. Net als op Excelsior! profiteert ze ook op Bystander van de vaardigheden van een ervaren producer, want de warm klinkende productie van Josh Kaufman is nog net wat mooier dan die van Sam Evian. 

Excelsior! is een album dat uiteindelijk veel te weinig aandacht kreeg en dat gevaar ligt ook de loer voor Bystander, want in de releaselijsten van deze week heeft het album een vrij anonieme plek gekregen. Dat is jammer, want Bystander laat in meerdere opzichten horen dat Johanna Samuels een zeer getalenteerde singer-songwriter is. Ze heeft een album afgeleverd waarbij het heerlijk ontspannen is op de mooie zomerdagen van het moment, maar de songs op het album prikkelen ook de nieuwsgierigheid en kruipen in een aantal gevallen makkelijk onder de huid. Ik was in 2021 heel enthousiast over het debuutalbum van Johanna Samuels, maar album nummer twee is nog een stuk beter. Erwin Zijleman

De muziek ban Johanna Samuels is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://johannasamuels.bandcamp.com/album/bystander.


Bystander van Johanna Samuels is verkrijgbaar via de Mania webshop:



25 juni 2023

Lucinda Williams - Car Wheels On A Gravel Road (1998)

Car Wheels On A Gravel Road van Lucinda Williams werd in 1998 onthaald als een Americana meesterwerk en behoort vijfentwintig jaar later tot de kroonjuwelen van het destijds nog jonge genre
Lucinda Williams maakte in 1998 met Car Wheels On A Gravel Road volgens velen een van de beste Americana of alt-country albums aller tijden. Daar valt weinig op af te dingen, al blijft het wonderlijk dat de Amerikaanse muzikante op haar vijfenveertigste werd binnengehaald als nieuw talent. Het opnemen van het album werd een lijdensweg, maar dankzij meerdere producers en heel veel gastmuzikanten lag er in 1998 een album dat Lucinda Williams schaarde onder de groten in het genre. Vijfentwintig jaar later heeft het album nog niets van zijn kracht en magie verloren, mede dankzij het zo karakteristieke en doorleefde stemgeluid van de Amerikaanse muzikante.



Het Amerikaanse muziekplatform Paste publiceerde een paar dagen geleden een lijst met de beste alt-country albums aller tijden. Hoewel het genre niet heel duidelijk gedefinieerd en/of afgebakend is, zullen de meeste liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek in het algemeen en Americana of alt-country in het bijzonder vrede hebben met het album dat bovenaan de lijst prijkt. Car Wheels On A Gravel Road van Lucinda Williams behoort immers absoluut tot de kroonjuwelen van de genoemde genres en is een album dat 25 jaar na de release nog altijd staat als een huis. 

Het in 1998 verschenen Car Wheels On A Gravel Road kwam er niet zonder slag of stoot. Lucinda Williams had toen ze begon aan haar meesterwerk al vier albums op haar naam staan, waarvan met name het in 1992 verschenen Sweet Old World goed was ontvangen. Samen met producer Gurf Murlix begon ze in 1995 aan de opnames van de opvolger van het album dat met de kennis van nu ook best een alt-country album mag worden genoemd. Toen de opnames vrijwel waren voltooid ontstond onenigheid tussen Lucinda Williams en Gurf Morlix en uiteindelijk verdwenen de tapes in de prullenbak. 

Met Steve Earle en zijn producer Ray Kennedy werd een nieuwe poging gedaan en deze leverde uiteindelijk het grootste deel van Car Wheels On A Gravel Road op. Lucinda Williams was echter nog steeds niet tevreden over de productie en met name haar zang en schakelde E Street Band pianist Roy Bittan in voor de finishing touch. Bittan huurde nog wat extra muzikanten in, waardoor de credits van het album een imposante lijst topmuzikanten oplevert, onder wie de al eerder genoemden Steve Earle en Gurf Morlix, maar ook Emmylou Harris, Jim Lauderdale, Buddy Miller, Charlie Sexton, Greg Leisz en Bo Ramsey. 

Car Wheels On A Gravel Road wordt vaak een ruw en puur album genoemd, maar iedereen die weet hoe het album tot stand is gekomen weet wel beter. Lucinda Williams was bij de release van het album inmiddels vijfenveertig jaar oud, maar werd desondanks vrijwel onmiddellijk gekroond tot de nieuwe koningin van de Americana en geschaard onder de nieuwe helden van het genre.

