17 november 2025

Review: Wyldest - The Universe Is Loading

De Britse muzikante Zoë Mead timmert inmiddels als vier albums aan de weg met haar band Wyldest en het deze week verschenen The Universe Is Loading is wat mij betreft de mooiste en meest memorabele van het stel
Luister naar het vierde album van de Britse band Wyldest en je hoort in eerste instantie een wat zweverige luistertrip met beeldende klanken en zachte vocalen. Aangenaam, maar ook wat ongrijpbaar, tot het moment komt waarop je de schoonheid van de songs van de band van de Britse muzikante Zoë Mead hoort. Wyldest komt niet uit de lucht vallen, want de vorige albums van de band uit Londen waren ook absoluut de moeite waard, maar op The Universe Is Loading valt alles nog wat beter op zijn plek. Wyldest combineert invloeden uit de 90s dreampop met een vleugje 80s doom, maar geeft een fraaie eigen draai aan de invloeden uit het verleden en betovert ook nog eens met de stem van Zoë Mead.



Ook deze week vroeg ik me bij het zien van de naam Wyldest weer af of het voor mij nou een bekende naam was of niet. Dat is best bijzonder, want ik was op deze site behoorlijk positief over Monthly Friend en Feed The Flowers Nightmares, het tweede en derde album van de band rond de Britse muzikante Wyldest Zoë Mead. 

De muziek van Wyldest wordt op de Amerikaanse muziekwebsite AllMusic.com fraai omschreven met de volgende oneliner: “Singer, songwriter, composer, and producer Zoë Mead bridges the gap between Kate Bush and Beach House”. Zelf hoorde ik op het in de zomer van 2021 verschenen Monthly Friend vooral invloeden uit de indiepop van dat moment, maar ik hoorde ook zeker invloeden uit de jaren 80. Ik hoorde meer Phoebe Bridgers dan Beach House en eerlijk gezegd niet zoveel van Kate Bush, maar het tweede album van Wyldest was wel een album dat naar meer smaakte, al was het maar vanwege de aangename stem van Zoë Mead en haar sprankelende songs. 

Op het in de herfst van 2022 verschenen Feed The Flowers Nightmares klonk het geluid van Wyldest beeldender en donkerder en hoorde ik wat meer invloeden uit de dreampop, maar het was wederom een prima album. De vorige albums van de Britse band hebben er misschien niet voor gezorgd dat de naam van Wyldest bij mij voorgoed was opgeslagen in het geheugen, maar ik heb het idee dat dit gaat veranderen met de komst van het vierde album van de band rond Zoë Mead. 

De Britse muzikante werkt op The Universe Is Loading wederom samen met Lucci Rossi, die ook in de band Idlewild speelt, maar ze hield ook dit keer de meeste touwtjes zelf in handen. Het vierde album van Wyldest ligt in het verlengde van Feed The Flowers Nightmares, maar ik hoor ook zeker echo’s van Monthly Friend. Ook The Universe Is Loading heeft zich laten inspireren door de dreampop uit de jaren 90, maar ik hoor ook zeker invloeden uit de popmuziek die in de jaren 80 werd gemaakt. 

Centraal staat ook dit keer de mooie en zeer aangename stem van Zoë Mead. De Britse muzikante zingt redelijk ingehouden en zacht, maar haar stem houdt zich verrassend makkelijk staande in het bij vlagen stevig aangezette klankentapijt, dat zowel met gitaren als met synths is gevuld en soms een vleugje 80s doom bevat. 

Zoë Mead varieert dit keer flink, want een uptempo song met galmende gitaren en dikke wolken synths wordt moeiteloos gevolgd door een juist zeer subtiel ingekleurde en ingetogen song. The Universe Is Loading laat zich hierdoor nog minder makkelijk in een hokje duwen dan zijn voorgangers, maar dit maakt de muziek van Wyldest alleen maar interessanter. 

Net als op het vorige album maakt Zoë Mead ook op het nieuwe album van haar band beeldende muziek. Deze is het mooist wanneer de wolken synths breed uitwaaien en de stem van de Britse muzikante het voortouw neemt, wat in veel songs op The Universe Is Loading het geval is. 

Het knappe van het nieuwe album van Wyldest is dat de songs aangenaam zweverig klinken en de fantasie flink prikkelen, maar Zoë Mead schotelt je op haar nieuwe album ook een aantal wonderschone popsongs voor die verrassend makkelijk blijven hangen. Het wordt daarom tijd dat ik de naam van Wyldest nu eens ga onthouden, want ook het vierde album van de band is prachtig. Erwin Zijleman

De muziek van Wyldest is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Britse band: https://wyldest.bandcamp.com/album/the-universe-is-loading.





16 november 2025

Review: The Rolling Stones - Black And Blue, Deluxe Edition (1976)

Bijna vijftig jaar geleden verscheen Black And Blue, een wat onderschat album van The Rolling Stones, dat wel degelijk moet worden gerekend tot het stapeltje met de betere albums van de Britse band
Black And Blue was voor mij tot voor kort een blinde vlek. Ik ken de albums ervoor en de albums erna, maar naar Black And Blue had ik nog nooit geluisterd. Het album is deze week verschenen in een luxe uitgave. De luxe editie van Black And Blue bevat een aantal bonus tracks met de andere gitaristen die de band uitprobeerde naast Ron Wood en werkelijk geweldig livemateriaal, maar het draait om het originele album, dat van een nieuwe mix is voorzien door niemand minder dan Steven Wilson. Black And Blue is een typisch Rolling Stones album, maar het is ook een album waarop de band nieuwe wegen verkent. Het was voor mij een onbekend album, maar vanaf nu een favoriet album van de band.



Ik ben thuis eerder opgevoed met de muziek van The Beatles dan met de muziek van The Rolling Stones en ook toen ik zelf muziek ging ontdekken ging mijn voorkeur in eerste instantie uit naar de muziek van The Beatles, wiens oeuvre ik al vrij snel kende. Mijn eerste kennismaking met de muziek van The Stones stamt uit 1978 toen het uitstekende Some Girls verscheen. 

Na Some Girls pikte ik ook Emotional Rescue uit 1980 nog op, maar hierna begon ik aan een ontdekkingstocht naar het verleden van de roemruchte Britse band. Hierbij richtte ik me op alles dat de band tussen 1966 (Aftermath) en 1974 (It’s Only Rock ’n Roll) uitbracht. Het leverde me favoriete Stones albums als Their Satanic Majesties Request, Beggars Banquet, Let It Bleed, Get Yer Ya-Ya's Out!, Sticky Fingers, en Exile On Main St. op. 

