03 juli 2025

Review: Tom Adams - After The Rain

Tom Adams is een Britse folkie die inmiddels al heel wat jaren aan de weg timmert en ook al flink wat albums heeft afgeleverd, maar nu met After The Rain een zeer sfeervol en echt prachtig klinkend album heeft gemaakt
Ik was eigenlijk direct onder de indruk van After The Rain van de Britse singer-songwriter Tom Adams. Het is een album dat ik waarschijnlijk nooit zou hebben ontdekt als het me niet getipt was, maar ik ben blij met dit album. Tom Adams maakt op After The Rain rijkelijks versierde folksongs, maar alle versiering van onder andere strijkers is wat mij betreft altijd functioneel. De Britse muzikant beschikt over een mooie stem en schrijft aansprekende songs, maar het zijn de echt bijzonder mooie klanken die After The Rain flink verder optillen. Tom Adams heeft een beeldend en bijna rustgevend album gemaakt, maar het is ook een album waarop verschrikkelijk veel valt te ontdekken.



After The Rain van de Britse singer-songwriter Tom Adams werd me een paar weken geleden getipt op het interessante Nederlandse muziekplatform MusicMeter.nl, wat voor mij wel vaker een inspiratiebron is voor mooie nieuwe muziek. Ik ben normaal gesproken niet zo gek op mannelijke folkies, want dat is de categorie waarin dit album wordt ingedeeld, maar in het geval van Tom Adams moet ik mijn tipgever gelijk geven. 
After The Rain van Tom Adams is inderdaad een heel mooi en zeer sfeervol album, dat zich in mijn geval steeds nadrukkelijk opdringt. 

Ik was de naam Tom (eigenlijk Tammy) Adams volgens mij nog niet eerder tegengekomen, maar After The Rain is volgens MusicMeter al het vijfde album van de Britse muzikant. Op Spotify en bandcamp zie ik nog veel meer albums van de muzikant uit Cornwall, die inmiddels al een kleine twintig jaar muziek uitbrengt. Ik ga het allemaal nog wel eens ontdekken, maar voorlopig beperk ik me nog even tot After The Rain, dat vorige maand is verschenen en waar ik nog lang niet klaar mee ben. 

Het is een album dat de Britse muzikant grotendeels in zijn uppie maakte, want alleen voor de strijkers die zijn te horen op het album deed Tom Adams een beroep op ene Matt Kelly, een naam die ik wel vaker ben tegengekomen. Op de bandcamp pagina van Tom Adams is verder helaas niet zo heel veel info over het album te vinden, maar wel iets over de thematiek. “After The Rain is a reflection on the passing of time and the changing seasons”. De tijd mag van mij persoonlijk wel wat minder snel gaan, maar een wisseling van de seizoenen kan op het moment wat mij betreft niet snel genoeg komen, maar dat is mijn mening. 

Terug naar de muziek. Ik noemde Tom Adams hierboven al een folkie en daarmee doe ik hem zeker recht. In de muziek van de muzikant uit Cornwall klinken invloeden uit de Britse folk nadrukkelijk door. Nu vind ik Britse folk vaak wel wat plechtstatig, maar dat etiket zou ik niet snel op After The Rain plakken. Het album klinkt naast folky ook lichtvoetig en bovendien sprookjesachtig mooi. 

Wanneer de Britse muzikant zich beperkt tot zijn akoestische gitaar en zijn stem klinkt hij als veel andere folkies, maar Tom Adams beperkt zich vrijwel nooit tot zijn akoestische gitaar en zijn stem. De muziek op After The Rain wordt met grote regelmaat verrijkt met subtiele pianoakkoorden, atmosferische synths, incidenteel percussie en vooral met de weldadig ingezette strijkers. Het levert zoals gezegd sprookjesachtige klanken op, maar de muziek op After The Rain is ook ruimtelijk en beeldend. 

Folkpuristen zullen waarschijnlijk beweren dat al die versiersels de pure folksong wat in de weg zitten, maar persoonlijk ben ik zeer gecharmeerd van de mooie klanken op After The Rain, die met name op de rustigere momenten van de dag wonderen verrichten. Ook met de stem van de Britse muzikant is niets mis. Tom Adams kan uitstekend uit de voeten in de folky songs op zijn albums en beschikt over een warme stem met een flink bereik. 

After The Rain van Tom Adams is niet het soort album dat ik er als eerste uit pik wanneer ik een stapel nieuwe albums in handen krijg, maar ik vind het album steeds mooier en sfeervoller worden en begrijp inmiddels volledig waarom het mij getipt werd op MusicMeter. Erwin Zijleman

De muziek van Tom Adams is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse muzikant: https://oceantemple.bandcamp.com/album/after-the-rain.



02 juli 2025

Review: Duo Ruut - Ilmateade

Duo Ruut is een tweetal uit Estland dat met Ilmateade een album heeft gemaakt dat deze week stevig is bewierookt door de Britse kwaliteitskrant The Guardian en daar valt echt helemaal niets op af te dingen
Zo ongeveer de enige recensie die van het tweede album van Duo Ruut is verschenen maakte me nieuwsgierig naar dit ‘folkalbum’ dat totaal anders klinkt dan de andere folkalbums die ik ken. Dat heeft alles te maken met de teksten in het Ests, maar ook in alle andere opzichten klinkt Ilmateade anders dan andere folkalbums. Het is hierdoor misschien even wennen aan Ilmateade, maar de schoonheid van de muziek van Duo Ruut dringt zich makkelijk op. Ondanks de eenvoud van de muziek van het Estse duo valt er van alles te ontdekken op Ilmateade, dat mysterieus maar ook bezwerend klinkt. Hoogste tijd dus dat de fascinerende muziek van Duo Ruut in bredere kring wordt opgepikt.



Met afstand het meest bijzondere album dat ik deze week heb beluisterd is het album Ilmateade van Duo Ruut. Het is een album dat afgelopen week uitvoerig werd geprezen door de Britse kwaliteitskrant The Guardian, die bekend staat om het open staan voor muziek die zich buiten de kaders van de westerse popmuziek begeeft. Dat doet Duo Ruut zeker, want ik ken geen enkel album dat lijkt op Ilmateade. 

Duo Ruut is een duo dat bestaat uit twee muzikanten uit Estland en voor zover ik weet zijn dit de eerste muzikanten die ik ken uit de Baltische staat. Ann-Lisett Rebane en Katariina Kivi maken op hun tweede album (in 2019 verscheen hun debuutalbum) vooral gebruik van hun stemmen en van een traditioneel instrument uit Estland (kannel) dat lijkt op een citer, maar ook bijzondere ritmes spelen af en toe een voorname rol op het album. 

The Guardian heeft Ilmateade van Duo Ruut uitgeroepen tot het folkalbum van de maand, wat Ann-Lisett Rebane en Katariina Kivi afgelopen weekend een plekje opleverde op het geweldige Britse Glastonbury festival. Er is inderdaad wel wat voor te zeggen om Ilmateade in het hokje folk te duwen, maar Duo Ruut heeft zeker geen alledaags folkalbum gemaakt. 

Dat ligt in eerste instantie aan het feit dat Ann-Lisett Rebane en Katariina Kivi in het Ests zingen, wat de songs van het tweetal een wat mysterieus karakter geeft. Dat mysterieuze karakter wordt versterkt door de bijzondere klanken van het snareninstrument dat centraal staat in de muziek van Duo Ruut. Hier blijft het niet bij, want ook de manier van zingen wijkt af van de zang op Britse of Amerikaanse folkalbums en ook de songstructuren op Ilmateade hebben iets bijzonders. 