Omdat de muziek van Lucinda Williams lange tijd niet was te vinden op Spotify was het best lang geleden dat ik naar Car Wheels On A Gravel Road had geluisterd, maar het album maakte weer onmiddellijk indruk. Op haar doorbraakalbum vermengt Lucinda Williams op fraaie wijze meerdere invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek en stapt ze voorbij de traditionele Amerikaanse rootsmuziek. 

Het album klinkt door de hele waslijst aan topmuzikanten fantastisch, waarbij vooral het fraaie gitaarwerk en de hier en daar opduikende toetsenpartijen van Roy Bittan opvallen. Persoonlijk vind ik de productie niet altijd even geslaagd en ben ik nieuwsgierig naar de productie van Gurf Morlix, maar het soms wat vlakke geluid van Ray Kennedy en Stebe Earle zit me niet echt in de weg. De luxe editie van het album klinkt overigens een stuk beter dan het origineel.

Lucinda Williams en haar producers hadden bij het opnemen van het album vooral twijfels over de vocalen, maar die vind ik persoonlijk echt prachtig. Lucinda Williams beschikt over een zeer karakteristiek stemgeluid dat in technisch opzicht misschien wat steekjes laat vallen, maar wel direct binnen komt. Ze klonk op haar vijfenveertigste al behoorlijk doorleefd, waardoor het album ruwer klonk dan de meeste andere rootsalbums van dat moment. 

Lucinda Williams vierde eerder dit jaar haar zeventigste verjaardag en keert volgende week terug met een nieuw album (Stories From A Rock N Roll Heart). Ik ben heel benieuwd naar dit album, maar zo goed, memorabel en invloedrijk als Car Wheels On A Gravel Road zal het waarschijnlijk niet zijn. Erwin Zijleman


Car Wheels On A Gravel Road van Lucinda Williams is verkrijgbaar via de Mania webshop:


Swans - The Beggar

Swans betovert op The Beggar net iets meer dan twee uur lang met behoorlijk ingetogen en donkere klanken, waarin steeds bijzondere details opduiken, met de bezwerende stem van Michael Gira als kers op de taart
De muziek van Swans was ooit oorverdovend en ook op een aantal recente albums liep de muziek van de band over van dynamiek. Op The Beggar kiest de Amerikaanse band vooral voor ingetogen klanken, maar alledaags is de muziek van Michael Gira geen moment. The Beggar verdrijft de zonnestralen van het moment met aardedonkere wolken, maar de muziek van Swans is ook van een bijzondere schoonheid. Het is een volgend hoofdstuk in een fascinerend oeuvre. The Beggar wordt door The Guardian beschreven als ‘dark and unsettling, purifying and beautiful’. Het is een rake omschrijving van het zoveelste fascinerende album van de Amerikaanse band.



Swans, de band rond de Amerikaanse muzikant Michael Gira, werd in 1982 geformeerd in New York en debuteerde precies veertig jaar geleden. De band heeft inmiddels een respectabel aantal albums op haar naam staan en dan zijn er ook nog de soloalbums van Michael Gira en de albums van een aantal van zijn andere bands, waarvan Angels Of Light de bekendste is. Het zijn stuk voor stuk fascinerende albums, al kan ik lang niet altijd uit de voeten met de muziek van Michael Gira, die inmiddels al veertig jaar precies doet waar hij zin in heeft. 

De muziek van Swans heb ik het afgelopen decennium niet altijd even intensief gevolgd, maar nieuwe muziek van de band heeft altijd mijn aandacht. Ik was vooral onder de indruk van The Seer uit 2012 en The Glowing Man uit 2016. Dat waren allebei behoorlijk heftige albums, waarop Michael Gira en zijn medemuzikanten niet keken op een genre meer of minder en bovendien het hele spectrum tussen verstild en kakofonisch wisten te bestrijken. 

