Het is een mooi stapeltje albums dat de Britse band The Cure op haar naam heeft staan, al is er sinds het begin van de jaren 90 niet heel veel interessants meer bij gekomen. Tussen 1979 en 1992 maakte de band echter een aantal geweldige albums, waarvan er een aantal het predicaat klassieker verdienen. Mijn persoonlijke favoriet is op dit moment het in 1989 verschenen Disintegration. Het is een album waarop The Cure terugkeerde naar het donkere en bezwerende geluid van haar vroege albums. Zeker de lange tracks op Disintegration zijn prachtig en imponeren met fraaie klankentapijten en de bijna deprimerende zang van Robert Smith. Het is wat mij betreft een album dat de band niet meer zou overtreffen.
De Britse band The Cure kondigde ruim een jaar geleden al een nieuw album aan, Songs Of A Lost World. Of dat album inderdaad dit jaar gaat verschijnen is nog maar de vraag en of het een memorabel album gaat worden is een nog veel grotere vraag. Tegenover het geweldige laatste album van Depeche Mode staan vooral slappe albums van bands die in de jaren 80 tot de allergrootsten behoorden.
The Cure behoorde in de jaren 80 zeker tot de allergrootsten en is live nog steeds een redelijk interessante band, maar voor het laatste echt goede album van de band moeten we inmiddels heel ver terug in de tijd, misschien zelfs wel tot Wish, dat vorig jaar al zijn dertigste verjaardag vierde. Wish is overigens zeker niet mijn favoriete album van The Cure, want als ik mijn favoriete album van de band moet kiezen, kies ik uit Seventeen Seconds (1980), Faith (1981), Pornography (1982), The Head On The Door (1985) of Disintegration (1989). Als ik op dit moment mijn favoriete album van The Cure moet aanwijzen, kies ik voor het laatste album.
The Cure maakte Disintegration op de toppen van haar populariteit en leverde vervolgens een gedurfd album af. De band rond Robert Smith was in de jaren die vooraf gingen aan Disintegration een band die goed was voor een aantal zeer succesvolle singles, waarin invloeden uit de pop zeker niet werden geschuwd, maar op het in 1989 verschenen Disintegration koos de band voor een ander geluid.
Het is een geluid waarmee The Cure terugkeerde naar de donkere en meer naar binnen gekeerde muziek van haar vroegere albums. Disintegration opent prachtig met het geweldige Plainsong dat direct de toon zet voor de rest van het album. Vijf minuten betovert The Cure met een zich langzaam voortslepende song waarin zwaar aangezette synths domineren, maar ook het zo karakteristieke gitaarwerk van de band te horen is. De ritmesectie voegt nog wat donkere accenten toe, waarna de zo herkenbare stem van Robert Smith er een The Cure klassieker van maakt.
Disintegration bevat meer van dit soort tracks die over het algemeen de vijf minuten grens ruimschoots passeren. Ik vond het persoonlijk een verademing na de pop van Kiss Me Kiss Me Kiss Me uit 1987, al bevat ook dat album een aantal prima tracks. Disintegration grossiert in bedwelmende of bezwerende songs, al bevat het album met Lovesong en Lullaby ook nog twee singles. Ik vind het persoonlijk de minst interessante tracks op het album, al hebben beide singles wel iets.
In de langere tracks op het album ligt het niveau wat mij betreft echter een stuk hoger. Het gitaarwerk en ook de bijdragen van de synths zijn prachtig en de wijze waarop de band subtiel de spanning opbouwt is fascinerend. Ik luister niet heel vaak meer naar de muziek van The Cure, maar toen ik Disintegration onlangs weer eens uit de speakers liet komen was ik diep onder de indruk.
Robert Smith raakte naar verluidt gedeprimeerd van het in zicht komen van zijn dertigste verjaardag en schreef een aantal aardedonkere songs voor het album. Daar moet je tegen kunnen, maar als je er tegen kunt zijn de songs op Disintegration niet alleen beangstigend donker, maar ook wonderschoon. Ik ben heel benieuwd of het vorig jaar al aangekondigde nieuwe album echt gaat verschijnen dit jaar, maar zo goed als Disintegration gaat het zeker niet zijn. Erwin Zijleman
2LP, 44,99 euro
3CD, 14,99 euro