Ik luister niet vaak naar muziek die zich duidelijk buiten de gebaande paden van de Westerse popmuziek begeeft, maar ik was eigenlijk direct onder de indruk van het album van Duo Ruut. De stemmen van Ann-Lisett Rebane en Katariina Kivi zijn bijzonder mooi en passen echt prachtig bij elkaar, zeker wanneer ze elkaar versterken in bijzondere harmonieën. De zang is door het gebruik van het Ests misschien niet heel toegankelijk, maar het deed wel direct wat met me. 

Dat krijgt Duo Ruut ook voor elkaar met de muziek op het album. Ilmateade is in muzikaal opzicht meestal een heel sober album, met soms maar enkele akkoorden van het bijzondere Estse snareninstrument, maar in combinatie met de stemmen klinkt het zeker niet kaal. De combinatie van de bijzondere zang, de fascinerende klanken en de niet alledaagse songstructuren zorgen voor een bezwerend geluid. Het is een geluid dat zich ondanks alle bijzondere ingrediënten makkelijk opdringt, want zoals The Guardian terecht concludeert is de muziek van Duo Ruut van een bijzondere schoonheid. 

De Britse kwaliteitskrant komt wel vaker op de proppen met albums waar verder echt niemand aandacht aan besteed en dat is met Ilmateade van Duo Ruut vooralsnog niet anders, maar dit is echt een album dat het verdient om uit te groeien tot een van de meest fascinerende cultalbums van 2025. Het is een album dat overigens ook bij de liefhebbers van uiteenlopende folkvarianten zeker in de smaak moet kunnen vallen. Ik vond het bij eerste beluistering vooral fascinerend, maar ik raak steeds meer gehecht aan de bijzondere klanken van Duo Ruut. Erwin Zijleman


Review: Durand Jones & The Indications - Flowers

Bij de extreem zomerse temperaturen van het moment komt Flowers van Durand Jones & The Indications uitstekend tot zijn recht, maar het is ook een knap gemaakt album vol warme en zoete verleidingen
Ik heb op een of andere manier niet zo heel veel met de neo-soul zangers die het afgelopen decennium aan de weg timmeren. Het geldt ook voor Durand Jones, terwijl ik nog geen moment heb getwijfeld aan zijn muzikaliteit, aan de kwaliteit van zijn band en aan zijn kwaliteiten als soulzanger. De band van de Amerikaanse muzikant heeft met Aaron Frazer nog een geweldige soulzanger in de gelederen en ook in muzikaal opzicht weten de leden van de band van wanten. Het deed me tot dusver onvoldoende, maar op Flowers valt alles op zijn plek. Het klinkt misschien wat glad allemaal, maar zo op zijn tijd doet de lome en zwoele soul op het album wonderen.



Ik besprak op de krenten uit de pop nog niet eerder een album van de Amerikaanse soulzanger Durand Jones. De enige keer dat zijn naam genoemd wordt op deze site is in mijn recensie van het uitstekende debuutalbum van Aaron Frazer, die destijds in de band van Durand Jones speelde. 
Het betekent overigens niet dat ik de albums die Durand Jones de afgelopen tien jaar, al dan niet met zijn band The Indications, heeft uitgebracht slecht vind, maar bij het beluisteren van vintage soulalbums ligt de lat voor mij altijd net wat hoger. 

Ik ken immers mijn soulklassiekers uit de jaren 60 en 70 en die worden nu eenmaal niet zo heel snel benaderd door jonge soulzangers van dit moment. Het zorgde er voor dat ik vrijwel alle albums van Durand Jones de afgelopen jaren met plezier heb beluisterd, maar vervolgens toch weer een soulklassieker uit het verleden uit de kast heb getrokken. Ik ging er van uit dat het niet anders zou gaan met het deze week verschenen nieuwe album van Durand Jones & The Indications, maar Flowers heeft iets, al wist ik niet direct wat. 

Durand Jones maakte de afgelopen jaren een soloalbum en ook de andere leden van zijn band, onder wie nog altijd de eerder genoemde Aaron Frazer, deden andere dingen. Het heeft gezorgd voor nieuwe energie, die is geland in de samenwerking van de leden van de band, die ook een stuk gelijkwaardiger zijn dan in het verleden. Zo neemt drummer Aaron Frazer meerdere keren de leadvocalen voor zijn rekening, terwijl gitarist Blake Rhein tekent voor de productie van het album. 

De muziek van Durand Jones & The Indications klonk op het debuutalbum van de band nog lekker ruw, maar op Flowers ben je aan het verkeerde adres voor de wat ruwere of rauwere soulmuziek. Flowers klinkt vanaf de eerste noten zwoel en broeierig met lome ritmes, warme klanken, fraaie falset vocalen en een zweverige dwarsfluit voor een vleugje psychedelica. 

Het is ook direct vanaf de eerste noten aan de gladde kant of zelfs meer dan dat, want zowel in muzikaal, productioneel als vocaal opzicht wordt er stevig met stroop gesmeerd en zijn alle ruwe randjes en scherpe kantjes zorgvuldig weg gevijld. Een album als Flowers zou ik normaal gesproken echt veel te zoet en gepolijst vinden, maar als de thermometer opeens temperaturen boven de dertig graden aangeeft verleidt het nieuwe album van Durand Jones & The Indications opeens meedogenloos, zeker als de ritmes nog wat lomer worden en ook subtiel spelende blazers worden toegevoegd aan het geluid. 

Het past in het hokje neo-soul en het heeft ook wel wat van de zwoele R&B van het moment, maar ik hoor toch ook heel veel echo’s van soulmuziek die in het verleden werd gemaakt. Het zijn geen echo’s van de soulalbums die ik tot mijn favorieten reken, maar het klinkt allemaal erg lekker. 

Flowers is een album dat in muzikaal opzicht knap in elkaar zit, dat is voorzien van een zeer trefzekere productie en waarop ook nog eens twee geweldige soulzangers zijn te horen. Of ik ook nog van dit album ga genieten wanneer de temperatuur weer tot normalere waarden is gedaald zal de tijd leren, maar voorlopig heb ik wel wat met deze warme en lome portie soul, die ook na een paar keer horen nog vol zwoele verleiding zit. Erwin Zijleman

De muziek van Durand Jones & The Indications is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://durandjonesandtheindications.bandcamp.com/album/flowers.


Flowers van Durand Jones & The Indications is verkrijgbaar via de Mania webshop:



01 juli 2025

Review: Ashley Campbell - Goodnight Nashville

De Amerikaanse muzikante Ashley Campbell maakte al twee albums, maar met haar derde album Goodnight Nashville maakt de dochter van countrylegende Glenn Campbell flink wat indruk met een bijzonder geluid
Heel af en toe hoor ik wat van Kacey Musgraves op het nieuwe album van de Amerikaanse muzikante Ashley Campbell en dat klinkt echt bijzonder aangenaam. De muziek op Goodnight Nashville heeft vaak een wat nostalgisch tintje, maar kan ook zeker eigentijds klinken. Ashley Campbell groeide op met traditionele countrymuziek en dat hoor je, maar ook subtiele invloeden uit de countrypop zijn hoorbaar op een album dat in muzikaal opzicht makkelijk overtuigt. Dat doet Ashley Campbell wat mij betreft ook met haar stem en met haar songs. Ik had nog niet eerder van haar gehoord, maar Goodnight Nashville is een erg sterk album dat absoluut naar meer smaakt.



Ashley Campbell kreeg de countrymuziek thuis met de paplepel ingegoten, want ze is de dochter van countrylegende Glenn Campbell, die in 2017 overleed. Dat kinderen van beroemde muzikanten het meestal niet voor niets krijgen blijkt maar weer eens, want Ashley Campbell is een zeer getalenteerd bespeler van de banjo, die een jaar of vijftien geleden al stevig aan de weg timmerde. Daar stopt het verhaal dat de Amerikaanse muziekwebsite AllMusic.com over haar getypt heeft ook direct en sindsdien probeert Ashley Campbell, die ook werk vond als actrice, een voet tussen de deur te krijgen in Nashville. 