Het deze week verschenen The Beggar, het zestiende studioalbum van de band, is de echte opvolger van het uit 2019 stammende Leaving Meaning., dat me minder aansprak, al vind ik het lastig om uit te leggen waarom dat zo was. Zoals we inmiddels van Michael Gira gewend zijn is ook het nieuwe album van Swans weer een ambitieus werkstuk, dat overigens niet heel ver is verwijderd van zijn voorganger. 

The Beggar bevat net iets meer dan twee uur muziek en bevat desondanks slechts elf tracks, waarvan er een maar liefst vierenveertig minuten (!) claimt. De openingstrack The Parasite laat direct horen dat ook het nieuwe album van Swans weer geen lichte kost is. Het is een track die het moet doen zonder de muzikale geweldsuitbarstingen van de hierboven genoemde albums, maar die wel meerdere kanten op schiet. Het is een track die vooral wordt gedomineerd door de bezwerende zang van Michael Gira, terwijl op de achtergrond bijna verstilde klanken worden afgewisseld met een dikke laag atmosferische klanken. 

Het is muziek die tot leven komt wanneer je de volumeknop wat verder open draait of het album met de koptelefoon beluistert. Dat laatste verdient waarschijnlijk de voorkeur, want The Beggar is een album dat het daglicht maar nauwelijks kan verdragen en niet heel goed past bij alle zonneschijn van het moment. Michael Gira heeft nooit vrolijke muziek gemaakt, maar The Beggar is een behoorlijk donker of zelfs onheilspellend album dat hier en daar lijkt voor te sorteren op een slotakkoord van de Amerikaanse band. 

Ik was persoonlijk zeer gecharmeerd van de dynamiek die zo’n prominente rol speelde op een aantal van de vorige albums van de band, maar ook de meer ingetogen en vaak repeterende klanken op The Beggar spreken tot de verbeelding, zeker wanneer strijkers en koortjes worden gecombineerd met duistere drones. Swans is wel eens wat wilder van de hak op de tak gesprongen, maar ook op haar nieuwe album is de band zeker niet stijlvast. The Beggar is niet te vangen in een beperkt aantal genres en is wat dat betreft een typisch Swans album. 

Twee uur muziek is misschien wat veel van het goede en ook een track van 44 minuten vraagt veel van de luisteraar, maar wanneer The Beggar je eenmaal grijpt is het een fascinerend album, dat je makkelijk in een bijzondere toestand brengt. Het album bevat overigens ook wel wat stevigere tracks waarin de kop en de staart wat duidelijker te herkennen zijn, maar de zich langzaam voortslepende tracks hebben mijn voorkeur. Weer een fascinerend album van deze unieke band. Erwin Zijleman

De muziek van Swans is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://swans.bandcamp.com/album/the-beggar.


The Beggar van Swans is verkrijgbaar via de Mania webshop:



24 juni 2023

Caitlin Canty - Quiet Flame

Caitlin Canty schaarde zich met haar vorige twee albums onder de smaakmakers binnen de Amerikaanse rootsmuziek en bevestigt deze status met het totaal anders klinkende maar wederom prachtige Quiet Flame
Caitlin Canty is zeker niet de bekendste muzikante uit Nashville, Tennessee, maar met Reckless Skyline uit 2015 en Motel Bouquet uit 2018 leverde ze twee uitstekende albums af, die terecht opdoken in de nodige jaarlijstjes. Quiet Flame heeft lang op zich laten wachten, maar wat is het een goed album. Caitlin Canty heeft haar soms lekker stevige gitaargeluid van de vorige albums verruild voor een akoestisch geluid met een hoofdrol voor de viool en de snareninstrumenten van Sarah Jarosz. Quiet Flame klinkt hierdoor wat traditioneler en een stuk meer ingetogen, maar het is ook dit keer de prachtige stem van Caitlin Canty die het album naar grote hoogten tilt.



Motel Bouquet, het vorige album van de Amerikaanse singer-songwriter Caitlin Canty, verscheen ruim vijf jaar geleden, maar desondanks was ik haar zeker niet vergeten. De muzikante, die na de nodige omzwervingen in Nashville, Tennessee, terecht kwam, maakte in 2015 immers het werkelijk prachtige Reckless Skyline, dat flink wat jaarlijstjes haalde, waaronder die van mij. Reckless Skyline, dat werd opgenomen met producer en muzikant Jeffrey Foucault en een fantastische band, was het officiële debuutalbum van Caitlin Canty en behoorde tot de beste rootsalbums van 2015. 