Er is precies één album dat wat tussen wal en schip viel en dat album is deze week opnieuw uitgebracht. Dat gebeurt op een enigszins onlogisch moment, want het album Black And Blue viert pas komend voorjaar de vijftigste verjaardag. Black And Blue werd opgenomen in voor de band roerige tijden. De twee albums die volgden op Exile On Main St., Goat Heads Soup en It’s Only Rock ’n Roll, werden niet zo goed ontvangen als de serie albums die er aan vooraf ging en tot overmaat van ramp keerde ook gitarist Mick Taylor de band de rug toe. 

De sessies die uiteindelijk zouden leiden tot Black And Blue waren ook sessies waarmee de band een nieuwe gitarist naast Keith Richards probeerde te vinden. Harvey Mandel, Wayne Perkins, Jeff Beck, Robert A. Johnson en Ron Wood probeerden het allemaal, maar laatstgenoemde, kreeg uiteindelijk de felbegeerde baan, nadat hij in 1975 ook al op het podium had gestaan met de band. 

Ik had Black And Blue nog nooit volledig beluisterd en kende op voorhand eigenlijk maar drie songs van het album: Cherry Oh Baby, Hot Stuff en Fool To Cry. De eerste vind ik niks, de middelste zozo en de laatste prachtig, maar de rest van Black And Blue was op zijn minst redelijk nieuw voor mij. 

Het album is niet in de geschiedenisboeken terecht gekomen als een van de betere albums van The Rolling Stones, maar Black And Blue bevalt me eigenlijk verrassend goed. Op Black And Blue klinken de wat stevigere songs nog vol vuur en zijn de ballads ijzersterk. Black And Blue klinkt nog deels als de albums die de band aan het begin van de jaren 70 maakte, maar je hoort ook al de impulsen uit onder andere de funk die op Some Girls en Emotional Rescue verder zouden worden uitgewerkt. 

De nieuwe mix van Steven Wilson klinkt werkelijk fantastisch en uiteraard is er ook veel bonusmateriaal. Zo zijn er opnames uit de sessies waarin onder andere Jeff Beck is te horen als gitarist, maar de kers op de taart vind ik de liveopnamen uit 1976. Ik zag de Stones zelf pas in de jaren 80 voor het eerst, maar in 1976 was de band echt veel beter. Met name het gitaarwerk is heerlijk, maar Mick Jagger is ook nog uitstekend bij stem. 

Ondanks het geweldige livemateriaal en de waardevolle bonustracks is het originele album voor mij het meest waardevol. Black And Blue was bij mij tussen wal en schip gevallen, maar ik voeg het album alsnog toe aan het lijstje met mijn favoriete albums van de legendarische Britse band. Erwin Zijleman

Review: Arooj Aftab & Metropole Orkest, Amare, Den Haag, 15 november 2025

Over sommige concerten word ik werkelijk bestookt met e-mails en berichten op de sociale media, maar over de concerten die de Pakistaanse muzikante Arooj Aftab de afgelopen tijd heeft gegeven met het Metropole Orkest had ik helemaal niets gehoord. Best bijzonder, want ik heb op de krenten uit de pop heel veel aandacht besteed aan de wonderschone albums die ze de afgelopen jaren heeft uitgebracht en het zijn albums die me zeer dierbaar zijn.

Soms moet je een beetje geluk hebben. Gisterenochtend las ik  bij toeval iets over het laatste concert in de reeks, diezelfde avond in Amare in Den Haag, en er bleken nog een paar vrijgevallen kaarten beschikbaar op een hele mooie plek. En zo veranderde een niet heel bijzondere en wat regenachtige zaterdagavond toch nog in een memorabele zaterdagavond.

Den Haag speelt geen enkele rol in mijn concertbezoeken, die zich vooral op Amsterdam en Utrecht richten, maar Amare is echt een prachtige zaal met een uitstekende akoestiek. Het podium van de zaal was voor de gelegenheid flink volgepakt met het Metropole Orkest, die nog een plekje vrij hadden gehouden voor een paar muzikanten van Arooj Aftab. Voor op het podium was de centrale plek voor de dirigent van het Metropole Orkest, de zeer talentvolle Jules Buckley, maar uiteraard was er ook plaats voor Arooj Aftab, die getooid met een zonnebril het podium betrad.

Direct vanaf de eerste noten werd duidelijk dat de songs van de Pakistaanse muzikante zich uitstekend lenen voor de rijk georkestreerde arrangementen van het Metropole Orkest. Het subtiel spelende orkest sloot prachtig aan bij de wat mysterieuze sfeer van de songs van Arooj Aftab, die in het Urdu zingt, en de klanken van het orkest bleken ook prima te passen bij de bijzondere stem van de Pakistaanse muzikante.

De setlist opende met een aantal tracks van Vulture Prince, maar schakelde halverwege over op het net wat anders en wat minder donker klinkende Night Reign. De muziek, met volop ruimte voor solerende orkestleden, was prachtig en ook de stem van Arooj Aftab klonk in Amara bedwelmend mooi. De songs zijn, mede door de teksten in het Urdu, behoorlijk ongrijpbaar, maar ik kon alleen maar ademloos luisteren naar Arooj Aftab en het prachtige Metropole Orkest.

De Pakistaanse muzikante was, op de laatste avond van de tour, zeer ontspannen, deelde whiskey uit aan het publiek en het orkest, nam er zelf een wijntje bij, maar bleef ook betoveren met haar bijzondere songs en haar prachtige stem. Ik ben benieuwd hoe Arooj Aftab haar songs de volgende keer inkleurt, maar de samenwerking met een gerenommeerd Nederlands orkest was absoluut zeer geslaagde. Erwin Zijleman

Review: Celeste - Woman Of Faces

Bijna vijf jaar na haar terecht bewierookte debuutalbum keert de Brits-Jamaicaanse zangeres Celeste terug met een aardedonker en loodzwaar album, waarop ze nog altijd diepe indruk maakt als zangeres
Celeste verdween na het succes van haar debuutalbum net zo snel als ze gekomen was, maar deze week is er dan eindelijk haar tweede album. Woman Of Faces is een totaal ander album dan Not Your Muse bijna vijf jaar geleden. De songs zijn vrijwel zonder uitzondering ingetogen en indringend, met muziek die vooral bestaat uit piano en strijkers. De stem van Celeste is nog altijd mooi en bijzonder, maar klinkt een stuk ruwer en doorleefder dan op haar debuutalbum. Het is een donker album waarop Celeste afstand neemt van de popster die ze een paar jaar geleden was, maar ook Woman Faces is een album dat de superlatieven verdiend waarmee Not Your Muse aan het begin van 2021 werd overladen.



Helemaal aan het begin van 2021, in de eerste coronawinter, verscheen het debuutalbum van de in de Verenigde Staten geboren, maar in het Verenigd Koninkrijk opgegroeide zangeres Celeste, die zowel Brits als Jamaicaans bloed heeft. De Britse muziekpers was direct razend enthousiast over Not Your Muse en de uiterst positieve recensies stapelden zich op. 