Dat is haar een paar jaar geleden kennelijk gelukt, want ik zie op Spotify inmiddels drie albums van de Amerikaanse muzikante. De eerste twee albums van Ashley Campbell zijn me echt volledig ontgaan, terwijl ik een aantal volledig op countrymuziek gerichte Amerikaanse muziekwebsites op de voet volg, maar het deze week verschenen Goodnight Nashville trok niet alleen mijn aandacht, maar beviel me bij eerste beluistering ook nog eens uitstekend. 

Het is een album waar ik helaas maar weinig informatie over kan vinden, maar gelukkig spreekt de muziek van Ashley Campbell voor zichzelf. Ik heb de afgelopen jaren een zwak ontwikkeld voor countrypop, maar dat is niet direct het hokje waar ik Goodnight Nashville van Ashley Campbell in zou duwen. De muzikante uit Nashville maakt op haar derde album muziek die dichter tegen de country van weleer dan tegen de countrypop van het moment aan schuurt, al heeft het album zeker zijn poppy momenten. H

et album opent met heel veel strijkers en de mooie stem van Ashley Campbell, die niet beschikt over het soort stem dat gangbaar is in het genre. Af en toe doet de zang op Goodnight Nashville me erg aan Kacey Musgraves denken, zeker als het album ook in muzikaal opzicht wat opschuift richting net wat meer pop. Nu ben ik gek op Kacey Musgraves, dus de associaties met haar muziek zijn voor mij alleen maar een pre. Er zit wel net wat meer country in de stem van Ashley Campbell en dat hoor je ook in de muziek. 

Ik heb geen idee hoe bekend de jonge Campbell telg inmiddels in de Verenigde Staten is, maar als je luistert naar Goodnight Nashville is al snel duidelijk dat Ashley Campbell in Music City kon beschikken over uitstekende muzikanten. Dat is ze overigens zelf ook, maar op haar nieuwe album horen we ook een prima zangeres met een karakteristiek stemgeluid. 

De songs op Goodnight Nashville zijn over het algemeen ingetogen en hebben in de meeste gevallen een wat lager tempo. Het zijn songs die meestal een wat nostalgisch karakter hebben, maar het zijn ook songs die wat afwijken van de andere country en countrypop die momenteel in Nashville wordt gemaakt. 

Ik hoopte bij eerste beluistering van het album eerlijk gezegd vurig op een nieuwe countrypop verrassing, maar Goodnight Nashville zal het waarschijnlijk vooral goed doen bij liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek die de tradities van het genre prefereren boven de pop. Zelf ben ik niet vies van countrypop, maar de wat oorspronkelijker klinkende muziek van Ashley Campbell heeft me vrij makkelijk overtuigd. 

Ik heb haar eerste twee albums inmiddels ook beluisterd en daar twijfel ik nog wat over, maar op Goodnight Nashville laat Ashley Campbell horen dat ze van haar vader de juiste muziekgenen heeft meegekregen. Ik ga haar vanaf nu zeker in de gaten houden. Erwin Zijleman


30 juni 2025

Review: Frankie Cosmos - Different Talking

Frankie Cosmos begon ooit als soloproject van de New Yorkse muzikante Greta Kline, maar is inmiddels uitgegroeid tot een band, die met het uitstekende Different Talking een ware indiepop parel heeft afgeleverd
Het is een mooi stapeltje albums dat de Amerikaanse band Frankie Cosmos inmiddels op haar naam heeft staan en de groei is er nog lang niet uit. De band uit New York doet op het deze week verschenen Different Talking alles zelf en dat is niet ten koste gegaan van de kwaliteit. Integendeel zelfs, want de mix van 90s indierock en dreampop en indiepop van het moment klonk nog nooit zo mooi en overtuigend als op Different Talking, het vijfde album van de New Yorkse band. De critici weten al een aantal jaren dat Frankie Cosmos moet worden gerekend tot de smaakmakers van de indiepop en dat is nog veel beter te horen op het in alle opzichten uitstekende Different Talking.



De Amerikaanse muzikante Greta Kline kan al sinds haar in 2016 onder de naam Frankie Cosmos uitgebrachte debuutalbum Next Thing rekenen op zeer lovende woorden van de critici, maar desondanks wordt ze binnen de indiepop van het moment nog altijd gerekend tot de subtop. In tegenstelling tot een aantal collega’s in het genre heeft ze overstap naar de grote zalen nog niet gemaakt en ook het deze week verschenen Different Talking is zeker niet het album waar het drukst over wordt gedaan deze week. 

Ik heb tot dusver alle albums van de New Yorkse muzikante zeer positief besproken, maar alleen Next Thing haalde mijn jaarlijstje, dus misschien onderschat ik Frankie Cosmos zelf ook wel wat. Frankie Cosmos begon ooit als een soloproject van Greta Kline, maar is inmiddels een echte band, die deze week met Different Talking alweer het vijfde album aflevert. 

Greta Kline, overigens de dochter van de bekende acteurs Kevin Kline en Phoebe Cates, begon ooit met intieme ‘bedroom pop’, maar laat samen met de andere bandleden horen dat Frankie Cosmos zich de afgelopen jaren enorm heeft ontwikkeld. Different Talking is misschien niet het album dat deze week de meeste aandacht trekt, maar het is een album dat een nog wat hoger niveau aantikt dan de vorige albums van de New Yorkse band en dat zegt wat. 

Frankie Cosmos bestaat naast zangeres en gitarist Greta Kline uit bassist Alex Bailey, drummer Hugo Stanley en de zeer getalenteerde toetsenist en zangeres Katie von Schleicher, die ook als solomuzikante prima albums maakte. Het viertal besloot om het nieuwe album zonder hulp van anderen te maken, wat heeft geresulteerd in een hecht bandgeluid, dat ook opvallend mooi geproduceerd is door de band. 

Frankie Cosmos propt maar liefst zeventien songs in een kleine veertig minuten, maar Different Talking is zeker geen lo-fi album geworden. De songs op het album klinken allemaal even verzorgd en variëren van dromerige indiepop tot wat stekelige indierock. In de wat stevigere songs hoor ik flarden van de door vrouwen aangevoerde indierock uit de jaren 90 en zeker ook uit de dreampop uit deze periode, maar het nieuwe album van Frankie Cosmos sluit ook aan bij de lome indiepop van het moment, met de zwoele en dromerige 70s pop van Clairo als belangrijkste vergelijkingsmateriaal. 

Het doet het echt fantastisch bij de tropische temperaturen van het moment, maar de nieuwe songs van Frankie Cosmos hebben meer te bieden dan zoete verleiding. Ondanks het hoge DIY-gehalte klinkt het album echt prachtig en dat geldt zowel voor de muziek als de zang op het album. Ik vond de stem van Greta Kline altijd al mooi, maar op Different Talking zingt ze nog net wat mooier. 

Ik heb zoals gezegd altijd een zwak gehad voor de albums van Frankie Cosmos, maar Different Talking steekt er wat mij betreft bovenuit en dat is knap. De songs van Frankie Cosmos weten zich wat mij betreft ook te onderscheiden van de meeste andere indiepop en indierock die op het moment gemaakt wordt, want de New Yorkse band klinkt toch net wat eigenzinniger en ruwer dan de collega muzikanten, die vooral vanuit Los Angeles opereren. Net als Clairo, wat mij betreft goed voor een van de allerbeste concerten van 2025 tot dusver, moet Frankie Cosmos maar eens snel worden toegevoegd aan de erkende smaakmakers van de indiepop van het moment. Erwin Zijleman

De muziek van Frankie Cosmos is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://ingridsuperstar.bandcamp.com/album/different-talking.