Ook het in 2018 verschenen Motel Bouquet kon binnen het genre met de besten mee en deed in kwalitatief opzicht niet onder voor Reckless Skyline. Het is dan ook niet zo gek dat ik met bijna onrealistisch hoge verwachtingen uitkeek naar het nieuwe album van Caitlin Canty, dat deze week dan eindelijk is verschenen. 

Reckless Skyline en Motel Bouquet waren allebei uitstekende albums, maar het waren ook verschillende albums. Op Reckless Skyline kon de muzikante uit Nashville uit de voeten met folk, country, blues en rock en liet ze af en toe een lekker stevig gitaargeluid horen. Motel Bouquet lag deels in het verlengde van zijn voorganger, maar liet ook een wat meer ingetogen geluid horen. 

Die lijn is flink doorgetrokken op het deze week verschenen Quiet Flame, want het nieuwe album van Caitlin Canty is met afstand haar meest ingetogen album. Caitlin Canty moest het ook dit keer doen met een bescheiden budget en haalde wat minder muzikanten naar de studio, waar Quiet Flame in slechts vier dagen werd opgenomen. Het album werd geproduceerd door Punch Brothers Chris Eldridge, die het stokje heeft overgenomen van de eveneens uit deze band afkomstige Noam Pikelny, die Motel Bouquet produceerde. 

Waar dat album nog in het verlengde lag van Reckless Skyline, klinkt Quiet Flame flink anders. Caitlin Canty kiest dit keer voor een wat traditioneler geluid met vooral invloeden uit de folk en de country en het is een grotendeels akoestisch en bijzonder klinkend geluid. Het is een geluid dat naast akoestische gitaren en bas vooral bijdragen van viool, banjo en mandoline bevat. Voor die laatste twee instrumenten wist Caitlin Canty een muzikante van naam en faam te strikken, want niemand minder dan Sarah Jarosz is te horen op het album. Ook het vioolspel van Brittany Haas (Crooked Still) is overigens prachtig. 

Quiet Flame lijkt in muzikaal opzicht nauwelijks op zijn twee voorgangers, maar één ding is gelukkig niet veranderd. Ook op nieuwe album schittert Caitlin Canty met haar prachtige stem. Ik vond de Amerikaanse muzikante op haar vorige twee albums al beschikken over een van de mooiste stemmen die Nashville rijk is, maar op Quiet Flame is de zang nog wat mooier en overtuigender. 

Ik hou normaal gesproken wat meer van het gitaar georiënteerde geluid dat op Reckless Skyline en Motel Bouquet was te horen dan van het wat traditionelere geluid op Quiet Flame, maar het nieuwe album van Caitlin Canty doet zeker niet onder voor zijn voorgangers. Het siert de muzikante uit Nashville dat ze andere wegen in slaat en het pakt door het muzikale en vocale vuurwerk echt prachtig uit. 

Caitlin Canty is nog niet heel erg bekend en heeft wederom flinke offers moeten brengen voor het opnemen van haar nieuwe album, maar het is een album dat liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek zeker zal bevallen. Ik schrijf ook dit album van de muzikante uit Nashville alvast op voor mijn jaarlijstje. Erwin Zijleman

De muziek van Caitlin Canty is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://caitlincanty.bandcamp.com/album/quiet-flame.



23 juni 2023

Bonny Doon - Let There Be Music

Bonny Doon uit Detroit maakte een van de leukste gitaarplaten van 2018, maar slaat nu totaal andere wegen in op Let There Be Music, dat vooral liefhebbers met een zonnig pophart zal aanspreken
De Amerikaanse muziekcritici waren in 2018 lyrisch over Longwave van de band Bonny Doon. En terecht, want wat leverde de band uit Detroit een leuke en memorabele gitaarplaat af. Bonny Doon had de afgelopen jaren te maken met flink wat tegenslagen, maar daar is niets van te horen op Let There Be Music. Bonny Doon had van mij nog een Longwave mogen maken, maar dat is Let There Be Music zeker niet. Het nieuwe album van Bonny Doon is vooral een popplaat en het is er een met een jaren 70 vibe. Het is een album waar je vatbaar voor moet zijn, maar als je dat bent valt er toch weer veel te genieten op dit album, dat een aangenaam zomeralbum is, maar ook meer dan dat.