Als ik mijn recensie van het album mag geloven worstelde ik zelf in eerste instantie flink met het album, dat ik bij de eerste kennismaking te glad en wat doorsnee vond. Het coronavirus tastte kennelijk niet alleen de smaak maar ook het gehoor aan, want als ik nu naar Not Your Muse luister, hoor ik direct vanaf de openingstrack een sensationeel goede zangeres. 

Natuurlijk duurde de luxe versie van Not Your Muse met 80 minuten muziek veel te lang, maar wat is er veel moois te horen op het debuutalbum van Celeste. Het is een album met zowel ingetogen en wat jazzy songs als juist wat meer uptempo en soulvolle popsongs, maar in alle songs op Not Your Muse maakt Celeste diepe indruk als zangeres. 

Celeste leek de afgelopen jaren van de aardbodem verdwenen, waardoor haar inmiddels al weer bijna vijf jaar oude debuutalbum helaas wat in de vergetelheid is geraakt. De Brits-Jamaicaanse muzikante kampte de afgelopen jaren met de nodige persoonlijke problemen, waaronder een gebroken hart en een depressie, waardoor het maken van muziek wat naar de achtergrond is verdwenen. 

Deze week keert ze gelukkig terug met haar tweede album, dat de afgelopen maanden al werd vooraf gegaan door enkele singles. Op de cover van Woman Of Faces ziet Celeste er een stuk doorleefder uit dan op de cover van haar debuutalbum, want de persoonlijke misère is haar niet in de koude kleren gaan zitten. 

Het doet me wel wat denken aan de covers van de eerste twee albums van Amy Winehouse, die in een paar jaar tijd van een gezond uitziende tiener veranderde in een lichamelijk wrak. De analogie blijft niet beperkt tot de covers van de albums, maar voor ik begin aan het nieuwe album van Celeste spreek ik alvast de hoop uit dat het met haar beter gaat aflopen dan met Amy Winehouse. 

Er zit niet alleen bijna vijf jaar tussen het debuutalbum van Celeste en haar deze week verschenen album, maar ook in muzikaal opzicht zijn de albums ver van elkaar verwijderd. Not Your Muse was in 2021, ondanks de variatie binnen de songs, te omschrijven als een fris en bij vlagen lichtvoetig popalbum met invloeden uit de jazz, soul en R&B. Woman Of Faces is niet alleen zwaardere kost, maar is ook een heftig album. 

Het is een album waarop Celeste de pop grotendeels aan de kant zet voor door piano en strijkers gedomineerde songs. Het klinkt allemaal behoorlijk donker en melancholisch en herinnert eerder aan soul- en jazzzangeressen uit het verre verleden dan aan popzangeressen van het moment. 

De muziek op Woman Of Faces klinkt behoorlijk dramatisch en weemoedig en dat wordt versterkt door de stem van Celeste. Ook op Woman Of Faces hoor ik een geweldige zangeres, maar de stem van de Brits-Jamaicaanse muzikante is in een paar jaar tijd wel heel veel jaren ouder geworden. Soms hoor ik wat van Nina Simone, soms van Amy Winehouse, maar Celeste heeft ook een eigen geluid, dat anders klinkt dan een paar jaar geleden, maar nog steeds bijzonder indrukwekkend is. Woman Of Faces is bij vlagen zware kost, maar het is ook een echt kippenvel album. Erwin Zijleman


Woman Of Faces van Celeste is verkrijgbaar via de Mania webshop:


15 november 2025

Review: Ed Harcourt - Orphic

De Britse muzikant Ed Harcourt staat inmiddels al 25 jaar garant voor kwaliteit en levert ook met zijn twaalfde album Orphic weer een album af dat niet onder doet voor de beste albums van het moment
Het blijft bijzonder hoe Ed Harcourt inmiddels al twaalf albums lang bijna vanzelfsprekend geweldige recensies krijgt, maar vervolgens maar moet afwachten of zijn albums iets gaan doen en of hij na het album nog wel een platencontract heeft. Ook het deze week verschenen Orphic is bijna geruisloos verschenen en is nog niet te vinden in de gemiddelde platenzaak. Het heeft niets te maken met de kwaliteit van het nieuwe album van de Britse muzikant, want die is hoog. Orphic is een typisch Ed Harcourt album, al klinkt het door de grote rol voor gitaren anders dan zijn meer piano georiënteerde albums. Twee dingen zijn niet veranderd. Ed Harcourt is nog altijd een geweldige songwriter en een uitstekende zanger. Topalbum weer.



Het is bijna op de dag af 25 jaar geleden dat ik voor het eerst kennis maakte met de muziek van de Britse muzikant Ed Harcourt. Op 13 november 2000 verscheen immers zijn eerste EP Maplewood, die stevig werd geprezen door het Britse muziektijdschrift Uncut. Ik hoorde van deze EP het werkelijk prachtige Whistle Of A Distant Train en ik was verkocht. Uncut voorspelde Ed Harcourt een prachtige toekomst en dat leek na zijn geweldige debuut EP een zekerheid. 

We zijn inmiddels 25 jaar verder. Ed Harcourt heeft inmiddels een imposant stapeltje albums op zijn naam staan, maakte soundtracks voor tv-series, was als gastmuzikant te horen op talloze albums, waaronder albums van Marianne Faithfull, Ron Sexsmith en Kathryn Williams en timmerde aan de weg als producer voor onder andere Kathryn Williams, Lissie en Kristina Train. 

Zijn albums kunnen bovendien stuk voor stuk rekenen op zeer positieve recensies, maar desondanks is Ed Harcourt nog altijd relatief onbekend. Zelfs zo onbekend dat zijn deze week verschenen nieuwe album niet opdook in de lijsten met nieuwe albums van deze week. Dat is zeker niet de eerste keer, waardoor ik als liefhebber van de muziek van de Britse muzikant ook wel eens een album mis. 

Het deze week verschenen Orphic is als ik goed geteld heb het twaalfde reguliere album van Ed Harcourt en het is wederom een hele mooie. Het is een album dat ik min of meer bij toeval tegen kwam, maar de Britse muzikant had ook dit keer niet veel tijd nodig om me te overtuigen. Orphic is een album dat precies op het juiste moment komt, want we nu we niet meer gaan ontsnappen aan de herfst en de winter, komen de sfeervolle klanken op Orphic als geroepen. 

Er is helaas niet veel informatie te vinden over het nieuwe album van de Britse muzikant, buiten het feit dat Ed Harcourt zijn nieuwe album afgelopen winter opnam in zijn Wolf Cabin studio vlak bij Oxford. Verdere informatie ontbreek, maar gelukkig spreekt de muziek op Orphic voor zich. 

Ik heb hierboven al verklapt dat Orphic een zeer sfeervol album is. Het is vergeleken met een aantal van zijn vorige album een behoorlijk ingetogen album en het is een album waarop gitaren domineren, al is de Britse muzikant zijn geliefde piano niet helemaal vergeten. 