Different Talking van Frankie Cosmos is verkrijgbaar via de Mania webshop:



29 juni 2025

Review: Bruce Springsteen - Tracks II: The Lost Albums

Met Tracks II: The Lost Albums hebben we er zomaar zeven Bruce Springsteen albums bij en het zijn albums waarop veel moois valt te ontdekken en we af en toe ook een nog minder bekende kant van de Amerikaanse muzikant horen
Tracks II: The Lost Albums is met ruim vijf uur muziek een lange zit, maar het is het waard. Dat geldt wat mij betreft het meest voor de nieuwe albums uit de jaren 90, want in dat decennium was de reguliere productie van Springsteen karig en deels van matige kwaliteit, maar ook het nieuwe werk uit de jaren 80 en het huidige millennium mag er zijn. Tracks II laat zich niet beluisteren als een serie restjes, maar herschrijft deels de geschiedenis met nieuwe albums, die tot voor kort nog een ontbrekende schakel waren in het oeuvre van Bruce Springsteen. Hier en daar komt een potentiële Springsteen klassieker voorbij, maar de toch al zo talentvolle muzikant blijkt ook nog net wat veelzijdiger en getalenteerder dan we al wisten.



“Lost albums” zijn dat meestal niet voor niets. Van de talloze albums die de afgelopen decennia toch nog van de plank zijn gekomen, vallen de meeste gewoon vies tegen. Dat dit niet geldt voor Tracks II: The Lost Albums van Bruce Springsteen hadden we kunnen weten, want in 1988 verscheen het eerste deel van Tracks. Het eerste deel van Tracks bestond weliswaar niet uit complete albums, maar de ruime selectie restmateriaal in deze box-set was van een bijzonder hoog niveau en bevatte een flink aantal Springsteen songs die ik niet graag had gemist. 

En nu is er dus Tracks II, dat helaas voor een wel heel stevige prijs in de winkel ligt, maar gelukkig ook via de streaming media diensten is te beluisteren, al mis je dan de fraaie verpakking en een mooi boekwerk met achtergrondinformatie. Er is al veel geschreven over Tracks II en er zal de komende weken nog veel meer geschreven worden over de lijvige box-set met maar liefst zeven niet eerder verschenen albums. Het komt neer op ruim tachtig songs en ruim vijf uur nieuwe muziek en dat is veel. Heel veel. Veel verder dan een voorlopig oordeel kom ik nu dan ook nog niet.

Het is materiaal dat werd opgenomen tussen 1983 en 2018, een periode waarin Springsteen zowel als muzikant als privé hoge pieken en diepe dalen kende. Ik was op voorhand het meest benieuwd naar de vergeten albums uit de jaren 90. In dit decennium leverde Springsteen na de voor hem glorieus verlopen jaren 80 immers maar drie albums af. Human Touch (1992) en Lucky Town (1992) vind ik persoonlijk de twee zwakste Springsteen albums en ook de tour die volgde op deze albums was verre van overtuigend. The Ghost Of Tom Joad (1995) is wel een Springsteen klassieker, maar tot voor kort dus ook het enige serieuze wapenfeit van de Amerikaanse muzikant uit de jaren 90, naast de geweldige single Streets Of Philadelphia. 

Tracks II voegt drie albums die werden opgenomen in de jaren 90 toe aan Springsteen's oeuvre en het zijn wat mij betreft de opvallendste albums in de box-set. Voor we de jaren 90 in gaan zijn we echter nog in 1983 toen LA Garage Sessions ’83 werd opgenomen. Het is het album dat werd gemaakt tussen het indringende Nebraska uit 1982 en het grootse Born In The U.S.A. uit 1984 en zo laat het album zich ook beluisteren. Het is een album met een aantal hele sterkte tracks, maar over de hele linie vind ik LA Garage Sessions niet onmisbaar, vooral omdat het een Springsteen laat horen die we al kennen. 

Het is anders op het eerste album uit de jaren 90 dat in de box is te vinden. Streets Of Philadelphia Sessions werd opgenomen nadat Springsteen de titeltrack had bijgedragen voor de soundtrack van de film Streets Of Philadelphia en het album ligt in het verlengde van deze track, die overigens zelf ontbreekt helaas. Springsteen maakt op Streets Of Philadelphia Sessions intensief gebruik van bijzondere ritmes en drum loops, kiest vooral voor melodieus gitaarwerk, zingt met veel gevoel en zet heel veel synths in, die er voor zorgen dat Streets Of Philadelphia Sessions anders klinkt dan de albums die in de jaren 90 wel verschenen. Het album is voor mij het eerste hoogtepunt in de box-set en vooral omdat het echt iets toevoegt aan het oeuvre van de Amerikaanse muzikant en omdat het veel beter is dan de albums van zijn hand die wel verschenen in het eerste deel van de jaren 90. 

Na Streets of Philadelphia Sessions springen we naar 2005 toen Springsteen, Faithless, een nooit verschenen soundtrack bij een film die evenmin verscheen, maakte. De opnames volgden op de zeer indrukwekkende Devils & Dust solotour en laten een sfeervol en beeldend geluid horen, dat het inderdaad uitstekend zou hebben gedaan bij een film. Op het album laat Springsteen zich vooral beïnvloeden door Amerikaanse rootsmuziek (net als op Devils & Dust trouwens) met de koortjes van enkele leden van de E-Street Band als opvallend detail. Het levert een mooi en sfeervol album op.

Met Somewhere North Of Nashville keren we weer terug naar de jaren 90 met opnames die stammen uit dezelfde tijd als The Ghost Of Tom Joad. In muzikaal opzicht is het andere koek, want het is een puur country(rock) album. Het had halverwege de jaren 90 zeker een release verdient, want het klinkt anders dan de andere albums van de Amerikaanse muzikant uit deze periode, maar net als het eerste album in de box vind ik het niet echt onmisbaar, zeker omdat er in dit genre al zo veel gemaakt is.

Snel door dus naar album vijf, Inyo, dat ook uit de jaren 90 komt. Het is een akoestisch album dat ergens tussen The Ghost Of Tom Joad en Devils & Dust in zit. Het voegt misschien geen heel geen nieuw geluid toe aan het bestaande oeuvre, maar de songs op het album zijn wel intiem en zeer sfeervol, zeker wanneer fraaie klankentapijten achter de akoestische gitaar worden geplaatst. Inyo had zeker niet misstaan tussen de albums die in de jaren 90 wel werden uitgebracht.

We zijn vervolgens beland bij album zes, Twilight Hours, waarop Bruce Springsteen de crooner in zichzelf ontdekt en zich omringt met Burt Bacharach achtige arrangementen en klanken. Het album werd in dezelfde periode opgenomen als het in 2019 verschenen Western Stars, waarop ook een opvallend rijk georkestreerd geluid was te horen, maar haalt het niveau van dat album wat mij betreft niet, vooral omdat dat album meer Springsteen was dan Twilight Hours. Het is mooi, maar persoonlijk hoor ik Springsteen liever anders. 

Blijft alleen album nummer zeven nog over, Perfect World. Het is weer wat meer een verzameling restjes dan een compleet album dat op de plank lag en het is een album waarop we vooral rijk ingekleurde rocksongs horen of juist wat meer ingetogen songs met het karakteristieke Springsteen geluid. Hier en daar komt een potentiële Springsteen klassieker voorbij, maar echt iets nieuws hoor ik niet, wat niet betekent dat het niet goed is, want er komen een aantal geweldige songs voorbij.

