Op het sportieve vlak meten we ons in Nederland het liefst met onze oosterburen, maar wanneer het gaat om confrontaties op het muzikale vlak zijn onze zuiderburen natuurlijk veel interessanter. De afgelopen decennia wonnen de Belgen deze confrontaties over het algemeen met speels gemak, maar dit jaar liggen de Nederlanders vooralsnog een straatlengte voor, al is het alleen maar vanwege de handvol geweldige platen die het Excelsior label de afgelopen maanden heeft uitgebracht. Dat ze het maken van mooie muziek ook in België niet verleerd zijn wordt bewezen door de uit Leuven afkomstige band Isbells. Op haar titelloze debuut maakt Isbells muziek die Amerikaans aandoet, maar die gelukkig ook is voorzien van de eigenzinnigheid die de Belgische popmuziek vaak zo leuk maakt. De muziek van Isbells past, zoals zoveel muziek die momenteel wordt uitgebracht, prachtig bij het jaargetijde en doet verlangen naar een open haard. Het is muziek die mij persoonlijk vooral doet denken aan die van Elliott Smith of Nick Drake in hun beste dagen, maar omdat Isbells nadrukkelijk put uit de archieven van de Americana zijn er ook zeker raakvlakken met de nog altijd groeiende prachtplaat van Bon Iver. Isbells houdt haar muziek over het algemeen sober en beperkt zich in deze gevallen tot smaakvolle accenten, maar ook flink uitpakkende harmonieën worden door de Vlamingen niet geschuwd. In het laatste geval komt de muziek van Isbells dicht in de buurt bij die van een band als Fleet Foxes, maar over het algemeen is de toon toch een stuk soberder en somberder. Isbells beweegt zich in een genre waarin de concurrentie moordend is en bovendien alles wat je maar kunt bedenken al bedacht lijkt, maar wat mij betreft slagen de Belgen er in om zich te onderscheiden van de meeste van hun soortgenoten; iets wat vooral de verdienste is van zanger Gaëtan Vandewoude, die gezegend blijkt met een stemgeluid dat niemand onberoerd zal laten. Het titelloze debuut van Isbells is een plaat die in eerste instantie vooral aangenaam vermaakt, maar die wanneer alle stukjes op hun plek vallen ook diep weet te ontroeren en te verbazen. Net als de al eerder genoemde Elliott Smith maakt Isbells muziek die weliswaar overloopt van melancholie, maar waarvan je niet direct somber wordt. Integendeel zelfs; dit is een plaat om heel erg vrolijk van te worden. Lekker binnen bij de open haard, dat dan weer wel. Erwin Zijleman