De muziek op Orphic is relatief sober, maar ook als de akoestische gitaar domineert worden er altijd wel wat bijzondere versiersels toegevoegd. De muziek op Orphic klinkt prachtig en nodigt uit tot lekker binnen blijven terwijl buiten de regen tegen het raam klettert. 

Ik ben absoluut een liefhebbers van de piano georiënteerde songs van Ed Harcourt, maar ook het door gitaren gedomineerde geluid op Orphic is prachtig. Het wordt nog wat mooier wanneer Ed Harcourt zijn stem toevoegt, want hij beschikt over een bijzonder mooie stem die gedurende de afgelopen 25 jaar alleen maar mooier is geworden. 

De fraaie instrumentatie en de bijzonder mooie zang komen samen in hoogstaande songs, die Orphic heel ver boven het maaiveld uit tillen. Orphic is zoals gezegd het twaalfde album van Ed Harcourt en van die twaalf vind ik er eigenlijk niet een tegenvallen. Orphic zou zomaar uitgroeien tot een van de mooiste albums van het stel en is er een voor de jaarlijstjes. Ed Harcourt staat inmiddels 25 jaar garant voor torenhoge kwaliteit. Doodzonde dat zijn muziek zo weinig aandacht krijgt. Erwin Zijleman


14 november 2025

Review: Midlake - A Bridge To Far

De Amerikaanse band Midlake neemt de tijd voor haar albums, maar heeft ook met het zo uit de jaren 60 of 70 weggelopen A Bridge To Far weer een bijzonder mooi album afgeleverd, dat niet onder doet voor zijn voorgangers
Een jaar of tien geleden gaf ik geen cent meer voor de toekomst van de Amerikaanse band Midlake, maar het in 2022 verschenen comeback album bleek van een bijzonder hoog niveau. Het geldt ook weer voor het deze week verschenen A Bridge To Far, het zesde album van de band in ruim twintig jaar tijd. Ook op haar nieuwe album vindt Midlake de inspiratie vooral in het verre verleden, maar de band doet er vervolgens prachtige dingen mee. Het klinkt allemaal zo aangenaam en bedwelmend mooi dat je bijna vergeet te luisteren hoe goed het allemaal is. A Bridge To Far is wat minder opzienbarend dan het terecht bejubelde vorige album, maar kan zomaar het Midlake album worden dat ik het meest liefheb.



De Amerikaanse band Midlake heeft inmiddels een handvol prachtige albums op haar naam staan. Bamnan And Slivercork, het in 2004 verschenen debuutalbum van de band, trok misschien nog niet heel veel aandacht, maar met The Trials of Van Occupanther uit 2006 was het raak. Het album werd overladen met zeer positieve recensies en was uiteindelijk van de partij in flink wat jaarlijstjes. Daar valt niets op af te dingen, want de mix van Laurel Canyon folk, folkrock, softrock klinkt ook bijna twintig jaar later nog altijd fantastisch. 

Met The Trials of Van Occupanther maakte de band uit Denton, Texas, ook een album dat lastig te overtreffen was. The Courage of Others uit 2010 en Antiphon uit 2013 waren prima albums, maar ze hikten ook wat tegen het geweldige debuutalbum aan. Na het album uit 2013 was het lang stil rond Midlake, dat haar voorman had zien vertrekken, maar in het voorjaar van 2022 keerde de band terug met het geweldige For The Sake Of Bethel Woods. 

Het door geweldenaar John Congleton geproduceerde album vond ik persoonlijk beter dan het debuutalbum dat zo lang onaantastbaar leek en drieënhalf jaar later vind ik dat nog steeds. Net als alle andere albums van Midlake was For The Sake Of Bethel Woods een album dat ook in de jaren 60 of 70 gemaakt had kunnen worden, maar wat klonken de songs op het album fantastisch. 

Met For The Sake Of Bethel Woods lag de lat voor Midlake nog wat hoger dan hij al lag met The Trials of Van Occupanther, wat de opgave voor het deze week verschenen A Bridge To Far wel erg groot maakt. Het nieuwe album van de Texaanse band is een wat minder ambitieus album dan zijn voorganger, maar Midlake heeft wederom een fraai album afgeleverd. 

Ook A Bridge To Far is weer een album dat je binnen een paar seconden een aantal decennia mee terug neemt in de tijd. Het is een album dat ook in de jaren 60 of 70 gemaakt had kunnen zijn en dat goed aansluit op de muziek die Midlake ook al op haar doorbraakalbum The Trials of Van Occupanther maakte. 

Het is wat mij betreft wel een wat slecht getimed album, want bij beluistering van A Bridge To Far heb ik visioenen van lange en broeierige zomeravonden. Het nieuwe album van Midlake is hierdoor niet echt een herfstalbum, al kun je natuurlijk wel heerlijk fantaseren over eindeloze zomeravonden bij beluistering van het nieuwe album van de band uit Texas. 

Net als bij het vorige album wist Midlake wederom een prima producer te strikken, want ook by Sam Evian (Hannah Cohen, Big Thief, Cass McCombs) heeft vakwerk geleverd. Ook als liefhebber van vrouwenstemmen word ik overigens bediend, want A Bridge To Far bevat gastbijdragen van Madison Cunningham en Hannah Cohen. 

A Bridge To Far is wat mij betreft minder spannend dan voorganger For The Sake Of Bethel Woods, maar ik vind het nieuwe album van Midlake zeker niet minder mooi. Het is een knappe prestatie van een band die na het vertrek van haar voorman dood en begraven leek, maar zich op een geweldige manier heeft herpakt. Net als een aantal van zijn voorgangers klinkt A Bridge To Far van Midlake als een vergeten klassieker uit de jaren 60 of 70 en die maak je niet zomaar. Echt een album om bij tot rust te komen, maar vergeet in de tussentijd niet om goed te luisteren naar al het moois. Erwin Zijleman

De muziek van Midlake is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://midlakeband.bandcamp.com/album/a-bridge-to-far.


A Bridge To Far van Midlake is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: Constant Smiles - Moonflowers

De Amerikaanse band Constant Smiles leverde vier jaar geleden een prachtig 90’s album af, kwam twee jaar geleden met een heerlijk 80s album op de proppen en maakt deze week indruk met een fraai album met een vleugje 70s
Constant Smiles had al een enorme stapel albums op haar naam staan toen het terecht een plekje in de spotlights kreeg met het uitstekende album Paragons. Die spotlights waren er ook toen twee jaar geleden het album Kenneth Anger verscheen en wederom viel er niets af te dingen op de aandacht voor de Amerikaanse band. Hopelijk kan ook het deze week verschenen Moonflowers weer op aandacht rekenen, want het is wederom een sterk album. Het is bovendien wederom een album dat anders klinkt dan zijn voorganger, want de synths van het vorige album hebben plaats gemaakt voor een organischer en folkier geluid. Het levert wederom een bijzonde fraai album op.