Na ruim vijf uur muziek kom ik tot meerdere conclusies. De eerste conclusie is dat het niveau op Tracks II: The Lost Albums, net als op het eerste deel van Tracks uit 1988, hoog ligt. De meeste songs die voorbij komen hadden niet misstaan op de albums die wel verschenen in de periode waarin de songs werden opgenomen, waardoor ik geen moment het idee heb ik dat ik naar een verzameling restjes aan het luisteren ben. Integendeel zelfs, want een flink aantal songs in de box-set zou ik graag inruilen voor tracks die de reguliere albums wel hebben gehaald. 

Met de kwaliteit van Tracks II is dus helemaal niets mis, maar echt heel veel nieuws hoor ik ook niet. Streets Of Philadelphia Sessions laat wel iets nieuws horen en dit vind ik dan ook het meest opvallende album in de lijvige box-set. Ook de filmsoundtrack Faithless en het countryalbum Somewhere North of Nashville voegen wat mij betreft iets toe aan het oeuvre van Springsteen, maar ik vind de toevoeging minder substantieel dan in het geval van Streets Of Philadelphia Sessions. Aan Bruce Springsteen als crooner moet ik nog even wennen, maar hij doet het absoluut verdienstelijk. Iniyo is misschien niet hele vernieuwend, maar dit is een album waar ik enorm gehecht aan begin te raken.

Om terug te komen op de zin waarmee ik deze recensies begon: “Lost albums” zijn dat meestal niet voor niets. Het ligt in het geval van Bruce Springsteen toch weer net wat anders. Voorlopig genoeg te luisteren dus, maar Springsteen heeft ook alweer een nieuw album aangekondigd en over een jaar of wat verschijnt ook nog Tracks III, dat wel weer zal bestaan uit een verzameling songs die gedurende de jaren zijn blijven liggen. Erwin Zijleman


Tracks II: The Lost albums van Bruce Springsteen is verkrijgbaar via de Mania webshop:


28 juni 2025

Review: Lorde - Virgin

Lorde leverde in 2021 met Solar Power een interessant maar ook net wat minder overtuigend album af, maar revancheert zich razend knap met Virgin, dat vooralsnog met afstand het beste popalbum van 2025 is
De Nieuw-Zeelandse muzikante Lorde is nog altijd pas 28 jaar oud, maar levert deze week met Virgin al haar vierde album af, bijna 12 jaar na het verschijnen van haar debuutalbum. Met Melodrama maakte ze in 2017 een van mijn favoriete popalbums aller tijden, maar dat niveau haalde ze niet op haar vorige album. Het is een niveau dat wel weer wordt gehaald op het deze week verschenen Virgin. Het is een album met de zo herkenbare stem van Lorde en haar al even herkenbare eigenzinnige popsongs. Virgin is ook in productioneel en muzikaal opzicht een hoogstaand album en het is een album dat vooralsnog alleen maar interessanter wordt. Wat een indrukwekkende zet weer van de Nieuw-Zeelandse popster.



Ella Marija Lani Yelich-O'Connor was pas 16 jaar oud toen ze in 2013 haar debuutalbum Pure Heroine uitbracht onder de naam Lorde. De Nieuw-Zeelandse muzikante maakte direct indruk met een aantal geweldige en zeer aanstekelijke popsongs, maar het waren ook popsongs met een duidelijk eigen geluid. 

Ik vond Pure Heroine vooral een album met een aantal geweldige singles, maar met het in 2017 verschenen en door geweldenaar Jack Antonoff geproduceerde Melodrama leverde Lorde wat mij betreft een nagenoeg perfect popalbum af. Het is een popalbum dat ik schaar onder de beste popalbums van dit millennium en er verschenen er de afgelopen vijfentwintig jaar nogal wat. Het vervolgens in 2021 verschenen Solar Power was zeker geen slecht album, maar het wat meer ingetogen album was, zeker achteraf bezien, lang niet zo goed als Melodrama en dit ondanks een aantal geweldige muzikanten en wederom Jack Antonoff achter de knoppen. 

Sinds de aankondiging van Virgin, het vierde album van Lorde, ging het in eerste instantie alleen maar over de zogenaamd gewaagde of zelfs ongepaste cover van het album, maar ik zie nog steeds niet wat er gewaagd of ongepast is aan een röntgenfoto (de binnenhoes hadden we toen nog niet gezien, maar kom op, het is 2025). Sinds deze week kunnen we het gelukkig over de nieuwe songs van Lorde hebben en die zijn echt geweldig. Of Virgin uiteindelijk Melodrama gaat overtreffen durf ik nog niet te zeggen, maar het vierde album van Lorde komt in ieder geval akelig dicht in de buurt van het album uit 2017 en groeit nog wel even door. 

Voor de productie deed Lorde dit keer een beroep op drie producers, onder wie Jim-E Stack, die nog niet de status heeft van Jack Antonoff, maar wel een van de producers was van het briljante Desire, I Want To Turn Into You van Caroline Polachek, en Daniel Nigro, de man achter Chappel Roan en Olivia Rodrigo en ook betrokken bij het genoemde album van Caroline Polachek. Ze tekenen voor een productioneel hoogstandje.

Vergeleken met Solar Power schuift Virgin weer wat op richting elektronisch ingekleurde en soms zwaar aangezette popsongs. Toch blijft Virgin ver weg van de wat eendimensionale popalbums van het moment. Net als bijvoorbeeld Billie Eilish, met wie Lorde bijna de achternaam deelt, schakelt Lorde makkelijk tussen met veel elektronica ingekleurde en uptempo songs en wat subtieler klinkende songs waarin gas wordt teruggenomen. 

Net als Billie Eilish slaagt Lorde er bovendien in om een uit duizenden herkenbaar geluid te creëren. Dat doet de Nieuw-Zeelandse muzikante met haar stem, maar ook met haar songs, die zonder uitzondering aanstekelijk zijn, maar ook overlopen van avontuur en verrassing. In muzikaal opzicht staat het allemaal als een huis en slaagt Lorde er in om iedere track weer net wat anders en vaak ook verrassend ruw te klinken, maar ook de karakteristieke zang van Lorde is fantastisch op Virgin en hetzelfde geldt voor haar persoonlijke teksten. 

We wisten natuurlijk al dat Lorde in staat is om een kwalitatief hoogstaand popalbum te maken, want dat deed ze op hele jonge leeftijd al eens met Melodrama. Toch ging ik er op voorhand niet van uit dat de Nieuw-Zeelandse muzikante het nog een keer zou flikken, maar na Virgin meerdere keren gehoord te hebben kan ik alleen maar concluderen dat Lorde voorlopig met afstand het beste popalbum van 2025 heeft gemaakt en ik denk eerlijk gezegd niet dat iemand hier in dit genre nog overheen gaat dit jaar. Erwin Zijleman


Virgin van Lorde is verkrijgbaar via de Mania webshop:


27 juni 2025

Review: Jess Kerber - From Way Down Here

Helaas heeft bijna niemand het door, maar de Amerikaanse muzikante Jess Kerber heeft met het deze week verschenen From Way Down Here echt een wonderschoon debuutalbum afgeleverd, dat je moet horen
Jess Kerber uit Nashville, Tennessee, genoot haar opleiding aan het prestigieuze Berklee College of Music in Boston en ze kent bovendien haar klassiekers. Het is allebei te horen op haar debuutalbum From Way Down Here dat in alle opzichten kwaliteit ademt en af en toe flarden uit het verleden laat horen. Jess Kerber geeft een aantal van haar songs echter ook een bijzondere twist mee, wat van haar debuutalbum een onderscheidend album maakt. Dat onderscheidende karakter wordt nog wat versterkt door de bijzonder smaakvolle muziek op het album en zeker ook door de prachtige stem van Jess Kerber, die wat mij betreft een zeer memorabel debuutalbum heeft afgeleverd.



