Samen met Berend Dubbe maakte Sonja van Hamel als Bauer de afgelopen jaren een aantal hele leuke platen met sprookjesachtige elektronische muziek. Het laatste wapenfeit van Bauer is inmiddels al weer enkele jaren oud, wat de vraag oproept of de band nog wel bestaat. Het antwoord op deze vraag weet ik niet, maar ik weet wel dat Sonja van Hamel onlangs een soloplaat heeft gemaakt die het wachten op een nieuwe Bauer plaat een stuk makkelijker maakt. Op Winterland doet Sonja van Hamel in grote lijnen wat ze ook met Bauer doet. Ook Winterland staat immers vol met avontuurlijke popliedjes die in staat zijn om de fantasie van de luisteraar te prikkelen en deze luisteraar vervolgens mee te voeren naar een bijna sprookjesachtige wereld. Het zijn beeldende songs die, niet geheel ontoevallig, ook de basis vormen van de muziek bij de gelijknamige speelfilm van Dick Tuinder. Tegelijkertijd klinkt Winterland absoluut niet als een nieuwe Bauer plaat. Waar bij Bauer de elektronica domineert kiest Sonja van Hamel op Winterland voor een bijna volledig organisch geluid, waarin hier en daar flink wat ruimte is gereserveerd voor strijkers en blazers. Winterland doet me meer dan eens denken aan de muziek van Aimee Mann, al hoor ik af en toe ook wel wat van Suzanne Vega; een groter compliment kan ik Sonja van Hamel nauwelijks maken. Net als Aimee Mann beschikt Sonja van Hamel over een wat eenzijdig stemgeluid, dat echter uitstekend gedijt bij een warm aanvoelende en veelzijdige instrumentatie. Winterland is een avontuurlijke plaat met popliedjes die alle kanten op schieten, de ene keer wat meer richting pop, de andere keer vanwege de bijdragen van de banjo weer wat meer richting roots. Wat al de songs op Winterland gemeen hebben, is dat ze stuk voor stuk verwarmen, maar je ook continu op het puntje van de stoel houden. Winterland is hierdoor een bijzonder aangename plaat die eigenlijk alleen maar leuker wordt. Of het met Bauer nog wat gaat worden weet ik niet, maar de avontuurlijke erfenis van de band blijkt bij Sonja van Hamel in uitstekende handen. Erwin Zijleman