Bijna precies vier jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met de muziek van de Amerikaanse band Constant Smiles. Paragons werd hier en daar aangeprezen als het officiële debuutalbum van de band uit Queens, New York, maar dat voelde een beetje raar bij een band die al meer dan vijftien albums op haar naam bleek te hebben staan. 

Paragons was ook het eerste dat ik hoorde van Constant Smiles, maar het was wel liefde op het eerste gehoor. Ik vergeleek Paragons onder andere met de muziek van de Australische band The Go-Betweens en dat is een van de grootste complimenten die ik een band kan maken. 

Constant Smiles verwerkte op Paragons invloeden uit een aantal decennia popmuziek, maar ik hoorde de meeste raakvlakken met de wat zweverige gitaarmuziek uit de jaren 90 van bijvoorbeeld bands als Yo La Tengo en Luna. Het leverde uiteindelijk een van de mooiste herfstalbums van 2021 op, al was ik het album helaas vergeten toen ik mijn jaarlijstje een paar maanden later maakte. 

In het prille voorjaar van 2023 keerde Constant Smiles terug met het album Kenneth Anger en het was wederom een album waarop de Amerikaanse band uiteenlopende invloeden verwerkte. Waar ik bij beluistering van Paragons vooral associaties had met licht psychedelische gitaaralbums uit de jaren 90, nam Kenneth Anger me vooral mee terug naar de elektronische popmuziek uit de jaren 80 en naar legendarische albums van bands als China Crisis en The Lotus Eaters en het was weer prachtig. 

Deze week is de opvolger van het album uit 2023 verschenen en logischerwijs zou Constant Smiles op Moonflowers terug moeten grijpen op muziek uit de jaren 70. Het nieuwe album van de band uit New York klinkt in ieder geval weer flink anders dan zijn twee voorgangers, dus wat dat betreft voldoet Moonflowers aan de verwachtingen. 

Constant Smiles omschrijft de muziek op het nieuwe album zelf als ambient pop, maar zelf hoor ik ook flink wat invloeden uit de folkrock, met inderdaad meer dan eens een jaren 70 vibe. Moonflowers heeft af en toe misschien een jaren 70 sfeertje, maar het is ook absoluut een indiefolk album van deze tijd. 

Na de psychedelische 90s gitaren van Paragons en de 80s synths van Kenneth Anger kiest Constant Smiles op haar nieuwe album voor een organischer en wat meer ingetogen geluid. Het is een geluid dat best als folky mag worden omschreven, maar het wordt gecombineerd met bijzondere klankentapijten van synths op de achtergrond, waardoor het geen standaard 70s folkrock is.

Net als de vorige albums van de Amerikaanse band wordt ook Moonflowers weer gekenmerkt door een serie aansprekende songs. Het zijn songs die je eigenlijk direct wilt omarmen, maar die ook makkelijk blijven hangen. In muzikaal opzicht is het allemaal weer dik in orde en ook de zang op Moonflowers is weer prima. Het is zang die af en toe is voorzien van fraaie aanvullingen van vrouwenstemmen, waarvoor onder andere Cassandra Jenkins en Katie von Schleicher naar de studio kwamen. 

Constant Smiles is helaas nog altijd behoorlijk onbekend, maar met Paragons, Kenneth Anger en Moonflowers heeft de band nu een fraai stapeltje albums op haar naam staan. Het is lastig kiezen tussen drie totaal verschillende albums, maar Moonflowers is zeker niet minder dan de terecht door mij geprezen voorgangers. Leuke band, uitstekend album. Erwin Zijleman

De muziek van Constant Smiles is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse band: https://constantsmiles.bandcamp.com/album/moonflowers.


Moonflowers van Constant Smiles is verkrijgbaar via de Mania webshop:



13 november 2025

Review: Theia - Girl, In A Savage World

Theia is een Nieuw-Zeelandse muzikante met Maori wortels die in Los Angeles muziek maakt, wat een bijzondere mix van invloeden, ongrijpbare maar ook aanstekelijke songs en heel veel muzikale en vocale pracht oplevert
Toen ik Girl, In A Savage World van Theia een week geleden voor het eerst beluisterde wist ik niet wat ik hoorde en dat weet ik nog steeds niet precies. Girl, In A Savage World is absoluut een popalbum en bij vlagen een best toegankelijk popalbum, maar het is ook een popalbum met een volkomen uniek eigen geluid. Je hoort het in de muziek, die alle kanten op kan, maar je hoort het vooral in de zang, die het ene moment klinkt als 100% pop, maar het volgende moment als 0% pop. Girl, In A Savage World is volgestopt met bijzondere wendingen, muzikale hoogstandjes en vocale verwondering. Het is een album dat het je niet makkelijk maakt, maar waar je wel zomaar als een blok voor kunt vallen.



In Australië en Nieuw-Zeeland kan de zomer ieder moment beginnen en dat is meestal een moment waarop nog flink wat nieuwe albums verschijnen. De nieuwsbrief van de muziekwinkel Flying Out Records uit het Nieuw-Zeelandse Auckland, een van mijn belangrijke tipgevers, zat dan ook stampvol de afgelopen week. 

Australië was goed voor de nieuwe albums van The Belair Lip Bombs en Stella Donnelly, terwijl Nieuw-Zeeland leverancier was van een aantal bijzondere popalbums. Een aantal van deze albums komt mogelijk nog terug in de komende weken, maar ik wil nu al stil staan bij het album dat me het meest opviel de afgelopen week. 

Het gaat om Girl, In A Savage World van Theia en het is een album dat me maar blijft verrassen en verbazen. Theia is het alter ego van de in het Nieuw-Zeelandse Christchurch (Ōtautahi) geboren Em-Haley Walker, die Maori wortels heeft. Ze heeft inmiddels Los Angeles als thuisbasis, maar is ook haar Nieuw-Zeelandse en Maori wortels niet vergeten. Girl, In A Savage World laat hierdoor een bijzondere mix van invloeden en culturen horen, wat een fascinerend album oplevert. 

Het debuutalbum van Theia is deels een popalbum zoals deze in Los Angeles wel meer worden gemaakt, maar Girl, In A Savage World klinkt minstens net zo vaak totaal anders dan de andere popalbums die in Los Angeles worden gemaakt. Het debuutalbum van Theia heeft het eigenzinnige dat de Nieuw-Zeelandse popmuziek van het moment kenmerkt, maar de Nieuw-Zeelandse muzikante verwerkt ook invloeden uit de Maori cultuur in haar teksten en in haar muziek. 

Het levert bijzondere songs op, die het ene moment verrassend toegankelijk en aanstekelijk klinken, maar het volgende moment totaal anders klinken dan alles dat je gewend bent. Het zit hem deels in de muziek, waarvoor ook traditionele Maori instrumenten zijn ingezet, maar het zit hem vooral in de zang op Girl, In A Savage World. 