De muziekindustrie draait in Nashville, Tennessee, nog altijd op volle toeren, waardoor er iedere week kan worden gekozen uit meerdere prima albums. Ik beperkt me over het algemeen tot albums van vrouwelijke singer-songwriters, maar ook dan is er nog meer dan genoeg te kiezen. Probeer dus maar eens op te vallen in het enorme aanbod van het moment en dat lukt veel uitstekende muzikanten helaas niet. 

Ook het vorige week verschenen debuutalbum van de uit Nashville, Tennessee, afkomstige Jess Kerber stond tot dusver nog niet heel nadrukkelijk in de spotlights en dat is wat mij betreft jammer. De Amerikaanse muzikante, die overigens werd geboren in Louisiana, weet zich in de openingstrack van From Way Down Here te onderscheiden met een mooie en karakteristieke stem en doet dat in een aantal tracks die volgen ook nog met de inkleuring van haar songs. 

Laat ik bij de stem van Jess Kerber beginnen. Het is een mooie en warme stem, maar het is ook een stem met een ruw en emotioneel randje, die er voor zorgt dat haar debuutalbum direct de aandacht trekt. Het is een stem die anders klinkt dan de meeste andere stemmen in Nashville en het is een stem die mij echt heel goed bevalt. Het is bovendien een stem die niet direct lijkt op de stemmen die ik al ken, waardoor From Way Down Here direct mijn aandacht trok. 

Dat blijft Jess Kerber een album lang doen met haar stem, die soms flink expressief klinkt, maar die ook meer ingehouden kan klinken. De stem van de Amerikaanse muzikante wordt in de openingstrack van haar debuutalbum begeleidt door mooie klanken, die de track deels richting country en deels richting folk sturen. Jess Kerber had wat mij betreft nog negen van dit soort tracks op haar debuutalbum mogen zetten, maar dat heeft ze niet gedaan. 

De openingstrack van From Way Down Here past op zich prima in Nashville, maar in de tweede track op het album slaat de Amerikaanse muzikante een andere weg in. Het is een track die in eerste instantie neigt naar folktronica of in ieder geval folkpop, maar het is ook een track die langzaam maar zeker wordt voorzien van een steeds net wat spannender indie geluid. Het klinkt opeens totaal anders dan de andere muziek die momenteel in de Amerikaanse muziekhoofdstad wordt gemaakt en dat siert Jess Kerber. 

Door de eerste twee tracks op het album was ik eigenlijk al verkocht, maar de muzikante uit Nashville houdt het hoge niveau makkelijk een heel album vast. Ze blijft meestal wat dichter bij de folk en country die we kennen uit haar thuisbasis, maar door de bijzondere stem en de zeer smaakvolle klanken is From Way Down Here toch een wat atypisch album in het genre, zeker wanneer Jess Kerber plotseling toch weer buiten de lijntjes kleurt. 

Het is een album dat ik direct bij eerste beluistering prachtig vond, maar hoe vaker ik naar het debuutalbum van Jess Kerber luister hoe meer ik onder de indruk raak van haar songs, van de bijzonder smaakvolle instrumentatie en van haar emotievolle en bijzondere zang. 

Jess Kerber verdient alle lof voor dit fraaie debuutalbum, maar ook Will Orchard verdient krediet, want hij tekende voor een groot deel van de instrumentatie en de productie van het album, dat af en toe ook wel wat heeft van albums die in de jaren 70 werden gemaakt in het genre. Echt een aanrader dit debuutalbum dat helaas wat tussen wal en schip dreigt te vallen. Dat mag wat mij betreft niet gebeuren. Erwin Zijleman

De muziek van Jess Kerber is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://jesskerber.bandcamp.com/album/from-way-down-here.



26 juni 2025

Review: U.S. Girls - Scratch It

Voor Scratch It vertrok Meg Remy, de vrouw achter U.S. Girls, naar Nashville om een album op te nemen met veel meer invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek, zonder het unieke U.S. Girls geluid te verliezen
Ik heb tot dusver lang niet alle albums van US. Girls opgepikt, maar als ik dat doe en de tijd neem voor het album ben ik over het algemeen zeer te spreken over de muziek van het project van Meg Remy uit Toronto. Ik moest heel even wennen aan het deze week verschenen Scratch It, maar raak steeds meer gehecht aan dit album. Het is een album dat werd opgenomen in Nashville en niet in Toronto, de thuisbasis van Meg Remy, en dat hoor je. Invloeden uit de Amerikaanse rootsmuziek uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten spelen een voorname rol op het album, maar het blijft toch ook onmiskenbaar U.S. Girl, dat werkt aan een fascinerend oeuvre.



U.S. Girls, het project van de Amerikaanse maar tegenwoordig in het Canadese Toronto woonachtige muzikante Meg Remy, strooit naar mijn gevoel met albums. Dat valt op zich wel mee, want na 17 jaar staat de teller als ik goed tel op negen studioalbums en een live-album, wat ver weg blijft van bands die meerdere albums per jaar uitbrengen, want die zijn er ook. 

Op een of andere manier associeer ik U.S. Girls echter toch met veel of zelfs net wat teveel. Het zal dus niet aan het aantal albums liggen, maar aan iets anders. Ik had het gevoel ook weer bij beluistering van het deze week verschenen Scratch It. De songs van de Amerikaanse muzikante zijn voorzien van een behoorlijk vol geluid, Meg Remy heeft flink wat tekst en springt ook nog eens makkelijk van genre naar genre. Er gebeurt dus van alles en dat kan wel eens teveel zijn. 

Wanneer ik terugkijk op mijn persoonlijke relatie met de muziek van U.S. Girls kan ik concluderen dat ik een enkele keer wel heel enthousiast was over de albums van het project van Meg Remy, maar dat ik verreweg de meeste albums heb laten liggen. Ik denk wel dat ik vrijwel alle albums van U.S. Girls heb beluisterd, zeker omdat de muziek van Meg Remy vrijwel altijd kan rekenen op zeer positieve recensies, met name in de Amerikaanse muziekmedia. 

Ik weet nu ook waar het mis gaat, want bij eerste beluistering van Scratch It was ik wederom niet zo heel enthousiast. Ik hoor de kwaliteit die afdruipt van de songs van de Amerikaanse muzikante en ik hoor ook de kwaliteit in de muziek en de zang, maar op een of andere manier vind ik het zo overweldigend dat het niet blijft hangen. De oplossing is eenvoudig. Luister een paar keer naar de muziek van U.S. Girls en alles valt op zijn plek. 

Ook Scratch It is weer een album dat rijk is ingekleurd, waarna de stem van Meg Remy alle open ruimte opvult, maar de muziek van U.S. Girls kan ook wel degelijk subtiel zijn. Het verhaal achter het nieuwe album van U.S. Girls is mooi. Meg Remy werd uitgenodigd voor een festival in het zuiden van de Verenigde Staten, ver weg van haar thuisbasis Toronto, maar had eigenlijk geen band. Ze benaderde Dillon Watson, een bevriende muzikant uit Nashville, die snel een band samenstelde. 

Over het festival weet ik niet zo veel, maar in Nashville, Tennessee, nam Meg Remy samen met Dillon Watson en de door hem gerekruteerde muzikanten in slechts een paar dage Scratch It op. Dat het album snel werd opgenomen hoor je in het af en toe wat ruwe geluid, al klinkt het zeker niet als een lo-fi album. 