De tips die ik wekelijks vind op de sites van de muziekplatforms Paste en Pitchfork zijn soms verrassend, maar meestal kan ik wel redelijk voorspellen welke albums er uit gepikt gaan worden. Het verbaasde me in ieder geval niet dat Let There Be Music van de Amerikaanse band Bonny Doon werd geschaard onder de leukste albums van de afgelopen week. De Amerikaanse muziekcritici kwamen in 2018 immers superlatieven tekort bij het bespreken van Longwave, het tweede album van de band uit Detroit, Michigan. 

Al die lof was volkomen terecht, want Longwave was een briljante gitaarplaat, waarop invloeden uit de countryrock, folkrock, lo-fi en psychedelica prachtig samenvloeiden. Longwave was een album waarop de zon uitbundig scheen, maar ook voor een incidentele donkere wolk was je bij de Amerikaanse band aan het juiste adres. Longwave was in de jaren 90 ongetwijfeld uitgegroeid tot een klassieker, maar in 2018 deed het album veel te weinig, zeker in Nederland waarin de naam Bonny Doon maar zelden viel. 

Dat is vijf jaar later niet anders, want in Nederland lees ik tot dusver nog niets over Let There Be Music, dat gelukkig in de Verenigde Staten wel wordt opgepikt. Er zijn vijf jaren verstreken sinds het terecht bewierookte Longwave en het zijn zware jaren geweest voor de band. Meerdere bandleden kregen te maken met medisch ongemak en dan was er ook nog eens de coronapandemie, die het leven van een band lastig maakte. Lichtpuntje was de samenwerking met Waxahatchee, die Bonny Doon na het horen van Longwave direct rekruteerde als begeleidingsband. 

En nu is er dan Let There Be Music, dat zeker niet klinkt als een herhalingsoefening, al had ik daar gezien het niveau van Longwave vrede mee gehad. Ook op Let There Be Music verwerkt Bonny Doon invloeden uit de countryrock en folkrock, maar invloeden uit de lo-fi en psychedelica hebben flink aan terrein verloren. Gitaren spelen nog altijd een belangrijke rol in de muziek van Bonny Doon, maar door de veel prominentere rol van piano en keyboards op Let There Be Music is het wat mij betreft geen typische gitaarplaat meer. 

Op haar derde album heeft de muziek van de band uit Detroit bovendien een stevige popinjectie gekregen. De pop die de band heeft toegevoegd aan haar muziek komt niet uit het heden, want Let There Be Music heeft vaak een jaren 70 vibe. Invloeden komen ook zeker uit de 70s softpop, maar omdat de invloeden uit de Americana niet helemaal zijn verdwenen en Bonny Doon ook nog altijd een rockband is, zou ik Let There Be Music zeker geen 70’s popalbum durven noemen. 

De nieuwe weg van Bonny Doon zal niet bij alle fans van het eerste uur in de smaak vallen, maar zelf ben ik niet vies van 70s pop en persoonlijk vind ik de popsongs op Let There Be Music behoorlijk verslavend. Het zijn popsongs die het uitstekend doen in het huidige seizoen, maar het zijn ook knap gemaakte popsongs die meer doen dan alleen vermaken. 

Zeker in de zonnig ingekleurde popsongs met een hoofdrol voor de piano en een bijrol voor vrouwenstemmen lijkt Bonny Doon in niets meer op de band die vijf jaar geleden zoveel indruk maakte met Longwave, maar wat is het nog altijd een leuke band en wat verdient de band de aandacht van de Nederlandse muziekliefhebber. Erwin Zijleman

De muziek van Bonny Doon is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://bonnydoon.bandcamp.com/album/let-there-be-music.