Theia beschikt over een mooie stem die het goed doet in de toegankelijke popsongs op haar debuutalbum, maar als ze een stukje hoger zingt heb ik eerder associaties met Scandinavische of IJslandse ijsprinsessen dan met een popster uit Nieuw-Zeeland. Het knappe van Girl, In A Savage World is dat Theia bijna naadloos schakelt tussen haar muzikale werelden. Het ene moment hoor je een wereldhit in de dop, het volgende moment volstrekt ongrijpbare klanken. 

In muzikaal en productioneel opzicht zit het allemaal razendknap en buitengewoon fascinerend in elkaar, maar de bijzondere zang zorgt er voor dat Girl, In A Savage World een popalbum is dat zijn gelijke niet kent in het aanbod van het moment. Ik blijf me verbazen over de zang, die nog wat ongrijpbaarder klinkt wanneer Theia in een Maori taal zingt, maar die niet alleen verbaast, maar ook betovert, want de Nieuw-Zeelandse muzikante beschikt over een prachtige stem, die ook zonder muziek makkelijk overeind blijft. 

Ook in muzikaal opzicht is Girl, In A Savage World een album dat je blijft verrassen, tot het na 21 minuten opeens voorbij is. Dat is voor een album erg kort en misschien is het meer een minialbum, maar omdat er zo verschrikkelijk veel gebeurt op het album is 21 minuten ook wel genoeg. Girl, In A Savage World is bovendien een album dat je ook best twee keer na elkaar kunt beluisteren, want je blijft nieuwe dingen horen in de fascinerende muziek van Theia. Erwin Zijleman

De muziek van Theia is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Nieuw-Zeelandse muzikante: https://princesstheia.bandcamp.com/album/girl-in-a-savage-world.



12 november 2025

Review: The Belair Lip Bombs - Again

Er zijn dit jaar niet heel veel frisse, interessante en leuke nieuwe gitaarbandjes opgedoken, maar de Australische band The Belair Lip Bombs laat op haar uitstekende tweede album Again horen dat het er zeker een is
Direct bij de eerste noten van de openingstrack van Again van The Belair Lip Bombs heb je het gevoel dat je een band hoort die wel eens heel groot kan gaan worden. Dat zijn grote schoenen om te vullen en dat lukt de Australische band dan ook niet altijd, maar Again is absoluut een leuk album. The Belair Lip Bombs maakt op haar tweede album aanstekelijke en soms licht tegendraadse gitaarpop zoals alleen Australische bands die maken. De band beschikt in de persoon van Maisie Everett over een aansprekend boegbeeld en laat op Again ook nog eens horen dat het kan variëren, waardoor het album misschien niet de hele tijd zorgt voor een jubelstemming, maar wel laat horen dat er nog veel meer in zit.



Lush Life, het eerste album van de Australische band The Belair Lip Bombs, was in de zomer van 2023 een album waar ik in eerste instantie heel vrolijk van werd, maar dat ik na een paar keer horen toch weer opzij legde. Het overkwam me een week of twee geleden ook weer met Again, het tweede album van de band uit Melbourne. 

Door een aantal zeer lovende recensies in de Britse muziektijdschriften was ik op voorhand al heel nieuwsgierig geworden naar het album en bij eerste beluistering was ik direct enthousiast. Uiteindelijk selecteerde ik het album echter niet omdat het goede gevoel om onduidelijke redenen niet bleef, waarbij ik niet uitsluit dat het te maken had met het stevig opkomende herfstweer van dat moment. 

Omdat het positieve recensies bleef regenen probeerde ik het de afgelopen week toch nog een keer en nu hield de Australische band mijn aandacht wel vast. Ook tijdens het typen van deze recensie word ik alleen maar heel vrolijk van het nieuwe album van The Belair Lip Bombs, dat ik inmiddels dan ook als een blijvertje zie. 

De band rond frontvrouw Maisie Everett vermaakt ook op haar tweede album met een aantal onweerstaanbaar lekkere gitaarsongs, maar gooit er af en toe ook een wat meer ingehouden popsong tegenaan. Het debuutalbum van de band werd niet heel opvallend geproduceerd door Nao Anzai, die onder andere werkte met The Teskey Brothers, maar hij mocht toch terugkeren voor het tweede album. Hij kreeg wel gezelschap van Joe White van de band Rolling Blackouts Coastal Fever, die de band een flinke impuls heeft gegeven. 

Rolling Blackouts Coastal Fever heeft het patent op typisch Australische en bijzonder aanstekelijke gitaarsongs en die maakt The Belair Lip Bombs ook op haar tweede album. Wanneer het gitaarwerk wat tegendraads is heeft het wel wat van de muziek waarmee de New Yorkse band The Strokes ooit debuteerde, maar de band rond Maisie Everett varieert er op Again ook flink op los. Een aantal songs op het album past in de hokjes indierock, maar ook jangle pop en pop komen voorbij op het tweede album van de band. 

Op het ruim twee jaar oude debuutalbum van The Belair Lip Bombs rammelde het nog aan alle kanten, maar op Again heeft de Australische band in een aantal opzichten stappen gezet. Again laat een hecht spelende band horen, die vooral indruk maakt met veelkleurig gitaarwerk, maar ook de ritmesectie van de band stuwt de songs van The Belair Lip Bombs steeds weer naar een net wat hoger niveau. 

De meeste van dit soort bandjes beschikken over een zanger met veel of zelfs net wat teveel branie, maar de songs van The Belair Lip Bombs klinken anders door de zang van frontvrouw Maisie Everett. Again klinkt wat liever en charmanter dan albums van vergelijkbare gitaarbands, maar Maisie Everett kan ook zeker rocken. 

Bij mij viel het kwartje misschien niet direct, maar nu de zon de afgelopen dagen weer wat vaker scheen blijkt Again een album om de zomer van in je kop te krijgen en voorlopig nog even te houden. Jack White was direct fan toen hij het debuut van de band hoorde en bood de band een platencontract aan en daar gaat hij volgens mij geen spijt van krijgen, al is het maar omdat ik het idee heb dat de Australische band nog wel wat groeipotentie heeft. In de gaten houden deze band. Erwin Zijleman

De muziek van The Belair Lip Bombs is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Australische band: https://thebelairlipbombs.bandcamp.com/album/again.


Again van The Belair Lip Bombs Dreams is verkrijgbaar via de Mania webshop:



Review: h. pruz - Red Sky At Morning

Hannah Pruzinsky levert deze week het tweede album onder de naam h. pruz af en net als het debuutalbum No Glory is ook Red Sky At Morning een album vol met mooie en intieme maar ook avontuurlijke songs
Het debuutalbum van h. pruz sneeuwde vorig jaar helaas wat onder en dat ook zomaar kunnen gebeuren met opvolger Red Sky At Morning. Dat zou jammer zijn, want het tweede album van het alter ego van Hannah Pruzinsky is een erg mooi album. Het is een album met zachte zang en redelijk ingetogen klanken, maar h. pruz heeft wel veel moois verstopt in deze klanken, waardoor het album de aandacht makkelijk weet vast te houden. Het geluid op het album rammelt wat en dat doet ook een deel van de songs, maar dat is ook de charme van de muziek van h. pruz, die een album heeft afgeleverd dat wat mij betreft opvalt in het enorme aanbod van het moment.