De muziek van U.S. Girls kon in het verleden alle kanten op, al zat er altijd flink wat pop in de songs van Meg Remy. Scratch It werd zoals gezegd opgenomen in Nashville met muzikanten die vooral thuis zijn in de Amerikaanse rootsmuziek en dat is te horen. Het album ademt de sfeer van het diepe zuiden van de Verenigde Staten en bevat een heerlijke dosis soul uit deze contreien. 

Het past verrassend goed bij de stem van Meg Remy die naarmate het album vordert steeds beter gaat zingen. Het opent allemaal misschien wat vol, maar ook in muzikaal opzicht wordt Scratch It steeds subtieler. De Amerikaanse muziekcritici zijn wederom lyrisch en hoe vaker ik naar Scratch It luister, hoe beter ik dat begrijp. Ik vind het vaak even doorbijten bij U.S. Girls, maar de beloning is dit keer zeker de moeite waard. Erwin Zijleman

De muziek van U.S. Girls is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikante: https://usgirls.bandcamp.com/album/scratch-it.


Scratch It van U.S. Girls is verkrijgbaar via de Mania webshop:



25 juni 2025

Review: Ganavya - Nilam

Ganavya is een geschoolde muzikante uit India, die de afgelopen jaren flink wat aandacht trok met haar jazzalbums, maar op het vorige maand verschenen Nilam ook haar Indiase culturele wortels verkent
Via een artikel over haar vorige album, het wereldwijd bejubelde Daughter Of A Temple, kwam ik uit bij het nieuwe album van Ganavya. Het is een album waarin ik flink moest wennen omdat zowel de invloeden uit de Indiase muziek als de invloeden uit de ambient die op het album te horen zijn buiten mijn muzikale comfort zone liggen. Dat ligt ook de zang op het album, maar eenmaal gewend aan Nilam vind ik het bijzonder en zeer sfeervol album. Het is een album dat een bijna serene sfeer creëert, maar in de muziek van Ganavya, die op Nilam samenwerkt met Nils Frahm, valt veel moois te ontdekken, als je maar opent staat voor de bijzondere muzikale wereld van de Indiase muzikante.



Ik las pas een mooi verhaal over het album Daughter Of A Temple van Ganavya. Het maakte me nieuwsgierig naar het album, maar het was me uiteindelijk toch net wat te jazzy en te experimenteel. Ik kwam vervolgens wel haar album Nilam tegen, dat vorige maand is verschenen en dat veel minder aandacht heeft gekregen dan het in opvallend brede kring geprezen Daughter Of A Temple, dat zelfs flink wat jaarlijstjes haalde. 

Ganavya werd geboren in New York, maar groeide op de Indiase provincie Tamil Nadu, waar ze uitgebreid kennis maakte met de Tamil cultuur, die zich uitstrekt over een deel van het zuiden van India en het er onder gelegen Sri Lanka. Het is de muziek uit de Tamil cultuur die centraal staat op het ruim dertig minuten durende Nilam. Het werpt waarschijnlijk een wat hogere drempel op dan de jazzalbums die Ganavya maakt, maar als je even de tijd neemt voor het album valt er veel moois te ontdekken op Nilam. 

Ganavya beperkt zich op haar nieuwste album overigens zeker niet met de muziek waarmee ze opgroeide in Tamil Nadu, maar verwerkt ook invloeden uit de jazz die ze de afgelopen jaren maakte, zij het op bescheiden wijze. Nilam klinkt misschien voor een belangrijk deel als een album dat in het zuiden van India werd gemaakt, maar dat is niet het geval. Voor de productie van Nilam deed Ganavya ook een beroep op Nils Frahm, die haar naar zijn studio in Berlijn haalde. 

Nils Frahm coproduceerde Nilam, maar droeg ook bij aan de muziek en dat hoor je in de vaak wat atmosferische en ambient achtige klanken op het album. Het zijn klanken die opvallend mooi blenden met de zang van Ganavya, die wel dicht bij de muziek uit de Tamil cultuur blijft. 

Ik deed ooit een stage op Sri Lanka en sta sindsdien meer open voor de muziek zoals die in de Tamil cultuur wordt gemaakt, maar het is geen muziek waar ik met grote regelmaat naar luister. Ook Nilam is geen album dat ik met hele grote regelmaat zal beluisteren, maar ik ben toch aangenaam verrast door het album. Door de taal en de zang is het geen heel toegankelijk album, maar op een of andere manier dringt Nilam zich toch makkelijk op. 

Dat is voor een belangrijk deel de verdienste van de muziek, die aan de ene kant misschien wat zweverig en mysterieus klinkt, maar die ook beeldend, rustgevend en bezwerend is. Het doet vanwege de onderliggende muziek uit Azië wel wat in het verlengde van de wonderschone muziek van Arooj Aftab, al moeten we invloeden uit Pakistan en India niet te makkelijk op één hoop gooien. 

Net als de muziek van Arooj Aftab klinkt het album van Ganavya als muziek uit een andere wereld en het is muziek die de fantasie stevig prikkelt. Het is muziek die pas echt tot leven komt wanneer je Nilam beluistert met de koptelefoon of in ieder geval met volledige aandacht. Dan hoor je hoe mooi en gedetailleerd de muziek is en hoe trefzeker de zang van Ganavya. 

Door het effect dat Nilam op me heeft ben ik ook weer gaan luisteren naar de meer jazz georiënteerde albums van Ganavya en ook die beginnen me steeds beter te bevallen, al is het muziek die nog wat verder buiten mijn comfort zone ligt dan het prachtige Nilam, dat me echter langzaam maar zeker steeds dierbaarder wordt, zeker wanneer ik er wat later op de avond naar luister. Erwin Zijleman

De muziek van Ganavya is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Indiase muzikante: https://ganavya.bandcamp.com/album/nilam-2.


Nilam van Ganvya is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Little Mazarn - Mustang Island

De Texaanse band Little Mazarn maakte drie jaar geleden al een geweldig album, maar het deze week verschenen Mustang Island is nog een stuk beter en verrast met een fascinerende combinatie van stijlen
Bij vluchtige beluistering lijkt Little Mazarn misschien de zoveelste band die zich laat inspireren door de Appalachen folk uit vervlogen tijden, maar de band uit Austin, Texas, is zeker niet blijven steken in het verleden. Invloeden uit oude folk worden immers op subtiele en soms net wat minder subtiele wijze gecombineerd met invloeden uit het heden. In muzikaal opzicht is Mustang Island een spannend album, wat een wonderschoon album wordt door de prachtige stem van Lindsey Verrill. Het is misschien even wennen aan het bijzondere geluid van Little Mazarn, maar als de Texaanse band je eenmaal te pakken heeft wordt hun nieuwe album alleen maar indrukwekkender.



De naam Little Mazarn kwam me bij het bestuderen van de lijsten met de nieuwe albums van deze week wel enigszins bekend voor, maar ook niet meer dan dat. Het archief van de krenten uit de pop bood gelukkig uitkomst, want in de herfst van 2022 besprak ik Texas River Song, het tweede album van wat toen nog een duo uit Texas was. 

Ik was er destijds behoorlijk positief over en dat begreep ik direct toen ik het album vorige week weer beluisterde, want Texas River Song van Little Mazarn is een bijzonder album. Het is een album dat begint bij de Appalachen folk uit het begin van de vorige eeuw en hier ook een tijdje blijft steken, maar Lindsey Verrill en Jeff Johnston slepen de folk van weleer op Texas River Song ook op subtiele wijze het heden in door allerlei subtiele accenten toe te voegen aan hun songs. 