Let There Be Music van Bonny Doon is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Fust - Genevieve

De Amerikaanse band Fust begint op haar tweede album Genevieve bij de pioniersdagen van de alt-country, maar slaagt er ook in om het geluid uit het verleden op aansprekende wijze het heden in te tillen
De Amerikaanse band Fust dook vorige week, toch wel enigszins verrassend, op in de aanbevelingen van Pitchfork en Paste. Er valt niet veel op af te dingen, want de band uit Durham, North Carolina, heeft een zeer aansprekend alt-country album afgeleverd. Het door gitaren gedomineerde geluid van de band klinkt prachtig, de zang is prima, de productie is fraai en Fust komt ook nog eens op de proppen met een serie zeer aansprekende songs. Het zijn songs die hier en daar voorzichtig ontsporen, maar de Amerikaanse band kan ook prachtig ingetogen klinken. Ik hoor helaas niet vaak meer van dit soort alt-country albums en Genevieve is echt een hele goede.


De Amerikaanse band Uncle Tupelo debuteerde in 1990 met het album No Depression. Het album wordt gezien als een van de eerste alt-country albums, al verschenen er in de jaren 80 ook al wel een aantal albums die nadrukkelijk afstand namen van het traditionelere countrygeluid en een geluid lieten horen dat niet zo gek veel afwijkt van het geluid op No Depression (denk aan Green On Red, Jason & The Scorchers en Lone Justice om eens drie namen te noemen). 

Uncle Tupelo ging uiteindelijk maar een paar jaar mee, maar stond wel aan de basis van zowel Wilco als Son Volt. In de beginjaren van de alt-country had ik overigens net wat meer met de albums van The Jayhawks, die een wat melodieuzer geluid lieten horen dan het rauwe geluid van Uncle Tupelo. Bij beluistering van Genevieve van de Amerikaanse band Fust moest ik direct denken aan de vroege albums van The Jayhawks en dat is nog altijd een aangename associatie. 

Fust is een band uit Durham, North Carolina, en bracht twee jaar geleden haar debuutalbum uit. Dat album kreeg destijds niet heel veel aandacht, maar Genevieve dook afgelopen week op in de aanbevelingen van zowel Paste als Pitchfork en dat zijn twee tipgevers die ik zeer serieus neem. Dat Genevieve zo enthousiast werd onthaald verbaasde me overigens wel, want meestal is er op beide platforms niet heel veel ruimte voor dit soort albums. Ik ben zelf wel heel blij met de tip, want zonder het duwtje in de rug van Paste en Pitchfork had ik het nieuwe album van Fust nooit opgepikt. 

Fust sluit op Genevieve aan bij de pioniersdagen van de alt-country en doet dit op geweldige wijze. Er zijn tijden geweest waarin we werden overspoeld met dit soort albums, maar de laatste jaren zie ik ze helaas steeds minder. Genevieve is een album dat het etiket alt-country absoluut verdient. De band uit Durham begint bij de countryrock uit de jaren 70, maar is niet blijven steken in dit decennium. Het geluid van Fust klinkt soms lekker vol, zeker wanneer de pedal steel wordt ingezet, maar Genevieve bevat ook een aantal meer ingetogen songs. 

De Amerikaanse band had een wereldalbum gemaakt wanneer het er ook nog eens flink wat harmonieën tegenaan had gegooid, maar ook zonder dit wapen is Genevieve een sterk album geworden. Wanneer hier en daar een vrouwenstem opduikt hoor je overigens wel hoeveel meerwaarde harmonieën zouden kunnen hebben in het geluid van de band. Fust staat op haar tweede album garant voor songs die lekker blijven hangen, maar die ook interessant genoeg zijn om te blijven vermaken. 

De band beschikt over een uitstekende zanger en staat bovendien garant voor veel muzikaal vuurwerk. Dat komt vooral van de gitaren, die prominent in de mix staan, maar ook de bijdragen van keyboards en de pedal steel zijn prachtig. Zeker wanneer de gitaren soleren hoor ik flink wat raakvlakken met de muziek van The Jayhawks, maar Fust heeft, met name door de zang en door het volle geluid, ook een eigen stijl. 

Het is knap hoe Fust er in slaagt om het geluid uit de jonge jaren van de alt-country te reproduceren. De band laat het hier niet bij, want de band klinkt op haar tweede album ook absoluut eigentijds. Dat Fust klinkt als een tijdloos alt-country album is overigens ook de verdienste van producer Alex Farrar, een van de opkomende talenten in North Carolina, die wederom vakwerk aflevert. Erwin Zijleman

De muziek van Fust is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://fust.bandcamp.com/album/genevieve.