De naam h. pruz kwam ik een paar maanden geleden nog tegen, toen ik het debuutalbum van de Amerikaanse band Sister. (met een punt) besprak. Sister. is een Amerikaans trio rond de muzikanten Ceci Sturman en Hannah Pruzinsky. De band leverde met Two Birds een uitstekend, maar helaas ook wat tussen wal en schip geraakt album af. 
Hannah Pruzinsky, die zichzelf ziet als non-binair persoon, maakte vorig jaar ook al indruk en deed dat toen onder de naam h. pruz. 

No Glory, het debuutalbum van h. pruz, was in alle opzichten een mooi album, dat op knappe wijze invloeden uit de folk zoals die in de jaren 60 en 70 werd gemaakt combineerde met invloeden uit de indiefolk van het moment. Het album kreeg een aantal zeer positieve recensies, maar werd uiteindelijk slechts in kleine kring opgemerkt, net als het album van Sister. een paar maanden geleden. 

Hannah Pruzinsky krijgt een tweede kans met het deze week uitgebrachte Red Sky At Morning. Het is net als het debuutalbum van de muzikant uit Brooklyn, New York, een album met spaarzaam ingekleurde songs. Het zijn songs die in het hokje folk passen, waarbij Hannah Pruzinsky wederom aansluiting vindt bij folk uit het verleden en het heden. 

Vergeleken met het debuutalbum klinkt het tweede album van h. pruz net wat voller, al is vol een relatief begrip. Ook de songs op Red Sky At Morning zijn betrekkelijk spaarzaam ingekleurd met een hoofdrol voor de akoestische of elektrische gitaar, maar naast bas en drums spelen ook andere instrumenten af en toe een rol op het album. In de openingstrack is een lekker tegendraadse saxofoon te horen, maar h. pruz kiest ook één keer voor een wat gruiziger klinkende song en schuift in een aantal tracks wat op richting country. 

Haar songs doen in het laatste geval wel wat denken aan de meest ingetogen songs van Big Thief en nog meer aan het solowerk van Big Thief zangeres Adrianne Lenker. Dat heeft alles te maken met de stem van Hannah Pruzinsky, die over het algemeen fluisterzacht, maar ook met veel gevoel zingt. Adrianne Lenker heeft wat onvaste wendingen in haar stem als handelsmerk, maar de zang op Red Sky At Morning is prachtig zuiver. 

Ik hou wel van dit soort muziek, zeker als de dagen korter en kouder worden, maar het aanbod is momenteel wel erg groot. Ik ben echter blij dat de Amerikaanse website Paste ook het tweede album van h. pruz weer heeft gevonden, maar verder is het vooralsnog veel te stil rond Red Sky At Morning. Het is absoluut zo dat het tweede album van h. pruz op het eerste gehoor niet heel veel toevoegt aan alles dat er al is in het genre, maar net als No Glory vorig jaar is het een album dat beschikt over de nodige groeipotentie. 

Bij eerste beluistering was ik minder gecharmeerd van de songs op het album waarin vooral geïmproviseerd wordt, maar ook deze dragen uiteindelijk bij aan de bijzondere sfeer van het album. Die sfeer zorgt er voor dat het af en toe lijkt of Hannah Pruzinsky en de andere muzikanten die op het album zijn te horen zo ongeveer naast je staan. 

De sobere klanken en de zachte zang voorzien de songs van een bijzondere intimiteit, waardoor ik Red Sky At Morning steeds mooier ga vinden. En zo heeft Hannah Pruzinsky in anderhalf jaar tijd drie albums afgeleverd die het absoluut verdienen om ontdekt te worden. Van deze albums schat ik het nieuwe album van h. pruz inmiddels het hoogst in. Erwin Zijleman

De muziek van h. pruz is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Amerikaanse muzikant: https://hpruz.bandcamp.com/album/red-sky-at-morning.



11 november 2025

Review: Stella Donnelly - Love And Fortune

Na haar geweldige debuut EP schiet de muziek van de Australische muzikante Stella Donnelly alle kanten op en dat is niet anders op het verrassend ingetogen en melancholische maar ook bijzonder mooie Love And Fortune
Stella Donnelly geldt al jaren als enorm talent, maar zelf twijfelde ze erg over haar toekomst in de muziek. Met haar nieuwe album Love And Fortune kan ze flink zelfvertrouwen tanken, want wat is het een mooi album geworden. Het is een verrassend ingetogen album, dat vooral vertrouwt op sfeervolle klanken en op de bijzonder mooie stem van de Australische muzikante. Love And Fortune is een zeer persoonlijk en wat weemoedig album geworden, maar het is ook een album wat warmte en hoop uitstraalt. Het oeuvre van Stella Donnelly beweegt zich sinds haar eerste stappen in de muziek alle kanten op, maar het bijzonder mooie Love And Fortune is wat mij betreft een hoogtepunt.



Helemaal aan het eind van 2018 ontdekte ik de aan het begin van dat jaar verschenen eerste EP van de Australische muzikante Stella Donnelly. Ik was echt enorm onder de indruk van Thrush metal, dat ik als volgt omschreef: “Bij beluistering van Thrush Metal denk ik aan Julien Baker, Phoebe Bridgers en een jonge PJ Harvey. Jaarlijstjesmateriaal dus. Thrush Metal is soms loom en folky, maar is net zo makkelijk rauw en stekelig. Een ongelooflijk knappe EP die doet uitzien naar veel en veel meer.” 

Op basis van haar eerste EP schaarde ik Stella Donnelly dan ook onder de grote beloften van de indie scene en die belofte heeft ze wat mij betreft waar gemaakt met haar debuutalbum Beware Of The Dogs uit 2019 en opvolger Flood uit 2022, al moest ik aan beide albums wennen. Op haar debuutalbum schoof de Australische muzikante wat op richting indierock en dreampop, terwijl het corona lockdown album Flood een wat meer pop georiënteerd geluid liet horen. 

Deze week is het derde album van Stella Donnelly verschenen en ook met Love And Fortune laat de Australische muzikante weer horen dat ze zeer getalenteerd is. Dat talent zit hem voor een deel in haar veelzijdigheid. Ook het derde album van Stella Donnelly klinkt immers weer anders dan de twee vorige albums en de EP waarmee ze in 2018 zo fraai debuteerde. 

Love And Fortune is, veel meer dan Beware Of The Dogs en Flood, een singer-songwriter album. Dat is deels een terugkeer naar het genre dat een belangrijke rol speelde op Thrush Metal, al klonken de songs op die EP een stuk ruwer dan de songs die zijn terecht gekomen op Love And Fortune. 

Love And Fortune is een verrassend ingetogen en behoorlijk melancholisch album geworden, al staan er ook wel wat voller klinkende songs op. Het is een album over een verloren vriendschap, waarmee het derde album van Stella Donnelly kan worden gezien als een breakup album, al is het een ander soort breakup album dan de talloze albums over verloren liefdes. 

Het met muzikale vrienden gemaakte en in Australië opgenomen album is een zeer persoonlijk en intiem album geworden. De muziek op het album is bij vlagen sober met een hoofdrol voor de piano, maar het is zeker geen Spartaans klinkend singer-songwriter album, al is het maar omdat er hier en daar ook wordt geflirt met indierock. Ook aan Love And Fortune moest ik weer even wennen, maar inmiddels hoor ik alleen maar de schoonheid van het bijzondere nieuwe album van de Australische muzikante. 

Melancholie speelt een belangrijke rol in de songs op Love And Fortune en het is dan ook niet zo gek dat stemmige klanken domineren op het album, dat verschijnt in de Australische zomer, maar dat beter past in de winter op het noordelijk halfrond. Stella Donnelly laat op haar nieuwe album horen dat ze verder is gegroeid als songwriter en dat is ze ook als zangeres, want wat klinkt haar stem op Love And Fortune prachtig. 

In 2018 maakte de muzikante uit Melbourne wat mij betreft een onuitwisbare indruk met haar eerste EP. Aan alles dat sindsdien is verschenen moest ik wennen en dat geldt ook weer voor het derde album van Stella Donnelly, maar eenmaal gewend vind ik Love And Fortune nog wat indrukwekkender en een flink stuk mooier dan Beware Of The Dogs en Flood. Stella Donnelly laat nog maar eens horen dat ze een uniek talent is met een album dat het verdient om gekoesterd te worden. Erwin Zijleman

De muziek van Stella Donnelly is ook verkrijgbaar via de bandcamp pagina van de Australische muzikante: https://stelladonnelly.bandcamp.com/album/love-and-fortune.


Love And Fortune van Stella Donnelly is verkrijgbaar via de Mania webshop:



10 november 2025

Review: Diana Silvers - From Another Room

Succesvolle actrices die gaan zingen; het is meestal geen goed idee, maar dat het ook anders kan laat de Amerikaanse actrice en muzikante Diana Silvers horen op haar uitstekende debuutalbum From Another Room
Min of meer bij toeval liep ik tegen het debuutalbum van Diana Silvers aan en het is een album dat me uitstekend bevalt. De muzikante uit New York beschikt over een bijzonder mooie stem en het is een stem die het goed doet in het folky repertoire dat domineert op haar debuutalbum. From Another Room doet af en toe denken aan de albums die werden gemaakt binnen de Laurel Canyon scene van de jaren 60 en 70, maar Diana Silvers kan naast tijdloos ook eigentijds klinken. Diana Silvers schrijft ook nog eens mooie en persoonlijke songs, waardoor haar debuutalbum From Another Room een album is dat wat mij betreft opvalt in het enorme aanbod van het moment.



In geen van de releaselijsten die ik de afgelopen week heb bekeken, en dat zijn er behoorlijk wat, kwam ik de naam van Diana Silvers tegen. Min of meer bij toeval zag ik haar deze week verschenen debuutalbum wel in een lijstje met tips op Spotify. Die tips bekijk en beluister ik lang niet altijd, want het muziekplatform tipt me maar zelden iets dat ik nog niet ken en ook nog eens goed vind. 

Ik ben echter blij dat ik From Another Room wel heb beluisterd, want ik vind het debuutalbum van Diana Silvers echt heel erg mooi. Het is een naam die voor mij wat uit de lucht komt vallen en dat is niet zo gek, want de Amerikaanse muzikante bracht pas twee maanden geleden haar eerste single uit en vorige maand de tweede. Onbekend is Diana Silvers zeker niet, want ze timmerde de afgelopen jaren stevig en met veel succes aan de weg als model en als actrice. 

Dat ze ook kan zingen was tot voor kort een goed bewaard geheim, maar met From Another Room zet Diana Silvers indrukwekkende eerste stappen als muzikante. Gezien haar bekendheid als model en actrice verbaast het me wel dat het debuutalbum van Diana Silvers deze week niet heel veel aandacht krijgt. Het aantal recensies dat het album heeft gekregen is op de vingers van één hand te tellen en met name de wat alternatievere media geven niet thuis. 

Het heeft mogelijk te maken met het feit dat actrices die zo nodig willen gaan zingen de schijn meestal flink tegen hebben. Dat is in de meeste gevallen overigens volkomen terecht, maar Diana Silvers verdient absoluut het voordeel van de twijfel. De in Los Angeles opgegroeide maar tegenwoordig in New York woonachtige Diana Silvers kreeg de muziek thuis met de paplepel ingegoten en speelde al op jonge leeftijd cello. Dat instrument verruilde ze uiteindelijk voor de gitaar, die het eenvoudiger maakte om folky songs te schrijven. 

Diana Silvers brak op jonge leeftijd door als model en later als actrice, waardoor ze haar muzikale ambities tijdelijk parkeerde. Of ze vanaf nu vol voor de muziek gaat weet ik niet, maar ik hoop het wel. De Amerikaanse muzikante nam haar debuutalbum in elf dagen op en nam hierbij veel in eigen hand. Ze schreef de songs voor het album, tekende voor de productie en uiteraard voor de zang, maar naast het gitaarspel zijn ook de bijdragen van cello, vibrafoon, synths en percussie van de hand van Diana Silvers zelf. 

Het levert een intiem en persoonlijk album op en het is een album dat mij absoluut weet te raken. From Another Room is een album dat zeker een folkalbum mag worden genoemd. Het is een folkalbum dat in flink wat tracks doet denken aan de folk die in de jaren 60 en 70 werd gemaakt in de Laurel Canyon bij Los Angeles. Het zijn de tracks op From Another Room die wat nostalgisch aandoen, maar de songs van Diana Silvers klinken incidenteel ook wat moderner, zoals The Dream dat de jaren 60 en 70 direct verruilt voor het heden. 

De muziek op het album is zeer smaakvol en voorziet de songs van Diana Silvers van een aangename en warme sfeer. Die sfeer wordt nog wat aangenamer door de stem van de Amerikaanse muzikante, die echt kan zingen en beschikt over een warm en karakteristiek stemgeluid, dat de songs op haar debuutalbum nog wat verder optilt. Ik begrijp inmiddels wel waarom Spotify mij het album tipte, maar ik begrijp niet dat het verder zo stil is rond From Another Room van Diana Silvers, want dit is echt een uitstekend album. Erwin Zijleman