Toen ik Texas River Song vorige week beluisterde was ik nog veel meer onder de indruk van het album dan bijna drie jaar geleden en was ik erg benieuwd naar het nieuwe album van de band uit Austin, Texas. Ik ben inmiddels aardig in de ban van Mustang Island, want op haar derde album heeft Little Mazarn het geluid van haar vorige album geperfectioneerd. 

Ook op Mustang Island beginnen Lindsey Verrill en Jeff Johnston, die volgens hun bandcamp pagina inmiddels Carolina Chauffe hebben toegevoegd als vast bandlid, bij de folk die lang geleden werd gemaakt in de Appalachen, toch redelijk ver verwijderd van Texas. Maar waar de band op het vorige album nog een tijd bleef hangen in de Appalachen folk van weleer, schuift het drietal nu vrij snel op richting het heden. 

Het levert fascinerende muziek op die zowel traditioneel als modern klinkt. Dat hoor je het best in de titeltrack die alle kanten op schiet en je van een spaghetti western meeneemt naar iets dat in de jaren 80 in het hokje new wave had gepast. In muzikaal opzicht klinkt Mustang Island een stuk voller dan Texas River Song. 

Op het vorige album waren de accenten die de songs van de band buiten de kaders van de folk sleepten nog behoorlijk subtiel, maar op Mustang Island zijn de synths en andere toegevoegde instrumenten soms een stuk zwaarder aangezet, al kan Little Mazarn ook uit de voeten met rustgevende en ambient achtige klanken. Het zijn klanken die een eigen karakter krijgen door de zingende zaag van Jeff Johnston, die de muziek op het album iets magisch geeft. 

Nog veel meer magie komt er van de prachtige stem van Lindsey Verrill, die nog een stuk mooier zingt dan op het vorige album en hier en daar fraai wordt ondersteund (ik vermoed door Caroline Chauffe, maar de credits die ik kan vinden zijn helaas wat onduidelijk). Het tilt het nieuwe album van Little Mazarn nog een flink stuk verder op wat mij betreft.

Mustang Island is een album dat heerlijk rustig voortkabbelt met mooie folky songs en prachtige zang, maar luister net wat beter en je hoort muziek vol bijzondere details. Heel af en toe doet het me wat aan The Handsome Family denken, maar meer dan een vluchtige associatie is het niet. 

Texas River Song kreeg drie jaar geleden niet heel veel aandacht en dat is vooralsnog niet anders voor het nieuwe album, maar ik zou iedereen met een hart voor bijzondere Amerikaanse rootsmuziek adviseren om hier eens naar te luisteren. Little Mazarn slaagt er op Mustang Island in om een bijzonder eigen geluid te creëren en het is een in alle opzichten prachtig geluid. Erwin Zijleman

De muziek van Little Mazarn is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://littlemazarn.bandcamp.com/album/mustang-island.


Mustang Island van Little Mazarn is verkrijgbaar via de Mania webshop:



24 juni 2025

Review: James McMurtry - The Black Dog And The Wandering Boy

De Texaanse muzikant James McMurtry maakt al sinds de late jaren 80 albums, maar lijkt alleen maar beter te worden, zoals is te horen op het deze week verschenen en echt prachtige The Black Dog And The Wandering Boy
Ik ontdekte James McMurtry twintig jaar geleden, toen de Amerikaanse muzikant al heel wat jaren meedraaide, maar sindsdien ben ik fan. De albums van de muzikant uit Austin lijken alleen maar beter te worden, want in 2021 leverde James McMurtry met The Horses And The Hounds zijn beste album tot dusver af. De goede vorm van dat album heeft hij behouden op het deze week verschenen The Black Dog And The Wandering Boy, Het is een typisch James McMurtry album dat in eerste instantie misschien vooral degelijk klinkt, maar waarop de Texaanse muzikant weer een hoog niveau aantikt met uitstekende songs waarin hij wederom prachtige verhalen vertelt. Topalbum van een topmuzikant.


De Amerikaanse muzikant James McMurtry, zoon van de zeer succesvolle en in 2021 overleden schrijver Larry McMurtry, bracht zijn debuutalbum uit aan het eind van de jaren 80, maakte vervolgens vier albums in de jaren 90 en drie albums in het eerste decennium van het huidige millennium. Heel actief is de Amerikaanse muzikant dus niet en het is er de afgelopen twee decennia zeker niet beter op geworden. 

Ik ken James McMurtry zelf overigens pas sinds het in 2005 uitgebrachte Childish Things, dat ik net als het in 2008 verschenen Just Us Kids nog altijd een uitstekend album vind. De afgelopen vijftien jaar is de Texaanse muzikant nog een stuk minder productief, maar dat is zeker niet ten koste gegaan van de kwaliteit. Complicated Game uit 2015 en The Horses And The Hounds uit 2021 vind ik persoonlijk de twee beste albums van James McMurtry, waardoor ik met hele hoge verwachtingen begon aan zijn deze week verschenen nieuwe album. 

Ook The Black Dog And The Wandering Boy heeft me weer niet teleurgesteld en laat horen dat James McMurtry nog altijd behoort tot de betere singer-songwriters binnen de Amerikaanse rootsmuziek van het moment. Ook The Black Dog And The Wandering Boy blinkt weer uit door de geweldige teksten van de Texaanse muzikant. James McMurtry vertelt ook op zijn nieuwe album weer mooie en indringende verhalen die soms heel persoonlijk zijn maar soms ook meer politiek getint zijn. 

Het zijn verhalen zoals ook Bruce Springsteen die kan vertellen, maar denk ook aan een ons inmiddels ontvallen grootheid als John Prine. Het zijn verhalen die worden verteld door een inmiddels fraai doorleefd klinkende stem, die de verhalen voorziet van gevoel en urgentie. 

James McMurtry werkte in een ver verleden al eens met producer Don Dixon, die terugkeert op The Black Dog And The Wandering Boy. De legendarische muzikant en producer drukt niet nadrukkelijk zijn stempel op het album, maar het klinkt allemaal prima. Veel meer heeft James McMurtry ook niet nodig en persoonlijk vind ik de zang en de muziek van de Amerikaanse muzikant het best tot zijn recht komen in een niet al te geproduceerd geluid. 

James McMurtry werkt al langere tijd met een aantal prima muzikanten en ook The Black Dog And The Wandering Boy klinkt weer hecht en geïnspireerd. De muzikant uit Austin schuwt het wat stevigere werk niet, maar kan ook op fraaie wijze gas terug nemen. In het geluid op The Black Dog And The Wandering Boy domineren de gitaren, maar ook de fraaie achtergrondzang van oudgediende Betty Soo en het fraaie banjospel, waarvoor in een van de tracks Sarah Jarosz opduikt, spreken zeer tot de verbeelding. 

James McMurtry heeft ook voor The Black Dog And The Wandering Boy weer een aantal fantastische songs geschreven, maar hij kan ook goed uit de voeten met het werk van anderen, wat hij laat horen in de songs van Jon Dee Graham en Kris Kristofferson, die ook een plekje hebben gekregen op het album.

Ik vind het altijd lastig om uit te leggen wat nu zo goed is aan de albums van James McMurtry, want op het eerste gehoor klinkt het misschien vooral degelijk. Het goede zit hem misschien niet per se in de verschillende ingrediënten (al zijn de teksten echt geweldig), maar in de som van de verschillende delen. Het is een som die steeds wat hoger uitvalt, want net als de vorige albums van de Amerikaanse muzikant is ook The Black Dog And The Wandering Boy een echt groeialbum. Erwin Zijleman

De muziek van James McMurtry is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://jamesmcmurtry.bandcamp.com/album/the-black-dog-and-the-wandering-boy.


The Black Dog And The Wandering Boy van James McMurtry is verkrijgbaar via de Mania webshop: